Bevoegdhedenregeling Een 10 voor de jeugd gemeente Nuenen 2021

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 22-11-2024

Intitulé

Bevoegdhedenregeling Een 10 voor de jeugd gemeente Nuenen 2021

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, ieder voor zover bevoegd,

Gelet op

afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht

titel 3 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek

artikel 160, eerste lid aanhef en onder d, en artikel 171 van de Gemeentewet

Samenwerkingsovereenkomst: Een 10 voor de jeugd

Besluiten vast te stellen:

Bevoegdhedenregeling Een 10 voor de jeugd gemeente Nuenen 2021

Artikel 1: Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuurlijk platform:

het bestuurlijk platform, bedoeld in artikel 5 van de Samenwerkingsovereenkomst;

  • b.

    bestuurlijk regieteam:

het bestuurlijk regieteam, bedoeld in artikel 6 van de Samenwerkingsovereenkomst;

  • c.

    machtigen/machtiging:

het verlenen van mandaat, als bedoeld in artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht, van volmacht, als bedoeld in artikel 61 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en van machtiging tot het verrichten van feitelijke handelingen, als bedoeld in artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    programmamanager:

de programmamanager Een 10 voor de jeugd, als bedoeld in artikel 7 van de Samenwerkingsovereenkomst, en

  • e.

    samenwerkingsovereenkomst:

de Samenwerkingsovereenkomst: Een 10 voor de jeugd.

Artikel 2: Machtiging programmamanager

  • 1. De programmamanager wordt gemachtigd om met inachtneming van het aanbestedingsrecht:

    • a)

      namens de gemeente te beslissen tot het aangaan van overeenkomsten ten behoeve van de inkoop van jeugdhulp, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Samenwerkingsovereenkomst, voor zover de vermogensrechtelijke verplichting die uit de overeenkomst voortkomt de gemeente niet verplicht tot een uitgave van meer dan € 30.000 per jaar, en

    • b)

      in afwijking van het bepaalde onder artikel 2, lid 1 onder a, namens de gemeente te beslissen tot het aangaan van overeenkomsten ten behoeve van de inkoop van Jeugdhulp Crisis onder de voorwaarde dat de programmamanager hiervoor vooraf goedkeuring heeft ontvangen van het bestuurlijk regieteam (BRT) en de programmamanager het bestuurlijk platform (BPF) nadien per ommegaande informeert, en

    • c)

      namens de gemeente te beslissen tot het wijzigen van overeenkomsten ten behoeve van de inkoop van jeugdhulp, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Samenwerkingsovereenkomst, voor zover:

      • i.

        de wijziging niet financieel van aard is;

      • ii.

        de wijziging financieel van aard is, maar de financiële consequentie van de wijziging beperkt is tot een kostenstijging van maximaal € 30.000 per jaar;

      • iii.

        de wijziging financieel van aard, maar leidt tot een kostenbesparing, en

    • d)

      namens de gemeente te beslissen tot het beëindigen van overeenkomsten ten behoeve van de inkoop van jeugdhulp, als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Samenwerkingsovereenkomst, en

    • e)

      de gemeente te vertegenwoordigen bij het verrichten van de privaatrechtelijke rechtshandeling die nodig is voor het aangaan, wijzigen of beëindigen van een overeenkomst als bedoeld onder a, b, c en d, en

    • f)

      ten behoeve van de overeenkomsten als bedoeld onder a en b is de programmamanager gemachtigd tot het vaststellen van de inkoopstrategie, het vaststellen van het gunningsadvies en de ondertekening van gunnings- en afschrijvingsbrieven.

  • 2. Onder de overeenkomsten als bedoeld in het eerste lid onder a, b c en d vallen ook overeenkomsten ten behoeve van het inhuren van externen of het vragen van extern advies ten behoeve van de taken als omschreven in het eerste lid of in artikel 2, eerste lid, van de Samenwerkingsovereenkomst.

  • 3. Aan de bevoegdheid genoemd in het eerste lid onder c sub ii wordt de instructie verbonden dat de programmamanager het college na gebruik van deze bevoegdheid hier per ommegaande over dient te informeren.

  • 4. De programmamanager kan in geen geval buiten de financiële kaders treden zoals die door het bestuurlijk platform overeenkomstig artikel 16 van de Samenwerkingsovereenkomst worden vastgesteld.

  • 5. Voor het aangaan van overeenkomsten ten behoeve van de inkoop van de jeugdhulp met een vermogensrechtelijke verplichting die hoger ligt dan omschreven in artikel 2, eerste lid onder a, wordt aan de programmamanager ondertekeningsmandaat verleend, als bedoeld in artikel 10:11, van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 2, eerste lid onder e en f, is van overeenkomstige toepassing voor deze overeenkomsten, met uitzondering van het ondertekenen van de inkoopstrategie.

  • 6. Er wordt geen machtiging verleend tot afhandeling van klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 7. Er wordt geen machtiging verleend tot het beslissen op verzoeken, als bedoeld in artikel 4.1 van de Wet open overheid.

Artikel 3: Kaders

  • 1. Het bestuurlijk platform en het bestuurlijk regieteam worden gemachtigd om de programmamanager algemene instructies of instructies per geval te geven, als bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht bij de uitoefening van de bevoegdheden bedoeld in artikel 2.

  • 2. Het bestuurlijk platform geeft géén instructies die in strijd zijn met door het college van burgemeester en wethouders gegeven instructies omtrent de uitoefening van de bevoegdheden bedoeld in artikel 2.

  • 3. Het bestuurlijk regieteam geeft géén instructies die in strijd zijn met door het college van burgemeester en wethouders of het bestuurlijk platform gegeven instructies omtrent de uitoefening van de bevoegdheden bedoeld in artikel 2.

  • 4. De programmamanager geeft het college van burgemeester en wethouders, het bestuurlijk platform en het bestuurlijk regieteam alle inlichtingen die zij wensen omtrent de uitoefening van de bevoegdheden bedoeld in artikel 2, onverminderd het bepaalde in artikel 10:6, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 5. Indien het college van burgemeester en wethouders aangeeft dat het sluiten of wijzigen van een bepaalde overeenkomst in de gemeente politiek of bestuurlijk gevoelig ligt, dan oefent de programmamanager zijn bevoegdheden bedoeld in artikel 2 niet uit, dan nadat het college, het bestuurlijk platform of het bestuurlijk regieteam daartoe een instructie heeft gegeven. Het tweede en derde lid zijn van toepassing op deze instructie.

  • 6. Een melding van het college als bedoeld in het vijfde lid, wordt eerst in het bestuurlijk regieteam besproken. Indien dat niet tot een oplossing leidt, dan wordt de melding voorgelegd aan het bestuurlijk platform. Indien ook dat niet tot een oplossing leidt dan beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 4: Slotbepalingen

  • 1. Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als Bevoegdhedenregeling Een 10 voor de jeugd gemeente Nuenen 2021.

Ondertekening

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders in zijn vergadering d.d. 15 juni 2021

De burgemeester

De secretaris

Aldus besloten door de burgemeester op 15 juni 2021

De burgemeester