Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BIZ Capelle West 2023-2027

Geldend van 14-01-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BIZ Capelle West 2023-2027

De raad van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op het bepaalde in de artikelen 1, eerste lid en 7, vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones en de tussen de gemeente Capelle aan den IJssel en Stichting BIZ Capelle West gesloten uitvoeringsovereenkomst;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 augustus 2022;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BIZ Capelle West 2023-2027

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    bedrijveninvesteringszone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart;

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

  • c.

    Uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente Capelle aan den IJssel en Stichting BIZ

  • d.

    Capelle West op 25 oktober 2022 gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;

  • e.

    de wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.

HOOFDSTUK II BELASTINGBEPALINGEN

Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1. Onder de naam 'BIZ-bijdrage' wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen als bedoeld in artikel 220a Gemeentewet.

  • 2. De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 3 Belastingobject

Het belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt geheven van degenen die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject gebruiken.

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld;

    • c.

      als eigenaar aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 3. Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde zoals deze geldt voor het kalenderjaar.

  • 2. Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 6 Vrijstellingen

  • 1. In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:

    • a.

      onroerende zaken voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs;

    • b.

      straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

    • c.

      plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning.

  • 2. In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de BIZ-bijdrage van de gebruiker buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van het belastingobject die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 7 Tarief BIZ-bijdrage

Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt per kalenderjaar:

WOZ-waarde

2023

2024

2025

2026

2027

Minder of gelijk aan € 150.000

€ 250

€ 250

€ 250

€ 250

€ 250

€ 150.001 t/m € 300.000

€ 500

€ 500

€ 500

€ 500

€ 500

€ 300.001 t/m € 500.000

€ 750

€ 750

€ 750

€ 750

€ 750

€ 500.001 t/m € 1.000.000

€ 1.000

€ 1.000

€ 1.000

€ 1.000

€ 1.000

€ 1.000.001 t/m € 2.500.000

€ 1.500

€ 1.500

€ 1.500

€ 1.500

€ 1.500

€ 2.500.001 t/m € 5.000.000

€ 2.500

€ 2.500

€ 2.500

€ 2.500

€ 2.500

Boven de € 5.000.001

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen één maand na dagtekening van het in artikel 8 bedoelde aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de in artikel 2 bedoelde belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt gedurende een periode van 5 jaar jaarlijks geheven.

Artikel 12 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

HOOFDSTUK III SUBSIDIEBEPALINGEN

Artikel 13 Aanwijzing stichting

Stichting BIZ Capelle West wordt aangewezen als de stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet.

Artikel 14 Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie bedoeld in artikel 15 is de Algemene Subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015 niet van toepassing.

Artikel 15 Subsidievaststelling

  • 1. De subsidie voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst wordt verleend aan de in artikel 13 aangewezen stichting.

  • 2. De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen, nadat daarop de perceptiekosten in mindering zijn gebracht

  • 3. Voor zover dit niet reeds is geschied in de uitvoeringsovereenkomst, kan het college nadere regels stellen met betrekking tot de verplichtingen van de subsidieontvanger.

HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening BIZ Capelle West 2023-2027.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1. De "Verordening BI-zone Capelle West 2017-2021" van 19 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 26 september 2022,

de griffier,

de voorzitter,

BIJLAGE 1: kaart als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van deze verordening

afbeelding binnen de regeling