Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR691008
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR691008/1
Regeling vervallen per 05-01-2024
Bouwkostenindicator 2023
Geldend van 12-01-2023 t/m 04-01-2024
Intitulé
Bouwkostenindicator 2023Het college besluit:
- 1.
de BouwKostenIndicator 2023 vast te stellen met ingang van 1 januari 2023;
- 2.
de ‘Regeling vaststellen bouwkosten voor Verbouw en Herbouw’ vast te stellen;
- 3.
de ‘Regeling toepassing Standaard en Beter bij het vaststellen van bouwkosten’ vast te stellen;
- 4.
de vastgestelde documenten, zoals genoemd bij de beslispunten 1 tot en met 3, bekend te maken via het elektronisch Gemeenteblad.
Bijlage I Bouwkostenindicator (BKI)
Bijlage II Regeling vaststellen bouwkosten voor Verbouw en Herbouw
De bouwkosten bij verbouw en herbouw worden berekend op de volgende manier:
In eerste instantie worden de kengetallen voor nieuwbouw gehanteerd. Afhankelijk van de aard en omvang van de ver-/herbouwingswerkzaamheden wordt op het kengetal van de nieuwbouw een reductie toegepast. Deze reductie is:
- -
Bij een grootschalige verbouwing (renovatie) waarbij (delen van) het casco gehandhaafd blijven bedraagt de restwaarde van het casco 40%.
- -
Bij een kleinschalige verbouwing is dit 70%.
- -
Bij herbouw (volledig casco wordt verwijderd, eventueel blijft fundering (deels) gehandhaafd) is dit 0%; is nieuwbouw.
De berekende restwaarde wordt in mindering gebracht op de berekende bouwkosten.
In de praktijk kan dit als volgt worden toegepast:
Alleen de delen berekenen die worden gebouwd en/of verbouwd opvoeren en vervolgens correctie doorvoeren op delen waar verbouwd wordt.
Dus primair opvoeren het totaal van het deel van het gebouw waar bouwwerkzaamheden worden uitgevoerd, dus deel uitbouw/nieuwbouw en verbouw bestaand gedeelte toevoegen, en vervolgens correctie doorvoeren op delen waar nodig.
Voorbeeld:
Voor een (vrijstaand) herenhuis met een inhoud van 600m3 van drie bouwlagen met eenzelfde hoogte (dus per laag dezelfde inhoud; 200m3) wordt vergunning aangevraagd voor het geheel renoveren van het pand. Het volgende wordt aangevraagd:
Op de begane grond wordt in de bestaande invulling een aantal wijzigingen doorgevoerd die niet vergunningplichtig zijn (het is geen monument).
De eerste verdieping blijft ongewijzigd.
De tweede verdieping wordt volledig gestript tot casco niveau en daarna weer opgebouwd.
Boven op de bestaande woning wordt een woonlaag toegevoegd (4e verdieping) van 200 m3.
Aan de woning wordt een uitbouw gerealiseerd van 200 m3 die wel vergunningplichtig is.
Rekenvoorbeeld:
Bijlage III Regeling toepassing Standaard en Beter bij het vaststellen van bouwkosten
Toepassing Standaard en Beter bij vaststellen bouwkosten op basis van de door het College van Burgemeester en Wethouders vastgestelde normbedragen.
In de door het College van Burgemeester en Wethouders vastgestelde normbedragen, die als grondslag dienen voor het vaststellen van de bouwkosten, is onderscheid gemaakt tussen woning Standaard en woning Beter.
De in de tabel opgenomen normkosten voor woningen Standaard kunnen worden toegepast voor in principe alle woningen. Uitsluitend voor bijzondere ontwerpen/constructies die aantoonbaar meer kosten wordt het tarief Beter toegepast.
Deze bijlage maakt onderdeel uit van de door het College van Burgemeester en Wethouders vastgestelde regeling.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl