Subsidieregeling projecten lokale journalistiek

Geldend van 31-12-2022 t/m 14-02-2024

Intitulé

Subsidieregeling projecten lokale journalistiek

Burgemeester en Wethouders van Amersfoort;

overwegende dat het gewenst is deze subsidieregeling projecten lokale journalistiek in te stellen in plaats van de regeling projectsubsidies journalistiek. Zoals vastgesteld op 31-12-2021;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Amersfoort 2019;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening Amersfoort 2019;

  • b.

    commissie: door de gemeente ingestelde, onafhankelijke en externe adviescommissie journalistiek;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort;

  • d.

    de-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L352);

  • e.

    de-minimisverklaring: verklaring als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de de-minimisverordening;

  • f.

    journalistiek project: activiteit op het gebied van journalistiek met een duidelijke begin- en einddatum, dat gericht is op Amersfoort, en resulteert in de oplevering van een journalistiek product;

  • g.

    journalistiek product: informatieve content die via een medium wordt gepubliceerd, dat gericht is op Amersfoort;

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor de realisatie van een journalistiek project of product dat bijdraagt aan de professionalisering en versterking van de journalistiek voor de gemeente Amersfoort. Het project of product dient relevant te zijn voor inwoners van de gemeente Amersfoort en zo mogelijk de regio.

Artikel 3 Indieningstermijn aanvraag

Het college stelt bij afzonderlijk besluit een openstellingsbesluit vast waarin vastligt in welke periode aanvragen kunnen worden ingediend.

Artikel 4 Eisen aan de aanvrager

Subsidie kan enkel aangevraagd worden door een natuurlijk persoon of een rechtspersoon, werkzaam op het gebied van de journalistiek.

Artikel 5 Eisen aan de aanvraag

  • 1. De aanvraag wordt ingediend via het digitale aanmeldformulier op www.amersfoort.nl/subsidies.

  • 2. De aanvraag gaat vergezeld van:

    • a.

      een projectplan van maximaal vier A4 (ongeveer 2000 woorden);

    • b.

      een sluitende begroting op maximaal één A4, met een onderbouwing van de bedragen;

    • c.

      een uittreksel van de Kamer van Koophandel en indien van toepassing de statuten, indien de aanvrager voor het eerst subsidie aanvraagt aan het college of als de gegevens zijn gewijzigd;

    • d.

      een ingevulde de-minimisverklaring;

    • e.

      een biografie van de journalist, het liefst via een link naar de website en/of het LinkedIn-profiel;

    • f.

      een link naar of omschrijving van eerdere producties van de betrokken journalist(en);

    • g.

      een toelichting waar of hoe het project of product wordt getoond of gepubliceerd in Amersfoort.

Artikel 6 Subsidiabele en niet-subsidiabele kosten

  • 1. In aanvulling op artikel 10 van de Asv komen de volgende kosten in aanmerking voor subsidie:,

    • a.

      kosten die direct aan de betreffende productie of het betreffende project zijn toe te rekenen, waaronder;

      • i.

        huur en afschrijvingskosten van materialen en apparatuur;

      • ii.

        personeelskosten, waaronder begrepen kosten voor stagiairs;

      • iii.

        kosten voor de huur van werkruimtes;

      • iv.

        kosten voor materialen.

  • 2. In aanvulling op artikel 10 van de Asv verstrekt het college in ieder geval geen subsidie voor:

    • a.

      kosten ten behoeve van het opstellen van de aanvraag;

    • b.

      kosten die worden gemaakt voordat de aanvraag is ontvangen;

    • c.

      kosten die uit anderen hoofde worden gesubsidieerd;

    • d.

      verrekenbare of compensabele belastingen, heffingen of lasten;

    • e.

      kosten van rente, bankdiensten, financieringen, gerechtelijke procedures, boetes en sancties;

    • f.

      kosten van activiteiten die redelijkerwijs kunnen worden gedekt uit de opbrengsten die met de activiteiten verband houden;

    • g.

      kosten om te voldoen aan wettelijke verplichtingen of aan gangbare minimumkwaliteitseisen;

    • h.

      kosten van reguliere werkzaamheden van de aanvrager;

    • i.

      kosten gemaakt na beëindiging van activiteiten met uitzondering van accountantskosten;

    • j.

      kosten van in natura geleverde diensten en goederen door derden;

    • k.

      kosten van gelieerde rechtspersonen die onderling in rekening worden gebracht;

    • l.

      fooien, geschenken, gratificaties en bonussen;

    • m.

      kosten voor representatie, personeelsactiviteiten, overboekingen, annuleringen en outplacementtrajecten;

    • n.

      kosten betaald aan vrijwilligers, met uitzondering van vergoedingen voor werkelijk gemaakte onkosten.

    • o.

      reis- en verblijfkosten, tenzij die aantoonbaar toe te rekenen zijn aan het project;

    • p.

      aankoop van (audiovisuele) apparatuur;

    • q.

      structurele kosten, zoals maandelijkse huurlasten, telefoonabonnementen;

    • r.

      de kosten voor de uitgave van een boek;

    • s.

      onvoorziene kosten die meer dan 5% van de totale begroting zijn.

Artikel 7 Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie bedraagt ten hoogste 75% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 7.500,- .

  • 2. Andere subsidie verstrekt door of namens het college voor dezelfde activiteit worden in mindering gebracht op deze subsidie.

  • 3. Een subsidie wordt niet verstrekt indien het totaal van de subsidiabele kosten lager is dan € 1.000,-.

Artikel 8 Subsidieplafond

Het college stelt bij afzonderlijk besluit een subsidieplafond vast.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Het college beslist afwijzend op de aanvraag als:

  • a.

    aannemelijk is dat het journalistieke project of product ook zonder subsidie zonder belangrijke vertraging zouden worden gerealiseerd;

  • b.

    het journalistieke project of product in opdracht van een derde wordt uitgevoerd en/of een wervend karakter heeft;

  • c.

    de activiteit is gericht op het voortbrengen van journalistiek product dat de promotie van of reclame voor een product of dienst ten doel heeft;

  • d.

    er sprake is van een journalistiek project of product dat een benefiet- of ledenwervingsdoelstelling heeft;

  • e.

    er sprake is van een journalistiek project of product waarvan de inhoud, waar deze van politieke, religieuze of levensbeschouwelijke aard is, niet objectief en onafhankelijk is;

  • f.

    er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld en/of de gelden niet doelmatig en doeltreffend besteed zullen worden;

  • g.

    voor een inhoudelijk gelijksoortig project drie keer achtereenvolgens door het college subsidie is verleend;

  • h.

    de productie van vakliteratuur betreft;

  • i.

    deze, wat betreft de toetsingscriteria in artikel 10, tweede lid, onder a, , niet op ieder van deze criteria ten minste 5 punten heeft behaald;

  • j.

    het project al heeft plaatsgevonden of voor een belangrijk deel al is opgestart, voordat er subsidie is verleend;

  • k.

    aanvrager geen mondelinge presentatie van zijn aanvraag geeft.

Artikel 10 Wijze van verdeling

  • 1. De tijdig ingediende en volledige aanvragen die voldoen aan de eisen van de Asv en aan artikel 2, 4, 5 en 9 van deze subsidieregeling worden uitgenodigd voor een mondelinge presentatie van de aanvraag aan de commissie.

  • 2. Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college maximaal het genoemde aantal punten toe aan de hand van de volgende verplichte en aanvullende criteria, die zijn uitgewerkt in bijlage 1 bij deze regeling:

    • a.

      Verplichte criteria:

      • i.

        Maatschappelijke relevantie voor Amersfoort en Amersfoorters (maximaal 10 punten)

      • ii.

        Journalistieke kwaliteit (maximaal 10 punten)

      • iii.

        Zakelijke kwaliteit (maximaal 10 punten)

    • b.

      Aanvullende criteria: (maximaal 10 punten, berekend als gemiddelde van de totale score op een of meer van deze criteria)

      • i.

        Lokale en/of regionale samenwerking

      • ii.

        Versterkend karakter

      • iii.

        Bereiken van brede en diverse doelgroepen

  • 3. Voor elk van de verplichte criteria genoemd in het tweede lid zijn maximaal 10 punten te behalen, en voor de aanvullende criteria is maximaal 10 punten te behalen, berekend als het gemiddelde van de score die aan een of meer van de aanvullende criteria is toegekend, waarbij de ontbrekende score voor een aanvullend criterium waarop de aanvraag niet ziet niet in deze berekening wordt betrokken. Elk criterium bestaat uit verschillende onderdelen. De commissie onderbouwt de door haar toegekende scores.

  • 4. Op basis van de totaalscore stelt de commissie een voorstel voor een rangschikking op en adviseert het college gemotiveerd over de aan te brengen rangschikking.

  • 5. Verstrekking van subsidie vindt plaats in de door het college vastgestelde volgorde van rangschikking van aanvragen waarop niet afwijzend is beslist, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 6. Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten verkrijgt en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat de som van de toe te kennen maximale subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgt, dan vindt rangschikking van deze aanvragen plaats aan de hand van de som van het behaalde aantal punten voor de criteria als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder b. i, ii, iii. Indien de som van het behaalde aantal punten op die criteria gelijk is, vindt er een loting plaats om de rangorde te bepalen.

Artikel 11 Bevoorschotting

Subsidies worden voor 100% als voorschot uitgekeerd.

Artikel 12 Verplichtingen

In aanvulling op de verplichtingen op grond van de Asv is de subsidieontvanger verplicht:

  • a.

    de verkregen subsidie ook daadwerkelijk in te zetten voor de uitvoering van de activiteit;

  • b.

    de activiteiten uit te voeren binnen maximaal 12 maanden na ontvangst van de subsidieverlening;

  • c.

    onverwijld melding te maken van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie.

Artikel 13 Beslissing op vaststellingsaanvraag

  • 1. Het college stelt subsidie tot € 2.500,- zonder voorafgaande verlening vast.

  • 2. In afwijking van artikel 19, tweede lid, van de Asv dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling van een subsidie van meer dan €2.500,- binnen drie maanden na uitvoering van de activiteit in via het online E-formulier via de website van de gemeente Amersfoort.

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 1. De Regeling projectsubsidies journalistiek zoals vastgesteld op 1 december 2020 wordt ingetrokken.

  • 2. De Regeling projectsubsidies journalistiek zoals vastgesteld op 1 december 2020 blijft van toepassing op subsidies die op grond van die regeling zijn verleend of vastgesteld.

  • 3. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 4. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling projecten lokale journalistiek.

  • 5. Deze subsidieregeling wordt per 1 januari 2026 ingetrokken.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 20 december 2022.

De secretaris,

De burgemeester,

BIJLAGE 1 TOELICHTING - TOETSINGSCRITERIA

Uw projectplan wordt beoordeeld op de toetsingscriteria genoemd in artikel 10. Elk criterium bestaat uit verschillende onderdelen. Dit betekent niet dat er per onderdeel gescoord wordt, maar dat het criterium als geheel wordt beoordeeld.

Hieronder wordt uitgelegd wat wij verstaan onder deze toetsingscriteria:

  • a.

    Verplichte criteria:

    • i.

      Maatschappelijke relevantie voor Amersfoort en Amersfoorters (maximaal 10 punten)

    • ii.

      Journalistieke kwaliteit (maximaal 10 punten)

    • iii.

      Zakelijke kwaliteit (maximaal 10 punten)

  • b.

    Aanvullende criteria: (maximaal 10 punten, berekend als gemiddelde van de totale score op een of meer van deze criteria)

    • i.

      Lokale en/of regionale samenwerking

    • ii.

      Versterkend karakter

    • iii.

      Bereiken van brede en diverse doelgroepen

a.i Maatschappelijke relevantie voor Amersfoort en Amersfoorters.

  • -

    De inhoud is maatschappelijk relevant voor Amersfoorters;

  • -

    De inhoud moet een actualiteitswaarde hebben, een bijdrage leveren aan een actueel, cultureel, maatschappelijk of politiek debat;

  • -

    In geval van een geschiedkundige product of project komt alleen recente geschiedschrijving met betekenis voor het heden in aanmerking voor subsidie;

a.iiJournalistieke kwaliteit

  • -

    Uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager of uitvoerder(s) van het project beschikt over de vaardigheid en het inzicht om kwalitatief hoogstaand werk te maken;

  • -

    Uit de aanvraag blijkt een heldere visie van de maker(s)

  • -

    In de aanvraag is duidelijk gemaakt wat de journalistieke (onderzoeks)vraag is, hoe antwoord daarop wordt gevonden en waarom het project relevant is voor de beoogde doelgroep

  • -

    In de aanvraag is duidelijk gemaakt dat het project of product onafhankelijk en journalistiek objectief is.

a.iii Zakelijke kwaliteit

  • -

    Begroting: kwaliteit van de financiële onderbouwing, realistische kosten en inkomsten, het gevraagde bedrag staat in verhouding tot het te verwachte resultaat en bereik.

  • -

    Mate waarin andere financieringsbronnen worden aangewend (o.a. bijdrage fondsen en bedrijven en commerciële inkomsten).

  • -

    Realistisch budget en aandacht voor publiciteit & promotie.

  • -

    Mate waarin de betrokken professionals worden bekostigd voor hun diensten/werk.

b.i Lokale en/of regionale samenwerking

  • -

    lokale samenwerking met o.a. lokale of regionale mediapartijen, bibliotheken, scholen en culturele organisaties, etc.

  • -

    voldoende verschillende bronnen aan het woord laten komen

b.ii Versterkend karakter

  • -

    Mate waarin een project of product van toegevoegde waarde is op het bestaande media-aanbod in Amersfoort.

  • -

    Mate waarin nieuwe toepassingen gebruikt worden waarmee het media-aanbod in Amersfoort wordt versterkt.

b.iii Bereik van een brede en diverse doelgroep

  • -

    Mate waarin de productie/het project is gericht op het bereiken van een breed en divers publiek in Amersfoort.

  • -

    Mate waarin het project of product gericht is op jongeren van 16 tot en met 25 jaar.

  • -

    Mate waarin het project bijdraagt aan publieke toegankelijkheid (van iedereen, voor iedereen, door iedereen)

  • -

    Mate van het bereiken van een nieuwe doelgroep die niet/nauwelijks gebruik maken van het bestaande media-aanbod in Amersfoort.

  • -

    Als de productie over een specialistisch onderwerp gaat, dient het ook voor anderen dan alleen geïnteresseerden/betrokkenen interessant te zijn;

De punten worden gebaseerd op de volgende rapportcijfers:

1: zeer slecht

2: slecht

3: zeer onvoldoende

4: onvoldoende

5: twijfelachtig

6: voldoende

7: ruim voldoende

8: goed

9: zeer goed

10: uitmuntend

Toelichting subsidieregeling

Inleiding

Deze regeling betreft een projectsubsidieregeling zoals bedoeld in de Asv.

Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor de realisatie van een journalistiek project of product dat bijdraagt aan de professionalisering en versterking van de journalistiek voor de gemeente Amersfoort. Het project of product dient relevant te zijn voor inwoners van de gemeente Amersfoort en zo mogelijk de regio.

Staatssteuntoets

Er is sprake van staatssteun als aan de vijf cumulatieve criteria van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is voldaan. Voor wat betreft de subsidies op grond van deze regeling kan niet worden uitgesloten dat aan al deze vijf criteria wordt voldaan. Toch is er bij subsidie op grond van deze regeling geen sprake van ongeoorloofde staatssteun, omdat subsidie op grond van deze regeling alleen wordt verleend indien aan de voorwaarden van Verordening (EU) van de Europese Commissie met nr. 1407/2013 van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (de de-minimisverordening) wordt voldaan. De subsidie kan dan het handelsverkeer tussen de lidstaten niet ongunstig beïnvloeden en de mededinging niet vervalsen of dreigen te vervalsen omdat het om een beperkt bedrag gaat (maximaal € 200.000 in een periode van drie jaar).

Bij subsidies op grond van deze regeling wordt aan de voorwaarden van de de-minimisverordening voldaan, omdat er geen subsidies worden verstrekt boven de € 200.000 en de aanvrager voor verlening een de-minimisverklaring als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de de-minimisverordening, moet indienen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2, Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Alleen de activiteiten die in dit artikel zijn benoemd komen voor subsidiëring in aanmerking. Aanvragen die op andere activiteiten zien komen niet voor subsidie in aanmerking en worden afgewezen.

Artikel 3, Indieningstermijn

Het college stelt bij afzonderlijk besluit een openstellingsbesluit vast, waarin vastligt in welke periode aanvragen kunnen worden ingediend. In principe wordt er uitgegaan van twee aanvraagrondes per jaar.

Het college kan besluiten het aantal rondes te wijzigen.

Artikel 4, Eisen aan de aanvrager

Een natuurlijk persoon kan een aanvraag doen, indien de aanvrager een zelfstandig werkend journalist is.

Artikel 5 Eisen aan de aanvraag

In het tweede lid, onder b, van dit artikel staat het vereiste dat een sluitende begroting bij de aanvraag wordt gevoegd. In een ‘sluitende begroting’ zijn de totale inkomsten gelijk aan de totale uitgaven. Daarnaast bestaat een begroting van het project uit een raming van de lasten, zonder opname van een post onvoorzien, en van de baten, zoals publieksinkomsten, de aangevraagde subsidie en eventuele andere subsidies en sponsoring. Daarbij worden de instanties of organisaties vermeld, waar subsidie is aangevraagd of waar een sponsorbijdrage wordt verwacht of is gekregen. De sluitende begroting moet op maximaal één A4 staan. Dit is exclusief de onderbouwing van de bedragen in de begroting.

Op grond van het tweede lid onder c moeten een uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel bij de aanvraag worden gevoegd, en indien de aanvraag wordt gedaan door een rechtspersoon ook de statuten. Onder ‘voor het eerst subsidie aanvragen aan het college’ wordt verstaan als men een eerste subsidieaanvraag doet binnen deze subsidieregeling van Amersfoort.

Artikel 6, Subsidiabele en niet-subsidiabele kosten

Alleen de kosten die in het eerste lid van artikel 6 zijn opgesomd, zijn subsidiabel. Voor al deze kostensoorten geldt dat alleen de kosten die direct aan de subsidiabele activiteit zijn toe te rekenen in aanmerking komen voor subsidiëring. Bijvoorbeeld personeelskosten zijn alleen subsidiabel voor zover dit personeel daadwerkelijk aan het project heeft gewerkt, en kosten voor de huur van werkruimtes komen alleen voor subsidie in aanmerking voor zover deze aan het project zijn toe te rekenen. De kosten die in het tweede lid van artikel 6 zijn genoemd, zijn niet subsidiabel.

Voor de duidelijkheid staan in het tweede lid van artikel 6 enkele kostenposten opgesomd die niet subsidiabel zijn. Dit overzicht is niet uitputtend, en dat is ook niet noodzakelijk: als kosten niet onder de kosten genoemd in artikel 6, eerste lid, vallen, dan geldt sowieso dat deze niet subsidiabel zijn. Deze kosten kunnen er wel zijn en moeten in dat geval ook in de begroting worden genoemd, maar moeten op een andere wijze gefinancierd worden.

Artikel 7, Hoogte subsidie

Lid 1:

De subsidie die op grond van deze subsidieregeling wordt verstrekt kan maximaal 75% bedragen van de totale subsidiabele kosten. Als 75% van de totale voor subsidie in aanmerking komende kosten tot een hoger bedrag leidt dan € 7.500,-, dan wordt toch maximaal € 7.500,- aan subsidie verleend.

Lid 2: Het college verstrekt subsidie op grond van een groot aantal verschillende regelingen. Het is niet uit te sluiten dat ook andere subsidies verstrekt worden voor het journalistieke project of journalistieke product waarvoor het college onder deze subsidieregeling subsidie verstrekt. In dat geval moeten die andere subsidies in mindering gebracht worden op de subsidie die op grond van de onderhavige subsidieregeling worden verstrekt.

De totale gemeentelijke subsidie bedraagt maximaal 75% van de voor subsidie in aanmerking komende kosten van het project; zowel op begrotingsbasis als bij verantwoording. De aanvrager moet dus minimaal 25% van de kosten dekken door overige middelen. Indien bij de verantwoording blijkt dat deze norm niet is gehaald, kan een evenredig bedrag teruggevorderd worden.

Artikel 8, Subsidieplafond

Lid 1: per openstellingsronde stelt het college het subsidieplafond van die ronde vast. Nadat het college hierover heeft besloten, wordt het subsidieplafondbesluit en het openstellingsbesluit bekend gemaakt op overheid.nl en gepubliceerd in het Gemeenteblad. Op de social media kanalen van de gemeente Amersfoort wordt kenbaar gemaakt wanneer de subsidieregeling wordt opengesteld en de aanvragen ingediend kunnen worden.

Artikel 9 Weigeringsgronden

sub i:

Het project moet op de verplichte criteria minimaal een 6 scoren, anders wordt de aanvraag afgewezen.

sub j:

De subsidie-aanvraag wordt afgewezen als het project waarvoor de aanvraag wordt ingediend al heeft plaatsgevonden voordat er subsidie is verleend. Een aanvraag wordt ook afgewezen als het al voor een belangrijk deel is opgestart voordat er subsidie is verleend. Bijvoorbeeld als er al een betaling heeft plaats gevonden aan een locatie. Voorbereidingen voor een project, zoals het maken van een planning en inventariseren van locaties, vallen hier niet onder.

sub g:

met (inhoudelijk) gelijksoortig projecten worden projecten bedoeld die in de hoofdlijnen overeenkomen.

Artikel 10, Wijze van verdeling

De tijdig ingediende en volledige aanvragen die voldoen aan de eisen van de Asv en aan artikel 4, 5 en 9 van deze subsidieregeling worden uitgenodigd voor een mondelinge presentatie van de aanvraag aan de commissie journalistiek.

De mondelinge presentatie duurt maximaal 5 minuten. Daarna is er 10 minuten tijd voor vragen vanuit de commissie journalistiek. Tijdens de mondelinge presentatie vertel je waarom jouw plan subsidie zou moeten krijgen, hierin mag geen nieuwe informatie worden aangediend. De commissie zal aan de hand van de pitch verdiepende en inhoudelijke vragen stellen over het plan.

lid 3:

Per verplicht criterium zijn er 10 punten te behalen. Voor de aanvullende criteria wordt de score berekend door het gemiddelde te nemen van de score op deze aanvullende criteria, waarbij een criterium waar de aanvraag niet op ziet en er dus niet op gescoord is, niet wordt meegenomen in de berekening van dat gemiddelde.

Elk criterium bestaat uit verschillende onderdelen. Dit betekent niet dat er per onderdeel gescoord wordt, maar dat het criterium als geheel wordt beoordeeld.

Voor de “aanvullende criteria” geldt dat het projectplan niet op alle onderdelen hoeft te scoren, maar kan ook op een van de onderdelen uitblinken en zo hoog scoren. Het is daarbij belangrijk om aan te geven in de aanvraag op welke aanvullende criteria de aanvraag beoordeeld moet worden.

Artikel 11 Bevoorschotting

Bij verlening van de subsidie krijgt het project 100% van de toegekende subsidie uitbetaald. Na indiening van de financiële en inhoudelijke verantwoording bij uitvoering van het project wordt dit bedrag vastgesteld.

Artikel 12 Verplichtingen

Indien de aanvrager niet voldoet aan de verplichtingen kan dit leiden tot een lagere vaststelling en terugvordering.

sub a:

indien de activiteit om welke reden dan ook niet uitgevoerd kan worden, dient de aanvrager de gemeente hier zo snel mogelijk van op de hoogte te stellen. In overleg met de aanvrager wordt gekeken op welke manier de activiteit wel kan plaats vinden om zo aan de verplichting te voldoen.

sub b:

uit de planning bij het plan blijkt dat het project binnen 12 maanden afgerond is.

sub c:

de aanvrager dient minimaal 40% van de totale kosten te dekken door overige middelen. Indien bij de verantwoording blijkt dat deze norm niet is gehaald, kan een evenredig bedrag teruggevorderd worden.

Artikel 13, Beslissing op vaststellingsaanvraag

lid 2:

Een aanvraag tot vaststelling via het online E-formulier van de website van de gemeente Amersfoort.

houdt in dat er een ondertekende aanbiedingsbrief met een inhoudelijk- en financieel verslag van het project wordt ingediend. De ondertekende aanbiedingsbrief wordt gericht aan het college. Het inhoudelijk verslag is een beknopte beschrijving van de uitvoering van de gerealiseerde activiteiten. Uit deze beschrijving moet blijken of en in hoeverre aan de subsidievoorwaarden is voldaan. In het financiële verslag staat een overzicht van de inkomsten en uitgaven die aansluiten bij de posten in de begroting naast de werkelijk gemaakte kosten. En een toelichting indien dit afwijkt.