Regeling vervallen per 01-01-2024

Besluit van de raad van de gemeente Ommen tot vaststelling van de Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting Ommen 2023 (Verordening forensenbelasting Ommen 2023)

Geldend van 30-12-2022 t/m 31-12-2023

Intitulé

Besluit van de raad van de gemeente Ommen tot vaststelling van de Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting Ommen 2023 (Verordening forensenbelasting Ommen 2023)

De raad van de gemeente Ommen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2022 met zaaknummer 413484;

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen van de volgende:

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting Ommen 2023 (Verordening forensenbelasting Ommen 2023).

Artikel 1. Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet;

  • -

    GBLT: het openbaar lichaam GBLT.

Artikel 2. Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam ‘forensenbelasting’ wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3. Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar, waarbinnen het tijdvak valt, is vastgesteld.

  • 2. In geval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de waarde met dien verstande dat indien de gemeubileerde woning deel uitmaakt van een belastingobject dat is gewaardeerd met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken, een vast bedrag in rekening wordt gebracht.

  • 3. De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet.

  • 4. De forensenbelasting bedraagt per jaar voor een in artikel 1 bedoelde gemeubileerde woning en

    • a.

      die deel uitmaakt van een belastingobject waarvan de waarde in het economisch verkeer is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken € 174,-

    • b.

      waarvan de waarde in het economisch verkeer niet is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken, met een waarde in het economisch verkeer en waarvan de waarde in het economisch verkeer:

      • 1.

        minder is dan € 60.000,- € 549,-

      • 2.

        € 60.000,- of meer, maar minder dan € 100.000,- € 742,-

      • 3.

        € 100.000,- of meer, maar minder dan € 140.000,- € 958,-

      • 4.

        € 140.000,- of meer € 1.151,-

Artikel 5. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6. Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld

De belasting is verschuldigd op moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.

Artikel 8. Aanslaggrens

  • 1. De belasting wordt niet geheven, indien het totale belastingbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, minder dan € 5,00 bedraagt.

  • 2. Voor toepassing van het eerste lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen als één aanslag aangemerkt.

Artikel 9. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, lid 1, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen, dan wel op één aanslagbiljet verenigde aanslagen worden betaald in één termijn, die vervalt twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van lid 1 van dit artikel worden belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, betaald in tien maandelijkse termijnen. Als de dagtekening van het aanslagbiljet is gelegen voor of op de 15de van een kalendermaand, vervalt de eerste incassotermijn nog in diezelfde kalendermaand. In alle andere gevallen vervalt de eerste incassotermijn aan het einde van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin de dagtekening van het aanslagbiljet is gelegen.

  • 3. Indien het totaal te betalen bedrag zoals vermeld op het aanslagbiljet € 10,00 of minder bedraagt, wordt dit bedrag in afwijking van lid 2 van dit artikel in één termijn afgeschreven twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 10. Kwijtschelding

Bij de invordering van de forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 12. Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening forensenbelasting 2022’ vastgesteld op 25 november 2021 wordt ingetrokken met ingang van het in het derde lid bedoelde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

  • 4. De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening forensenbelasting 2023’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ommen d.d. 22 december 2022.

De raad voornoemd,

De griffier,

D.M. van der Harst

De voorzitter,

mr. drs. J.M. Vroomen