Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening Afvalstoffenheffing 2023

Geldend van 31-12-2022 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening Afvalstoffenheffing 2023

De raad van de gemeente Ermelo;

gelezen het voorstel van het college van 15 november 2022, nr. e220043669

gelet op artikel 216 Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

b e s l u i t :

vast te stellen de: Verordening Afvalstoffenheffing 2023

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    minicontainer: een vanwege de gemeente uitgezette ophaalbak met een bepaald volume;

  • b.

    verzamelcontainer: een vanwege de gemeente geplaatste verzamelcontainer;

  • c.

    gft-afval: groente-, fruit- en tuinafval;

  • d.

    restafval: huishoudelijk afval niet zijnde gft-afval;

  • e.

    grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen die met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomen, doch die te groot en te zwaar zijn om op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de periodieke inzameldienst te worden aangeboden;

  • f.

    gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 - Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 - Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 - Maatstaven van heffing en belastingtarieven

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 - Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 - Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 - Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, onder 1.1 en 1.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, onder 1.1 en 1.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

  • 5. De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 8 - Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt voor aanslagen die worden opgelegd in het belastingtijdvak waarop zij betrekking hebben, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag groter is dan of gelijk is aan € 50,00, dat de aanslagen moeten worden betaald binnen drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid geldt voor aanslagen die worden opgelegd in het belastingtijdvak waarop zij betrekking hebben, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan groter is dan of gelijk is aan € 50,00 en het totaalbedrag van dat aanslagbiljet door middel van automatische betalingsincasso kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingtijdvak resteren. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4. In afwijking van het tweede en derde lid geldt voor aanslagen, gebaseerd op hoofdstuk 1, lid 1.2.1, 1.2.2 en 1.3 van de tarieventabel behorende bij deze verordening, die opgelegd worden na het tijdvak waarop zij betrekking hebben, alsof zij zijn opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking hebben.

  • 5. In afwijking van het eerste tot en met het vierde lid, moet de belasting worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, tweede lid van deze Verordening:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving.

  • 6. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn het eerste tot en met vijfde lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag of de kennisgeving.

  • 7. De Algemene Termijnen wet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 - Kwijtschelding

  • 1. Bij de invordering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1, 1.2.1., 1.2.2. en 1.3 van de tarieventabel wordt kwijtschelding verleend.

Artikel 10 – Tegemoetkoming kosten medisch afval

  • 1. Bij de invordering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.2.1 en 1.2.2 van de tarieventabel wordt voor maximaal € 55,00 tegemoetkoming verleend wanneer de belastingplichtige, bij aanvang van het belastingjaar, of indien later, bij aanvang van de belastingplicht, daartoe een schriftelijk verzoek indient, voorzien van een schriftelijk bewijs (voor de noodzaak) van het gebruik van incontinentie-, stoma- en dialysemateriaal.

  • 2. De tegemoetkoming wordt slechts verleend op de aanslag die is vastgesteld in het belastingjaar waarin de aanvraag wordt gedaan.

Artikel 11 – Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening afvalstoffenheffing 2022" van 8 december 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening Afvalstoffenheffing 2023".

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering

Van 7 december 2022,

M.E. Haveman,

griffier,

P.J.T. van Daalen,

voorzitter,

Bijlage 1: bij verordening afvalstoffenheffing 2023

Tarieventabel behorende bij de Verordening Afvalstoffenheffing 2023.

Hoofdstuk 1 - Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1.1

De belasting bedraagt per belastingjaar per perceel

€ 95,00

1.2.1

De belasting in 1.1 wordt vermeerderd per perceel per aanbieding van een container bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval van:

  • a.

    140 liter

€ 0,50

  • b.

    240 liter

€ 0,70

1.2.2

De belasting in 1.1 wordt vermeerderd per perceel per aanbieding van een container bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen

  • a.

    140 liter

€ 5,50

  • b.

    240 liter

€ 9,00

1.2.3

Het aantal aanbiedingen per perceel wordt vastgesteld met behulp van de containerherkennings- en registratieapparatuur op de inzamelwagen.

Voor de berekening van de belasting wordt uitgegaan van het aantal malen dat een container, onderverdeeld naar de soort en het volume daarvan, ter lediging wordt aangeboden, zoals is vastgesteld met behulp van de containerherkennings- en registratieapparatuur op de inzamelwagen.

1.3

De belasting in 1.1 wordt vermeerderd per perceel waar gebruik gemaakt wordt van gezamenlijke containers (gestapelde bouw)

€ 100,00

Hoofdstuk 2 – Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

2.1

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag wisselen van een container, per container, per keer

€ 55,00

2.1.1

Indien de aanvraag bedoeld in artikel 2.1 het gevolg is van een vestiging in of een verhuizing binnen de gemeente en de aanvraag wordt gedaan binnen twee maanden na de datum van vestiging dan wel verhuizing, bedraagt de belasting nihil

2.2

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag in gebruik hebben van een container, boven het aantal van twee, per container, per jaar

€ 6,00

2.3

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag plaatsen van een slot op een minicontainer

€ 40,00

Behorend bij raadsbesluit van 7 december 2022,

De griffier van de gemeente Ermelo,