Regeling vervallen per 01-01-2024

Algemeen mandaatbesluit Amsterdam stadsdeel Zuidoost 2022

Geldend van 07-01-2023 t/m 31-12-2023 met terugwerkende kracht vanaf 16-03-2022

Intitulé

Algemeen mandaatbesluit Amsterdam stadsdeel Zuidoost 2022

Het dagelijks bestuur en de voorzitter van stadsdeel Zuidoost van Amsterdam,

gelet op artikel 9, eerste en tweede lid, van de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022 en artikelen 10:3, eerste lid, 10:9, eerste lid, 10:11, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht,

besluiten de volgende regeling vast te stellen:

Algemeen mandaatbesluit Amsterdam stadsdeel Zuidoost 2022

Artikel 1 Definitiebepaling

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    afdelingsmanager: afdelingsmanager werkzaam binnen de ambtelijke organisatie van het stadsdeel;

  • b.

    ambtelijk opdrachtgevers: ambtelijk opdrachtgevers werkzaam binnen de ambtelijke organisatie van het stadsdeel;

  • c.

    APV: Algemene Plaatselijke Verordening 2008;

  • d.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    bestuurscommissie: de bestuurscommissie van het stadsdeel die optreedt als verlengd lokaal bestuur van het college als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de verordening;

  • f.

    businesscontrollers: businesscontrollers werkzaam binnen de ambtelijke organisatie van het stadsdeel;

  • g.

    dagelijks bestuur of DB: dagelijks bestuur als bestuurscommissie als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de verordening;

  • h.

    directeuren: directeuren van directies binnen de ambtelijke organisatie van de gemeente Amsterdam, de directeur Waternet en de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied;

  • i.

    gebiedsmanagers: alle gebiedsmanagers werkzaam binnen de ambtelijke organisatie van het stadsdeel;

  • j.

    klachtencoördinatoren: klachtencoördinatoren werkzaam binnen de ambtelijke organisatie van het stadsdeel;

  • k.

    medewerkers: medewerkers binnen de ambtelijke organisatie van het stadsdeel;

  • l.

    programmamanagers: programmamanagers werkzaam binnen de ambtelijke organisatie van het stadsdeel;

  • m.

    projectleiders: projectleiders werkzaam binnen de ambtelijke organisatie van het stadsdeel;

  • n.

    projectmanagers: projectmanagers werkzaam binnen de ambtelijke organisatie van de gemeente Amsterdam;

  • o.

    stadsdeel: stadsdeel Zuidoost als bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder g, van de verordening;

  • p.

    stadsdeeldirecteur: de bestuurssecretaris als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de verordening in de rol van directeur van de ambtelijke organisatie van het stadsdeel;

  • q.

    teammangers: teammanagers werkzaam binnen de ambtelijke organisatie van het stadsdeel;

  • r.

    verordening: Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022;

  • s.

    voorzitter of VZ: voorzitter van het dagelijks bestuur;

  • t.

    Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • u.

    Besluit Bibob: Besluit bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

  • v.

    Wet Bibob: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

  • w.

    Wob: Wet openbaarheid van bestuur.

Artikel 2 Mandaatverlening

  • 1. Het dagelijks bestuur en de voorzitter verlenen mandaat, volmacht en machtiging tot het uitoefenen van hun bevoegdheden, elk voor zover het hun eigen bevoegdheden betreft, aan functionarissen, zoals weergegeven in het mandatenregister in de bijlage bij dit besluit.

  • 2. Gemandateerden oefenen de bevoegdheden uit onder voorwaarde van de in de bijlage genoemde bepalingen en beperkingen.

Artikel 3 Wijzigen bijlage

Het dagelijks bestuur en de voorzitter zijn bevoegd tot wijziging van de bijlage bij dit besluit, voor zover het de mandaatverlening van diens eigen bevoegdheden betreft.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 16 maart 2022.

Artikel 5 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Algemeen mandaatbesluit Amsterdam stadsdeel Zuidoost 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 12 juli 2022.

De voorzitter

Tanja Jadnanansing

De bestuurssecretaris

Manou Chen

Aldus vastgesteld door de voorzitter bij besluit van 4 juli 2022.

De voorzitter

Tanja Jadnanansing

Bijlage: Mandatenregister stadsdeel Zuidoost

Inhoudsopgave

Algemene bepalingen en beperkingen

  • 0.

    Algemene bevoegdheden

  • 1.

    Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer

  • 2.

    Openbare ruimte, groen en parken

  • 3.

    Afval en grondstoffen

  • 4.

    Monumenten en archeologie

  • 5.

    Wonen

  • 6.

    Economie

  • 7.

    Milieu (VTH)

  • 8.

    Wegen

  • 9.

    Betaald parkeren en parkeergarages

  • 10.

    Gemeentelijk vastgoed

  • 11.

    Waterbeheer

  • 12.

    Sociale Basis

  • 13.

    Samenwerking zorg, werk & inkomen en onderwijs

  • 14.

    Diversiteit

  • 15.

    Kunst en cultuur

  • 16.

    Sport

  • 17.

    Beheer en exploitatie begraafplaatsen en crematoria

  • 18.

    Burgerparticipatie, inspraak en initiatief

  • 19.

    Subsidieverlening

  • 20.

    Veiligheid en leefbaarheid

  • 21.

    Verkieziengen

  • 22.

    Basis- en kernregistraties

  • 23.

    Overige gemandateerde bevoegdheden

Algemene bepalingen en beperkingen

  • 1.

    Voor alle bevoegdheden in dit mandatenregister geldt de beperking dat de gemandateerde hiervan slechts gebruik kan maken voor zover dit plaatsvindt binnen de door de (oorspronkelijk) bevoegde bestuursorganen vastgestelde stedelijke kaders, vastgelegd in verordeningen, reglementen, beleidsregels, beleidsnota’s, beleidsvisies, budgetten etc.

    • a.

      Het dagelijks bestuur kan in aanvulling op een stedelijk kader zelf beleid vaststellen voor zover dat beleid betrekking heeft op de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de aan hen opgedragen taken en bevoegdheden. Als in het stedelijk kader uitputtend is vastgelegd hoe het dagelijks bestuur het beleid dient uit te voeren, dan bestaat deze beleidsvrijheid niet.

    • b.

      Ingeval van het opstellen van subsidieregelingen geldt dat het dagelijks bestuur daartoe uitsluitend bevoegd is als die bevoegdheid daartoe expliciet in een stedelijk kader aan het dagelijks bestuur is gegeven (zie onderdeel W.3).

  • 2.

    In aanvulling op de beperking die onder 1. opgenomen is, geldt voor de gemandateerde bevoegdheden het volgende. Bij mandaat blijft het bestuursorgaan dat de bevoegdheid mandateert voor de bevoegdheid verantwoordelijk. Dit betekent dat het bestuursorgaan dat het mandaat verleent ook altijd de bevoegdheid houdt om deze zelf uit te oefenen. Verder kunnen bij mandaat instructies worden gegeven of voorwaarden worden gesteld. Dit kunnen instructies en voorwaarden zijn die in algemene zin bij het verlenen van het mandaat ten aanzien van de bevoegdheid worden meegegeven, maar ook instructies of voorwaarden in concrete situaties. Deze kunnen bovendien zowel schriftelijk als mondeling worden gegeven. Het bestuursorgaan dat de bevoegdheid in mandaat uitoefent dient zich ook aan de gestelde instructies en voorwaarden te houden.

  • 3.

    De gemandateerde betrekt het dagelijks bestuur of de voorzitter bij het gebruikmaken van de bevoegdheden indien sprake is van politiek gevoelige onderwerpen. Onder politiek gevoelige onderwerpen wordt in ieder geval verstaan, onderwerpen waarbij:

    • hoge afbreukrisico’s aanwezig zijn;

    • stadsdeeloverstijgende belangen spelen;

    • uniforme besluitvorming gewenst is;

    • strategische belangen van het stadsbestuur in het geding zijn;

    • expertise nodig is die op stadsdeelniveau niet goed is ontwikkeld.

  • 4.

    De behandeling van en de beslissing op bezwaarschriften gericht tegen besluiten die op grond van een gedelegeerde bevoegdheid zijn genomen of op basis van een bevoegdheid die door het college aan het dagelijks bestuur is gemandateerd, vindt door het dagelijks bestuur plaats overeenkomstig de Regeling bezwaar en beroep (college en burgemeester).

  • 5.

    De gemandateerde betrekt het dagelijks bestuur bij de besluitvorming indien tegen een door de gemandateerde genomen beslissing op een bezwaar beroep of hoger beroep wordt ingesteld bij de bestuursrechter en het bestuursorgaan betrokken was op grond van de overwegingen onder 3. Verder betrekt de gemandateerde het dagelijks bestuur bij de besluitvorming indien zij voornemens is tegen een uitspraak van de bestuursrechter hoger beroep dan wel incidenteel hoger beroep in te laten stellen. Het beroep en het hoger beroep worden in overeenstemming met de directie Juridische Zaken door het dagelijks bestuur behandeld.

  • 6.

    De bevoegdheid om te beslissen op bezwaarschriften ingediend tegen besluiten die zijn genomen op grond van een bevoegdheid die door de burgemeester aan de voorzitter van het dagelijks bestuur is gemandateerd, is in beginsel niet gemandateerd. In de Regeling bezwaar en beroep (college en burgemeester) wordt nader geregeld in welke situaties welk bestuursorgaan verantwoordelijk is voor de voorbereiding van de beslissing op bezwaar en de beslissing op bezwaar zelf.

  • 7.

    Gemandateerde directeuren buiten de ambtelijke organisatie van het stadsdeel zijn bevoegd om ten aanzien van de aan hen gemandateerde bevoegdheden ondermandaat te verlenen. Het voorgaande geldt ook als sprake is van volmacht en machtiging.

  • 8.

    Als de wet- en regelgeving waarop een verleende bevoegdheid berust wijzigt, wordt de bevoegdheid geacht te zijn verleend op grond van de bepalingen uit de gewijzigde wet- en regelgeving. De wijzigingen worden zo spoedig mogelijk in het mandatenregister verwerkt.

  • 9.

    Het mandaat voor het uitoefenen van een bevoegdheid omvat tevens alle direct met de gemandateerde bevoegdheid – al dan niet in de Awb opgenomen – samenhangende handelingen en besluiten zoals, maar niet beperkt tot:

    • het verrichten van alle benodigde (feitelijke) voorbereidings- en uitvoeringshandelingen en voeren van correspondentie;

    • het verstrekken van mondelinge of schriftelijke informatie en gegevens van feitelijke en objectieve aard;

    • het ondertekenen van de betreffende stukken;

    • het voldoen aan publicatieverplichtingen;

    • het verdagen (verlengen) c.q. opschorten van beslistermijnen inzake te nemen besluiten overeenkomstig van toepassing zijnde regelgeving, voor zover niet opgenomen in het mandatenregister;

    • het beslissen op ingebrekestellingen wegens het niet tijdig beslissen als bedoeld in paragraaf 4.1.3.2 Algemene wet bestuursrecht;

    • het vragen van adviezen en het inwinnen van inlichtingen.

  • 10.

    De mandaatverlening omvat in ieder geval de bevoegdheid om, ter zake van de bevoegdheden opgenomen in dit mandatenregister, verzoeken te weigeren, besluiten in te trekken, te wijzigen, voorschriften of voorwaarden te stellen, verzoeken niet in behandeling te nemen, te verzoeken om aanvullende gegevens te verstrekken e.e.a. voor zover niet reeds opgenomen in het mandatenregister en mits niet uitdrukkelijk uitgesloten of beperkt is.

  • 11.

    Het voorgaande geldt eveneens voor machtiging en volmacht.

o. Algemene bevoegdheden

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de verordening

Bevoegd bestuursorgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordening verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

A.1

besluiten tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente

art. 160, lid 1, aanhef en onder e, Gemeentewet

college

mandaat

DB

a. geldt niet voor het oprichten of deelneming in een rechtspersoon.

b. financiële dekking moet aanwezig zijn in de vorm van een daarvoor bestemde begrotingspost.

c. het aangaan van de rechtshandeling moet voortvloeien uit de aan het dagelijks bestuur expliciet opgedragen taken en bevoegdheden.

d. de rechtshandelingen vinden plaats binnen stedelijke kaders, dit betekent in elk geval in lijn met de nota inkopen en aanbesteden, de aanbestedingsinstructies, de nota 10 wegen, het leningen- en garantiebeleid, de nota doelgericht op afstand 2.

e. het aangaan van een rechtshandeling heeft betrekking op het verhaal van kosten van de grondexploitatie bij een ruimtelijk besluit, als bedoeld in artikel 6.24 Wro.

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeuren

c. Afdelingsmanagers

d. Teammanagers

e. Gebiedsmanagers

f. Ambtelijk opdrachtgevers

g. Projectleiders

h. Projectmanagers

i. Programmamanagers

j. Businesscontrollers

Tot een maximum bedrag conform de Budgethoudersregeling Amsterdam 2019.

Noot 1:

De ondergemandateerde bevoegdheid is beperkt tot privaatrechtelijke rechtshandelingen:

a. voor zover het aangaan van die rechtshandelingen voortvloeien uit de aan het betreffende onderdeel of functie opgedragen taak of werkzaamheden;

b. tot het aanschaffen van goederen, het huren of leasen van bedrijfsmiddelen, het inhuren van personeel, alsmede het vervreemden van overtollige goederen, voor zover deze goederen niet meer zijn vereist voor de bedrijfsvoering, dan wel het vervreemden van goederen die het resultaat zijn van die bedrijfsvoering, alles voor zover deze rechtshandelingen noodzakelijk zijn voor een goed en doelmatig functioneren van het stadsdeel;

c. het verlenen van advies- of onderzoeksopdrachten, voor zover deze betrekking hebben op het werkterrein van het stadsdeel of het betreffende onderdeel of functie en noodzakelijk zijn voor een goed en doelmatig functioneren van het stadsdeel.

Hierbij geldt de voorwaarde dat de voor de genoemde rechtshandeling gemoeide financiële dekking aanwezig is in de vorm van een daar voor bestemde begrotingspost of daarvoor beschikbaar gesteld krediet.

Noot 2:

Er is ook onder mandaat voor besluiten tot het aangaan van overeenkomsten waarin wordt overgegaan tot het verhuren van gemeentelijke eigendommen, indien er sprake is van een goed gekeurd vastgoed (gebieds-)plan, aan:

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Sport

en Recreatie

c. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

d. Directeur Gemeentelijk Vastgoed

A.2

verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen (waaronder het ondertekenen van overeenkomsten)

art. 171 Gemeentewet

burgemeester

volmacht

VZ

zie de bijzonderheden bij A.1 betreft privaatrechtelijke rechtshandelingen voortvloeiend uit de bevoegdheid bij A.1

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeuren

c. Afdelingsmanagers

d. Teammanagers

e. Gebiedsmanagers

f. Ambtelijk opdrachtgevers

g. Projectleiders

h. Projectmanagers

i. Programmamanagers

j. Businesscontrollers

A.3

beslissen op aansprakelijkstellingen van derden, voor zover deze betrekking hebben op de taken en bevoegdheden van de bestuurscommissie

art. 160, lid 1, aanhef en onder e, Gemeentewet

college (voordat de bevoegdheid in de verordening gedelegeerd is aan het DB)

delegatie

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeuren

c. Afdelingsmanagers

d. Teammanagers

e. Gebiedsmanagers

f. Ambtelijk opdrachtgevers

g. Projectleiders

h. Projectmanagers

i. Programmamanagers

j. Businesscontrollers

A.4

Beslissen op verzoeken in het kader van de Algemene Verordening Nadeelcompensatie (AVN)

Art. 2 Algemene Verordening Nadeelcompensatie (AVN)

college/

burgemeester

mandaat

DB/

VZ

mandaat geldt uitsluitend indien het (vermeend) schadeveroorzakende besluit in mandaat door de het dagelijks bestuur is genomen en er niet wordt afgeweken van het advies van de schadecommissie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Verkeer en Openbare Ruimte

A.5

Beslissen op verzoeken om schadevergoeding

art. 8:90, tweede lid Awb

college/

burgemeester

mandaat

DB/

VZ

mandaat geldt uitsluitend indien het (vermeend) schadeveroorzakende besluit in mandaat door het dagelijks bestuur is genomen

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

A.6

besluiten om een derde aansprakelijk te stellen, in gebreke te stellen in het kader van een door het dagelijks bestuur ingestelde (rechts-) vordering, voor zover deze vordering, aansprakelijkstelling, ingebrekestelling betrekking heeft op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur

art. 160, lid 1, aanhef en onder e, Gemeentewet

college (voordat de bevoegdheid in de verordening gedelegeerd is aan het DB)

delegatie

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanagers

c. Directeur Juridisch Bureau

A.7

behandelen en afdoen van klachten als bedoeld in titel 9.1 Awb, voor zover die betrekking hebben op een aangelegenheid opgenomen in de takenlijst bij de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022 en dit mandatenregister

titel 9.1 Awb

college en burgemeester

machtiging

DB

de machtiging omvat niet de verantwoordelijkheid voor een zorgvuldige klachtbehandeling. De kaders voor zorgvuldige klachtbehandeling worden vastgesteld in een stedelijke regeling

a. Stadsdeeldirecteur

b. Gebiedsmanagers

c. Klachtencoördinatoren

d. Afdelingsmanagers

e. Directeuren

A.8

besluiten om tegen een uitspraak van de bestuursrechter hoger beroep dan wel incidenteel hoger beroep in te stellen, incl. het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening te treffen

art. 8:104, lid 1, Awb; art. 8:110, lid 1, Awb

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Juridisch Bureau

A.9

Vertegenwoordigen van het college en burgemeester bij procedures bij de bestuursrechter waarbij besluiten aan de orde zijn die op grond van een gemandateerde bevoegdheid zijn genomen

 

college/ burge-meester

machtiging

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Juridisch Bureau

c. Directeur Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

d. Afdelingsmanagers

e. Teammanagers

A.10

beslissen op verzoeken om verstrekking van publieke informatie voor zover die betrekking heeft op de in dit mandatenregister opgenomen bevoegdheden

art. 6 Wob / art. 4.4 van de Wet open overheid

college/ burgemeester

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanagers

c. Teammanagers

d. Gebiedsmanagers

e. Directeuren

A.11

beslissen inzake het uit eigen beweging verstrekken van informatie voor zover die betrekking heeft op de in dit mandatenregister opgenomen bevoegdheden

art. 8 Wob / art. 3.1 van de Wet open overheid

college/ burgemeester

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanagers

c. Teammanagers

d. Gebiedsmanagers

e. Directeuren

A.12

beslissen op bezwaarschriften tegen in mandaat van het DB genomen besluiten

art. 7:11 Awb

college/ burgemeester

mandaat/

ondermandaat

DB

 

Alle leden van het dagelijks bestuur (individueel), enkel tijdens perioden van reces.

A.12a

Ondertekenen van beslissingen op bezwaar van het DB (alleen ondertekeningsmandaat)

art. 7:11 Awb

 

machtiging

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Juridisch Bureau

A.12b

Nemen van verdagings-besluiten met betrekking tot de behandeling van bezwaarschriften

art. 7:10, lid 3, Awb

 

machtiging

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Juridisch Bureau

A.12c

Het bevestigen van verder uitstel

art. 7:10,

lid 4 Awb

 

machtiging

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Juridisch Bureau

A.12d

Beslissen op een verzoek om in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter

art. 7:1a Awb

 

machtiging

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Juridisch Bureau

A.12e

Doorzenden van bezwaar- en beroepschriften

art. 6:15 Awb

 

machtiging

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Juridisch Bureau

A.13

Vervangen door reproducties, en vervreemden van archiefbescheiden en opmaken van een verklaring van vervanging door reproducties, en vervreemding van archiefbescheiden

art. 7, 8, eerste en tweede lid, Archiefwet 1995 art. 6, eerste en tweede lid, 7, eerste en tweede lid, 8, Archiefbesluit 1995

college

mandaat

DB

mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Bestuur en Organisatie

A.14

overbrengen en vervroegd over-brengen van archiefbescheiden naar de gemeentelijke

archiefbewaarplaats en het opmaken van een verklaring van overbrenging

art. 12, eerste lid, art. 13, eerste lid, Archiefwet 1995 en art. 9, Archiefbesluit 1995

college

mandaat

DB

mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur

Stadsdeeldirecteur

A.15

verzoeken om een machtiging van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland om overbrenging naar de

gemeentelijke archiefbewaarplaats op te schorten

art. 13, derde en vierde lid, Archiefwet 1995

college

mandaat

DB

mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur

Stadsdeeldirecteur

A.16

opmaken van een verklaring van vernietiging van archiefbescheiden

art. 8, Archiefbesluit 1995

college

mandaat

DB

mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur

Stadsdeeldirecteur

A.17

stellen van beperkingen aan de openbaarheid van archiefbescheiden

art. 15, eerste en tweede lid en art. 16, tweede lid, Archiefwet 1995 en art. 10, Archiefbesluit 1995

college

mandaat

DB

mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur

Stadsdeeldirecteur

A.18

overdragen van archiefbescheiden van een organisatieonderdeel aan

een ander organisatieonderdeel

art. 4, onder d, van het Besluit informatiebeheer 2010

college

mandaat

DB

mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur

Stadsdeeldirecteur

A.19

bevoegdheden die verband houden met de uitoefening van de rechten van betrokkene als bedoeld in hoofdstuk III

Artikelen 12 tot en met 23 Algemene Veror-dening Gegevensbescherming

college/

burgemeester

mandaat/ machtiging

DB/VZ

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Wonen

c. Directeur Dienstverlening

A.20

het doen van een mededeling van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene

Artikel 34 Algemene Verordening Gegevensbescherming

college/ burgemeester

mandaat/ machtiging

DB/VZ

 

Stadsdeeldirecteur

A.21

het doen van een voorafgaande raadpleging bij de Autoriteit Persoonsgegevens voorafgaande aan een verwerking

Artikel 36 Algemene Verordening Gegevensbescherming

college/ burgemeester

mandaat/ machtiging

DB/VZ

 

Stadsdeeldirecteur

1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer

Algemene beperkingen:

  • 1.

    Mandaat geldt niet voor stedelijke gebieden, projecten en belangen, zoals nader aangegeven op bij het bevoegdhedenregister behorende kaart bijlage A van de Verordening. De kaart wordt jaarlijks geactualiseerd en ter vaststelling voorgelegd aan het college. Een uitzondering hierop vormen de taken en bevoegdheden op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht met betrekking tot woonboten en bedrijfsvaartuigen waar een ligplaatsvergunning voor is vereist. Als een ligplaatsvergunningen is vereist, is het dagelijks bestuur wel bevoegd.

  • 2.

    Mandaat is beperkt tot die projecten waarvan het dagelijks bestuur opdrachtgever is. Voor alle nieuwe projecten wordt in de initiatieffase bepaald welk bestuur verantwoordelijk is. Richtlijn daarbij is dat de minder complexe en/of minder risicovolle projecten tot de bevoegdheid van het dagelijks bestuur behoren.

  • 3.

    Als op grond van onderdeel 7 (Milieu en duurzaamheid) de bevoegdheden o.g.v. de Wabo en milieuregelgeving niet gemandateerd worden, dan zijn de bevoegdheden genoemd in de onderdelen B.12 tot en met B.17 ook niet gemandateerd.

  • 4.

    Mandaat geldt niet als de vergunningverlening betrekking heeft op tunnels

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de verordening

Bevoegd bestuursorgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordening verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

B.1

doen van een kennisgeving van het voornemen een bestemmingsplan voor te bereiden

art. 1.3.1, lid 1 Besluit ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

B.2

plegen van vooroverleg

art. 3.1.1, lid 1 Besluit ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

B.3

plegen van vooroverleg i.v.m. voorbereiden van het vaststellen van een wijzigingsplan

art. 3.9a Wet ruimtelijke ordening, art. 3.1.1, lid 1 Besluit ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

B.4

plegen van vooroverleg i.v.m. voorbereiden van het vaststellen van een uitwerkingsplan

art. 3.9a Wet ruimtelijke ordening, art. 3.1.1, lid 1 Besluit ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

B.5

besluiten tot het stellen van nadere eisen

art. 3.6, lid 1, aanhef en onder d en lid 4 Wet ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

B.6

beslissen tot het toepassen van de coördinatieregeling

art. 3.30, lid 2 en lid 3 en art. 3.31 Wet ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

soort overdracht is afhankelijk van en volgt de bevoegdheid van de te coördineren bevoegdheden

Voor zover een van de te coördineren besluiten een bestemmingsplan, wijzigingsplan of uitwerkingsplan betreft, heeft mandaat uitsluitend betrekking op:

1. de beslissing om de coördinatieregeling toe te passen

2. beslissingen en handelingen die samenvallen/samenlopen met beslissingen in het kader van de voorbereiding van het bestemmingsplan, wijzigings- en uitwerkingsplan

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

B.7

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergoeding voor planschade (incl. sluiten van een overeenkomst)

art. 6.1 (m.u.v. het bepaalde onder lid 2, aanhef en onder a) en 6.4a Wet ruimtelijke ordening, art. 6.1.3.1 en 6.1.3.2 Besluit ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als het schadeveroorzakend besluit door het dagelijks bestuur in mandaat genomen is

uitsluitend voor het sluiten van een overeenkomst (art. 6.4a Wet ruimtelijke ordening):

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

c. Afdelingsmanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.8

verbinden voorschriften exploitatiebijdrage aan omgevingsvergunning en stellen termijn exploitatiebijdrage

art. 6.17 Wet ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

B.9

stilleggen bouw bij niet voldoen betalen exploitatiebijdrage

art. 6.21, lid 1, Wet ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

B.10

invorderen exploitatiebijdrage bij dwangbevel

art. 6.21, lid 2, Wet ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

B.11

geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevings-vergunning bij niet betalen van exploitatiebijdrage

art. 6.21, lid 3, Wet ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

B.12

het opnemen van de in artikel 6.24 Wro genoemde bepalingen in (anterieure en posterieure) overeenkomsten;

het publiceren van de kennisgeving van de overeenkomst;

het ter inzage leggen van een zakelijke beschrijving van de inhoud van de overeenkomst

art. 6.24 Wet ruimtelijke ordening en art. 6.2.12 Besluit ruimtelijke ordening

college en burgemeester

mandaat en machtiging

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

B.13

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)

art. 2.1, lid 1, aanhef en onder a, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.14

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)

art. 2.1, lid 1, aanhef en onder b, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2,23, art. 2.24, 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.15

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, de regels gesteld krachtens art. 4.1, lid 3 of art. 4.3, lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan art. 3.7, lid 4, tweede volzin, van die wet (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)

art. 2.1, lid 1, aanhef en onder c, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.12, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23. art. 2.24, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

(aan de directeur Wonen is de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder bestuursdwang (X.4) of een last onder dwangsom (X.6) gemandateerd voor het handhaven op gebruik in strijd met het bestemmingsplan)

B.16

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk met het oog op de brandveiligheid bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieën gevallen (brandveilig gebruik) (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)

art. 2.1, lid 1, aanhef en onder d, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.17

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)

art. 2.1, lid 1, aanhef en onder g, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.18

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)

art. 2.1, lid 1, aanhef en onder h, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.19

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)

art. 2.2, lid 1, aanhef en onder c, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo juncto art. 21 Erfgoedverordening Amsterdam

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.20

afhandelen van een sloopmelding en stellen en wijzigen van voorschriften

art. 1.27 t/m 1.30 Bouwbesluit 2012

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.21

intrekken van een omgevingsvergunning

art. 2.33, art. 3.23, art. 5.19 Wabo

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.22

beslissen tot het nemen van verhaal op de krachtens art. 4.1 Wabo gestelde financiële zekerheid bij niet-nakoming verplichting (incl. invorderen bij dwangbevel)

art. 4.1, lid 3 Wabo

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.23

beslissen op verzoeken tot toekennen van een naar billijkheid te bepalen vergoeding in de gevallen genoemd in art. 4.2, lid 1 Wabo

art. 4.2 Wabo

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.24

afhandelen gebruiksmelding alsmede stellen en wijzigen nadere voorwaarden

art. 1.20 t/m 1.22 Bouwbesluit 2012

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.25

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing geluidhinder bij bouw- en sloopwerkzaamheden

Hoofdstuk 8 Bouwbesluit 2012

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.26

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing trillingshinder bij bouw- en sloopwerkzaamheden

Hoofdstuk 8 Bouwbesluit 2012

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.27

beslissen dat het uiterlijk van de bouwwerken genoemd in artikel 12, lid 1, aanhef en onder a en b in ernstige mate in strijd is in met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria opgenomen in de welstandsnota, bedoeld in artikel 12, eerste lid, 12a, eerste lid, onderdeel b Woningwet

art. 12, lid 1, en 12a, eerste lid, onderdeel b

Woningwet

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.28

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing van in het Bouwbesluit gegeven voorschriften omtrent het slopen of het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden, voor zover dat bij of krachtens Bouwbesluit is toegestaan

art. 6, lid 2, art. 2, lid 2 en 3 Woningwet

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.29

verlenen van de verklaring (als bedoeld in art. 2.4 Wabo) waarin wordt verklaard dat de omgevingsvergunning voor bouwen wordt verleend als de ontheffing van het Bouwbesluit door de minister wordt verleend

art. 7, lid 2 Woningwet

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.30

het bij omgevingsvergunning expliciet toestaan een bouwwerk te bouwen, dan wel deel daarvan in stand te laten voor zover daarbij niet wordt voldaan aan de op dat bouwen van toepassing zijnde voorschriften in de Bouwverordening Amsterdam 2013 omtrent het tegengaan van het bouwen van een bouwwerk op verontreinigde bodem alsmede de bouwverordening kan voorschriften bevatten van stedenbouwkundige aard.

art. 7b, lid 1 en 2 art 8, lid 2 en lid 5 Woningwet

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.31

vaststellen standplaatsen en ligplaatsen en afbakenen standplaatsen en ligplaatsen

art. 6, lid 2 en lid 3, Wet basis-registratie adressen en gebouwen (BAG) en art. 7, lid 1, aanhef en onder c, Verordening basisinformatie 2018

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.32

aanwijzingen geven voor het aanbrengen van naamborden

art. 8 Verordening basisinformatie 2018

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.33

aanwijzingen geven voor het aanbrengen van (huis)nummerborden op objecten door rechthebbenden

art. 9 Verordening basisinformatie 2018.

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

B.34

aanbrengen, onderhouden, wijzigen of verwijderen peilmerken aan een bouwwerk of gebouw en het daarmee uitvoeren van metingen voor de Registratie meetbouten

art. 23 Reglement basis-informatie 2018

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

2. Openbare ruimte, groen en parken

Algemene beperking op basis van de verordening: delegatie en mandaat zijn beperkt tot situaties die zich geheel binnen de grenzen van een stadsdeel voordoen.

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de ver-ordening

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort overdracht in de verordening

In de ver- orde- ning verl-eend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

C.1

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het vellen of doen vellen van een houtopstand (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)

art. 2.2, lid 1, aanhef en onder g, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1, art. 3.2, art. 3.4 , art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo juncto art. 3, eerste lid, Bomen-verordening 2014

college

mandaat

DB

zie algemene beperkingen nummer 3, 4 en 5 genoemd bij onderdeel 1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

C.4a

alle overige besluiten ter uitvoering van de Bomen-verordening, met uitzondering van de aanwijzing van toezichthouders

Bomen-verordening 2014

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Stadswerken

f. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

C.5

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing om voorwerpen aan te brengen boven of over de weg of vast te maken aan bomen of aan objecten die zijn bestemd voor of gebruikt worden ten behoeve van de openbare dienst

art. 4.2, lid 2, APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Stadswerken

f. Directeur Dienstverlening

C.6

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning om voorwerpen of stoffen op, aan, in of boven de weg te plaatsen, aan te brengen, te hebben of te storten

art. 4.3, lid 1, APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Dienstverlening

C.7

het stellen van nadere regels en het aanwijzen van wegen en weggedeelten als bedoeld in art. 4.5 APV

art. 4.5, lid 2 en lid 3, APV

college (voordat de bevoegdheid in de verordening gedelegeerd is aan het DB)

delegatie

DB

 
 

C.8

1. aanwijzen van aanplakobjecten voor het aanbrengen van meningsuitingen die geen reclame zijn;

2. stellen van nadere regels voor het gebruik van de aangewezen aanplakobjecten

art. 4.8, lid 1 en lid 4, APV

college (voordat de bevoegdheid in de verordening gedelegeerd is aan het DB)

delegatie

DB

 
 

C.9

1. beoordelen van mededelingen inzake de toelaatbaarheid van reclame aan onroerende zaken;

2. vaststellen van de vereisten waaraan een mededeling moet voldoen;

3. stellen van nadere regels over de toelaatbaarheid van reclame aan roerende zaken

art. 4.10 APV,

art. 4.11 lid 2, sub a, APV

college (voordat de bevoegdheid in de verordening gedelegeerd is aan het DB)

delegatie

DB

 

Ad 1.

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Dienstverlening

C.10

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het maken van reclame op of aan de weg

art. 4.11, lid 3, APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Dienstverlening

C.11

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het verspreiden van voorwerpen voor reclame doeleinden

art. 4.12, lid 2, APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Dienstverlening

C.12

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor werkzaamheden op of in de weg

art. 4.13, lid 2, APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Dienstverlening

C.13

aangeven van de afmetingen waarbinnen beplantingen op of in de weg moeten worden teruggebracht

art. 4.14, lid 2, APV

college

mandaat

DB

 
 

C.14

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van voertuigen van autobedrijven e.d.

art. 4.20, lid 2, APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Dienstverlening

C.15

1. aanwijzen van weg of weggedeelten waarop het verboden is voertuigen te koop aan te bieden;

2. beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het te koop aanbieden van voertuige

art. 4.21, lid 2 en 3, APV

college (voordat de bevoegdheid in de verordening gedelegeerd is aan het DB)

delegatie

DB

 

Ad 2:

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

C.16

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van reclamevoertuigen

art. 4.23, lid 2, APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Dienstverlening

C.17

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van grote voertuigen

art. 4.24, lid 3, APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Dienstverlening

C.18

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van caravans e.d.

art. 4.25, lid 2, APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Dienstverlening

C.19

uitoefenen bevoegdheden inzake het parkeren van fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen

art. 4.27, lid 1 t/m 4 APV

college

mandaat

DB

 

Ten aanzien van het handhaven van de verbodsbepalingen:

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

C.20

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het gebruik van explosieven

art. 5.4, lid 1, APV

college

mandaat

DB

 

Stadsdeeldirecteur

C.21

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor veroorzaken hinder door toestellen, geluidsapparatuur en machines in werking te hebben of andere handelingen te verrichten

art. 5.5, lid 2, APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Dienstverlening

C.22

aanwijzen van ten hoogste twaalf dagen of delen van dagen per kalenderjaar waarop de in het Activiteiten besluit opgenomen lichthindervoorschriften ten behoeve van incidentele festiviteiten en activiteiten binnen een inrichting voor sportactiviteiten niet van toepassing zijn

art. 5.6, lid 3 onder b, APV

burgemeester

mandaat

VZ

mandaat heeft uitsluitend betrekking op inrichtingen in de zin van art. 1.1, vierde lid Wet milieubeheer, die op 1 januari 2013 niet behoren tot een categorie van inrichtingen waarvoor een vergunning is benodigd op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e, Wabo

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

C.22a

aanwijzen van ten hoogste twee dagen of delen van dagen per kalenderjaar waarop de in het Activiteitenbesluit opgenomen geluidsvoorschriften ten behoeve van incidentele festiviteiten binnen een inrichting voor horeca-activiteiten niet van toepassing zijn

art. 5.6, lid 2 onder c, APV

burgemeester

mandaat

VZ

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

C.22b

aanwijzen van ten hoogste twaalf dagen of delen van dagen per kalenderjaar waarop de in het Activiteitenbesluit opgenomen geluidsvoorschriften ten behoeve van incidentele festiviteiten binnen een inrichting voor sport- en recreatieinrichtingen niet van toepassing zijn

art. 5.6 lid 2 onder d, APV

burgemeester

mandaat

VZ

mandaat heeft uitsluitend betrekking op inrichtingen in de zin van art. 1.1, vierde lid Wet milieubeheer, die op 1 januari 2013 niet behoren tot een categorie van

inrichtingen waarvoor een vergunning is benodigd op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e, Wabo

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewekers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

C.23

1. aanwijzen van plaatsen waar met een motorvoertuig of een bromfiets een wedstrijd mag worden gehouden;

2. stellen van regels over het gebruik van de onder punt 1 bedoelde plaatsen

art. 5.8, lid 2, APV

college (voordat de bevoegdheid in de verordening gedelegeerd is aan het DB)

delegatie

DB

 
 

C.24

1. aanwijzen van groenvoorzieningen waarin het verboden is zich daarin te bevinden;

2. beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor gebruik groenvoorzieningen

art. 5.9, lid lid 2 en lid 5, APV

college (voordat de bevoegdheid in de verordening gedelegeerd is aan het DB)

delegatie

DB

 

Ad 2:

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Noot: mandaat beperkt tot het verkrijgen van ontheffingen van het tijdelijk verbod zich te bevinden in openbare groenverzieningen vanwege het inzaaien van gras.

C.25

aanwijzen van plaatsen waarop de opruimplicht voor uitwerpselen van honden niet van kracht is

art. 5.12, lid 2, APV

college (voordat de bevoegdheid in de verordening gedelegeerd is aan het DB)

delegatie

DB

 
 

C.26

aanwijzen van plaatsen waar het aanlijngebod voor honden niet van kracht is

art. 5.13, lid 2, APV

college (voordat de bevoegdheid in de verordening gedelegeerd is aan het DB)

delegatie

DB

 
 

C.27

aanwijzen van plaatsen waar het verboden is voor honden

art. 5.14 APV

college (voordat de bevoegdheid in de verordening gedelegeerd is aan het DB)

delegatie

DB

 
 

C.28

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor de verkoop van duivenvoer

art. 5.16, lid 3, APV

college

mandaat

DB

 

Stadsdeeldirecteur

C.29

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het uitvoeren van werkzaamheden in de openbare ruimte (incl. aanhouden, intrekken en overschrijven)

art. 9, lid 1, art. 12, art. 13, art. 16 en art. 18 Verordening werken in de openbare ruimte Amsterdam 2021

college

mandaat

DB

mandaat geldt niet als de openbare ruimte betrekking heeft op de Plus- en hoofdnetten Infrastructuur

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Dienstverlening

C.30

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een instemmingsbesluit voor het uitvoeren van werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels

Telecommunicatiewet artikel 1.1 onder kabels art. 5.4, lid 1 en lid 4 Verordening werken in de openbare ruimte Amsterdam2021:

artikel 1

college

mandaat

DB

mandaat geldt niet als de openbare ruimte betrekking heeft op de Plus- en hoofdnetten Infrastructuur

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Dienstverlening

C.31

1. aanwijzen van wegen waarop het verboden is zich op of aan de weg op te houden met het kennelijke doel anderen te bewegen een abonnement te nemen op een krant, blad of andere publicatie, een steunverklaring te geven, om lid of donateur te worden van een organisatie of om deel te nemen aan een onderzoek of enquête;

2. beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het aanbieden van diensten op de openbare weg

art. 2.50, lid 3 en lid 4 APV

college (voordat de bevoegdheid in de verordening gedelegeerd is aan het DB)

delegatie

DB

 

Ad 2:

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Dienstverlening

3. Afval en grondstoffen

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de verordening

Bevoegd bestuursorgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordening verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

D.1

stellen van regels over de inzameling van categorieën huishoudelijke afvalstoffen

art. 3, lid 2,

Afvalstoffenverordening (nieuw)

(art. 3, lid 2, Afvalstoffenverordening 2009)

college

mandaat

DB

 
 

D.2

aanwijzen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk worden ingezameld dan wel de aanwijzing daarvan achterwege laten en het vaststellen van een omschrijving van deze afvalstoffen

art. 3 Afvalstoffenverordening (nieuw)

(art. 3 Afvalstoffenverordening 2009)

college

mandaat

DB

 
 

D.3

aanwijzen met behulp van welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of met behulp van welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt

art. 4, lid 2, Afvalstoffenverordening (nieuw)

(art. 4, lid 4, Afvalstoffenverordening 2009)

college

mandaat

DB

 
 

D.4

aanwijzen van plaatsen voor inzamelvoorzieningen ten behoeve van groepen percelen en stellen van regels ten aanzien van de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via deze voorzieningen moeten worden aangeboden

art. 4, lid 3, Afvalstoffenverordening (nieuw)

(art. 8, lid 4, Afvalstoffenverordening 2009)

college

mandaat

DB

 
 

D.5

besluiten dat de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen nabij elk perceel plaatsvindt

art. 4, lid 4, Afvalstoffenverordening (nieuw)

(art. 4, lid 2, Afvalstoffenverordening 2009)

college

mandaat

DB

 
 

D.6

besluiten dat huishoudelijke afvalstoffen minder vaak dan 1 keer per week worden ingezameld

art. 4, lid 5, Afvalstoffevverordening (nieuw)

(art. 4, lid 3, Afvalstoffenverordening 2009)

college

mandaat

DB

 
 

D.7

vaststellen van de inzamelfrequentie

art. 5 Afvalstoffenverordening (nieuw)

college

mandaat

DB

 
 

D.8

stellen van regels omtrent het gebruik van een van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel en van regels omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden

art. 10, lid 3 en lid 4, Afvalstoffenverordening (nieuw)

(art. 8, lid 3 en lid 4, Afvalstoffenverordening 2009)

college

mandaat

DB

 
 

D.9

aanwijzen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen die zonder inzamelmiddel kunnen worden aangeboden

art. 10, lid 5, Afvalstoffenverordening (nieuw)

(art. 8, lid 5, Afvalstoffenverordening 2009)

college

mandaat

DB

 
 

D.10

vaststellen van de dagen en tijden waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling mogen worden aangeboden

art. 11, lid 1, Afvalstoffenverordening (nieuw)

(art. 9, lid 1, Afvalstoffenverordening 2009)

college

mandaat

DB

 
 

D.11

stellen van regels omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars

art. 12 Afvalstoffenverordening (nieuw)

(art. 10, lid 1, Afvalstoffenverordening 2009)

college

mandaat

DB

 
 

D.12

aanwijzen van categorieën bedrijfsafvalstoffen die door de inzameldienst worden ingezameld

art. 13, lid 1, Afvalstoffenverordening (nieuw)

(art. 13 Afvalstoffenverordening 2009)

college

mandaat

DB

 
 

D.13

stellen van regels omtrent het inzamelen en ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen

art. 13, lid 5, en art. 13a, lid 2, Afvalstoffenverordening (nieuw)

(art. 14, lid 3, en art. 15, lid 1, Afvalstoffenverordening 2009)

college

mandaat

DB

 
 

4. Monumenten en archeologie

Algemene beperking op grond van de verordening: als op grond van onderdeel 7 (Milieu en duurzaamheid) de bevoegdheden o.g.v. de Wabo en milieuregelgeving bij het college blijven, dan blijven de bevoegdheden genoemd in dit onderdeel ook bij het college.

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de verordening

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordening verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

E.1

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht (Rijksmonumenten)

art. 2.1, lid 1, aanhef en onder f, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

E.2

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een gemeentelijk monument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een gemeentelijk monument op een dusdanige wijze waardoor het wordt ontsierd of de monumentale waarden in gevaar worden gebracht

art. 2.2, lid 1, aanhef en onder b, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo juncto art. 10 Erfgoedverordening Amsterdam

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

E.3

intrekken van een omgevingsvergunning voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument (rijksmonument) of gemeentelijke monument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument (rijksmonument) of gemeentelijk monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht

art. 2.33, art. 5,19 Wabo en art.14 Erfgoedverordening Amsterdam

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

E.4

toepassen van de artikelen 3:11 tot en met 3:17 van de Awb ten behoeve van een door de minister te nemen besluit op een aanvraag voor een vergunning voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een archeologisch monument dan wel een vergunning voor het herstellen, gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, waardoor het archeologisch monument wordt ontsierd of in gevaar gebracht van een archeologisch monument

Erfgoedwet art. 14a en Monumentenwet 1988

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

E.5

aanwijzen, intrekken en wijzigen van een aanwijzing van een gemeentelijk monument

art. 3, lid 1, art. 8, lid 1 en art. 9, lid 1, Erfgoedverordening Amsterdam

college

mandaat

DB

 
 

E.6

bepalen dat een beschrijving wordt opgesteld van het beoogde aan te wijzen gemeentelijk monument

art. 3, lid 4, Erfgoed-

verordening Amsterdam

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

E.7

bepalen dat een gemeentelijk monument gedocumenteerd moet worden

art. 9, lid 5,

Erfgoedverordening Amsterdam

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

E.8

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van nadeelcompensatie

art. 25 Erfgoedverordening Amsterdam

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

E.9

registreren van gemeentelijke stads- en dorpsgezichten op de lijst van gemeentelijke stads- en dorpsgezichten

art. 17 Erfgoedverordening Amsterdam

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

E.10

reageren op een voornemen tot aanwijzing van stads- en dorpsgezichten als gemeentelijk stads- en dorpsgezicht of wijziging van een aanwijzing als gemeentelijk stads- en dorpsgezicht

art. 16 en 18 Erfgoedverordening Amsterdam

Raad

 
 

het college vraagt het DB daarbij om advies

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

E.11

het nemen van een selectiebesluit conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie

art. 24, lid 1, Erfgoedverordening Amsterdam

college

mandaat

DB

deze taak wordt door het bevoegd gezag doorgemandateerd aan het afdelingshoofd Monumenten en Archeologie.

De afdeling Monumenten en Archeologie van de directie R&D stelt vast of een archeologisch rapport (artikel 39, lid 2 van de Monumentenwet) voldoet aan de kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en het Kwaliteitshandboek van het team Archeologie van de afdeling Monumenten en Archeologie. De afdeling Monumenten en Archeologie stelt aan de hand van een archeologisch rapport ook het selectiebesluit op

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

E.12

het vaststellen van een programma van eisen conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie

art. 24, lid 3, Erfgoedverordening Amsterdam

college

mandaat

DB

Deze taak wordt door het bevoegd gezag doorgemandateerd aan het afdelingshoofd Monumenten en Archeologie. De afdeling Monumenten en Archeologie van de directie R&D stelt vast of een archeologisch rapport (artikel 39, lid 2 van de Monumentenwet) voldoet aan de kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en het Kwaliteitshandboek van het team Archeologie van de afdeling Monumenten en Archeologie. De afdeling Monumenten en Archeologie stelt aan de hand van een archeologisch rapport ook het selectiebesluit op.

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

E.13

het vaststellen of een bouwhistorisch onderzoek of rapport voldoet aan de Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek

art. 1, lid 1, en artikel 3, lid 4, Erfgoedverordening Amsterdam

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

E.14

het handhaven op het niet voldoen aan de in E.1 en E.2 genoemde aanvragen. Waarbij zonder of in afwijking van een vergunning een monument verstoord wordt

Artikelen genoemd bij E.1 en E.2

art. 2.1, lid 1, aanhef en onder f, art 2.2, lid 1, en onder b, art. 10 Erfgoedverordening Amsterdam, artikel 125 Gemeentewet en 5:21 en 5:31 Awb

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

5. Wonen

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de verordening

Bevoegd bestuursorgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordening verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

F.1

Het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een onttrekkingsvergunning voor sloop of voor ander gebruik, (incl. voorbereidingshandelingen, het stellen van aanvullende voorwaarden en/of voorschriften, overschrijven op een nieuwe eigenaar en intrekken)

art. 21, eerste lid, onderdeel a, artikel 24 tot en met artikel 26 van de Huisvestingswet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling I, paragraaf 1 tot en met 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

college

mandaat

DB

de bevoegdheid om te handhaven met bestuurlijke sancties op grond van de Huisvestingswet 2014 en de Awb wordt niet gemandateerd

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Enkel voor het intrekken van een vergunning:

Directeur Wonen

F.2

Het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor een Bed & Breakfast (incl. voorbereidingshandelingen en intrekken)

Artikel 21, artikel 23c, artikel 24 tot en met artikel 26 van de Huisvestingswet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling III, paragraaf 7 tot en met 9 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

college

mandaat

DB

a. de bevoegdheid om te handhaven met bestuurlijke sancties op grond van de Huisvestingswet 2014 en de Awb wordt niet gemandateerd

b. ingevolge de Huisvestings-verordening Amsterdam 2020 is er geen bevoegdheid om deze vergunning over te schrijven of om aanvullende voorwaarden en/of voorschriften te stellen

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving van stadsdeel Nieuw-West

a. Teammanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving van stadsdeel Nieuw-West

b. Medewerker Vergunningen, Toezicht en Handhaving van stadsdeel Nieuw-West

Enkel voor het intrekken van een vergunning:

Directeur Wonen (en voor het opleggen van een last onder bestuursdwang (X.4) of een last onder dwangsom (X.6) op gebruik in strijd met het bestemmingsplan (B.15) in verband met toeristische verhuur)

F.3

Het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor vakantieverhuur (incl. voorbereidingshandelingen en intrekken)

Artikel 21, artikel 23c, artikel 24 tot en met artikel 26 van de Huisvestingswet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling III, paragraaf 7 tot en met 9 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

college

mandaat

DB

a. de bevoegdheid om te handhaven met bestuurlijke sancties op grond van de Huisvestingswet 2014 en de Awb wordt niet gemandateerd

b. ingevolge de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 is er geen bevoegdheid om deze vergunning over te schrijven of om aanvullende voorwaarden en/of voorschriften te stellen

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Dienstverlening

Enkel voor het intrekken van een vergunning:

Directeur Wonen (en voor het opleggen van een last onder bestuursdwang (X.4) of een last onder dwangsom (X.6) op gebruik in strijd met het bestemmingsplan (B.15) in verband met toeristische verhuur)

F.4

Het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een samenvoegingsvergunning (incl. voorbereidingshandelingen, het stellen van aanvullende voorwaarden en/of voorschriften, overschrijven op een nieuwe eigenaar en intrekken)

art. 21, eerste lid, onderdeel b, artikel 24 tot en met artikel 26 van de Huisvestingswet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling I, paragraaf 1 tot en met 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

college

mandaat

DB

de bevoegdheid om te handhaven met bestuurlijke sancties op grond van de Huisvestingswet 2014 en de Awb wordt niet gemandateerd

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

F.5

Het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omzettingsvergunning (incl. voorbereidingshandelingen, overschrijven op een nieuwe eigenaar en intrekken)

art. 21, eerste lid, onderdeel c, artikel 25 en artikel 26 van de Huisvestingswet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling I, paragraaf 1 tot en met 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

college

mandaat

DB

a. de bevoegdheid om te handhaven met bestuurlijke sancties op grond van de Huisvestingswet 2014 en de Awb wordt niet gemandateerd

b. ingevolge de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 is er geen bevoegdheid om ten aanzien van een omzettingsvergunning aanvullende voorwaarden en/of voorschriften te stellen

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Enkel voor het intrekken van een vergunning:

Directeur Wonen

F.6

Het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor woningvorming (incl. voorbereidingshandelingen, het stellen van aanvullende voorwaarden en/of voorschriften, overschrijven op een nieuwe eigenaar en intrekken)

art. 21, eerste lid, onderdeel d, artikel 24 tot en met artikel 26 van de Huisvestingswet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling I, paragraaf 1 tot en met 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

college

mandaat

DB

de bevoegdheid om te handhaven met bestuurlijke sancties op grond van de Huisvestingswet 2014 en Awb wordt niet gemandateerd

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Enkel voor het intrekken van een vergunning:

Directeur Wonen

F.7

Het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een splitsingsvergunning (incl. voorbereidingshandelingen, het stellen van aanvullende voorwaarden en/of voorschriften, overschrijven op een nieuwe eigenaar en intrekken)

art. 22, artikel 24 tot en met artikel 26 Huisvestingswet 2014 en Hoofdstuk 3, afdeling II, paragraaf 4 tot en met 6 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

6. Economie

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de verordening

Bevoegd bestuursorgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordening verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

G.1

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing die betrekking heeft op de openingstijden van een winkel c.a.

alle ontheffingsmogelijkheden genoemd in art. 6 Winkeltijdenwet, het Vrijstellingen

besluit Winkeltijdenwet en de Verordening winkeltijden Amsterdam 2017

college

mandaat

DB

mandaat heeft geen betrekking op het stellen van regels ten aanzien van de verdeling van avondwinkels (art. 5, lid 4 Verordening winkeltijden Amsterdam 2017) wellicht nadere regels in kader scherper alcoholbeleid en 24-uurseconomie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Dienstverlening

G.2

uitvoering geven aan de Marktverordening

art. 3.1,

art. 3.3, lid 1

art. 3.6, onder d, e, g, h, i en j

art. 3.7

art. 3.8

art. 3.9

art. 3.10

art. 3.11

art. 3.12

art. 3.13

art. 3.14

art. 3.15,

art. 3.16,

art. 3.19,

art. 3.20,

art. 3.22,

art. 3.24,

art. 3.25,

art. 3.26,

art. 3.27,

art. 3.29,

art. 4.1,

art. 4.5,

art. 6.1,

art. 6.2, lid 1,

art. 6.2, lid 2, onder f, h, i en j,

art. 7.4 (m.b.t. 3.15) Marktverordening

college

mandaat

DB

De bevoegdheid op grond van artikel 4.5 beperkt zich tot verboden die worden ingesteld om het karakter van een markt op afstand te bepalen en te garanderen

Directeur Stadswerken

G.3

uitvoering geven aan de Verordening op de staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten

art. 3.1,

art. 3.4,

art. 3.7,

art. 3.8,

art. 3.9,

art. 3.11,

art. 4.5,

art. 6.1, lid 1,

art. 6.1, lid 2,

art. 6.1, lid 5, onder h, onder 1 t/m 3 en 5,

art. 7.4 (m.b.t. art. 3.7) Verordening op de staan- en ligplaatsen buiten de mark en venten

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Directeur Stadswerken d. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

G.4

uitvoering geven aan de Marktverordening

art. 3.3, lid 2,

art. 5.1,

art. 5.2,

art. 5.3 Marktverordening

college (voordat de bevoegdheid in de verordening gedelegeerd is aan het DB)

delegatie

DB

 
 

G.5

uitvoering geven aan de Verordening op de staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten

art. 5.1 Verordening op de staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten

college (voordat de bevoegdheid in de verordening gedelegeerd is aan het DB)

delegatie

DB

 
 

G.6

instellen, afschaffen of veranderen van jaarmarkten of gewone marktdagen

art. 160, lid 1, aanhef en onder h, Gemeentewet

college

mandaat

DB

 
 

7. Milieu (VTH)

Algemene beperking op grond van de verordening: als sprake is van een inrichting waarvoor op 1 januari 2013 een vergunning benodigd is op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e, van de Wabo, worden de bevoegdheden tot het beslissen op aanvragen om een omgevingsvergunning niet gemandateerd.

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag in de verordening

Bevoegd bestuursorgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordening verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

H.1

beslissen op aanvragen voor een omgevingsvergunning ex artikel 2.1, lid 1 onder i Wabo, voor andere activiteiten die behoren tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving

art. 2.1, lid 1, onder i, Wabo, art. 2.2a Besluit omgevingsrecht

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

H.2

alle voorbereidingsbesluiten en –handelingen ten behoeve van het vaststellen van hogere geluidwaarden

art. 45 e.v, art. 55, lid 4, art. 110a t/m art. 110c Wet geluidhinder

college

mandaat

DB

mandaat voor het voorbereiden van besluit hogere waarden volgt de bevoegdheidsverdeling van de besluiten waarop voor het besluit hogere waarde ziet

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Afdelingsmanager Gebiedspool

f. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

H.4

voorbereiden en opstellen van milieueffectenbeoordelingen en besluit betreffende (aanmeld)notitie vormvrije merbeoordeling

art. 7.2, lid 1 onder b en 7.16 en 7.17 Wet milieubeheer en Besluit milieueffectenrapportage

college

mandaat

DB

bevoegd gezag hangt af van besluit waarvoor de al dan niet vormvrije beoordeling van de milieueffectenrapportage wordt verricht.

mandaat tot het voorbereiden van de al dan niet vormvrije beoordeling van de milieueffectenrapportage volgt de bevoegdheidsverdeling van het besluit waarvoor de beoordeling van de milieueffectenrapportage wordt opgesteld.

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

H.5

voorbereiden en opstellen van het milieueffectenrapportage

art. 7.2, 7.2a, 7.7, 7.16 t/m 7.19, 7.22, 7.24, 7.25, 7.27 Wet milieubeheer en Besluit milieueffectenrapportage

college

mandaat

DB

bevoegd gezag: hangt af van besluit waarvoor milieueffectenrapportage wordt opgesteld.

mandaat van de voorbereiding van het milieueffectenrapportage: volgt de bevoegdheidsverdeling van het besluit waarvoor het milieueffectenrapportage wordt opgesteld.

mandaat ziet niet op het advies omtrent reikwijdte en detailniveau van de informatie ten behoeve van een milieueffectenrapportage als bedoeld in art. 7.24, lid 2 en 3, art .7.27, lid 2, Wet milieubeheer

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

H.6

uitoefenen van bevoegdheden en uitvoeren van taken op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer

Activiteitenbesluit milieubeheer en Activiteitenregeling milieubeheer

college

mandaat

DB

mandaat heeft uitsluitend betrekking op inrichtingen:

1. waarvoor op 1 januari 2013 geen vergunning benodigd is op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e, Wabo, en

2. waarbij geen sprake is van een vergunningplicht als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder i, Wabo, waarbij het college bevoegd is op grond van de onder 1. van dit hoofdstuk genoemde algemene beperking

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

f. Directeur Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

H.7

uitoefenen van bevoegdheden en uitvoeren van taken op grond van bij of krachtens hoofdstuk 8, 10, 17, 19 van de Wet milieubeheer (Wm) gestelde regels

Wet milieubeheer

college

mandaat

DB

voor zover de taken en bevoegdheden betrekking hebben op inrichtingen, heeft het mandaat uitsluitend betrekking op inrichtingen:

1. waarvoor op 1 januari 2013 geen vergunning benodigd is op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e, Wabo, en

2. waarbij geen sprake is van vergunningplicht als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder i Wabo, waarbij het college bevoegd is op grond van de onder 1. van dit hoofdstuk genoemde algemene beperking

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

f. Directeur Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

H.8

uitoefenen van bevoegdheden en uitvoeren van taken op grond van het Besluit lozen buiten inrichtingen

Besluit lozen buiten inrichtingen

college

mandaat

DB

met uitzondering van bevoegdheden en taken die betrekking hebben op:

1. het lozen van grondwater bij bodemsaneringen en proefboringen als bedoeld in artikel 3.1;

2. het lozen van grondwater bij ontwateringen als bedoeld in artikel 3.2

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

e. Directeur Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

8. Wegen

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de verordening

Bevoegd bestuursorgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordening verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

I.1

nemen van verkeersbesluiten en het plaatsen van verkeersborden op het onderliggende wegennet en Plusnet ov bus, Plusnet fiets en overige wegen

art. 15 en art. 18 Wegenverkeerswet 1994

college

mandaat

DB

mandaat geldt niet indien sprake is van een door het college aan te wijzen grootstedelijk opgave dan wel een stadsdeeloverschrijdend belang betreft

a. Directeur Verkeer en Openbare Ruimte

b. Directeur Stadswerken

I.2

besluiten over ontheffingverlening

art. 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990

college

mandaat

DB

mandaat is beperkt tot situaties die zich geheel binnen de grenzen van een stadsdeel voordoen

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Stadswerken

c. Directeur Verkeer en Openbare Ruimte

d. Directeur Dienstverlening

I.3

dagelijks beheer en onderhoud

art. 15 Wegenwet

college

mandaat

DB

mandaat is beperkt tot de wegen en werkzaamheden die tot de taken van het dagelijks bestuur behoren (zie de overzichtskaarten opgenomen als bijlage B bij de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022)

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Stadswerken

c. Directeur Verkeer en Openbare Ruimte

I.4

ter inzage leggen en mededeling daarvan doen van een afschrift van een uitspraak in beroep waarbij een weg aan het openbaar verkeer wordt onttrokken

art. 12 Wegenwet

college

mandaat

DB

mandaat geldt niet als de weg onderdeel uitmaakt van hoofdnet auto, plusnet /corridor auto, hoofdnet tram en plusnet tram.

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Verkeer en Openbare Ruimte

I.5

het onderhoud van een binnen de gemeente liggende weg ten laste van de gemeente brengen; het opleggen van de verplichting tot afkoopbare jaarlijkse uitkeringen aan degene, die van het onderhoud of het geven van bijdragen tot het onderhoud bevrijd worden

Art. 20 Wegenwet

college

mandaat

DB

mandaat geldt niet als de weg onderdeel uitmaakt van het hoofdnet auto, plusnet /corridor auto, hoofdnet tram en plusnet tram.

 

9. Betaald parkeren en parkeergarages

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de verordening

Bevoegd bestuursorgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordening verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

J.1

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart alsmede het beperken van de geldigheidsduur, het verstrekken van een duplicaat en het ongeldig verklaren van een dergelijke kaart

art. 49, 51, 52 en 53 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en de Regeling gehandicaptenparkeerkaart

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Dienstverlening

10. Gemeentelijk vastgoed

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de verordening

Bevoegd bestuursorgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordening verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

K.1

verhuren, ontruimen, kopen en verkopen en het vaststellen van huurprijzen van gemeentelijk vastgoed dat is opgenomen in een door het college goedgekeurd gebiedsplan

art. 160, lid 1, aanhef en onder e, Gemeentewet

college (voordat de bevoegdheid in de verordening gedelegeerd is aan het DB)

delegatie

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Gemeentelijk Vastgoed

11. Waterbeheer

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de verordening

Bevoegd bestuursorgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordening verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

L.1

beschikkingen op grond van de Verordening op het binnenwater 2010, met uitzondering van beschikkingen op grond van:

- artikel 2.1.1 en het verlenen van ontheffing of vrijstelling hiervan op grond van artikel 2.6.1, eerste en tweede lid;

- artikel 2.1.2 en het verlenen van ontheffing of vrijstelling hiervan op grond van artikel 2.6.1, eerste en tweede lid;

- artikel 2.1.4, eerste lid, aanhef, onder a, en

tweede lid, en het verlenen van ontheffing of vrijstelling hiervan op grond van artikel 2.6.1, eerste en tweede lid;

- artikel 2.1.5;

- het verlenen van ontheffing of vrijstelling van artikel 2.1.7 op grond van artikel 2.6.1, eerste en tweede lid;

- artikel 2.1.9 en het verlenen van ontheffing hiervan op grond van artikel 2.6.1, eerste lid;

- artikel 2.1.12;

- het verlenen van ontheffing of vrijstelling van artikel 2.3.5 op grond van artikel 2.6.1, eerste en vijfde lid;

- artikel 2.3.6, tweede lid, aanhef, onder b, c en d;

- artikel 2.4.1, tenzij de exploitatie op een afgesloten water in het stadsdeel plaatsvindt, en het verlenen van ontheffing of vrijstelling hiervan op grond van artikel 2.6.1, eerste en tweede lid;

- artikel 2.4.2;

- artikel 2.4.3;

- artikel 2.4.4;

- artikel 2.4.5;

- artikel 2.4.6;

- artikel 2.4.7;

- artikel 2.5.1 en het verlenen van ontheffing of vrijstelling hiervan op grond van artikel 2.6.1, eerste en tweede lid;

- hoofdstuk 3, met uitzondering van artikel 3.2.4

Verordening op het binnenwater 2010

college

mandaat

DB

de bevoegdheid besluiten van algemene strekking te nemen (o.a. nadere regels) is niet gemandateerd.

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

L.2

intrekken of wijzigen van verleende ontheffingen of vergunningen op grond van de Verordening op het binnenwater 2010 (binnen de beperkingen van onderdeel L.1)

art. 1.2.8 Verordening op het binnenwater 2010

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

12. Sociale Basis

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de verordening

Bevoegd bestuursorgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordening verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

M.1

zorgdragen voor de kwaliteit en de continuïteit van de maatschappelijke ondersteuning op het gebied van wijkgericht welzijnswerk (opbouwwerk), activering en participatie, ondersteuning bewonersinitiatieven, bestrijden armoede en sociale en signalering rond de aandachtsgebieden gezondheid, sociale isolement /eenzaamheid en armoede

Wet maatschappelijke ondersteuning, Jeugdwet en Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

college

mandaat

DB

Zie W.2 voor Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

 

M.2

waarborgen van de kwaliteit en de continuïteit van de maatschappelijke zorg op de onder M.1 genoemde gebieden, als het verlenen van desbetreffende maatschappelijke ondersteuning door derden wordt verricht

Wet maatschappelijke ondersteuning, Jeugdwet en Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

college

mandaat

DB

Zie W.2 voor Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

 

13. Samenwerking zorg, werk & inkomen en onderwijs

Geen bevoegdheden.

14. Diversiteit

Geen bevoegdheden.

15. Kunst en cultuur

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de verordening

Bevoegd bestuursorgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordening verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

S.1

uitvoeren van het beleid in het kader van het Kunstenplan 2021 – 2024

Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

college

mandaat

DB

mandaat geldt tot 1 januari 2025 en voor de periode hierna die nodig is voor de afhandeling van subsidiebeschikkingen

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanagers Gebiedspool

16. Sport

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de verordening

Bevoegd bestuursorgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordening verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

T.1

besluiten tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen

 

college

mandaat

DB

zie onderdeel 0. Algemeen. Vanaf 1 januari 2015 geldt het mandaat niet voor de inkoop die aan sportaccommodaties verbonden is alsmede het bepalen van de tarieven voor de verhuur. Vanaf 1 juli 2015 geldt het mandaat niet voor de verhuur van sportaccommodaties

 

17. Beheer en exploitatie begraafplaatsen en crematoria

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de verordening

Bevoegd bestuursorgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordening verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

U.1

nemen maatregelen ten behoeve van de identificatie en opsporing, voordat een graf van een onbekende wordt geruimd

art. 31, lid 5, Wet op de lijkbezorging

burgemeester

mandaat

VZ

 
 

U.2

in ontvangst nemen van en beslissen op aanvragen om ontleding van een stoffelijk overschot

art. 68 Wet op de lijkbezorging

burgemeester

mandaat

VZ

 

a. Directeur gemeentelijke begraafplaatsen en crematoria Amsterdam (officieel ‘afdelingsmanager’ binnen stadsdelen Noord en Oost)

b. Directeur Dienstverlening

U.3

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het in gebruik nemen van een bewaarplaats voor urnen buiten een crematorium of begraafplaats

art. 64 Wet op de lijkbezorging

college

mandaat

DB

 

Directeur gemeentelijke begraafplaatsen en crematoria Amsterdam (officieel ‘afdelingsmanager’ binnen stadsdelen Noord en Oost)

U.4

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het bestemmen van een terrein om permanent as te verstrooien

art. 66b Wet op de lijkbezorging

College

mandaat

DB

 

Directeur gemeentelijke begraafplaatsen en crematoria Amsterdam (officieel ‘afdelingsmanager’ binnen stadsdelen Noord en Oost)

U.5

in ontvangst nemen van en beslissen op aanvragen om verkorting of verlenging van de termijn voor lijkbezorging

art. 17 Wet op de lijkbezorging

burge-meester

mandaat

VZ

 

a. Directeur gemeentelijke begraafplaatsen en crematoria Amsterdam (officieel ‘afdelingsmanager’ binnen stadsdelen Noord en Oost)

b. Manager dienstverlening gemeentelijke begraafplaatsen en crematoria Amsterdam (officieel ‘teammanager’ binnen stadsdelen Noord en Oost)

c. Directeur Dienstverlening

U.6

in ontvangst nemen van en beslissen op aanvragen om opgraving van een lijk

art. 29 Wet op de lijkbezorging

burgemeester

mandaat

VZ

 

a. a. Directeur gemeentelijke begraafplaatsen en crematoria Amsterdam (officieel ‘afdelingsmanager’ binnen stadsdelen Noord en Oost)

b. Manager buitendienst gemeentelijke begraafplaatsen en crematoria Amsterdam (officieel ‘teammanager’ binnen stadsdeel Oost)

c. Directeur Dienstverlening

U.7

in ontvangst nemen van en beslissen op aanvragen om een laissez-passer

art. 11 Besluit op de lijkbezorging

burgemeester

mandaat

VZ

 

a. a. Directeur gemeentelijke begraafplaatsen en crematoria Amsterdam (officieel ‘afdelingsmanager’ binnen stadsdelen Noord en Oost)

b. Manager buitendienst gemeentelijke begraafplaatsen en crematoria Amsterdam (officieel ‘teammanager’ binnen stadsdeel Oost)

c. Directeur Dienstverlening

U.8

uitvoeren van de beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen en crematoria Amsterdam

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen en crematoria Amsterdam

college

mandaat

DB

 
 

U.9

Uitvoering van artikel 21 van de Wet op de lijkbezorging (eenzame uitvaarten)

Art.21, lid 1 Wet op de lijkbezorging

burgemeester

mandaat

VZ

Begraafplaatsen en crematoria vallen onder de Nieuwe Ooster

 

18. Burgerparticipatie, inspraak en initiatief

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de verordening

Bevoegd bestuursorgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordening verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

V.1

uitvoeren van de Algemene Inspraakverordening bij het verlenen van inspraak van beleidsvoornemens van het DB

Algemene inspraakverordening

college en burgemeester

mandaat

DB

 
 

19. Subsidieverlening

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de verordening

Bevoegd bestuursorgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordening verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

W.1

uitvoeren Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 en titel 4.2 Awb binnen taken, bevoegdheden en budgetten bestuurscommissies

Algemene Subsidie-verordening Amsterdam 2013 en titel 4.2 Awb

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanagers Gebiedspool

c. Gebiedsmanagers

d. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

e. Directeur Subsidies, Inkoop en Juridisch Bureau Sociaal

f. Directeur Werk, Participatie en Inkomen (voor het nemen van subsidiebeschikkingen voor de uitvoering van reguliere schuldhulpverlening, budgetlessen, intensieve jongeren schuldhulp verlening en maatjes schuldhulpverlening)

W.2

uitvoeren van subsidieregelingen

diverse subsidieregelingen.

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als uit beleidskaders blijkt dat het dagelijks bestuur een uitvoerende rol heeft bij de betreffende subsidieregeling

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanagers

c. Gebiedsmanagers

d. Directeur Ruimte en Duurzaamheid

e. Directeur Subsidies, Inkoop en Juridisch Bureau Sociaal

f. Directeur Inkomen (voor het nemen van subsidiebeschikkingen t.b.v. instellingen voor de uitvoering van de reguliere schuldhulpverlening, budgetlessen, intensieve jongeren schuldhulpverlenig en maatjes schuldhulpverlening)

W.3

vaststellen subsidieregelingen

Art. 3, lid 2, Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

college (voordat de bevoegdheid in de verordening gedelegeerd is aan het DB)

delegatie

DB

delegatie geldt alleen als uit beleidskaders blijkt dat het dagelijks bestuur de bevoegdheid heeft nadere regels vast te stellen en uit te voeren

 

20. Veiligheid en leefbaarheid

Voor alle bevoegdheden die op grond van dit mandatenregister zijn gemandateerd geldt dat de bevoegdheid om toezicht te houden of te handhaven onderdeel van het mandaat is tenzij anders is bepaald.

Mandaat en delegatie geldt volgens de verordening niet voor stedelijke gebieden, projecten en belangen, zoals nader aangegeven op bij het bevoegdhedenregister behorende kaart bijlage A bij de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022. De kaart wordt jaarlijks geactualiseerd en ter vaststelling voorgelegd aan het college.

Verder geldt in het algemeen de beperking voor de bevoegdheden in dit hoofdstuk dat vergunningverlening, toezicht en handhaving alleen geldt in relatie tot de overige gemandateerde bevoegdheden met de daarbij vastgelegde beperkingen en met dien verstande dat de handhavingscapaciteit van het dagelijks bestuur en de organisatieonderdelen flexibel ten behoeve van stedelijke handhavingsprioriteiten zal worden ingezet conform de bestuurlijk afspraken.

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de verordening

Bevoegd bestuursorgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordening verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

X.1

geven van een machtiging tot binnentreden in een woning voor de uitvoering van de toezichttaken die aan de bestuurscommissies zijn gemandateerd (andere doeleinden dan strafvordering)

art. 2 en 3, lid 2 Algemene wet op het binnentreden

burgemeester

mandaat

VZ

ondermandaat is niet toegestaan

 

X.2

geven van een machtiging tot binnentreden in een woning voor de toepassing van bestuursdwang ten aanzien van de taken en bevoegdheden die aan de bestuurscommissies zijn gemandateerd of gedelegeerd (andere doeleinden dan strafvordering)

art. 5:27, lid 2 Awb en art 2 en 3, lid 2 Algemene wet op het binnentreden

college (voordat de bevoegdheid in de verordening gedelegeerd is aan het DB) en de burgemeester

delegatie en mandaat

DB en VZ

de bevoegdheid wordt gedelegeerd voor zover die betrekking heeft op taken en bevoegdheden die aan de bestuurscommissies zijn gedelegeerd. De bevoegdheid wordt gemandateerd voor zover die betrekking heeft op taken en bevoegdheden die aan de bestuurscommissies zijn gemandateerd. Voor de bevoegdheid kan, zowel bij de gedelegeerde als de ge mandateerde bevoegdheden alleen ondermandaat worden verleend aan de voorzitter

 

X.3

opleggen en ten uitvoer leggen van een last onder bestuursdwang, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gedelegeerd

art. 125, lid 1 en lid 2, Gemeentewet en afd. 5.3.1 en

titel 4.4 Awb

college (ten aanzien van gedelegeerde bevoegdheden is dat enkel het geval voordat de bevoegdheid in de verordening gedelegeerd is aan het DB)

delegatie en machtiging

DB

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

f. Directeur Wonen

g. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

Voor invordering:

Directeur Belastingen

X.4

opleggen en ten uitvoer leggen van een last onder bestuursdwang, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gemandateerd

art. 125, lid 1 en lid 2 Gemeentewet, afd. 5.3.1 Awb, titel 4.4 Awb

college

mandaat en machtiging

DB

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhavinge. Directeur Waternet

e. Directeur Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

f. Directeur Wonen (voor het handhaven op gebruik in strijd met het bestemmingsplan (B.15) in verband met toeristische verhuur)

g. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

Voor invordering:

Directeur Belastingen

X.5

opleggen van een last onder dwangsom, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gedelegeerd

art. 125, lid 2 Gemeentewet, afd. 5.3.2 Awb,

titel 4.4 Awb

college (voordat de bevoegdheid in de verordening gedelegeerd is aan het DB)

delegatie

DB

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Waternet

f. Directeur Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

g. Directeur Wonen

h. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

Voor invordering:

Directeur Belastingen

X.6

opleggen van een last onder dwangsom, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gemandateerd

art. 125, lid 2 Gemeentewet, afd. 5.3.2 Awb,

titel 4.4 Awb

college

mandaat en machtiging

DB

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Waternet

f. Directeur Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

g. Directeur Wonen (voor voor het handhaven op gebruik in strijd met het bestemmingsplan (B.15) in verband met toeristische verhuur)

h. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

Voor invordering:

Directeur Belastingen

X.7

opleggen en ten uitvoer leggen van een last onder bestuursdwang, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan de voorzitter is gemandateerd

art. 125, lid 3 Gemeentewet, afd. 5.3.1 Awb,

titel 4.4 Awb

burgemeester

mandaat en machtiging

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhavinge. Directeur Waternet

f. Directeur Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

g. Directeur Wonen

h. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

Voor invordering:

Directeur Belastingen

X.8

opleggen van een last onder dwangsom, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan de voorzitter is gemandateerd

art. 125, lid 3 Gemeentewet, afd. 5.3.2 en

titel 4.4 Awb

burgemeester

mandaat en machtiging

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Waternet

f. Directeur Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

g. Directeur Wonen

h. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

Voor invordering:

Directeur Belastingen

X.9

handhaven van redelijke eisen van welstand in het kader van de excessenregeling als bedoeld in 3.4 van de welstandsnota bedoeld in artikel 12, eerste lid, 12a, eerste lid, onderdeel b, Woningwet

art. 12, lid 1, Woningwet

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

X.10

opleggen van de verplichting tot het laten opstellen van een onderhoudsplan door een deskundig persoon of een deskundige instantie aan een vereniging van eigenaars ten behoeve van een bij haar in beheer zijnd gebouw

art. 12d Woningwet

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

X.11

opleggen van de verplichting tot het binnen een te bepalen termijn treffen van voorzieningen waardoor de staat van dat gebouw of dat bouwwerk komt te liggen op een niveau dat hoger is dan het niveau dat overeenkomt met de voorschriften, bedoeld in artikel 1b, tweede lid

art. 13, art. 1b, lid 2, art. 12d, lid 1, Woningwet

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

X.12

opleggen van de verplichting tot het binnen een te bepalen termijn treffen tot het treffen van voorzieningen vanwege redelijke eisen van welstand

art. 13a, Woningwet

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

X.13

beslissen tot het in gebruik geven c.q. beheer geven van een gebouw, open erf of terrein dat op grond van artikel 17 Woningwet , artikel 174a van de Gemeentewet, een verordening als bedoeld in artikel 174 van die wet of artikel 13b van de Opiumwet is gesloten

art. 13b en art. 14 Woningwet 174,174a Gemeentewet, art. 13b van de Opiumwet

college/ burgemeester

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

X.14

besluit tot sluiten van gebouw, open erf of terrein, indien overtreding van de bij of krachtens hoofdstuk I, II, of III Woningwet gegeven voorschriften met betrekking tot de staat of het gebruik van een gebouw, open erf of terrein gepaard gaat met een bedreiging van de leefbaarheid of een gevaar voor de veiligheid of de gezondheid, en er een klaarblijkelijk gevaar is op herhaling van de overtreding

art. 17 Woningwet

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

X.15

bestuursrechtelijk toezicht en handhaving van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken I tot en met III Woningwet, het Bouwbesluit en Bouw-verordening

art. 92 Woningwet, Bouwbesluit 2012 en Bouwverordening

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

X.16

beslissen tot verkoop in het openbaar van de overblijvende materialen indien toepassing van bestuursdwang ter handhaving van de bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften leidt tot het slopen van een bouwwerk, tenzij, naar redelijkerwijs is te verwachten, bij onderhandse verkoop een hogere opbrengst kan worden verkregen

art. 104 Woningwet

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

X.17

toezicht en handhaving schade en hinder door voorwerpen

art. 4.6 APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

X.18

toezicht en handhaving illegaal aangebrachte aanplakbiljetten, afbeeldingen of teksten

art. 4.7, lid 1, APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

X.19

toezicht en handhaving veroorzaken hinder door motorvoertuigen en bromfietsen

art. 5.7 APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

X.20

toezicht en handhaving hinderlijk gebruik alcohol op de openbare weg

art. 2.17 APV

burgemeester

mandaat

VZ

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

X.21

hinderlijk gedrag in of bij gebouwen

art. 2.18 APV

burgemeester

mandaat

VZ

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

X.22

toezicht en handhaving verbod doen van natuurlijke behoefte buiten een urinoir c.a.

art. 5.11 APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

X.23

toezicht en handhaving bespiedings-verbod

art. 2.25, lid 2, APV

burgemeester

mandaat

VZ

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

X.24

toezicht en handhaving

meldingsplicht sensoren

art.2.25a, lid 2, APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

X.25

toezicht en handhaving Colportagewet

Colportagewet

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

X.26

toezicht en handhaving gevaarlijke honden

art. 5.15 APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

X.27

toezicht en handhaving gebruik gedenktekens

art. 4.16 APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

X.28

toezicht en handhaving verontreiniging van de weg en het water

art. 4.17 APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

X.31

toezicht en handhaving speelcasinovergunning

art. 27h Wet op de kansspelen

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

X.32

toezicht en handhaving plaatsing bewakingsapparatuur

art. 2.25, lid 1, APV

burgemeester

mandaat

VZ

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

X.33

toezicht en handhaving over het bezigen van vuurwerk

art. 5.3 APV

college

mandaat

DB

uitvoering decentraal, aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

X.34

toezicht en handhaving parkeeroverlast

Wegenverkeerswet, Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet Mulder)

college

mandaat

DB

wegsleep: beleid en uitvoering toenemend centraal, vraag decentraal

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

X.35

toezicht en handhaving bestemmingsplannen, grondexploitatieplannen en omgevingsvergunningen

Wet ruimtelijke ordening en Wabo

college

mandaat

DB

dit mandaat geldt alleen als de primaire bevoegdheid door het college aan het dagelijks bestuur is gemandateerd.

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Voor handhaving van bestemmingsplannen uitsluitend op het gebied van prostitutie:

a. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving van stadsdeel Centrum

b. Teammanagers Vergunnigen, Toezicht en Handhaving van stadsdeel Centrum

c. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving van stadsdeel Centrum

X.37

toezicht en handhaving inrichtingen die geen bouwwerk zijn

Brandbeveiligingsverordening 2011

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

X.39

toezicht en handhaving blokkeren parkeerruimte voor reservering

Art. 4.26 APV

college

Mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

X.40

het aanwijzen van gebieden waar het verboden is om te barbecueën

Art. 5.8A APV

college

mandaat

DB

 
 

X.41

het aanwijzen van gebieden waar het verboden is dieren te voeren

Art. 5.18 APV

college

mandaat

DB

 
 

21. Verkiezingen

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de verordening

Bevoegd bestuursorgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordening verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

Y.1

aanwijzen van ambtenaren voor het in ontvangst nemen van het procesverbaal met de verzegelde pakken, bedoeld in artikel N 2 en artikel N 9 Kieswet

art. N 11 Kieswet

burgemeester

mandaat

VZ

betreft overige verkiezingen en referenda; wellicht nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

 

Y.2

aanwijzen van ambtenaren voor het in ontvangst nemen en aftekenen van ondersteuningsverklaringen

art. H 4 Kieswet

burgemeester

mandaat

VZ

betreft overige verkiezingen en referenda; wellicht nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

 

Y.3

behandelen van aanvragen voor het verkrijgen van een vervangende stempas

art. J 8 Kieswet

burgemeester

mandaat

VZ

betreft overige verkiezingen en referenda; wellicht nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Dienstverlening

22. Basis- en kernregistraties

De bevoegdheden bij deze taak zijn opgenomen onder “B” Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer.

23. Overige gemandateerde bevoegdheden

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in de verordening

Bevoegd bestuursorgaan

Soort overdracht in de verordening

In de verordenig verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van de verordening

Mandaat/ondermandaat/

volmacht/machtiging

verleend aan

Z.1

aanwijzen van wegen of weggedeelten waar het verboden is alcoholhoudende drank te nuttigen of bij zich te hebben in aangebroken flesjes, blikjes e.d. alsmede het aanwijzen van plaatsen en tijden waarop het verbod niet geldt

art. 2.17, lid 2 en lid 4, APV

burgemeester

mandaat

VZ

 
 

Z.2

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor slapen op of aan de weg

art. 2.20, lid 2, APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.3

aanwijzen van wegen en tijden waarop het verbod om fietsen te verkopen op of aan de weg niet geldt

art. 2.22, lid 3, APV

burgemeester

mandaat

DB

 
 

Z.4

1. in ontvangst nemen van meldingen van exploitanten van het oprichten, overnemen, verplaatsen of staken van de exploitatie. van een inrichting voor het aanbieden van nachtverblijf;

2.het vaststellen van een modelnachtregister

art. 2.26, lid 2 en lid 3, APV

burgemeester

mandaat

DB

 

Ad. 1:

a. Stadsdeeldirecteur

Z.5

1. vaststellen modelverkoopregister; waarmerken opkoopregister; ontvangen mededeling van een handelaar dat hij van het opkopen zijn beroep of gewoonte maakt;

2. verlengen van de termijn waarbij het verboden is een door opkoop verworven zaak over te dragen of daaraan wijzigingen aan te brengen

art. 2.28 t/m 2.30 APV en art. 2 uitvoeringsbesluit ex artikel 437, lid 1, Wetboek van Strafrecht

burgemeester

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

Z.6

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning of vrijstelling voor het houden van een openbare inzameling (collectevergunning)

art. 2.52, lid 1 en lid 4, APV

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Dienstverlening

Z.7

aanwijzen van wegen of gedeelten daarvan, waarop het verboden is geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen te verspreiden, aan te bieden of bekend te maken alsmede het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing van dit verbod voor bepaalde dagen of uren

art. 2.53, lid 1 en lid 2, APV

college

mandaat

DB

 

Stadsdeeldirecteur

Z.8

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een loterijvergunning

art. 3, lid 1, Wet op de kansspelen

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Dienstverlening

Z.9

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor een evenement en het stellen van een andere termijn voor het indienen van een aanvraag

art. 2.40, lid 1 en lid 3, APV

burgemeester

mandaat

VZ

dezelfde verhouding centraal-decentraal: aanscherping criteria evenementenbeleid, dit in verband met spanning lokale rust versus stedelijke uitstraling. Soms ook in verband met gevaarzetting. Na aanscherping criteria discussie over mate en wijze van handhaven

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.10

verbieden van een evenement als hiertegen bezwaren bestaan

art. 2.41, lid 5, APV

burgemeester

mandaat

VZ

dezelfde verhouding centraal-decentraal: aanscherping criteria evenementenbeleid, dit in verband met spanning lokale rust versus stedelijke uitstraling. Soms ook in verband met gevaarzetting. Na aanscherping criteria discussie over mate en wijze van handhaven

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.11

aanwijzen van gebieden en periodes waarvoor beperkingen worden gesteld aan het aantal te houden evenementen

art. 2.41, lid 6, APV

burgemeester

mandaat

VZ

dezelfde verhouding centraal-decentraal: aanscherping criteria evenementenbeleid, dit in verband met spanning lokale rust versus stedelijke uitstraling. Soms ook in verband met gevaarzetting. Na aanscherping criteria discussie over mate en wijze van handhaven

 

Z.12

aanwijzen van plaatsen waarvoor de vergunningplicht voor het houden van evenementen niet geldt

art. 2.42, lid 1 APV

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

 

Z.13

verbinden van voorschriften en beperkingen aan een evenementenvergunning alsmede het bepalen dat een borgsom wordt betaald in het belang van deze voorschriften een en ander voor zover het evenement binnen één stadsdeel plaats vindt

art. 2.44, lid 1 en lid 2, APV

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Dienstverlening

Z.14

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor een voor publiek toegankelijk evenement in een gebouw of vaartuig

art. 2.47, lid 1, APV

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Dienstverlening

Z.15

aanwijzen van wegen en tijden waar niet als straatartiest mag worden opgetreden of waar geen muziek ten gehore mag worden gebracht en het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning als straatartiest of voor het ten gehore brengen van muziek

art. 2.49, lid 1 en lid 2, APV

burgemeester

mandaat

VZ

 

Enkel ten aanzien van het beslissen op aanvragen:

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.16

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf

art. 3.8, lid 1, APV

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria stedelijke regie (horecahandhaving en alcoholbeleid)

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.17

beperken van de openingstijden van horecabedrijven en het ingeval van bijzondere omstandigheden of van bijzondere horecabedrijven verruimen van de openingstijden

art. 3.15, lid 1 en lid 3, APV

burgemeester

mandaat

VZ

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.18

wijzigen of intrekken van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf

art. 3.24 APV

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.19

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor de ingebruikneming van de weg ten behoeve van een terras alsmede het aanwijzen van wegen waar geen terras mag worden geëxploiteerd alsmede het vaststellen van beleidsregels ten aanzien van de ingebruikneming van de weg ten behoeve van een terras

art. 3.17 en art. 3.18 APV

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.30

verlenen van een gedoogverklaring inzake de verkoop van softdrugs aan horecabedrijven bedoeld in het besluit van de burgemeester van 4 april 1995, nr. 953306

 

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie (in ieder geval maatwerk bij te verplaatsen en te sluiten coffeeshops; nauwe samenwerking transformatie en transitie en uitvoering nieuwe screening Bibob)

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.31

vaststellen van een formulier voor de aanvraag voor een gedoogverklaring als bedoeld in onderdeel Z.30

art. 4:4 Awb

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

 

Z.32

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het houden van openbare vermakelijkheden op zondag voor 13.00 uur

art. 4, lid 3, Zondagswet

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Dienstverlening, enkel voor openbare vermakelijkheden met minder dan 2000 bezoekers.

Z.33

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het uitoefenen van een horecabedrijf of slijtersbedrijf (incl. het verbinden van voorschriften en het beperken tot het verstrekken van zwakalcoholische drank)

art. 3, lid 1, Alcoholwet

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie (in kader van scherper alcoholbeleid)

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Dienstverlening

Z.34

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing van de bij of krachtens artikel 4 Alcoholwet gestelde regels met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen

art. 4, lid 4, Alcoholwet

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.35

raadplegen van het register als bedoeld in artikel 8, lid 5, van de Alcoholwet bij het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3, bij het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 35 en bij een melding als bedoeld in artikel 30a van de Alcoholwet

art. 8, lid 5, aanhef en onder a, Alcoholwet

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.36

de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die een bedrijf exploiteert als bedoeld in artikel 18, tweede lid en die in een periode van 12 maanden drie maal artikel 20, eerste lid, heeft overtreden, de bevoegdheid ontzeggen zwak-alcoholhoudende drank te verkopen vanaf de locatie waar bedoeld gedrag heeft plaatsgevonden

art. 44, lid 1, Alcoholwet

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.37

opleggen van een last onder bestuursdwang ter handhaving van een krachtens artikel 44 Alcoholwet opgelegde ontzegging

art. 44, lid 1, Alcoholwet

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.38

in ontvangst nemen van de melding van een wens van de vergunninghouder als bedoeld in artikel 30a, lid 1, Alcoholwet, bevestigen van de melding en het weigeren van de wijziging van het aanhangsel

art. 30a Alcoholwet

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.39

intrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 3 Alcoholwet

art. 31 Alcoholwet

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.40

schorsen van een vergunning voor een periode van ten hoogste 12 weken in de gevallen bedoeld in artikel 31, lid 2 en lid 3 Alcoholwet

art. 32 Alcoholwet

burgemeester

mandaat

VZ

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.41

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing ten aanzien van het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank bij een in de beschikking aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen en de mogelijkheid om voor jaarlijks terugkerende identieke bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard, besluiten één ontheffing te verlenen, mits de verstrekking van zwak-alcohol-houdende drank telkenmale geschiedt onder onmiddellijke leiding van dezelfde persoon

art. 35 Alcoholwet

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Dienstverlening

Z.42

toegang ontzeggen aan andere personen dan hen, die wonen in de ruimte, waarin in strijd met de Alcoholwet alcoholhoudende drank wordt verstrekt

art. 36 Alcoholwet

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.43

opleggen van een bestuurlijke boete ter zake van overtreding binnen het stadsdeel van het bij of krachtens de artikelen 3, 4, 9, lid 3, lid 4 en lid 5, 12 tot en met 19, 20, lid 1 t/m 3, 22 lid 1, lid 2, 24 en 25, behoudens het gestelde in lid 3, 25a t/m 25d, 29, lid 3, 35, lid 2 en lid 4 of 38 van de Alcoholwet

art. 44a Alcoholwet

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.44

afwijken van artikel 10, lid 2, eerste zin, Alcoholwet, indien er sprake is van een lokaliteit die gevestigd is in een beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet

art. 10, lid 2 Alcoholwet

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.45

toepassen van bestuursdwang ter handhaving van een krachtens artikel 44 Alcoholwet opgelegde ontzegging

art. 44, lid 4, Alcoholwet

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.46

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het aanwezig hebben van een speelautomaat met inachtneming van hetgeen in de artikelen 2 en 3, lid 1 en lid 2, van de Verordening kansspeelautomaten en speelautomatenhallen, incl. het verbinden van voorschriften en beperkingen aan een vergunning, het weigeren en intrekken van een vergunning

art. 30b, art. 30c, art. 30d, art. 30e en art. 30f Wet op de kansspelen

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Directeur Dienstverlening

Z.47

afhandelen melding klein kansspel en verbieden klein kansspel

art. 7c Wet op de kansspelen

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Directeur Dienstverlening

Z.48

opleggen van een bestuurlijke boete

art. 35c Wet op de kansspelen

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhavingd. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.49

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal (incl. wijzigen en intrekken)

art. 4 en art. 9 Verordening speelautomaten(hallen)

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Z.50

opvragen van strafregistergegevens en het vragen van inlichtingen uit de algemene documentatieregisters op grond van de artikelen 9 tot en met 13 van de wet en van artikel 13 van het Besluit justitiële gegevens ten behoeve van:

  • het nemen van besluiten op grond van de Wet op de kansspelen;

  • ten behoeve van het nemen van besluiten op grond van de Alcoholwet;

  • ten behoeve van het nemen van besluiten voor het exploiteren van een horecabedrijf, een prostitutiebedrijf, een seksinrichting of een speelautomatenhal

art. 9 t/m 13 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, art. 13 Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

als het mandaat betrekking heeft op prostitutiebedrijven of seksinrichtingen geldt het mandaat alleen voor de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Medewerkers team Veiligheid

f. Directeur Dienstverlening

Z.51

opvragen van strafregistergegevens en het vragen van inlichtingen uit de algemene documentatieregisters op grond van artikelen 9 tot en met 13 van de wet en artikel 15 van het Besluit justitiële gegevens ten behoeve van:

  • artikel 7, eerste en tweede lid Wet Bibob juncto artikel 3, eerste lid Wet Bibob en de APV (het nemen van besluit voor het exploiteren van een horecabedrijf, een prostitutiebedrijf, een seksinrichting of een speelautomatenhal);

  • artikel 27, derde lid Alcoholwet juncto artikel 3 Wet Bibob;

  • artikel 31, tweede en derde lid Alcoholwet juncto artikel 3 Wet Bibob;

  • artikel 30c, eerste lid onder c, artikel 30e, derde lid, artikel 30f, derde lid en artikel 30k, vierde lid Wet op de kansspelen juncto artikel 3 Wet Bibob

art. 9 t/m 13 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, art. 13 en 15 Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Medewerkers team Veiligheid

f. Directeur Dienstverlening

Z.52

opvragen van strafregistergegevens en het vragen van inlichtingen uit de algemene documentatieregisters op grond van artikelen 9 tot en met 13 van de wet en artikel 15 van het Besluit justitiële gegevens ten behoeve van:

  • artikel 2.20, lid 1 en lid 2, Wabo;

  • artikel 2.20, lid 1 en lid 2, Wabo juncto artikel 5.19, lid 4, onder b, Wabo

art. 9 t/m 13 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, art. 13 en 15 Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens

college

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Medewerkers team Veiligheid

f. Directeur Dienstverlening

Z.53

vragen van politiegegevens in verband met de beoordeling van het levensgedrag als bedoeld in de artikelen:

  • 3.10, eerste lid, onder b;

  • 3.11, derde lid, onder e;

  • 3.24, aanhef en onder b;

  • 3.29, eerste lid, onder b van de APV 2008 en;

  • 4, lid 1, onder b van het Speelautomatenbesluit 2000

Wet politiegegevens, Besluit politiegegevens

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Medewerkers team Veiligheid

f. Directeur Dienstverlening

Z.54

vragen van politiegegevens op grond van artikel 4:3, eerste lid, onder l Besluit politiegegevens in verband met de beoordeling op grond van de Wet Bibob als bedoeld in:

  • artikel 7, eerste en tweede lid Wet Bibob juncto artikel 3, eerste lid Wet Bibob en artikel 4 Besluit Bibob;

  • artikel 27, derde en vierde lid Alcoholwet juncto artikel 3 Wet Bibob;

  • artikel 31, tweede lid Alcoholwet juncto artikel 3 Wet Bibob

art. 4:3, lid 1, aanhef en onder l, Besluit politiegegevens

burgemeester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Medewerkers team Veiligheid

Z.55

vragen van politiegegevens op grond van artikel 4:3, eerste lid, onder l Besluit politiegegevens in verband met de beoordeling op grond van de Wet Bibob als bedoeld in:

  • artikel 2.20, lid 1 Wabo

  • artikel 2.20, lid 1 juncto artikel 5.19, lid 4, onder b Wabo

art. 4:3, lid 1, aanhef en onder l van het Besluit politiegegevens

college

mandaat

VZ

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

e. Medewerkers team Veiligheid

Z.59

verkorten van de aanmeldingstermijn voor een optocht, het geven van voorschriften en het verbieden van een optocht

art. 2.34, lid 3, art. 2.35 en art. 2.36, lid 1, APV

burgemeester

mandaat

VZ

 
 

Z.60

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een geschiktheidsverklaring voor een pand als prostitutiebedrijf

Bijlage 6 behorend bij de Bouwverordening Amsterdam 2013

college

mandaat

DB

 

a. Stadsdeeldirecteur

b. Afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving

c. Teammanagers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

d. Medewerkers Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Toelichting

Het mandaatbesluit heeft tot doel om de ambtelijke organisatie goed te laten functioneren en om te voorkomen dat het dagelijks bestuur en de voorzitter van het dagelijks bestuur alle gemandateerde en gedelegeerde bevoegdheden, en de bevoegdheden waarvoor zij zijn gevolmachtigd of gemachtigd, uit de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022 in eigen persoon dienen uit te oefenen.

De bevoegdheden van het dagelijks bestuur tot het vaststellen van nadere regels (in het register de bevoegdheden B.5, C.7, C.8, onder 2, en C.9, onder 3, D.1, D.8, D.11, D.13, G.4, G.5 en W.3) en tot het vaststellen van besluiten van algemene strekking (in het register de bevoegdheden C.8, onder 1, C.9, onder 2, C.13, C.15, onder 1, C.19, C.23, C.24, onder 1, C.31, onder 1, D.2, D.3, D.4, D.5, D.6, D.7, D.9, D.10, D.12, E.5, E.9, G.6, X.40, X.41, Z.3 Z.4, onder 1, en Z.5) worden niet gemandateerd, omdat bij deze bevoegdheden politieke afwegingen betrokken zijn en daarom door het dagelijks bestuur zelf worden uitgeoefend. Besluiten van algemene strekking zijn namelijk besluiten die voor iedereen gelden en niet voor één persoon of een beperkte groep burgers. Dat geldt eveneens voor de bevoegdheden van de voorzitter tot het vaststellen van besluiten van algemene strekking (in het register de bevoegdheden X.40, X.41, Y.1, Y.2, Z.1, Z.3, Z.11, Z.12 en Z.15, Z.31 en Z.59), bijvoorbeeld het aanwijzen van plekken waar het verboden is om alcoholhoudende drank te nuttigen (Z.1).

Een uitzondering hierop is bevoegdheid I.1: het nemen van verkeersbesluiten. Dit zijn besluiten als gevolg waarvan verkeersborden kunnen worden geplaatst of bepaalde fysieke maatregelen aan de weg worden getroffen. Deze bevoegdheid is met het oog op efficiëntie aan de directeur Verkeer en Openbare Ruimte en de directeur Stadswerken gemandateerd (en aan de stadsdeeldirecteur).

De bevoegdheden van de voorzitter tot het afgeven van een machtiging tot binnentreden (X.1 en X.2) worden eveneens niet gemandateerd, omdat het uitoefenen van de bevoegdheid in vergaande mate ingrijpt in het privéleven van de burger.

Bij het toebedelen van de mandaten is onderzocht welke werkafspraken en werkprocessen er al bestonden in de ambtelijke organisatie, omdat deze voor vrijwel alle stadsdeelbevoegdheden reeds waren gemaakt ten tijde van de vorige verordening op het bestuurlijk stelsel. Bevoegdheden die op het werkterrein van de ambtelijke organisatie van het stadsdeel liggen worden aan de betreffende functionarissen gemandateerd. Zekerheidshalve is dat voorop (vrijwel) altijd de stadsdeelsecretaris, en (meestal) daarnaast andere functionarissen, zoals afdelingsmanagers, teammanagers en medewerkers binnen de VTH-afdeling. Bevoegdheden die (tevens) op het werkterrein van directies van de stedelijke ambtelijke organisatie liggen worden aan de directeuren van de betreffende directies gemandateerd, welke de bevoegdheden op hun beurt kunnen ondermandateren aan functionarissen binnen hun directie. Dit betreffen bijvoorbeeld de bevoegdheden van de directeur Dienstverlening voor het afhandelen van bepaalde aanvragen welke aan de balie van het stadsdeelkantoor kunnen worden gedaan en bepaalde bevoegdheden van de directeur Stadswerken die enkel bij het Marktbureau van die directie worden uitgeoefend.

De bevoegdheid om te beslissen op bezwaren (bevoegdheid A.12 in het mandatenregister) is niet gemandateerd aan de ambtelijke organisatie. Wel zijn voor de perioden van reces alle leden van het dagelijks bestuur (individueel) gemandateerd om te beslissen op bezwaren, zodat ook in vakantieperioden beslist kan worden op de bezwaren van burgers (afhankelijk van de afspraken daarover tussen de leden van het dagelijks bestuur per periode van reces).

Op het mandaatbesluit zijn de algemene regels ten aanzien van mandaat zoals opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht van toepassing: het dagelijks bestuur en de voorzitter zijn bevoegd om per geval of in het algemeen instructies te geven over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden, de gemandateerde functionarissen geven op verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden, het dagelijks bestuur en de voorzitter blijven bevoegd de gemandateerde bevoegdheden zelf uit te oefenen en zij kunnen een mandaat te allen tijde intrekken.

In het mandaatbesluit is opgenomen dat het dagelijks bestuur en de voorzitter toestaan dat gemandateerde directeuren buiten de ambtelijke organisatie van het stadsdeel de bevoegdheden verder kunnen ondermandateren, zodat zij in een eigen mandaatbesluit voor de ambtelijke organisatie van hun directie kunnen bepalen welke functionarissen daarbinnen worden gemandateerd. De gemandateerde functionarissen binnen de ambtelijke organisatie van een stadsdeel hebben de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat niet nodig, omdat het de bedoeling is dat het dagelijks bestuur en de voorzitter zelf (in dit mandaatbesluit) bepalen welke functionarissen binnen de ambtelijke organisatie van het stadsdeel gemandateerd worden.

In het mandaatbesluit is opgenomen dat er terugwerkende kracht wordt toegekend aan het besluit tot en met 16 maart 2022. Dat is de datum waarop de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022 in werking trad, de vorige Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam werd ingetrokken en daarmee het oude mandaatbesluit van het stadsdeel kwam te vervallen. Op deze wijze wordt het mandaat voor bevoegdheden die functionarissen sinds 16 maart 2022 hebben uitgeoefend voor het stadsdeel juridisch gerepareerd.