Regeling vervalt per 01-07-2024

Subsidieregeling Nationaal Programma Onderwijs extra inzet ondersteuning en zorg 2022

Geldend van 16-12-2023 t/m 30-06-2024

Intitulé

Subsidieregeling Nationaal Programma Onderwijs extra inzet ondersteuning en zorg 2022

Toelichting

Als gevolg van de Covid-19 maatregelen zijn de achterstanden in het onderwijs opgelopen. Met het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) stelt het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap middelen beschikbaar voor herstel en ontwikkeling van het onderwijs tijdens en na Covid-19. De gemeente Den Haag heeft hiervan middelen ontvangen voor haar rol in voorschoolse educatie, primair en voortgezet onderwijs. Het college zet deze middelen in voor het versterken van de zorgstructuur in en om de school en het voorkomen van uitval, brede ontwikkeling en (ondersteunend) personeel. Deze subsidieregeling richt zich op het versterken van de zorgstructuur in en om de school en het voorkomen van uitval. De subsidie voor de activiteit(en) komt terecht bij de scholen waar het versterken van de ondersteunings- en zorgstructuur in en rondom de school noodzakelijk is om achterstanden te reduceren en schooluitval te voorkomen.

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

gelet op:

  • -

    artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,

besluit vast te stellen de navolgende Subsidieregeling middelbaar beroepsonderwijs Den Haag 2022:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

- activiteitenprogramma:

programma van met samenhangende activiteiten en begroting voor de duur van één kalenderjaar, dat onderdeel is van een lopend meerjarenprogramma;

- ASV:

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

- Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

- basisschool:

basisschool als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

- college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

- doelgroepkinderen:

kinderen op de basisschool die volgens de definitie van het CBS een hoog risico op een onderwijsachterstand lopen;

- doelgroeppeuters:

kinderen tussen de 2,5 en 4 jaar die op indicatie van het CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin) in aanmerking komen voor voorschoolse educatie;

- doorgaande lijn:

de overdracht tussen kinderopvang en basisschool met als doel het doelgroepkind een soepele overgang van de voorschoolse educatie naar de vroegschoolse educatie te garanderen;

- gemeentelijk vastgoed:

bebouwde en onbebouwde onroerende zaken in eigendom van of in gebruik door de gemeente Den Haag;

- HEA:

Haagse Educatieve Agenda 2022-2026 “Kiezen voor Kansen”;

- nieuwkomer:

leerlingen die korter dan twee jaar in Nederland zijn, ongeacht het land van herkomst, geen Nederlandse nationaliteit hebben en de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheersen;

- NT2:

Nederlands als tweede taal;

- onderwijsloket:

digitaal loket als bedoeld in artikel 1.1 van de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019;

- onderwijsprofessional:

iemand die zich beroepsmatig met onderwijs bezighoudt zoals een onderwijzer, leraar, leerkracht, docent, onderwijsassistent of schooleider;

- samenwerkingsverband:

samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs of artikel 1 de Wet op het voortgezet onderwijs;

- school:

een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs of artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

- startkwalificatie:

een diploma op havo-, vwo-, of mbo-niveau 2 of hoger;

- thuiszitter:

leerlingen die langer dan vier weken niet ingeschreven staan op een school of niet naar school gaan zonder geldige reden;

- voorschoolse educatie:

voorschoolse educatie voor peuters als bedoeld in artikel 1.1. van de Wet kinderopvang;

- vroegschoolse educatie:

vroegschoolse educatie voor kinderen in groep 1 en 2 en van de basisschool als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

- VVE:

voor- en vroegschoolse educatie;

- voortijdig schoolverlaters:

jongeren van 12 tot 23 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten.

Artikel 1.2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in deze regeling genoemde activiteiten.

Artikel 1.3 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om een subsidie wordt digitaal ingediend via het Onderwijsloket met behulp van het bijbehorend digitaal aanvraagformulier.

  • 2.

    Een aanvraag om een subsidie, ten behoeve van activiteiten die worden uitgevoerd in het jaar 2022, wordt in afwijking van artikel 9, eerste lid van de ASV, ingediend in de periode 1 oktober tot en met 31 oktober 2022.

  • 3.

    Een aanvraag om een subsidie, ten behoeve van activiteiten die worden uitgevoerd in het jaar 2023, wordt in afwijking van artikel 9, eerste lid van de ASV, ingediend in de periode 1 december 2022 tot en met 31 oktober 2023.

Artikel 1.4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de voorbereiding, coördinatie, uitvoering, evaluatie of kwaliteitsverhoging en uitvoering van de activiteiten genoemd in deze regeling.

Artikel 1.5 Verplichtingen

Onverminderd de artikelen 4:37 van de Awb en artikel 12 tot en met 14 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a. de subsidieontvanger werkt mee aan het onderzoek op grond van de door het college aangewezen toezichthouder;

    b. de subsidieontvanger werkt mee aan inhoudelijk onderzoek ten behoeve van monitoring en evaluatie;

    c. de subsidieontvanger stelt, op verzoek van het college, de ervaringen en ontwikkelde producten ter beschikking aan andere scholen of instellingen.

Artikel 1.6 Beslistermijn

Het college beslist, in afwijking van artikel 10, tweede lid, van de ASV, binnen 12 weken na sluiting van de aanvraagtermijn bedoeld in artikel 1.3, tweede en derde lid, nadat de volledige digitale subsidieaanvraag om subsidie is ingediend.

Artikel 1.7 Bevoorschotting

Subsidies worden in één keer bevoorschot met 100% van de verleende subsidie.

Artikel 1.8 Wijze van verantwoorden

In aanvulling op artikel 17, vierde en vijfde lid, van de ASV bevat de subsidieaanvraag tot vaststelling tevens:

  • a. een bestuursverklaring volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model;

    b. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag, waarbij afwijkingen op de hoofdposten van de begroting die groter zijn dan 10% worden toegelicht en (waarbij de BTW zichtbaar is) in de financiële verantwoording.

Hoofdstuk 2 Versterken van zorgstructuur in en om de school en voorkomen van uitval

Paragraaf 2.1 Subsidie versterken van kansen in de wijk

Artikel 2.1.1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie is de opgelopen achterstanden in het onderwijs en de toegenomen kansenongelijkheid door Covid-19 met name voor specifieke doelgroepen en in een aantal achterstandswijken terugdringen middels het versterken van de ondersteunings- en zorgstructuur in en om de school. De subsidie voor de activiteit(en) komt terecht bij de scholen waar het versterken van de ondersteunings- en zorgstructuur in en rondom de school noodzakelijk is om achterstanden te reduceren en schooluitval te voorkomen.

Artikel 2.1.2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op:

  • a. ouderbetrokkenheid, waarbij ingezet wordt om ouders hun kind te ondersteunen en te stimuleren bij het volgen van onderwijs;

    b. effectieve en efficiënte samenwerking in het Multi Disciplinair Overleg door professionals;

    c. preventief werken en het creëren van omstandigheden door professionals in de wijk, waardoor kinderen gelijke kansen hebben;

    d. ondersteuning of zorg ten behoeve van individuele of gezinsproblematiek om optimaal en veilig aan het onderwijs te kunnen deelnemen;

    e. kennis- en leerervaringen op te doen en breed te delen;

    f. evaluatie van de hierboven genoemde activiteiten met daarin de effecten van de resultaten van de activiteiten en de invloed van de activiteiten op kinderen of jongeren, ouders, leerkrachten en andere professionals.

Artikel 2.1.3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een samenwerkingsverband primair onderwijs ten behoeve van in Den Haag gevestigde scholen.

Artikel 2.1.4 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal:

  • a. € 1.350.000 per subsidieaanvraag voor het kalenderjaar 2022 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2. onder a t/m d;

    b. € 21.500 per subsidieaanvraag voor het kalenderjaar 2022 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2. onder e;

    c. € 4.500 per subsidieaanvraag voor het kalenderjaar 2022 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2. onder f;

    d. € 935.000 per subsidieaanvraag voor het kalenderjaar 2023 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2. onder a t/m d;

    e. € 50.000 per subsidieaanvraag voor het kalenderjaar 2023 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2. onder e;

    f. € 10.000 per subsidieaanvraag voor het kalenderjaar 2023 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2. onder f.

Artikel 2.1.5 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.1.2. geldt een subsidieplafond van:

    a. € 1.350.000 voor het kalenderjaar 2022 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2., onder a t/m d;

    b. € 21.500 voor het kalenderjaar 2022 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2., onder e;

    c. € 4.500 voor het kalenderjaar 2022 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2., onder f;

    d. € 935.000 voor het kalenderjaar 2023 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2., onder a t/m d;

    e. € 50.000 voor het kalenderjaar 2023 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2., onder e;

    f. € 10.000 voor het kalenderjaar 2023 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2., onder f.

  • 2.

    Het college kan de hoogte van het subsidieplafond bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 2.1.6 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Indien de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de subsidieaanvraag digitaal is aangevuld.

Paragraaf 2.2 Subsidie Peuterleerplekken plus

Artikel 2.2.1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie is het bieden van Peuterleerplekken plus voor kinderen tussen 2,5 en 4 jaar die meer zorg nodig hebben dan op de reguliere kinder-/ peuteropvangplek geboden kan worden als onderdeel van het gemeentelijk project passende kinderopvang in Den Haag.

Artikel 2.2.2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op continuering van bestaande Peuterleerplekken plus, waarbij ondersteuning en begeleiding aan ouders in de opvoeding of in het te doorlopen zorgtraject wordt geboden, expertise wordt gedeeld over de ontwikkeling van jonge kinderen en samen opgetrokken wordt in de zorg voor het jonge kind met externe organisaties.

Artikel 2.2.3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een samenwerkingsverband primair onderwijs ten behoeve van in Den Haag gevestigde scholen.

Artikel 2.2.4 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie bedraagt maximaal € 130.000 per subsidieaanvraag voor het kalenderjaar 2022.

  • 2.

    Een subsidie bedraagt maximaal € 130.000 per subsidieaanvraag voor het kalenderjaar 2023.

Artikel 2.2.5 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.2.2. geldt een subsidieplafond van € 130.000 voor het kalenderjaar 2022.

  • 2.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.2.2. geldt een subsidieplafond van € 130.000 voor het kalenderjaar 2023.

  • 3.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 2.2.6 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Indien de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de subsidieaanvraag digitaal is aangevuld.

Paragraaf 2.3 Subsidie versterken van kansen voor professionals

Artikel 2.3.1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie is het voorkomen van Covid-19-gerelateerd schoolverzuim en het daarmee verband houdende vroegtijdig schoolverlaten en zorgen dat jongeren een startkwalificatie halen voor een grotere kans op een succesvolle deelname en een duurzame, passende plek op de arbeidsmarkt en in de samenleving. De subsidie voor de activiteit(en) komt terecht bij de scholen waar het versterken van de ondersteunings- en zorgstructuur in en rondom de school noodzakelijk is om achterstanden te reduceren en schooluitval te voorkomen.

Artikel 2.3.2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op:

  • a. het inzetten op een goed pedagogisch klimaat op school;

    b. jongeren die dreigen te verzuimen of licht verzuimen;

    c. interventies voor jongeren bij (dreigend) langdurig verzuim of thuiszitten;

    d. het vroeg signaleren van en interveniëren op verzuim;

    e. effectieve en efficiënte samenwerking in de Jeugdhulp en school;

    f. het vergroten van het welbevinden van jongeren;

    g. kennis- en leerervaringen op te doen en breed te delen;

    h. evaluatie van de hierboven genoemde activiteiten met daarin de effecten van de resultaten van de activiteiten en de invloed van de activiteiten op kinderen of jongeren, ouders, leerkrachten en andere professionals.

Artikel 2.3.3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een samenwerkingsverband primair onderwijs ten behoeve van in Den Haag gevestigde scholen.

Artikel 2.3.4 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal:

  • a. € 770.000 per subsidieaanvraag voor het kalenderjaar 2022 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.3.2., onder a t/m f;

    b. € 21.500 per subsidieaanvraag voor het kalenderjaar 2022 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.3.2., onder g;

    c. € 4.500 per subsidieaanvraag voor het kalenderjaar 2022 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.3.2., onder h;

    d. € 571.000 per subsidieaanvraag voor het kalenderjaar 2023 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.3.2., onder a t/m f;

    e. € 50.000 per subsidieaanvraag voor het kalenderjaar 2023 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.3.2., onder g;

    f. € 10.000 per subsidieaanvraag voor het kalenderjaar 2023 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.3.2., onder h.

Artikel 2.3.5 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.3.2. geldt een subsidieplafond van:

    a. € 770.000 voor het kalenderjaar 2022 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.3.2., onder a t/m f;

    b. € 21.500 voor het kalenderjaar 2022 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.3.2., onder g;

    c. € 4.500 voor het kalenderjaar 2022 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.3.2., onder h;

    d. € 571.000 voor het kalenderjaar 2023 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.3.2., onder a t/m f;

    e. € 50.000 voor het kalenderjaar 2023 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.3.2., onder g;

    f. € 10.000 voor het kalenderjaar 2023 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.3.2., onder h.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 2.3.6 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Indien de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de subsidieaanvraag digitaal is aangevuld.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 3.1 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2022.

  • 2.

    Deze regeling vervalt op 1 juli 2024.

Artikel 3.2 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Nationaal Programma onderwijs extra inzet ondersteuning en zorg 2022.

Den Haag, 27 september 2022

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Ilma Merx

de burgemester,

Jan van Zanen

Ondertekening