Regeling vervallen per 01-01-2027

Subsidieregeling Amateurkunst huursuppletie Amersfoort

Geldend van 01-01-2023 t/m 31-12-2026

Intitulé

Subsidieregeling Amateurkunst huursuppletie Amersfoort

Burgemeester en wethouders van Amersfoort,

gelezen de nota Cultuurvisie Amersfoort 2030, d.d. 10 oktober 2017;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2019;

overwegende dat de kosten van de huur van een zaal voor een voorstelling een hoge drempel opwerpen voor organisaties voor amateurs op het gebied van kunst en cultuur;

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren op het terrein van amateurkunst die bijdragen aan een bloeiend en kwalitatief cultureel klimaat in Amersfoort met een gevarieerd aanbod voor haar inwoners;

besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    amateurkunst: kunstbeoefening in de vrije tijd, buiten het kader van onderwijs of maatschappelijke ondersteuning en anders dan beroepsmatig, waarbij inkomsten enkel worden aangewend voor de amateurkunstactiviteiten;

  • b.

    Asv: Algemene subsidieverordening Amersfoort 2019;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;

  • d.

    Fair Practice Code: gedragscode voor ondernemen en werken in kunst, cultuur en creatieve industrie, te raadplegen via https://www.fairpracticecode.nl;

  • e.

    voorstelling: een productie met één of meer uitvoeringen.

Artikel 2 Uitvoerder van de subsidieregeling

De directeur-bestuurder van de stichting Scholen in de Kunst is door het college gemandateerd om te besluiten op grond van deze subsidieregeling.

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor de kosten van de huur van zaalruimte in de gemeente Amersfoort ten behoeve van een voor het publiek toegankelijke voorstelling door beoefenaars van amateurkunst.

Artikel 4 Indieningstermijn aanvraag

Het college stelt bij afzonderlijk besluit een openstellingsbesluit vast waarin vastligt in welke periode aanvragen kunnen worden ingediend.

Artikel 5 Eisen aan de aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een rechtspersoon zonder winstoogmerk, waarvan in de statuten de beoefening van amateurkunst als doel is opgenomen.

Artikel 6 Eisen aan de aanvraag

  • 1. In afwijking van artikel 9, derde lid, van de Asv verstrekt het college slechts subsidie als bij de aanvraag is gevoegd:

    • a.

      Een beschrijving van de voorstelling die in de zaal zal worden uitgevoerd;

    • b.

      Een offerte voor de huur van de zaal waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, waaruit blijkt:

      • i.

        de identiteit van de verhuurder van de zaal;

      • ii.

        de locatie van de zaal;

      • iii.

        op welke datum of data de zaal wordt gehuurd;

      • iv.

        het huurbedrag exclusief btw.

    • c.

      een sluitende begroting voor de voorstelling, waaruit in ieder geval blijkt op welke wijze de totale huursom voor de zaal wordt gefinancierd.

    • d.

      de geldende statuten.

  • 2. Een aanvraag wordt ingediend op het door het college vastgesteld aanvraagformulier, vindbaar op https://www.amersfoort.nl/huursuppletieregeling-voor-amateurkunst.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Uitsluitend de kosten voor de huur van de zaal, exclusief btw, komen voor subsidie in aanmerking.

Artikel 8 Hoogte subsidie

De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen, met een maximum van € 2.000,-.

Artikel 9 Subsidieplafond

  • 1. Het college stelt jaarlijks bij afzonderlijk besluit een subsidieplafond vast.

  • 2. Het college kan een subsidieplafond verlagen als:

    • a.

      het plafond wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd, en;

    • b.

      de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

  • 3. Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 4. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

Artikel 10 Weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 12, eerste lid, onderdeel f, van de Asv kan het college afwijzend op de aanvraag beslissen als:

  • a.

    de zaal ten behoeve waarvan subsidie wordt aangevraagd niet geschikt is voor de voor het publiek toegankelijke voorstelling door beoefenaars van amateurkunst;

  • b.

    uit de begroting voor de voorstelling ten behoeve waarvan de aanvrager de zaal wenst te huren onvoldoende blijkt dat de aanvrager de totale huursom kan voldoen;

  • c.

    de hoogte van de huursom niet in overeenstemming is met de Fair Practice Code;

  • d.

    door verstrekking van subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden en de aanvraag daardoor slechts gedeeltelijk zou kunnen worden gehonoreerd;

  • e.

    als de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien, die in strijd zijn met het algemeen belang of de openbare orde;

  • f.

    als aannemelijk is dat de activiteiten ook zonder subsidie zonder belangrijke vertraging zouden worden uitgevoerd.

  • g.

    de voorstelling ten behoeve waarvan de subsidieaanvrager een zaal huurt niet voor het algemene publiek toegankelijk is, waarbij het de aanvrager is toegestaan een toegangsprijs te vragen voor het bijwonen van de voorstelling;

  • h.

    de aanvrager een winstoogmerk heeft met de activiteit, de activiteit primair een commercieel belang dient of primair een wervend karakter heeft;

  • i.

    indien de aanvrager met de activiteit ledenwerving of fondsenwerving nastreeft;

  • j.

    indien sprake is van een activiteit van politieke, religieuze of levensbeschouwelijke aard;

  • k.

    indien het project bepaalde doelgroepen uitsluit;

  • l.

    indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld of de gelden niet doelmatig en doeltreffend besteed zullen worden;

  • m.

    niet aan de in deze subsidieregeling gestelde eisen en voorwaarden wordt voldaan.

Artikel 11 Wijze van verdeling

  • 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Als de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 3. Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag is ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

Artikel 12 Verplichtingen

In aanvulling op de verplichtingen op grond van de Asv gelden de volgende verplichtingen:

  • a.

    de subsidieontvanger voert de activiteiten op zodanige wijze uit dat de subsidie op doelmatige wijze wordt gebruikt voor de doeleinden waarvoor deze is verstrekt;

  • b.

    de subsidieontvanger voert de activiteit niet uit indien voor de activiteit geen vergunning is verleend, indien voor de activiteit een vergunning is vereist;

  • c.

    de subsidieontvanger meldt onverwijld schriftelijk aan het college indien aannemelijk is dat de kosten waarvoor subsidie is verleend ten minste 25% lager zullen zijn dan het in de verleningsbeschikking genoemde bedrag.

Artikel 13 Vaststellingsaanvraag

In afwijking van artikel 19a van de Asv overlegt de subsidieontvanger bij de aanvraag tot vaststelling:

  • a.

    een inhoudelijk verslag van de voorstelling waarvoor de zaal is gehuurd;

  • b.

    de factuur van de huursom waarvoor de subsidie is verstrekt, met daarbij een bewijs van betaling van de gehele huursom.

Artikel 14 Vaststelling

Indien de activiteiten zijn verricht en volledig is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen, stelt het college de subsidie vast op 50% van de daadwerkelijk betaalde huursom, exclusief btw, tot het hoogste het in de verleningsbeschikking genoemde bedrag.

Artikel 15 Slotbepalingen

  • 1. De Huursuppletieregeling voor amateurkunstverenigingen 2013, op 8 augustus 2013 in werking getreden, wordt ingetrokken.

  • 2. De Huursuppletieregeling voor amateurkunstverenigingen 2013, op 8 augustus 2013 in werking getreden, blijft van toepassing op subsidies die op grond van die subsidieregeling zijn aangevraagd, verleend of vastgesteld.

  • 3. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2023.

  • 4. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Amateurkunst huursuppletie Amersfoort.

  • 5. Deze subsidieregeling wordt ingetrokken per 1 januari 2027.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 20 december 2022.

De secretaris,

De burgemeester,

Toelichting subsidieregeling

Inleiding

Deze regeling betreft een projectsubsidieregeling zoals bedoeld in de Asv. De Subsidieregeling Amateurkunst huursuppletie Amersfoort vervangt de oude Huursuppletieregeling voor amateurkunstverenigingen 2013. De Huursuppletieregeling voor amateurkunstverenigingen 2013 wordt ingetrokken. De Huursuppletieregeling voor amateurkunstverenigingen 2013 blijft van toepassing op subsidies die op grond van die subsidieregeling zijn verleend of vastgesteld

Met de Subsidieregeling Amateurkunst huursuppletie Amersfoort wenst de gemeente Amersfoort de ontwikkeling van amateurkunst te stimuleren en ondersteunen binnen de gemeente Amersfoort. Door kosten van huur van zaalruimte te subsidiëren stelt de gemeente Amersfoort amateurkunstorganisaties in staat om hun voorstellingen te realiseren.

De Huursuppletieregeling voor amateurkunstverenigingen 2013 was toe aan herijking en verduidelijking op een aantal punten. Een belangrijke wens achter de nieuwe regeling is om breder gebruik mogelijk te maken van de zaalruimte in Amersfoort, dan alleen de zaalruimte in de Flint. In de nieuwe Subsidieregeling Amateurkunst huursuppletie Amersfoort wordt aan deze wens tegemoet gekomen. Daarnaast is de opzet van de subsidiereling meer in overeenstemming gebracht met de andere subsidieregelingen van de gemeente Amersfoort. Tevens is de kring van aanvragers verbreed in de nieuwe regeling, waarbij nu ook stichtingen een aanvraag kunnen indienen. Dit is een wijziging ten opzichte van de voorheen geldende Huursuppletieregeling amateurkunst 2013, op grond waarvan alleen verenigingen konden aanvragen. Verder geeft de nieuwe Subsidieregeling meer duidelijkheid over de wijze van verdeling. In de nieuwe regeling wordt het beschikbare bedrag voor de subsidies verdeeld op volgorde van binnenkomst van complete aanvragen.

Staatssteuntoets

De subsidie, bedoeld in artikel 3, bevat geen staatssteun.

Van staatssteun is sprake wanneer voldaan is aan alle criteria uit artikel 107 van het Verdrag inzake de Werking van de Europese Unie (hierna: VWEU). Wanneer er sprake is van staatssteun, moet deze in beginsel ter goedkeuring gemeld worden bij de Europese Commissie.

De criteria uit artikel 107 van het VWEU zijn:

  • a)

    Is er sprake van een onderneming die een economische activiteit uitvoert?

  • b)

    Is de steun met staatsmiddelen bekostigd?

  • c)

    Verschaft de steun een economisch voordeel dat niet via de normale commerciële weg verkregen zou zijn?

  • d)

    Is de maatregel selectief: geldt deze voor één onderneming of een specifiek sector of regio?

  • e)

    Kan de steun de mededinging vervalsen of leiden tot een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer in de EU?

De subsidie uit de onderhavige regeling voldoet niet aan het hierboven genoemde laatste criterium onder e. De Europese Commissie en het Hof van Justitie van de Europese Unie geven een zeer ruime uitleg aan dit criterium. Ook als het gaat om kleine bedragen of kleine ondernemingen kan er nog steeds sprake zijn van vervalsing van de mededinging en een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer. Dat is slechts anders als de steun alleen een zuiver lokaal effect heeft. In dat geval is er niet aan dit vijfde criterium voldaan.

De Europese Commissie neemt daarvoor drie aspecten in acht:

  • De vestiging van ondernemingen uit andere lidstaten wordt niet belemmerd door de steun;

  • Er is sprake van een puur lokaal effect of alleen een aantrekkingskracht in een bepaalde regio van deze activiteit;

  • De markt en de consumenten in andere lidstaten voelen slechts een marginaal effect van de steun.

Voor culturele activiteiten neemt de Europese Commissie aan dat er geen grensoverschrijdend effect is als de activiteit waarvoor steun wordt verstrekt gericht is op de lokale bevolking en als het niet waarschijnlijk is dat toeristen uit andere lidstaten er speciaal voor zouden afreizen. Daarnaast acht de Europese Commissie ook de hoogte van het steunbedrag, de taal waarin de activiteiten plaatsvinden, het soort activiteiten en het soort ondernemingen dat voor steun in aanmerking komt en de hoeveelheid bezoekers van belang.

De activiteiten waarvoor op grond van deze subsidieregeling subsidie kan worden verstrekt zijn gericht op de lokale bevolking en het is niet waarschijnlijk dat toeristen uit andere lidstaten er speciaal voor zouden afreizen. Voorts is het steunbedrag per activiteit en per subsidieontvanger zeer beperkt, zal vanwege de aard van de activiteiten de taal waarin de activiteit wordt uitgevoerd voor het overgrote deel het Nederlands zijn, en komen alleen natuurlijke personen en verenigingen en stichtingen voor subsidie in aanmerking, waarbij geldt dat verenigingen en stichtingen naar hun aard geen winstoogmerk hebben. Dit leidt tot de conclusie dat de subsidieregeling de mededinging niet kan vervalsen en niet leidt tot een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer. Dat betekent dat er bij het verstrekken van deze subsidie geen sprake is van staatssteun.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Amateurkunstvereniging: Met amateurkunstverenigingen worden alleen verenigingen bedoeld die rechtspersoonlijkheid hebben, om hiermee onderscheid te maken met informele verenigingen. Dit is nodig omdat alleen verenigingen met rechtspersoonlijkheid door een notaris zijn opgericht en rechtsgeldige statuten kennen. Op grond van de statuten wordt bepaald of een vereniging een amateurkunstvereniging is. In dat geval is de beoefening van amateurkunst als doel opgenomen in de statuten.

Asv: De Asv is in de subsidieregeling gedefinieerd, omdat die ook van toepassing is op de subsidies die op grond van deze subsidieregeling worden verstrekt. Dat is slechts anders indien met deze subsidieregeling wordt afgeweken van de Asv. Voor een volledig overzicht van alle gemeentelijke bepalingen die gelden voor een op grond van deze subsidieregeling verstrekte subsidie is het noodzakelijk om ook naar de Asv te kijken.

Fair Practice Code: Deze code is een gedragscode voor ondernemen en werken in de kunst, cultuur en creatieve industrie. De code biedt een handreiking voor hoe de sector samen tot een toekomstbestendige arbeidsmarkt en beroepspraktijk komt. Hoewel amateurkunstorganisaties zich niet vanuit hun beroep of bedrijf in deze branches begeven, kan de Fair Practice Code ook op hen betrekking hebben. Bijvoorbeeld wanneer zij expertise inhuren of zaalruimte huren.

Voorstelling: met een voorstelling wordt één productie bedoeld. Eén voorstelling kan dus meerdere opvoeringen kennen.

Artikel 2 Uitvoerder van de subsidieregeling

De voorzitter van de stichting Scholen in de Kunst is bij het Bevoegdhedenbesluit gemeente Amersfoort 2018 gemandateerd om deze subsidieregeling uit te voeren. Dat houdt in dat de voorzitter van de stichting Scholen in de Kunst namens het college mag besluiten over aanvragen. Daar waar in de regeling ‘het college’ staat kan voor de uitleg van deze regeling ook de voorzitter van de stichting Scholen in de Kunst gelezen worden.

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie wordt verstrekt voor de kosten van de huur van zaalruimte ten behoeve van een voorstelling. De zaalruimte moet in de gemeente Amersfoort liggen. Omdat een voorstelling meerdere opvoeringsmomenten kan hebben, kan de zaalhuur ook meerdere dagen beslaan. De voorstelling moet wel steeds toegankelijk zijn voor het algemene publiek. Dat houdt in dat de voorstelling ook bezocht moet kunnen worden door anderen dan de naasten van de amateurkunstenaars. Het is de amateurkunstorganisatie wel toegestaan om een entreeprijs te heffen.

Artikel 4 Indieningstermijn aanvraag

Het college neemt een afzonderlijk besluit over de periodes waarbinnen een aanvraag om subsidie kan worden gedaan.

Artikel 5 Eisen aan de aanvrager

De subsidie kan worden aangevraagd door rechtspersonen zonder winstoogmerk, die in de statuten de beoefening van amateurkunst als doel hebben. In de praktijk zullen dit met name amateurkunstverenigingen en amateurkunststichtingen zijn. Dit is een wijziging ten opzichte van de voorheen geldende Huursuppletieregeling amateurkunst 2013, op grond waarvan alleen verenigingen konden aanvragen.

Artikel 6 Eisen aan de aanvraag

Bij de aanvraag moet een beschrijving worden aangeleverd van de voorstelling die uitgevoerd zal gaan worden in de te huren zaal. Ook moet een offerte worden aangeleverd voor de huur van de zaal, waaruit de onder b genoemde aspecten blijkt. Aan de hand daarvan beoordeeld het college, of namens die de directeur van de stichting Scholen in de Kunst, of de zaal geschikt is voor de voor het publiek toegankelijke voorstelling.

Op grond van dit artikel, onder c, moet tevens de begroting voor de voorstelling worden overgelegd, zodat beoordeeld kan worden of de aanvrager in staat zal zijn om de gehele huursom te voldoen. De subsidieontvanger moet de huursom immers volledig kunnen betalen, omdat de subsidie achteraf wordt uitbetaald.

Een aanvrager moet bij de aanvraag tevens de statuten overleggen, zodat beoordeeld kan worden of de aanvrager een voldoet aan artikel 5.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Op grond van artikel 10, eerste lid, van de Asv wordt subsidie uitsluitend verstrekt in verband met kosten die doelmatig zijn, redelijkerwijs nodig zijn voor het uitvoeren van de subsidiabele activiteiten, en rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de uitvoering van de subsidiabele activiteiten. Omdat de Asv ook geldt voor de subsidies die op grond van deze regeling worden verstrekt, geldt deze bepaling ook.

In het tweede lid zijn kosten opgenomen die niet voor subsidie in aanmerking komen.

Artikel 8 Hoogte subsidie

De subsidie is een tegemoetkoming in de huurkosten. Dat betekent dat niet de gehele huursom voor subsidie in aanmerking komt. Er wordt maximaal 50% van de kale huursom gesubsidieerd, dus de huursom exclusief btw. Tevens geldt er een maximum van € 2.000,- voor de subsidie. Dat houdt in dat bij een kale huursom van meer dan € 4.000,- toch niet meer dan € 2.000,- worst verstrekt.

Het subsidiebedrag wordt bij de vaststelling betaald.

Artikel 9 Subsidieplafond

Het subsidieplafond is het maximale bedrag dat in totaal beschikbaar is voor alle subsidies die op grond van deze subsidieregeling verleend worden.

Het college neemt het beschikbare budget op in een openstellings- en plafondbesluit.

In het tweede en het derde lid is geregeld dat als het college een subsidieplafond heeft vastgesteld voordat dit geld op de gemeentelijke begroting beschikbaar is gesteld, of als er al aanvragen zijn ingediend voor dat moment, het subsidieplafond alsnog verlaagd kan worden, maar dat daar wel op gewezen moet worden bij het bekendmaking van het plafond. Dit wordt gedaan in het openstellings- en plafondbesluit.

In het vierde lid is geregeld dat als een subsidie wordt verleend terwijl het subsidieplafond nog verlaagd kan worden, dat betekent dat ook die subsidieverlening nog verlaagd kan worden. Dit wordt in de verleningsbeschikking medegedeeld.

Artikel 10 Weigeringsgronden

Naast de gronden opgenomen in de Asv worden subsidieaanvragen die voldoen aan één van de hier opgesomde redenen afgewezen.

Met de weigeringsgrond onder a wordt voorkomen dat subsidie moet worden verstrekt voor de huur van een zaal die niet geschikt is voor het opvoeren van een voorstelling zoals in deze regeling bedoeld.

Met de weigeringsgrond onder b wordt voorkomen dat subsidie wordt verstrekt voor de huur van een zaak die de subsidieaanvrager ook met de subsidie niet zal kunnen voldoen. Dat is te meer van belang omdat deze subsidie niet bevoorschot wordt.

De gemeente vindt de naleving van de Fair Practice Code belangrijk. Met de weigeringsgrond onder c wordt gewaarborgd dat de subsidieontvanger een eerlijke prijs betaalt voor de huur van de zaal.

Met de weigeringsgrond onder d wordt voorkomen dat een aanvraag slechts voor een gedeelte gehonoreerd kan worden. Het college gaat er van uit dat alleen subsidie wordt aangevraagd als dat noodzakelijk is.

De weigeringsgronden onder e, g, h, i, j en k zijn opgenomen omdat het college niet wenst projecten met een dergelijke inhoud of oogmerk te subsidiëren.

De weigeringsgrond onder f is opgenomen omdat het college alleen subsidie wenst te verstrekken wanneer dat noodzakelijk is om het project mogelijk te maken.

Indien het college aannemelijk acht dat de subsidie voor andere doeleinden zal worden gebruikt dan waarvoor deze is aangevraagd, kan de aanvraag geweigerd worden. Datzelfde geldt als aannemelijk is dat de subsidie niet doelmatig zal worden besteed

Voorts wordt de subsidie geweigerd als blijkt dat niet wordt voldaan aan de eisen en voorwaarden die aan de subsidieverlening zijn verbonden.

Artikel 11 Wijze van verdeling

Het beschikbare bedrag voor de subsidies wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van complete aanvragen. Als een aanvraag niet compleet is krijgt de aanvrager de gelegenheid om binnen een daarbij gegeven termijn de aanvraag aan te vullen. Pas wanneer de aanvraag volledig is, wordt deze opgenomen in de rangschikking op grond waarvan het beschikbare budget wordt verdeeld.

Artikel 12 Verplichtingen

Aan de subsidie is een aantal verplichtingen verbonden. Indien de subsidieontvanger zich niet aan de deze verplichtingen houdt kan dat gevolgen hebben voor de vaststelling van de subsidie.

De verplichting onder a is opgenomen zodat op een doelmatige wijze met het subsidiebedrag wordt omgegaan. Dat houdt onder meer in dat de zaal tegen een marktconform tarief worden gehuurd.

Met de verplichting onder b waarborgt het college dat indien voor een project een vergunning noodzakelijk is, het project alleen uitgevoerd wordt als de vergunning daadwerkelijk verleend is.

De verplichting onder c is een aanvulling op artikel 14, eerste lid, van de Asv. Daarin is een algemene meldplicht opgenomen. Op grond van die meldplicht moet de subsidieontvanger direct melding maken als activiteiten niet, of niet geheel of niet tijdig worden uitgevoerd, of er niet of niet geheel of niet tijdig aan verplichtingen kan worden voldaan. In deze subsidieregeling is daaraan toegevoegd dat het ook gemeld moet worden als de kosten substantieel (25%) lager uitvallen dan waar van uit is gegaan bij de verlening.

Artikel 13 Vaststellingsaanvraag

Op grond van artikel 19, tweede lid, van de Asv moet de subsidieontvanger binnen drie maanden nadat de subsidieperiode voorbij is een aanvraag doen tot vaststelling van de subsidie. Aan de hand daarvan wordt beoordeeld of de subsidieontvanger de activiteiten heeft uitgevoerd en zich aan de verplichtingen heeft gehouden die aan de subsidie zijn verbonden.

Bij de aanvraag tot vaststelling moet de subsidieontvanger een inhoudelijk verslag aanleveren van de voorstelling ten behoeve waarvan de zaal is gehuurd. Ook moet de factuur worden overgelegd, met een bewijs van betaling van de gehele huursom, inclusief btw. Als er in delen is betaald moet van alle deelbetalingen een betalingsbewijs worden overgelegd.

Artikel 15 Vaststelling

De subsidie wordt vastgesteld op 50% van de daadwerkelijk betaalde kale huursom. Als de daadwerkelijke huursom lager is dan waar vanuit is gegaan bij de verlening van de subsidie, wordt de subsidie bij de vaststelling daarop aangepast. De subsidie kan niet worden vastgesteld op een bedrag dat hoger is dan de verleende subsidie.