Besluit van provinciale staten van Zuid-Holland van 14 december 2022, nr. 7513, tot vaststelling van de Grondwaterheffingsverordening Zuid-Holland 2023

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Besluit van provinciale staten van Zuid-Holland van 14 december 2022, nr. 7513, tot vaststelling van de Grondwaterheffingsverordening Zuid-Holland 2023

Provinciale staten van Zuid-Holland;

Gelezen het voorstel van gedeputeerde staten van 17 oktober 2022, PZH-2022-817255423;

Gelet op de artikelen 13.4b van de Omgevingswet en 220 van de Provinciewet;

Besluiten vast te stellen het volgende besluit:

Grondwaterheffingsverordening Zuid-Holland 2023

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    belastingjaar: kalenderjaar;

  • b.

    een maand: kalendermaand;

  • c.

    een dag: etmaal;

  • d.

    heffingstijdvak: de onder a tot en met c genoemde perioden;

  • e.

    gedeputeerde staten: gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

  • f.

    grondwaterregister: grondwaterregister, als bedoeld in artikel 13.4b, eerste lid, onder c, van de Omgevingswet en artikel 13.5 van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening;

  • g.

    infiltreren van water: water in een bodem brengen, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater;

  • h.

    onttrekken van grondwater: onttrekken van grondwater door middel van een daarvoor bestemde voorziening, bestemd tot het onttrekken van grondwater;

  • i.

    retourneren van water: terugbrengen van onttrokken grondwater in hetzelfde bodempakket als waaruit het onttrokken is, ter voorkoming van negatieve gevolgen van het onttrekken vangrondwater, voor zover het bevoegd gezag dit voorschrijft.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘grondwaterheffing’ wordt bij wijze van provinciale belasting een heffing ingesteld op het onttrekken van grondwater als bedoeld in artikel 13.4b van de Omgevingswet.

  • 2. De heffing geschiedt naar de onttrokken hoeveelheid grondwater per belastingjaar en wordt gemeten in kubieke meters.

  • 3. In aanvulling op het tweede lid wordt, indien grondwater wordt geïnfiltreerd of water wordt geretourneerd, een derde van het aantal geïnfiltreerde of geretourneerde kubieke meters water in mindering gebracht op het aantal kubieke meters onttrokken grondwater.

Artikel 3 Belastingplichtige

Grondwaterheffing wordt geheven van:

  • a.

    de houder van een omgevingsvergunning voor een wateronttrekkingsactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder d, van de Omgevingswet als het gaat om het onttrekken van grondwater door een daarvoor bestemde voorziening, of van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 5.3 of 5.4 van die wet, als het gaat om het onttrekken van grondwater door een daarvoor bestemde voorziening;

  • b.

    degene die voor de onttrekking van grondwater de op grond van de Omgevingswet voorgeschreven melding heeft gedaan;

  • c.

    in andere gevallen dan bedoeld onder a of b: degene voor wie de onttrekking van grondwater plaatsvindt.

Artikel 4 Belastingtijdvak

  • 1. Het belastingtijdvak loopt van 1 januari tot en met 31 december.

  • 2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarief

Het tarief van de grondwaterheffing bedraagt € 0,005 per kubieke meter onttrokken grondwater, zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 2, tweede en derde lid, met inachtneming van de vrijstelling overeenkomstig artikel 8.

Artikel 6 Wijze van Heffing

Belastingen worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke of digitale kennisgeving aan de belastingplichtige.

Artikel 7 Kwijtschelding

Bij de invordering van de grondwaterheffing wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8 Vrijstelling

Vrijgesteld van heffing zijn:

  • a.

    onttrekkingen als bedoeld in artikel 8.3 van het Omgevingsbesluit;

  • b.

    onttrekkingen die een hoeveelheid hebben van minder dan 12.000 kubieke meter per jaar.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de belastingen worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de gedagtekende schriftelijke of digitale kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Nadere regels door het college van gedeputeerde staten

Gedeputeerde staten kunnen nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en de invordering van belastingen.

Artikel 11 Intrekking

De Grondwaterheffingsverordening Zuid-Holland 2020 wordt ingetrokken.

Artikel 12 Overgangsrecht

Voor aanvragen ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening blijft de Grondwaterheffingsverordening Zuid-Holland 2020 zijn werking behouden.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2023 of, indien de Omgevingswet op een tijdstip na 1 januari 2023 in werking treedt, op het tijdstip waarop de Omgevingswet in werking treedt.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023 of, indien de Omgevingswet op een tijdstip na 1 januari 2023 in werking treedt, met ingang van de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Grondwaterheffingsverordening Zuid-Holland 2023.

Ondertekening

Den Haag, 14 december 2022

Provinciale Staten van Zuid-Holland,

griffier,

B.S.M. Sepers

voorzitter,

drs. J. Smit