Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023

Geldend van 30-12-2022 t/m 29-06-2023

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023

De raad van de gemeente Heerenveen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2022 met registratienummer Z.22.376015;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet,

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023

(Legesverordening 2023)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 0.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1. Leges worden niet geheven voor:

    • a.

      diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

    • b.

      diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

    • c.

      het afgeven van bewijzen van onvermogen;

    • d.

      nasporingen in de bij het gemeentearchief berustende stukken welke uitsluitend strekken ten behoeve van een wetenschappelijk doel;

    • e.

      vergunningvrije bouwwerkzaamheden die bij gemeentelijke monumenten en/of in beschermd dorpsgezicht vergunningplichtig zijn.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet .

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 4. Belastingbedragen van minder dan € 2,50 worden niet geheven.

  • 5. Indien verzocht wordt om verstrekking van informatie in digitale vorm wordt bij digitale verstrekking het equivalent van de papieren verstrekking in rekening gebracht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 2. De leges voor digitale dienstverlening wordt in afwijking van het bepaalde in het eerste lid geheven bij wege van voldoening op aangifte door middel van directe betaling via de internetkassa.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      digitaal wordt gedaan, door middel van directe betaling via internetkassa;

    • c.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeesters en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.8 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.6 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 5.

      onderdeel 1.9.1 verklaring omtrent het gedrag);

    • 6.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De Verordening op de heffing en de invordering van leges 2022 van 16 december 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

  • 3. De in onderdeel 2.1.1.1 van de tarieventabel genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), het normblad NEN 2699, uitgave 2017, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd en het taxatieboekje [Her]bouwkosten bedrijfspanden 2023 van Cobouw Bouwkosten liggen kosteloos ter inzage op het gemeentehuis.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2022.

De griffier,

mevrouw L. Roest-Jonkers

De voorzitter,

de heer T.J. van der Zwan

Bijlage 1. Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2023

Titel 1

Algemene dienstverlening

 
 
 

 
 

Hoofdstuk 1

Burgerlijke stand

 
 
 

 
 

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een

 
 
 

huwelijk, de registratie van een partnerschap of

 
 
 

het omzetten van een geregistreerd partnerschap

 
 
 

in een huwelijk:

 
 
 

 
 

1.1.1.1

op maandag tot en met vrijdag:

 
 
 

 
 

1.1.1.1.1

op de locatie trouwzaal Crackstraat 2 te

 
 
 

Heerenveen

320,00

 

 
 

1.1.1.1.2

op de locatie publiekscentrum ondertrouwkamer op

 
 
 

maandag- en donderdagochtend om 09.00 uur

120,00

 

 
 

1.1.1.1.3

op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van

 
 
 

de locatie)

360,00

 

 
 

1.1.1.2

op zaterdag:

 
 
 

 
 

1.1.1.2.1

op de locatie trouwzaal Crackstraat 2 te

 
 
 

Heerenveen

865,00

 

 
 

1.1.1.2.2

op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van

 
 
 

de locatie)

520,00

 

 
 

1.1.1.3

op een zon- of feestdag op een alternatieve locatie

 
 
 

(exclusief de kosten van de locatie)

1.800,00

 

 
 

1.1.1.4

op een avond op een alternatieve locatie (exclusief

 
 
 

de kosten van de locatie)

900,00

 

 
 

1.1.2

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een

 
 
 

huwelijk of registratie van een partnerschap in een

 
 
 

bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het

 
 
 

Burgerlijk Wetboek

320,00

 

 
 

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een

 
 
 

geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een

 
 
 

bijzonder huis op grond van artikel 64, boek 1, van het

 
 
 

Burgerlijk Wetboek

320,00

 

 
 

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het:

 
 
 

 
 

1.1.4.1

beschikbaar stellen van getuigen voor het

 
 
 

voltrekken van een huwelijk of het registreren van

 
 
 

een partnerschap, per getuige

42,30

 

 
 

1.1.4.2

spelen van het carillon op de locatie Crackstraat 2

 
 
 

te Heerenveen

19,45

 

 
 

1.1.4.3

wijzigen van de datum of het tijdstip van een

 
 
 

voorgenomen huwelijk of registratie van het

 
 
 

partnerschap

38,95

 

 
 

1.1.4.4

in behandeling nemen van een aanvraag voor het

 
 
 

voltrekken van een huwelijk of het registreren van

 
 
 

een partnerschap door een andere dan de

 
 
 

buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

 
 
 

van de gemeente Heerenveen

211,45

 

 
 

1.1.4.5

voor het gebruik van een toga door een andere dan

 
 
 

de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke

 
 
 

stand van de gemeente Heerenveen

60,10

 

 
 

1.1.5

Indien het voorgenomen huwelijk of registratie van

 
 
 

het partnerschap wordt afgezegd, wordt op verzoek

 
 
 

teruggaaf verleend van de geheven leges, met dien

 
 
 

verstande dat een minimum recht verschuldigd blijft

 
 
 

van

61,20

 

 
 

1.1.6

Indien het voorgenomen huwelijk of registratie van

 
 
 

het partnerschap op een kosteloos tijdstip wordt

 
 
 

afgezegd is een recht verschuldigd van

61,20

 

 
 

1.1.7

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een

 
 
 

trouwboekje of een partnerschapsboekje

31,65

 

 
 

1.1.8

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 
 
 

tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in

 
 
 

artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt

 
 
 

het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit

 
 
 

akten burgerlijke stand

 
 
 

 
 

Hoofdstuk 2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 
 
 

 
 

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen

 
 
 

ten behoeve van een aanvraag:

 
 
 

 
 

1.2.1

tot het verstrekken van een Nationaal paspoort,

 
 
 

zakenpaspoort en faciliteitenpaspoort voor

 
 
 

personen van 18 jaar en ouder

77,85

 

 
 

1.2.2

tot het verstrekken van een Nationaal paspoort,

 
 
 

zakenpaspoort en faciliteitenpaspoort voor

 
 
 

personen jonger dan 18 jaar

58,85

 

 
 

1.2.3

van een reisdocument voor vluchtelingen of een

 
 
 

reisdocument voor vreemdelingen

58,85

 

 
 

1.2.4

van een Nederlandse identiteitskaart:

 
 
 

 
 

1.2.4.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18

 
 
 

jaar of ouder is

70,35

 

 
 

1.2.4.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag

 
 
 

de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

37,95

 

 
 

1.2.5

voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen

 
 
 

1.2.1 tot en met 1.2.4 genoemd document, zijnde een

 
 
 

toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen

53,00

 

 
 

1.2.6

voor een vervangende identiteitskaart voor peronen

 
 
 

met een uitreisverbod

34,25

 

 
 

Hoofdstuk 3

Rijbewijzen

 
 
 

 
 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van

 
 
 

een aanvraag:

 
 
 

 
 

1.3.1.1

tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

44,65

 

 
 

1.3.1.2

tot het afgeven van een aanvraagformulier ter verkrijging van

 
 
 

een geneeskundige verklaring van het C.B.R. te Rijswijk, wordt

 
 
 

de kostprijs van het formulier verhoogd met € 1

 
 
 

 
 

1.3.2

Het tarief in onderdeel 1.3.1.1 wordt

 
 
 

bij een spoedlevering vermeerderd met

34,10

 

 
 

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

 
 
 

 
 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering

 
 
 

van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder een

 
 
 

verstrekking verstaan een of meer gegevens over een

 
 
 

persoon waarvoor de basisregistratie personen

 
 
 

moet worden geraadpleegd.

 
 
 

 
 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen

 
 
 

van een aanvraag:

 
 
 

 
 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

8,90

 

 
 

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder

 
 
 

een verstrekking verstaan een of meer gegevens over een

 
 
 

persoon die niet is opgenomen in basisregistratie

 
 
 

personen

 
 
 

 
 

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen

 
 
 

van een aanvraag:

 
 
 

 
 

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

8,90

 

 
 

1.4.5

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van

 
 
 

de basisregistratie personen, voor ieder daaraan

 
 
 

besteed kwartier

13,90

 

 
 

1.4.6

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het

 
 
 

tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 
 
 

tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in

 
 
 

artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie

 
 
 

personen

7,50

 

 
 

Hoofdstuk 5

Vervallen

 
 
 

 
 

Hoofdstuk 6

Vervallen

 
 
 

 
 

Hoofdstuk 7

Vervallen

 
 
 

 
 

Hoofdstuk 8

Vastgoedinformatie

 
 
 

 
 

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van

 
 
 

een aanvraag tot het verstrekken van:

 
 
 

 
 

1.8.1.1

gegevens ten behoeve van een taxatie- en/of verkoopopdracht

79,80

 

 
 

Hoofdstuk 9

Overige publiekszaken

 
 
 

 
 

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van

 
 
 

een aanvraag:

 
 
 

 
 

1.9.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

41,35

 

 
 

1.9.2

tot het legaliseren van een handtekening

8,90

 

 
 

Hoofdstuk 10

Gemeentearchief

 
 
 

 
 

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen

 
 
 

van naspeuringen in de in het gemeentearchief

 
 
 

berustende stukken, voor elk afzonderlijk onderdeel

42,55

 

 
 

1.10.2

in aanvulling op artikel 1.10.1 geldt, indien meer dan 2 uren

 
 
 

nodig zijn voor de naspeuringen, een uurtarief van

79,80

 

 
 

Hoofdstuk 11

Vervallen

 
 
 

 
 

Hoofdstuk 12

Leegstandwet

 
 
 

 
 

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen

 
 
 

van een aanvraag:

 
 
 

 
 

1.12.1.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke

 
 
 

verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in

 
 
 

artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

79,80

 

 
 

1.12.1.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke

 
 
 

verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15,

 
 
 

negende lid, van de Leegstandwet

35,05

 

 
 

Hoofdstuk 13

Vervallen

 
 
 

 
 

Hoofdstuk 14

Vervallen

 
 
 

 
 

Hoofdstuk 15

Vervallen

 
 
 

 
 

Hoofdstuk 16

Kansspelen

 
 
 

 
 

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een

 
 
 

aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning

 
 
 

als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen:

 
 
 

 
 

1.16.1.1

voor een periode van 12 maanden voor één kansspelautomaat

56,50

 

 
 

1.16.1.2

voor een periode van 12 maanden voor twee of meer kansspelautomaten:

 
 
 

 
 

1.16.1.2.1

voor de eerste kansspelautomaat

56,50

 

 
 

1.16.1.2.2

en voor iedere volgende kansspelautomaat

34,00

 

 
 

1.16.1.3

Voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een

 
 
 

periode langer dan 4 jaar of onbepaalde tijd

226,50

 

 
 

1.16.1.4

Voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt

 
 
 

voor een periode langer dan 4 jaar of voor onbepaalde tijd:

 
 
 

 
 

1.16.1.4.1

voor de eerste kansspeelautomaat

226,50

 

 
 

1.16.1.4.2

en voor iedere volgende kansspelautomaat

136,00

 

 
 

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een

 
 
 

aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het

 
 
 

exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als

 
 
 

bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening

79,80

 

 
 

Hoofdstuk 17

Telecommunicatie

 
 
 

 
 

1.17.1

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen

 
 
 

van een aanvraag in verband met het verkrijgen

 
 
 

van instemming/vergunning omtrent tijdstip, plaats

 
 
 

en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden

 
 
 

als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid van de

 
 
 

Telecommunicatiewet en artikel 2.11 van de APV

366,85

 

 
 

1.17.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen

 
 
 

van een melding in verband met het verkrijgen van

 
 
 

instemming/vergunning omtrent tijdstip, plaats en

 
 
 

werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als

 
 
 

bedoeld in artikel 5.4, eerste en vijfde lid van de

 
 
 

Telecommunicatiewet en artikel 2.11 van de APV

103,60

 

 
 

1.17.3

Het in 1.17.1 genoemde bedrag wordt met een

 
 
 

variabele leges per strekkende meter kabel- of

 
 
 

leidingtracé verhoogd met

1,15

 

 
 

1.17.4

indien er sprake is van een kabel- of leidingtracé van

 
 
 

5.000 meter of meer, wordt het in 1.17.1 genoemde bedrag

 
 
 

verhoogd met de voor het project op basis van een

 
 
 

projectbegroting geraamde kosten.

 
 
 

 
 

1.17.5

Indien een begroting als bedoeld in 1.17.4 is uitgebracht,

 
 
 

wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde dag

 
 
 

na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is

 
 
 

gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag

 
 
 

schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 

 
 

Hoofdstuk 18

Verkeer en vervoer

 
 
 

 
 

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van

 
 
 

een aanvraag:

 
 
 

 
 

1.18.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87

 
 
 

van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

79,80

 

 
 

1.18.2

om een jaarlijkse ontheffing voor een blauwe zone (bord E10)

 
 
 

als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels

 
 
 

en verkeerstekens

50,00

 

 
 

1.18.3

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1

 
 
 

van de Regeling voertuigen

79,80

 

 
 

1.18.4

tot de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats

 
 
 

met paal en borden, ook bij een verhuizing binnen de

 
 
 

gemeente (een en ander als bijdrage in de kosten)

229,25

 

 
 

1.18.5

tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart

 
 
 

als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve

 
 
 

bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

143,74

 

 
 

1.18.6

voor het verkrijgen van een verklaring als bedoeld in

 
 
 

artikel 6 lid 2, letter g van de Wet agrarisch grondverkeer

79,80

 

 
 

Hoofdstuk 19

Diversen

 
 
 

 
 

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een

 
 
 

aanvraag:

 
 
 

 
 

1.19.1.1

voor het verkrijgen van een verkoopvergunning voor

 
 
 

vuurwerk als bedoeld in artikel 2:72 van de APV

79,80

 

 
 

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een

 
 
 

aanvraag tot het verstrekken van:

 
 
 

 
 

1.19.2.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor

 
 
 

niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling

 
 
 

een tarief is opgenomen, per pagina

0,50

 

 
 

1.19.2.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor

 
 
 

zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere

 
 
 

wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 
 
 

 
 

1.19.2.2.1

per pagina op papier van A4-formaat

0,40

 

 
 

1.19.2.2.2

per pagina op papier van een ander formaat

0,50

 

 
 

1.19.2.3

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager

 
 
 

moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders

 
 
 

in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief

 
 
 

is opgenomen, per pagina

0,50

 

 
 

1.19.2.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders

 
 
 

in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is

 
 
 

opgenomen

79,80

 

 
 

Titel 2

Dienstverlening vallen onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

 
 
 

 
 

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

 
 
 

 
 

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 
 
 

 
 

2.1.1.1

Bouwkosten:

 
 
 

 
 
 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting,

 
 
 

bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme

 
 
 

Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering

 
 
 

van werken en van technische installatiewerken

 
 
 

2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te

 
 
 

voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een

 
 
 

raming van de bouwkosten, exclusief

 
 
 

omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN

 
 
 

2699, uitgave 2017, of zoals dit normblad laatstelijk

 
 
 

is vervangen of gewijzigd.

 
 
 

 
 
 

Indien de opgave van de bouwkosten afwijkt van de

 
 
 

landelijk geldende kubieke meterprijzen wordt

 
 
 

toepassing gegeven aan artikel 11, tweede lid van

 
 
 

de Algemene Wet inzake rijksbelastingen. Daarbij

 
 
 

wordt gebruik gemaakt van het taxatieboekje [Her]bouwkosten

 
 
 

bedrijfspanden 2023 van Cobouw Bouwkosten.

 
 
 

 
 
 

Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door

 
 
 

zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel

 
 
 

onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een

 
 
 

derde in het economisch verkeer zou moeten

 
 
 

worden betaald voor het tot stand brengen van het

 
 
 

bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

 
 
 

 
 

2.1.1.2

Bouwkosten grondgebonden zonnepark:

 
 
 

 
 
 

In afwijking van het bepaalde in onderdeel 2.1.1.1

 
 
 

hiervoor wordt bij het bepalen van de bouwkosten van

 
 
 

een grondgebonden zonnepark uitgegaan van de kosten

 
 
 

van de constructieve werken, bestaande uit de stellingen

 
 
 

waarop de zonnepanelen worden geplaatst, de

 
 
 

onderstations en eventuele andere bouwwerken, maar

 
 
 

uitgezonderd de zonnepanelen zelf en de elektrische

 
 
 

installaties (omvormers en schakelingen in de

 
 
 

onderstations).

 
 
 

 
 

2.1.1.3

Vooroverleg:

 
 
 

 
 
 

Verzoeken waarbij het gaat om de vraag of een bouwplan

 
 
 

planologisch mogelijk is, en naar een onderzoek of de

 
 
 

gemeente aan het plan wil meewerken. Het gaat hier niet om

 
 
 

informatieverzoeken. Onder vooroverleg wordt mede verstaan

 
 
 

een schetsplan, een principeverzoek en een conceptaanvraag.

 
 
 

 
 

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 
 
 

 
 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de

 
 
 

Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis

 
 
 

als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 
 
 

 
 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader

 
 
 

in de Wabo zijn omschreven en die betrekking

 
 
 

hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader

 
 
 

in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt,

 
 
 

hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk

 
 
 

voorschrift bedoeld.

 
 
 

 
 

Hoofdstuk 2

Vooroverleg

 
 
 

 
 

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen

 
 
 

van een aanvraag:

 
 
 

 
 

2.2.1

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van

 
 
 

een indicatie of een plan voor de activiteit Strijdig

 
 
 

gebruik RO (buitenplanse afwijking) in het kader

 
 
 

van de Wabo vergunbaar is.

343,75

 

 
 

2.2.2

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van

 
 
 

een indicatie of een plan voor de activiteit Strijdig

 
 
 

gebruik RO (binnenplanse afwijking en een

 
 
 

buitenplanse kleine afwijking) in het kader van de

 
 
 

Wabo vergunbaar is.

189,75

 

 
 

2.2.3

tot het houden van vooroverleg in verband met het

 
 
 

verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project

 
 
 

in het kader van de Wabo vergunbaar is

 

25%

 

 
 
 

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke

 
 
 

aanvraag om een omgevingsvergunning voor het

 
 
 

project zouden worden vastgesteld, met dien

 
 
 

verstande dat een minimum recht verschuldigd is

 
 
 

van

117,70

 

 
 

Hoofdstuk 3

Omgevingsvergunning

 
 
 

 
 

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen

 
 
 

van een aanvraag tot het verlenen van een

 
 
 

omgevingsvergunning voor een project: de som van de

 
 
 

verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of

 
 
 

handelingen waaruit het project geheel of

 
 
 

gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag

 
 
 

betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de

 
 
 

extra toetsen die in verband met de aanvraag

 
 
 

moeten worden uitgevoerd, berekend naar de

 
 
 

tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit

 
 
 

hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking

 
 
 

van de vorige volzin kan ook per activiteit,

 
 
 

handeling of andere grondslag een legesbedrag

 
 
 

worden gevorderd.

 
 
 

 
 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 
 
 

 
 

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een

 
 
 

omgevingsvergunning betrekking heeft op een

 
 
 

bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder

 
 
 

a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het

 
 
 

bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk

 
 
 

indien tevens sprake is van de in die onderdelen

 
 
 

bedoelde activiteiten:

 
 
 

 
 

2.3.1.1.1

Bij bouwkosten tot € 36.000,00

 

2,50%

 

 
 
 

van de totale bouwsom, met een minimum van

117,70

 

 
 

2.3.1.1.2

Bij bouwkosten van € 36.000,00 tot € 530.000,00 wordt het

 
 
 

tarief van onderdeel 2.3.1.1.1 over het bij dat onderdeel

 
 
 

genoemde bedrag geheven vermeerderd met

 

2,80%

 

 
 
 

van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in

 
 
 

dit onderdeel.

 
 
 

 
 

2.3.1.1.3

Bij bouwkosten van € 530.000,00 tot € 1.100.000,00 wordt het

 
 
 

tarief van de onderdelen 2.3.1.1.1 en 2.3.1.1.2 over de bij die

 
 
 

onderdelen genoemde bedragen geheven vermeerderd met

 

3,10%

 

 
 
 

van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in

 
 
 

dit onderdeel.

 
 
 

 
 

2.3.1.1.4

Bij bouwkosten van € 1.100.000,00 tot € 10.700.000,00 wordt het

 
 
 

tarief van de onderdelen 2.3.1.1.1, 2.3.1.1.2 en 2.3.1.1.3 over de

 
 
 

bij die onderdelen genoemde bedragen geheven vermeerderd met

 

2,30%

 

 
 
 

van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in

 
 
 

dit onderdeel.

 
 
 

 
 

2.3.1.1.5

Bij bouwkosten vanaf € 10.700.000,00 wordt het tarief van de onderdelen

 
 
 

2.3.1.1.1, 2.3.1.1.2, 2.3.1.1.3 en 2.3.1.1.4 over de bij die onderdelen

 
 
 

genoemde bedragen geheven vermeerderd met

 

2,00%

 

 
 
 

van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in

 
 
 

dit onderdeel met een maximum van

200.000,00

 

 
 

2.3.1.2

Welstandstoets

 
 
 

 
 
 

verhoging in verband met toetsing aan welstancriteria

 
 
 

 
 

2.3.1.2.1

het tarief bedraagt ter zake van de beoordeling van welstand,

 
 
 

berekend over de naar boven op € 500 afgeronde bouwkosten,

 
 
 

bij inwinnen advies indien de bouwkosten:

 
 
 

 
 

2.3.1.2.1.1

lager dan of gelijk zijn aan € 5.000

48,00

 

 
 

2.3.1.2.1.2

meer bedragen dan € 5.000 maar niet meer dan € 25.000

48,00

 

vermeerderd met 2,52‰ van de bouwsom hoger dan € 5.000

 
 
 

 
 

2.3.1.2.1.3

meer bedragen dan € 25.000 maar niet meer dan € 100.000

98,00

 

vermeerderd met 2,3‰ van de bouwsom hoger dan € 25.000

 
 
 

 
 

2.3.1.2.1.4

meer bedragen dan € 100.000 maar niet meer dan € 250.000

272,00

 

vermeerderd met 2,2‰ van de bouwsom hoger dan € 100.000

 
 
 

 
 

2.3.1.2.1.5

meer bedragen dan € 250.000 maar niet meer dan € 750.000

605,00

 

vermeerderd met 1,2‰ van de bouwsom hoger dan € 250.000

 
 
 

 
 

2.3.1.2.1.6

meer bedragen dan € 750.000

1.205,00

 

vermeerderd met 0,8‰ van de bouwsom hoger dan € 750.000

 
 
 

met een maximum van

2.400,00

 

 
 

2.3.1.2.1.7

bij de berekening van de verschuldigde leges conform 2.3.1.2.1.1

 
 
 

t/m 2.3.1.2.1.6 wordt het eindbedrag naar beneden afgerond op

 
 
 

hele euro's

 
 
 

 
 

2.3.1.2.2

voor adviezen voor vooroverlegplannen, niet zijnde

 
 
 

monumentenplannen, verstrekt aan de

 
 
 

deelnemende gemeente, betreffende een

 
 
 

vooroverleg over de opzet van een plan, worden de

 
 
 

tarieven gerekend die afhankelijk zijn van de

 
 
 

bestede tijd in de lokale commissie:

 
 
 

 
 

2.3.1.2.2.1

tot 15 minuten

74,00

 

 
 

2.3.1.2.2.2

van 15 tot 30 minuten

101,00

 

 
 

2.3.1.2.2.3

van 30 tot 45 minuten

129,00

 

 
 

2.3.1.2.2.4

van 45 tot 60 minuten

158,00

 

 
 

2.3.1.2.3

bij behandeling van een vooroverlegplan in de

 
 
 

bureaucommissie

129,00

 

 
 

2.3.1.2.4

bij behandeling van een vooroverlegplan in de

 
 
 

grote commissie

158,00

 

 
 

2.3.1.2.5

Indien in een plan waarvoor reeds eerder een positief

 
 
 

welstandsadvies is uitgebracht en waarvoor reeds eerder

 
 
 

leges in rekening is gebracht een ondergeschikte wijziging

 
 
 

plaatsvindt bedraagt het tarief hiervoor

48,00

 

 
 

2.3.1.2.6

Indien in een plan waarvoor reeds eerder een positief

 
 
 

welstandsadvies is uitgebracht en waarvoor reeds eerder leges

 
 
 

in rekening is gebracht een aanzienlijke wijziging binnen het

 
 
 

bestaande concept van het plan wordt aangebracht, wordt

 
 
 

het tarief op basis van de nieuwe bouwsom opnieuw

 
 
 

berekend conform 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.1.6 en wordt het

 
 
 

verschil tussen het opnieuw berekende legesbedrag en de

 
 
 

reeds eerder in rekening gebrachte leges verrekend.

 
 
 

 
 

2.3.1.2.7

Indien voor een plan waarvoor reeds eerder een positief

 
 
 

welstandsadvies is uitgebracht en waarvoor reeds eerder leges

 
 
 

in rekening is gebracht het ontwerp wezenlijk wordt aangepast

 
 
 

dan wel een andere vormgever voor het plan is ingeschakeld

 
 
 

wordt het tarief voor het nieuwe plan berekend conform

 
 
 

2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.1.6, zonder dat verrekening plaats vindt

 
 
 

met de in rekening gebrachte leges voor het vorige plan.

 
 
 

 
 

2.3.1.2.8

Tenzij in het geval van volledige omwerking door een andere

 
 
 

ontwerper, dan wel in het geval er sprake is van een geheel

 
 
 

andere opgezet plan in plaats van een eerder van een positief

 
 
 

welstandsadvies voorzien ontwerp, is voor de voortgezette

 
 
 

behandeling van een bouwaanvraag geen extra vergoeding

 
 
 

verschuldigd.

 
 
 

 
 

2.3.1.2.9

Voor het uitoefenen van adviestaken, bijvoorbeeld

 
 
 

op het terrein van de Erfgoedwet

 
 
 

(Monumentenwet), de monumentenverordening en

 
 
 

de Brim (2013) e.d. en van de ontwikkeling van

 
 
 

gemeentelijk welstandsbeleid, kan Hûs en Hiem op

 
 
 

verzoek van de gemeenten adviezen verstrekken,

 
 
 

waarvoor een uurtarief van € 110,00 per adviseur

 
 
 

wordt berekend. Dit uurtarief geldt eveneens voor

 
 
 

deelname aan kwaliteitsteams.

 
 
 

 
 

2.3.1.3.7

In afwijking van de tarieven genoemd in 2.3.1.3.1

 
 
 

t/m 2.3.1.3.5 bedraagt het tarief indien ambtelijk

 
 
 

wordt getoetst aan de sneltoetscriteria uit de

 
 
 

Welstandsnota per bouwaanvraag

28,20

 

 
 

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 
 
 

 
 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een

 
 
 

omgevingsvergunning betrekking heeft op een

 
 
 

aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder

 
 
 

b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het

 
 
 

bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien

 
 
 

tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde

 
 
 

activiteiten

104,60

 

 
 

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake

 
 
 

is van een bouwactiviteit

 
 
 

 
 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een

 
 
 

omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als

 
 
 

bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en

 
 
 

tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld

 
 
 

in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo,

 
 
 

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in

 
 
 

onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere

 
 
 

onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake

 
 
 

is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 
 
 

 
 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van

 
 
 

de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

189,75

 

 
 

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van

 
 
 

de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine

 
 
 

afwijking of tijdelijke afwijking):

189,75

 

 
 

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van

 
 
 

de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

1.252,70

 

 
 

2.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo

 
 
 

wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

189,75

 

 
 

2.3.3.5

indien de aanvraag een project van provinciaal

 
 
 

belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels

 
 
 

die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van

 
 
 

de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste

 
 
 

lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast

 
 
 

(afwijking van provinciale regelgeving):

189,75

 

 
 

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van nationaal

 
 
 

belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels

 
 
 

die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van

 
 
 

de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste

 
 
 

lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast

 
 
 

(afwijking van nationale regelgeving):

189,75

 

 
 

2.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo

 
 
 

wordt toegepast (afwijking van

 
 
 

voorbereidingsbesluit):

189,75

 

 
 

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is

 
 
 

van een bouwactiviteit

 
 
 

 
 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een

 
 
 

omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als

 
 
 

bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo,

 
 
 

en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld

 
 
 

in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo,

 
 
 

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere

 
 
 

onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van

 
 
 

de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 
 
 

 
 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van

 
 
 

de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

189,75

 

 
 

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van

 
 
 

de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine

 
 
 

afwijking of tijdelijke afwijking):

189,75

 

 
 

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van

 
 
 

de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

1.252,70

 

 
 

2.3.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo

 
 
 

wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

189,75

 

 
 

2.3.4.5

indien de aanvraag een project van provinciaal

 
 
 

belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels

 
 
 

die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van

 
 
 

de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste

 
 
 

lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast

 
 
 

(afwijking van provinciale regelgeving):

189,75

 

 
 

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van nationaal

 
 
 

belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels

 
 
 

die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van

 
 
 

de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste

 
 
 

lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast

 
 
 

(afwijking van nationale regelgeving):

189,75

 

 
 

2.3.4.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo

 
 
 

wordt toegepast (afwijking van

 
 
 

voorbereidingsbesluit):

189,75

 

 
 

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in

 
 
 

relatie tot brandveiligheid

 
 
 

 
 

2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning

 
 
 

betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1,

 
 
 

eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief

250,40

 

 
 
 

Vermeerderd met een bedrag per (gewijzigd)

 
 
 

gebruiksoppervlakte:

 
 

2.3.5.1.1

tot 100 m2

148,75

 

 
 

2.3.5.1.2

van 100 tot 500 m2

148,75

 

vermeerderd met € 1,57 per m2 gebruiksoppervlakte

 
 
 

waarmee de gebruiksoppervlakte 100 m2 te boven gaat

 
 
 

 
 

2.3.5.1.3

van 500 tot 2.000 m2

797,45

 

vermeerderd met 0,59 per m2 gebruiksoppervlakte

 
 
 

waarmee de gebruiksoppervlakte 500 m2 te boven gaat

 
 
 

 
 

2.3.5.1.4

van 2.000 tot 5.000 m2

1.711,70

 

vermeerderd met € 0,15 per m2 gebruiksoppervlakte

 
 
 

waarmee de gebruiksoppervlakte 2.000 te boven gaat

 
 
 

 
 

2.3.5.1.5

van 5.000 m2 tot 50.000 m2

2.176,55

 

vermeerderd met € 0,03 per m2 gebruiksoppervlakte

 
 
 

waarmee de gebruiksoppervlakte 5.000 m2 te boven gaat

 
 
 

 
 

2.3.5.1.6

groter dan 50.000 m2

3.571,10

 

vermeerderd met € 0,02 per m2 gebruiksoppervlakte

 
 
 

waarmee de gebruiksoppervlakte 50.000 m2 te boven gaat

 
 
 

 
 

2.3.5.2

Indien de aanvraag tot het verstrekken van een

 
 
 

omgevingsvergunning als vermeld onder 2.3.5.1

 
 
 

betrekking heeft op een uitbreiding van een reeds

 
 
 

bestaande omgevingsvergunning is het tarief

 
 
 

genoemd in de onderdelen 2.3.5.1.1 tot en met

 
 
 

2.3.5.1.6 verschuldigd over de oppervlakte

 
 
 

van de uitbreiding.

 
 
 

 
 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of

 
 
 

beschermde stads- of dorpsgezichten

 
 
 

 
 

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een

 
 
 

omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met

 
 
 

betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk

 
 
 

monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of

 
 
 

artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo

 
 
 

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere

 
 
 

onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van

 
 
 

de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 
 
 

 
 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig

 
 
 

opzicht wijzigen van een monument:

398,40

 

 
 

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken

 
 
 

van een monument op een wijze waardoor het

 
 
 

wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

398,40

 

 
 

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in

 
 
 

beschermd stads- of dorpsgezicht

 
 
 

 
 

2.3.7.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een

 
 
 

omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een

 
 
 

bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan,

 
 
 

beheersverordening of voorbereidingsbesluit is

 
 
 

bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g,

 
 
 

van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het

 
 
 

bepaalde in de andere onderdelen van dit

 
 
 

hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die

 
 
 

onderdelen bedoelde activiteiten:

 
 
 

 
 

2.3.7.1.1

Indien de sloopkosten lager zijn dan € 5.000

104,60

 

 
 

2.3.7.1.2

Indien de sloopkosten hoger dan of gelijk zijn aan € 5.000

278,20

 

 
 

2.3.8

Natura 2000-activiteiten

 
 
 

 
 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een

 
 
 

omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als

 
 
 

bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit

 
 
 

omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt

 
 
 

het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere

 
 
 

onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake

 
 
 

is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

104,60

 

 
 

2.3.9

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

 
 
 

 
 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een

 
 
 

omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als

 
 
 

bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit

 
 
 

omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit), bedraagt

 
 
 

het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere

 
 
 

onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake

 
 
 

is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

104,60

 

 
 

2.3.10

Andere activiteiten

 
 
 

 
 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een

 
 
 

omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van

 
 
 

een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande

 
 
 

onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die

 
 
 

activiteit of handeling:

 
 
 

 
 

2.3.10.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur

 
 
 

aangewezen categorie activiteiten die van invloed

 
 
 

kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als

 
 
 

bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de

 
 
 

Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het

 
 
 

bepaalde in de andere onderdelen van dit

 
 
 

hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die

 
 
 

onderdelen bedoelde activiteiten:

104,60

 

 
 

2.3.10.2

behoort tot een bij provinciale verordening,

 
 
 

gemeentelijke verordening of

 
 
 

waterschapsverordening aangewezen categorie

 
 
 

activiteiten die van invloed kunnen zijn op de

 
 
 

fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2,

 
 
 

tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief,

 
 
 

onverminderd het bepaalde in de andere

 
 
 

onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake

 
 
 

is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 
 
 

 
 

2.3.10.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft

104,60

 
 
 
 

2.3.10.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft

104,60

 

 
 

2.3.11

Omgevingsvergunning in twee fasen

 
 
 

 
 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een

 
 
 

omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt,

 
 
 

als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het

 
 
 

tarief:

 
 
 

 
 

2.3.11.1

Voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het

 
 
 

verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste

 
 
 

fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van

 
 
 

de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten

 
 
 

waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking

 
 
 

heeft.

 
 
 

 
 

2.3.11.2

Voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het

 
 
 

verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede

 
 
 

fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van

 
 
 

de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten

 
 
 

waarop de aanvraag voor de tweede fase

 
 
 

betrekking heeft.

 
 
 

 
 

2.3.12

Advies

 
 
 

 
 

2.3.12.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande

 
 
 

onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het

 
 
 

uurtarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift

 
 
 

aangewezen bestuursorgaan of andere instantie

 
 
 

advies moet uitbrengen over de aanvraag of het

 
 
 

ontwerp van de beschikking op de aanvraag om

 
 
 

een omgevingsvergunning:

89,35

 

 
 

2.3.12.2

In afwijking van artikel 2.3.12.1 bedraagt het tarief

 
 
 

voor de adviesaanvraag aan de provincie in het

 
 
 

kader van de Wegenverordening provincie Fryslân

 
 
 

en de Nota Beheerbeleid provinciale Wegen

215,00

 

 
 

2.3.13

Verklaring van geen bedenkingen

 
 
 

 
 

2.3.13.1

Onverminderd het bepaalde in de andere

 
 
 

onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief,

 
 
 

indien een daartoe bij wet of algemene maatregel

 
 
 

van bestuur aangewezen bestuursorgaan een

 
 
 

verklaring van geen bedenkingen moet afgeven

 
 
 

voordat de omgevingsvergunning kan worden

 
 
 

verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van

 
 
 

de Wabo:

 
 
 

 
 

2.3.13.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen

 
 
 

bedenkingen moet afgeven:

104,60

 

 
 

2.3.13.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring

 
 
 

van geen bedenkingen moet afgeven:

1.825,00

 

 
 

Hoofdstuk 4

Vermindering

 
 
 

 
 

2.4.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een

 
 
 

omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om

 
 
 

vooroverleg of beoordeling van een

 
 
 

conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2,

 
 
 

waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking

 
 
 

heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de

 
 
 

beoordeling van de conceptaanvraag geheven

 
 
 

leges in mindering gebracht op de leges voor het in

 
 
 

behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een

 
 
 

omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 
 
 

 
 

Hoofdstuk 5

Teruggaaf

 
 
 

 
 

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag

 
 
 

omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of

 
 
 

sloopactiviteiten

 
 
 

 
 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een

 
 
 

omgevingsvergunning voor een project dat geheel

 
 
 

of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of

 
 
 

sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen

 
 
 

2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze

 
 
 

reeds in behandeling is genomen door de

 
 
 

gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van

 
 
 

een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 
 
 

 
 

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn

 
 
 

van 4 weken na het in behandeling nemen ervan

 

75%

 

 
 
 

van de op grond van die onderdelen voor de

 
 
 

betreffende activiteit verschuldigde leges

 
 
 

 
 

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken op een later

 
 
 

tijdstip dan in 2.5.1.1 bedoeld na het in behandeling

 
 
 

nemen ervan doch voor het verlenen van de vergunning

 

60%

 

 
 
 

van de op grond van die onderdelen voor de

 
 
 

betreffende activiteit verschuldigde leges

 
 
 

 
 

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende

 
 
 

omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of

 
 
 

sloopactiviteiten

 
 
 

 
 

2.5.2.1

Als de gemeente een verleende

 
 
 

omgevingsvergunning voor een project dat geheel

 
 
 

of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of

 
 
 

sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen

 
 
 

2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van

 
 
 

de vergunninghouder, bestaat aanspraak op

 
 
 

teruggaaf van een deel van de leges, mits deze

 
 
 

aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na

 
 
 

verlening van de vergunning en van de vergunning

 
 
 

geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

 

20%

 

 
 
 

van de op grond van die onderdelen voor de

 
 
 

betreffende activiteit verschuldigde leges.

 
 
 

 
 

2.5.2.2

Als de gemeente een verleende

 
 
 

omgevingsvergunning voor een project dat geheel

 
 
 

of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of

 
 
 

sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen

 
 
 

2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van

 
 
 

de vergunninghouder, bestaat aanspraak op

 
 
 

teruggaaf van een deel van de leges, mits deze

 
 
 

aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening

 
 
 

van de vergunning en van de vergunning geen

 
 
 

gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

 

10%

 

 
 
 

van de op grond van die onderdelen voor de

 
 
 

betreffende activiteit verschuldigde leges.

 
 
 

 
 

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een

 
 
 

omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of

 
 
 

sloopactiviteiten

 
 
 

 
 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor

 
 
 

een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit

 
 
 

bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in

 
 
 

de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert,

 
 
 

bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van

 
 
 

de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

40%

 

 
 
 

van de op grond van die onderdelen voor de

 
 
 

betreffende activiteit verschuldigde leges.

 
 
 

 
 

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1

 
 
 

wordt mede verstaan een vernietiging van de

 
 
 

beschikking waarbij de vergunning is verleend bij

 
 
 

rechterlijke uitspraak.

 
 
 

 
 

2.5.4

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling

 
 
 

wordt gelaten

 
 
 

 
 
 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet

 
 
 

bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling

 
 
 

wordt gelaten, worden de voor het in behandeling

 
 
 

nemen van die aanvraag verschuldigde leges

 
 
 

verminderd tot het minimumrecht van

117,70

 

 
 

2.5.5

De teruggaaf als bedoeld in de onderdelen 2.5.1, 2.5.2 en 2.5.3

 
 
 

vindt toepassing met dien verstande dat een minimumrecht

 
 
 

verschuldigd blijft van

117,70

 

 
 

2.5.6

Teruggaaf legesdeel advies of verklaring van

 
 
 

geen bedenkingen

 
 
 

 
 
 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen

 
 
 

2.3.12 en 2.3.13.1.1 wordt geen teruggaaf verleend.

 
 
 

 
 
 

In afwijking van de onderdelen 2.5.1, 2.5.2, 2.5.3 en 2.5.4

 
 
 

wordt van de leges verschuldigd op grond van het onderdeel

 
 
 

2.3.13.1.2 50% van de geheven leges gerestitueerd

 
 
 

wanneer een aanvraag om verklaring niet wordt ingewilligd,

 
 
 

wordt ingetrokken of niet verder in behandeling wordt genomen.

 
 
 

 
 

Hoofdstuk 6

Vervallen

 
 
 

 
 

Hoofdstuk 7

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van

 
 
 

wijziging project

 
 
 

 
 

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen

 
 
 

van een aanvraag tot het wijzigen van een

 
 
 

omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de

 
 
 

omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in

 
 
 

het project:

104,60

 

 
 

Hoofdstuk 8

Bestemmingswijzigingen

 
 
 

 
 

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen

 
 
 

van een aanvraag tot het vaststellen van een:

 
 
 

 
 

2.8.1.1

bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid,

 
 
 

van de Wet ruimtelijke ordening

2.191,00

 

 
 

2.8.1.2

bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid,

 
 
 

onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

2.191,00

 

 
 

2.8.2

Indien het verzoek mede omvat het opstellen van een

 
 
 

bestemmingsplan of een wijzigingsplan, wordt het bedrag

 
 
 

in 2.8.1.1 en 2.8.1.2 verhoogd met de werkelijke kosten op

 
 
 

basis van een projectbegroting, waarin de geraamde

 
 
 

kosten voor het opstellen van een bestemmingsplan of

 
 
 

een wijzigingsplan worden vastgesteld.

 
 
 

 
 

2.8.3

Indien een begroting als bedoeld in 2.8.2 is uitgebracht,

 
 
 

wordt een aanvraag in behandeling genomen op de

 
 
 

14de dag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager

 
 
 

ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze 14de

 
 
 

dag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 

 
 

Hoofdstuk 9

Diversen

 
 
 

 
 

2.9.1

Overschrijving omgevingsvergunning

 
 
 

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van

 
 
 

een melding voor:

 
 
 

 
 
 

Het overschrijven van een verleende omgevingsvergunning

 
 
 

op grond van artikel 2:25 van de Wabo:

76,10

 

 
 

Hoofdstuk 10

In deze titel niet benoemde beschikking

 
 
 

 
 

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een

79,80

 

aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet

 
 
 

benoemde beschikking:

 
 
 

 
 

Titel 3

Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn en niet vallend

 
 
 

onder titel 2

 
 
 

 
 

Hoofdstuk 1

Horeca

 
 
 

 
 

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 
 
 

 
 

3.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond

 
 
 

van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

337,45

 

 
 

3.1.2

aan aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge

 
 
 

artikel 3 van de Drank- en Horecawet, waarbij geen nader

 
 
 

onderzoek is vereist ten aanzien van de inrichtingen/

 
 
 

of zedelijkheidseisen

79,80

 

 
 

3.1.3

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld

 
 
 

in artikel 4, vierde lid, van de Drank- en Horecawet

79,80

 

 
 

3.1.4

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en

 
 
 

Horecawet

79,80

 

 
 

3.1.5

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld

 
 
 

in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet

79,80

 

 
 

3.1.6

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het

 
 
 

exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in

 
 
 

artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening

157,25

 

 
 

3.1.7

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de

 
 
 

sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in

 
 
 

artikel 2:30, tweede lid, van de Algemene plaatselijke

 
 
 

verordening

79,80

 

 
 

3.1.8

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld

 
 
 

in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

79,80

 

 
 

Hoofdstuk 2

Organiseren evenementen of markten

 
 
 

 
 

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een

 
 
 

aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het

 
 
 

organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25

 
 
 

van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning)

37,15

 

 
 

3.2.2

Indien voor het afgeven van een vergunning als

 
 
 

bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene

 
 
 

Plaatselijke Verordening voor het organiseren van

 
 
 

een evenement een of meerdere overleggen moet

 
 
 

worden gevoerd met externe partijen, zoals politie,

 
 
 

brandweer, geneeskundige hulp bij ongevallen en

 
 
 

rampen (GHOR) of beveiliging, is, in afwijking van

 
 
 

het bepaalde onder 3.2.1 een tarief verschuldigd van

569,30

 

 
 

3.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een

 
 
 

aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het

 
 
 

organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in

 
 
 

artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening

37,15

 

 
 

Hoofdstuk 3

Seksbedrijven

 
 
 

 
 

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen

 
 
 

van een aanvraag:

 
 
 

 
 

3.3.1.1

tot het verlenen of verlengen van een vergunning als bedoeld

 
 
 

in artikel artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening:

831,10

 

 
 

3.3.1.2

tot het wijzigen van een in subonderdeel 3.3.1.1 bedoelde

 
 
 

vergunning waarbij geen nader onderzoek is vereist ten aanzien

 
 
 

van de inrichtings- en zedelijkheidseisen:

416,10

 

 
 

Hoofdstuk 4

Huisvestingswet 2014

 
 
 

 
 

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een

 
 
 

aanvraag:

 
 
 

 
 

3.4.1

tot het verlenen van een vergunning voor het onttrekken van

 
 
 

woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in

 
 
 

artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014

79,80

 

 
 

3.4.2

tot het verlenen van een vergunning voor het samenvoegen van

 
 
 

woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21,

 
 
 

aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014

79,80

 

 
 

3.4.3

tot het verlenen van een vergunning voor het omzetten van

 
 
 

zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als

 
 
 

bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de

 
 
 

Huisvestingswet 2014

79,80

 

 
 

3.4.4

tot het verlenen van een vergunning voor het verbouwen

 
 
 

van woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in

 
 
 

artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014

79,80

 

 
 

3.4.5

tot het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in

 
 
 

artikel 22 van de Huisvestingswet 2014

79,80

 

 
 

Hoofdstuk 5

Marktstandplaatsen

 
 
 

 
 

3.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een

 
 
 

aanvraag:

 
 
 

 
 

3.5.1.1

tot het verlenen van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel

 
 
 

5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor:

 
 
 

 
 
 

één dag

23,35

 

 
 
 

één maand

51,40

 

 
 
 

één jaar

421,00

 

 
 

Hoofdstuk 6

Winkeltijdenwet

 
 
 

 
 

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een

 
 
 

aanvraag:

 
 
 

 
 

3.6.1

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de

 
 
 

Winkeltijdenwet, het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet

 
 
 

of de Winkeltijdenverordening

79,80

 

 
 

Hoofdstuk 7

Kinderopvang

 
 
 

 
 

3.7.1

Het tarief betreft voor het in behandeling nemen

 
 
 

van een aanvraag als bedoeld in artikel 1.45

 
 
 

van de Wet kinderopvang (Wko) voor:

 
 
 

 
 

3.7.1.1

het in exploitatie nemen van een kindercentrum,

 
 
 

peuterspeelzaal, voorziening gastouderopvang of

 
 
 

een gastouderbureau

37,15

 

 
 

3.7.2

Toetsing GGD of GGD Advies

 
 
 

 
 
 

Verhoging in verband met de inspectie voor

 
 
 

registratie in het landelijk register op grond van

 
 
 

artikel 1.45 lid 3 Wko. Het tarief bedraagt:

 
 
 

 
 

3.7.2.1

voor de inspectie GGD van een kinderdagverblijf,

 
 
 

peuteropvang, buitenschoolse opvang en

 
 
 

gastouderbureau

1.328,90

 

 
 

3.7.2.2

voor de volledige inspectie GGD van een voorziening

 
 
 

gastouderopvang

474,60

 

 
 

3.7.2.3

voor de inspectie van een kindercentrum als

 
 
 

bedoeld in artikel 1.45 Wko

390,60

 

 
 

3.7.2.4

voor de verkorte inspectie van een voorziening

 
 
 

gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45 Wko

189,85

 

 
 

3.7.3

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een

 
 
 

vergunning als bedoeld in artikel 1.45 Wko, niet ontvankelijk

 
 
 

wordt verklaard, bedraagt het tarief

37,15

 

 
 

Hoofdstuk 8

In deze titel niet benoemde vergunning,

 
 
 

ontheffing of andere beschikking

 
 
 

 
 

3.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een

 
 
 

aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet

 
 
 

benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een

 
 
 

andere beschikking

79,80

 

 
 
 

 
 

Behorende bij raadsbesluit van 19 december 2022