Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR689802
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR689802/1
Regeling vervallen per 01-01-2024
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023
Geldend van 01-01-2023 t/m 31-12-2023
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023De raad van de gemeente Gooise Meren
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders met nummer 277997;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
b e s l u i t:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023.
(Legesverordening Gooise Meren 2023)
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne in een kalendermaand tot en met de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
‘jaar’: een tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1) e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- f.
‘kwartaal’: een kalenderkwartaal.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- c.
het in behandeling nemen van een aanvraag voor het plaatsen van zonnepanelen;
- d.
stukken door openbare besturen, ambtenaren en instellingen in het openbaar belang aangevraagd;
- e.
het afgeven van beschikkingen op verzoek- en bezwaarschriften terzake van gemeentelijke belastingen of retributies;
- f.
afgifte van bewijzen van in leven zijn (attestaties de vita), nodig voor de ontvangst van pensioen;
- g.
collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking voor percelen gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht en bij een beschermd monument;
- h.
collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking indien niet geplaatst op of geïntegreerd in een dak voor percelen gelegen bij en in de directe omgeving van een woning, bedrijfswoning of dienstwoning en die bedoeld zijn voor het eigen gebruik van de woning, bedrijfswoning of dienstwoning.
Met betrekking tot de in artikel 4 onder c, g en h genoemde vrijstellingen zijn geen leges verschuldigd voor het voeren van de afwijkingsprocedure als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder a. onder 1º, van de Wabo (binnenplanse afwijking en artikel 2.1, eerste lid, onder a, onder 2º van de Wabo (buitenplanse afwijking).
Met betrekking tot de in artikel 4 onder c, g en h genoemde vrijstellingen zijn leges verschuldigd voor het voeren van de aanvraag voor bouwwerken (nog niet gerealiseerde) ter ondersteuning van de zonnepanelen en het voeren van de afwijkingsprocedure als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder a. onder 3º, van de Wabo (uitgebreide procedure) en het toetsen van de welstand.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges die bij wege van aanslag worden geheven, worden betaald binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving dan wel in geval van toezending daarvan, binnen een maand na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 2.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 3.
onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit basisregistratie personen);
- 4.
onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
hoofdstuk 16 (kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 10A Hardheidsclausule
Het college kan voor bepaalde gevallen deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang dat de verordening beschermt, zal leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.
Artikel 11 Overgangsrecht
-
1. De Legesverordening 2022, vastgesteld door de raad van de gemeente Gooise Meren op 15 december 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid , genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Legesverordening Gooise Meren 2023’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Gooise Meren, gehouden op 21 december 2022.
de voorzitter,
de griffier,
Bijlage 1 Tarieventabel 2023
Tarieventabel 2023, behorende bij de Legesverordening Gooise Meren 2023 |
|
Titel 1 |
Algemene dienstverlening |
Hoofdstuk 1 |
Burgerlijke stand |
Hoofdstuk 2 |
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
Hoofdstuk 3 |
Rijbewijzen |
Hoofdstuk 4 |
Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen (BRP) |
Hoofdstuk 5 |
Verstrekkingen uit het Kiezersregister |
Hoofdstuk 6 |
Vervallen |
Hoofdstuk 7 |
Bestuursstukken |
Hoofdstuk 8 |
Vastgoedinformatie |
Hoofdstuk 9 |
Overige publiekszaken |
Hoofdstuk 10 |
Gemeentearchief |
Hoofdstuk 11 |
Huisvestingswet |
Hoofdstuk 12 |
Leegstandwet |
Hoofdstuk 13 |
Vervallen |
Hoofdstuk 14 |
Vervallen |
Hoofdstuk 15 |
Vervallen |
Hoofdstuk 16 |
Kansspelen |
Hoofdstuk 17 |
Ondergrondse infrastructuur |
Hoofdstuk 18 |
Verkeer en vervoer |
Hoofdstuk 19 |
Diversen |
Titel 2 |
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning |
Hoofdstuk 1 |
Begripsomschrijvingen |
Hoofdstuk 2 |
Conceptaanvraag |
Hoofdstuk 3 |
Omgevingsvergunning |
Hoofdstuk 4 |
Vermindering |
Hoofdstuk 5 |
Teruggaaf |
Hoofdstuk 6 |
Intrekking omgevingsvergunning |
Hoofdstuk 7 |
Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
Hoofdstuk 8 |
Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten |
Hoofdstuk 9 |
In deze titel niet genoemde beschikking |
Titel 3 |
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
Hoofdstuk 1 |
Horeca |
Hoofdstuk 2 |
Organiseren evenementen of markten |
Hoofdstuk 3 |
Prostitutiebedrijven |
Hoofdstuk 4 |
Huisvestingswet |
Hoofdstuk 5 |
Marktstandplaatsen |
Hoofdstuk 6 |
Winkeltijdenwet |
Hoofdstuk 7 |
Kinderopvang |
Hoofdstuk 8 |
In deze titel niet genoemde beschikking |
TITEL 1 |
ALGEMENE DIENSTVERLENING |
Tarief 2023 |
|
|
|
Hoofdstuk 1.1 |
Burgerlijke stand |
|
|
|
|
1.1.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk: |
|
1.1.1.1 |
in de gemeente Gooise Meren op:
|
€ 605,85 |
|
€ 774,90 |
|
1.1.1.2 |
via een eenvoudige ceremonie op dinsdag van 9.00 tot 12.00 uur |
€ 252,70 |
1.1.1.3 |
Indien de activiteiten plaatsvinden op de door de gemeente als trouwlocatie, aangewezen schepen op het IJmeer of op het eiland Pampus, wordt het in onderdeel 1.1.1.1 van toepassing zijnde tarief verhoogd met een bedrag van |
€ 168,45 |
1.1.1.4 |
Geen leges worden geheven:
|
|
1.1.2 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis, op grond van artikel 64, boek 1, van het Burgerlijk Wetboek: |
€ 605,85 |
1.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het annuleren van een geplande huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap |
€ 56,10 |
1.1.4 |
Indien door de gemeente één of meerdere getuigen beschikbaar worden gesteld, worden de tarieven genoemd in de onderdelen 1.1.1.1 en 1.1.1.2 per getuige verhoogd met: |
€ 27,95 |
Dit tarief geldt ook indien geen leges als bedoeld onder 1.1.1.4 verschuldigd is. |
||
1.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouw- of partnerschapsboekje |
€ 27,95 |
1.1.6 |
Het tarief bedraagt voor het benoemen van een (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand, van buiten de gemeente Gooise Meren voor één dag |
€ 112,25 |
1.1.7 |
Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 27,95 |
1.1.8 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
|
1.1.9 |
Voor een verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek |
€ 27,50 |
Hoofdstuk 1.2 |
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
|
|
|
1.2. |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
1.2.1 |
van een nationaal paspoort: |
|
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 77,75 |
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 58,80 |
1.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): |
|
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 77,75 |
1.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 58,80 |
1.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 77,75 |
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 58,80 |
1.2.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ 58,80 |
1.2.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart (NIK): |
|
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 70,30 |
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 37,95 |
1.2.6. |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
€ 34,25 |
1.2.7. |
voor de versnelde uitreiking van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen: |
€ 52,95 |
1.2.8. |
Voor het bezorgen van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.7 genoemde bedragen: |
€ 11,15 |
1.2.7.2 |
Voor het bezorgen van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemde documenten, zijnde een toeslag op de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.7 genoemde bedragen, bij twee of meer documenten: |
€ 16,70 |
Hoofdstuk 1.3 |
Rijbewijzen |
|
|
|
|
1.3.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ 44,65 |
1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ 34,10 |
Hoofdstuk 1.4 |
Verstrekkingen in het kader van de Basisregistratie personen (BRP) |
|
|
|
|
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen (BRP) moet worden geraadpleegd. |
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verificatie van gegevens, per verstrekking: |
€ 13,10 |
1.4.3 |
In afwijking van onderdeel 1.4.2 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit Basisregistratie personen (zogenaamde postkamertarief): |
€ 8,00 |
1.4.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap: |
€ 13,10 |
1.4.5 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de Basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 27,75 |
1.4.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een (internationaal) gewaarmerkt afschrift of een bewijs van opneming in de Basisregistratie personen (kortweg: uittreksel): |
€ 13,10 |
1.4.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gewaarmerkt afschrift van de persoonslijst uit de Basisregistratie personen: |
€ 13,10 |
1.4.8 |
Het tarief tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200), bedraagt |
€ 15,70 |
Hoofdstuk 1.5 |
Vervallen |
|
Hoofdstuk 1.6 |
Vervallen |
Hoofdstuk 1.7 |
Bestuursstukken |
|
|
In dit hoofdstuk wordt een abonnement geacht te zijn ingegaan op de dag, waarop het verschuldigde recht is voldaan, tenzij een andere datum is overeengekomen. Een abonnement is niet overdraagbaar. |
|
1.7.1 |
Het tarief bedraagt voor: een abonnement voor een kalenderjaar op: |
|
|
€ 196,95 |
|
|
€ 73,50 |
|
|
€ 60,55 |
|
|
€ 96,55 |
|
Geen leges worden geheven voor verstrekking van agenda’s, die betrekking hebbende op raads- of commissievergaderingen, een en ander indien deze agenda’s op het raadhuis worden afgehaald en zolang de voorraad strekt. Indien in de loop van een kalenderjaar een abonnement, als bedoeld in onderdeel 1.7.1, wordt afgesloten, worden de leges geheven over de dan lopende maand en de daarop volgende maanden in het desbetreffende kalenderjaar. Indien het abonnement in de loop van een kalenderjaar wordt opgezegd, dan zal op verzoek teruggaaf van de geheven leges plaatsvinden over de nog niet ingetreden kalendermaanden in het desbetreffende kalenderjaar. |
||
1.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot de afgifte van afzonderlijke nummers van de raads- of commissiestukken, per bladzijde |
€ 0,45 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||
1.7.3 |
een exemplaar van de programmabegroting |
€ 67,30 |
1.7.4 |
een exemplaar van de jaarstukken |
€ 67,30 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot de afgifte van: |
|
|
1.7.5 |
een exemplaar van een verordening, per bladzijde |
€ 0,45 |
1.7.6 |
een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) |
€ 39,15 |
Hoofdstuk 1.8 |
Vastgoedinformatie |
|
|
|
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
||
1.8.1 |
het verstrekken van een (ontwerp)bestemmingsplan met 1 zwart/wit kaart, toelichting en voorschriften |
€ 48,75 |
1.8.2 |
het verstrekken van een (ontwerp)bestemmingsplan met meerdere zwart/wit kaarten, toelichting en voorschriften |
€ 89,75 |
1.8.3 |
het vervaardigen van kopieën groter dan A3 formaat van plattegronden, kaarten en tekeningen, per stuk |
€ 26,85 |
1.8.4 |
Het tarief bedraagt tot het verstrekken van vastgoedinformatie (niet ouder dan 20 jaar): |
|
|
€ 16,75 |
|
|
€ 5,50 |
|
1.8.5 |
Het tarief, exclusief eventuele portokosten, bedraagt tot het verstrekken van één uittreksel (fotokopie) van een bouwtekening op formaat: |
|
|
€ 2,70 |
|
|
€ 4,35 |
|
|
€ 26,85 |
|
1.8.6 |
Het tarief bedraagt voor het verlenen van inzage en het verstrekken van fotokopieën van bouwtekeningen en van bestemmingsplannen bij wijze van abonnement met een geldigheidsduur van 1 jaar In dit abonnement zijn begrepen:
|
€ 471,75 |
1.8.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: het verlenen van hulp bij de inzage in bestemmingsplannen voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 15,90 |
Hoofdstuk 1.9 |
Overige publiekszaken Verklaringen omtrent personen |
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot afgifte van: |
|
|
1.9.1 |
een verklaring omtrent het gedrag |
€ 41,35 |
1.9.2 |
een legalisatie van een handtekening |
€ 10,10 |
1.9.3 |
een bewijs van in leven zijn (in de Nederlandse taal) dat is afgegeven voor pensioen: |
nihil |
Hoofdstuk 1.10 |
Gemeentearchief |
|
|
|
|
1.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen, ongeacht het resultaat, in de in het gemeentearchief berustende stukken door een ambtenaar van het gemeentearchief, per kwartier |
€ 15,90 |
1.10.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
1.10.2.1 |
een fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina A4-formaat |
€ 0,50 |
1.10.2.2 |
een fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina A3-formaat |
€ 0,70 |
1.10.2.3 |
fotokopieën door middel van de readerprinter per pagina in A4formaat |
€ 0,90 |
1.10.2.4 |
fotokopieën door middel van de readerprinter per pagina in A3formaat |
€ 1,50 |
1.10.2.5 |
voor het waarmerken van een onder 1.10.2.1 t/m 1.10.2.4 genoemde fotokopie wordt het tarief verhoogd met |
€ 2,35 |
1.10.2.6 |
een zwart/wit afdruk op papier op ware grootte van het origineel van documenten (waaronder tekeningen) voor zowel kopieën van originele tekeningen of verfilmde of gedigitaliseerde tekeningen groter dan A3 formaat, per pagina |
€ 16,75 |
1.10.3 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het uitlenen van bescheiden als bedoeld in artikel 18, 1e en 2e lid van de Archiefwet 1995, wegens administratiekosten, per uitlening van maximaal 10 kilo |
€ 25,45 |
1.10.4 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vervaardigen van fotografische reproducties: |
|
1.10.4.1 |
een foto met formaat 13 x 18 cm |
€ 7,05 |
1.10.4.2 |
een foto met formaat 20 x 30 cm |
€ 13,00 |
1.10.4.3 |
een foto met formaat 33 x 43 cm |
€ 18,10 |
1.10.5 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het branden van foto´s of afbeeldingen, per digitale verstrekking, voorzover deze foto´s of afbeeldingen reeds in digitale vorm in de collecties van het Stadsarchief aanwezig zijn: |
|
1.10.5.1 |
voor het branden van één foto of afbeelding |
€ 5,00 |
1.10.5.2 |
voor het branden van iedere foto of afbeelding van de dezelfde categorie boven het aantal van één |
€ 2,25 |
1.10.6 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het branden van foto´s of afbeeldingen op cd-rom, per cd-rom of digitale verstrekking, voorzover deze foto´s of afbeeldingen niet reeds in digitale vorm in de collecties van het Stadsarchief aanwezig zijn: |
|
1.10.6.1 |
voor het vervaardigen en branden van één foto of afbeelding |
€ 8,90 |
1.10.6.2 |
voor het vervaardigen en branden van iedere foto of afbeelding van dezelfde categorie boven het aantal van één |
€ 6,20 |
Hoofdstuk 1.11 |
Huisvestingswet |
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.11.1 |
tot het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, de Huisvestingswet 2014 |
€ 92,00 |
1.11.2 |
tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 92,00 |
Hoofdstuk 1.12 |
Leegstandwet |
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.12.1 |
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet |
€ 96,25 |
1.12.2 |
tot verlening van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet |
€ 96,25 |
1.12.3 |
tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld is artikel 15, vierde lid, van de Leegstandswet |
€ 96,25 |
1.12.4 |
Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.12.1, 1.12.2 en 1.12.3 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor slop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend. |
|
Hoofdstuk 1.13 |
Vervallen |
|
Hoofdstuk 1.14 |
Vervallen |
|
Hoofdstuk 1.15 |
Vervallen |
|
Hoofdstuk 1.16 |
Kansspelen |
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
||
1.16.1 |
voor maximaal twee kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor ten hoogste vijf jaren |
€ 253,25 |
1.16.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 84,20 |
1.16.3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning voor een periode van maximaal vijf jaar als bedoeld in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000 bedraagt voor iedere kansspelautomaat (met een maximum van 100 kansspelautomaten) |
€ 152,70 |
Hoofdstuk 1.17 |
Ondergrondse infrastructuur |
|
|
|
|
1.17.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet |
€ 446,00 |
1.17.1.1 |
indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, wordt het onder 1.17.1 genoemde tarief per strekkende meter sleuf verhoogd met |
|
|
bij een te leggen kabellengte van 0-100 m¹ |
€ 1,40 |
|
bij een te leggen kabellengte van 100-500 m¹ |
€ 1,25 |
|
bij een te leggen kabellengte van 500-2000 m¹ |
€ 1,15 |
|
bij een te leggen kabellengte van 2000 m¹, of meer |
€ 1,05 |
1.17.1.2 |
indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, wordt het onder 1.17.1 genoemde tarief per strekkende meter sleuf verhoogd met |
|
|
bij een te leggen kabellengte van 0-100 m¹ |
€ 1,40 |
|
bij een te leggen kabellengte van 100-500 m¹ |
€ 1,25 |
|
bij een te leggen kabellengte van 500-2000 m¹ |
€ 0,95 |
|
bij een te leggen kabellengte van 2000 m¹, of meer |
€ 0,55 |
1.17.2 |
het onder 1.17.1 genoemde tarief wordt |
|
1.17.2.1 |
indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met |
€ 529,45 |
1.17.2.2 |
indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
1.17.2.3 |
Indien een begroting als bedoeld in 1.17.2.2 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
1.17.3 |
Het tarief bedoeld in onderdeel 1.17.2 is verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor beheerskosten in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat de uitkomst na de vermindering niet minder dan nihil kan bedragen. |
|
Hoofdstuk 1.18 |
Verkeer en vervoer |
|
|
|
|
1.18 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.18.1 |
tot het verlenen of wijzigen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en de artikelen 10, 17 en 25 van de Wegenverkeerswet |
|
1.18.1.1 |
voor een ontheffing van één dag |
€ 67,85 |
1.18.1.2 |
voor een ontheffing van een jaar |
€ 133,60 |
1.18.1.3 |
indien sprake is van een ontheffing voor één van de parkeerschijfzones (blauwe zone): |
|
|
€ 38,30 |
|
|
€ 19,15 |
|
1.18.2 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van de tussentijdse vervanging van een ontheffing voor één van de parkeerschijfzones (blauwe zone) bij kentekenwijziging, bedraagt het tarief: |
€ 10,90 |
1.18.3 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van een duplicaat van een ontheffing voor één van de parkeerschijfzones (blauwe zone), in geval van vermissing van de oorspronkelijke ontheffing, bedraagt het tarief: |
€ 10,90 |
1.18.4 |
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ 46,45 |
1.18.5 |
Indien in, op, boven of langs een weg activiteiten worden ondernomen welke niet behoren tot het normale verkeersgebruik van die weg en burgemeester en wethouders achten het noodzakelijk verkeerstekens te plaatsen of te verwijderen in verband met die activiteiten, worden de kosten die zij voor de plaatsing, het onderhoud of de verwijdering hebben gemaakt ten laste gebracht van degene die deze activiteiten uitvoert. Een begroting van deze kosten die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld, zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan degene die vorengenoemde activiteiten uitvoert (e.e.a. overeenkomstig artikel 33 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (Stb. 1990, 460). |
|
1.18.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.18.6.1 |
tot het verkrijgen van een op kenteken toegewezen gehandicaptenparkeerplaats |
€ 57,95 |
1.18.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.18.7.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ 46,45 |
1.18.7.2 |
voor het aanleggen of verplaatsen van een gehandicapten-parkeerplaats op kenteken als bedoeld in artikel 29 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ 120,45 |
1.18.7.3 |
Indien een ingediende aanvraag om een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats (onderdeel 1.18.4) wordt ingetrokken, of op een dergelijke aanvraag afwijzend wordt beschikt, wordt op verzoek teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend. |
|
1.18.7.4 |
tot het plaatsen van een nieuw kentekenbordje bij een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats |
€ 45,05 |
1.18.7.5 |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), met of zonder medische keuring door een keuringsarts, per kaart |
€ 64,40 |
1.18.7.6 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of ander besluit voor zover niet elders in dit hoofdstuk is opgenomen |
€ 67,30 |
Parkeervergunning (belanghebbendengebieden) |
||
1.18.8 |
Het tarief bedraagt voor: |
|
1.18.8.1 |
het verstrekken van de tussentijdse vervanging van een parkeervergunning ten behoeve van het belanghebbendengebied (onder andere bij kentekenwijziging) |
€ 11,00 |
Hoofdstuk 1.19 |
Diversen |
|
|
|
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||
1.19.1 |
Een ontheffing als bedoeld in (artikel 4:6 van) de Algemene Plaatselijke Verordening (geluidhinder) |
€ 153,85 |
1.19.2 |
Een ontheffing voor vaartuigen op het verbod als bedoeld in artikel 10 lid 1 van de Ligplaatsenverordening Muiden 2009 |
€ 153,85 |
1.19.3 |
Vervallen |
|
1.19.4 |
Een vuurwerkvergunning als bedoeld in (artikel 2:72 van) de Algemene Plaatselijke Verordening en het Vuurwerkbesluit |
€ 101,00 |
1.19.5 |
Een collecte- of inzamelvergunning als bedoeld in (artikel 5:13 van) de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ 56,10 |
1.19.6 |
Een vergunning cq toestemming voor het plaatsen, aanbrengen of hebben van één of meer voorwerpen of stoffen, onder, op, in of boven de voor de openbare dienst bestemde grond of water indien het betreft: |
|
|
€ 101,00 |
|
|
€ 32,45 |
|
|
€ 171,80 |
|
|
€ 32,45 |
|
|
€ 32,45 |
|
|
€ 69,55 |
|
|
€ 67,30 |
|
1.19.7 |
Een jaarvergunning ingevolge (artikel 2:10 van) de Algemene Plaatselijke Verordening tot het plaatsen van glas- en bouwcontainers en dergelijke op de voor de openbare dienst bestemde grond |
€ 178,50 |
1.19.8 |
Een huisnummerkaart, per deel |
€ 26,85 |
1.19.9.1 |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voorzover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 3,65 |
1.19.9.2 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voorzover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
1.19.9.2.1 |
per pagina op papier van A4-formaat |
€ 0,50 |
1.19.9.2.2 |
per pagina op papier van een ander formaat |
€ 0,70 |
1.19.9.3 |
een beschikking op een aanvraag, voorzover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere regeling een tarief is opgenomen |
€ 68,95 |
1.19.9.4 |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voorzover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per stuk of uittreksel |
€ 11,30 |
1.19.10 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van het in het bijzonder belang van de aanvrager verstrekken van schriftelijke inlichtingen |
€ 22,25 |
1.19.11 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening |
€ 37,20 |
1.19.12 |
Het tarief voor het leveren van gegevens uit de gemeentelijke administratie bedraagt per besteed half uur |
€ 25,05 |
1.19.13 |
Informatie van bij de gemeente bekende resultaten van bodemonderzoeken en naar de aan- of afwezigheid van ondergrondse huisbrandolietanks per perceel: |
€ 42,55 |
Bodemonderzoek: |
||
1.19.14 |
Het tarief voor: |
|
het op verzoek verrichten van een historisch bodemonderzoek naar de gesteldheid van de bodem; |
||
1.19.15 |
het verstrekken van bescheiden, informatie en/of verlenen van inzage ten behoeve van het door derden uitvoeren van een historisch onderzoek naar de gesteldheid van de bodem; |
|
wordt berekend door de tarieven genoemd in onderstaande tabel te vermenigvuldigen met de factor: |
||
1,00 indien het een perceel betreft met een woon- bestemming; |
||
1,50 indien het een perceel betreft ten behoeve van een bedrijf, die onder AmvB valt; |
||
2,00 indien het een perceel betreft ten behoeve van een bedrijf, die onder een milieuvergunning valt; |
||
1,25 indien het een perceel betreft met een andere bestemming (bijv. detailhandel). |
||
tabel: |
||
a) het inzien van een kadastraal plan, (maken van een kopie A3 formaat en samenstellen van een situatietekening) |
€ 4,15 |
|
b) het opvragen van kadastrale informatie (inclusief uitdraai beeldscherm computer) |
€ 11,90 |
|
c) het raadplegen van een bestemmingsplan |
€ 31,65 |
|
d) het raadplegen van kaartmateriaal en overzichtsfoto's |
€ 4,30 |
|
e) het raadplegen van het fotoarchief (te Naarden) |
€ 69,55 |
|
f) het raadplegen van een bouwdossier |
€ 15,85 |
|
g) het raadplegen van een hinderwetdossier/dossier WABM |
€ 46,15 |
|
h) het raadplegen van een dossier rioleringen |
€ 5,35 |
|
i) het raadplegen van geautomatiseerde gegevensbestanden |
€ 7,55 |
|
j) het raadplegen van reeds bestaande historische onderzoeken |
€ 46,15 |
|
k) het raadplegen van een bodemkwaliteitsdossier |
€ 46,15 |
|
l) een inspectie van de onderzoekslocatie |
€ 69,55 |
|
m) een literatuuronderzoek |
€ 69,55 |
|
n) digitale kopie van een Kiwa-certificaat (binnen 5 werkdagen) |
€ 31,65 |
|
o) digitale kopie van een bodemonderzoek (binnen 5 werkdagen) |
€ 51,60 |
|
(uitgezonderd dossierdelen ouder dan 20 jaar) |
||
Indien de gevraagde fotokopieën per post worden toegezonden, wordt het totaalbedrag verhoogd met de portokosten. |
||
Vooraf wordt medegedeeld welke werkzaamheden zullen worden verricht. Een en ander blijkt uit een door of vanwege burgemeester en wethouders opgestelde begroting. |
||
1.19.16 |
Het tarief bedraagt voor: |
|
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de bodem voor: |
||
|
||
|
€ 388,00 |
|
|
€ 529,00 |
|
|
€ 362,00 |
|
1.19.17 |
Het tarief bedraagt voor: |
|
het verlenen van inzage in milieudossiers: |
||
|
€ 15,75 |
|
|
€ 5,10 |
|
1.19.18.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot de afgifte van: |
|
afschriften, doorslagen, fotokopieën of uittreksels uit besluiten, akten of andere stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze titel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per bladzijde: |
||
|
€ 0,50 |
|
|
€ 0,70 |
|
1.19.18.2 |
stukken of uittreksels, welke op verzoek van de aanvrager/aanvraagster moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze titel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 18,20 |
1.19.18.3 |
een beschikking op een verzoek, voor zover daarvoor niet elders in deze titel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 18,20 |
1.19.18.4 |
gewaarmerkte afschriften van stukken (al dan niet overgebracht naar de gemeentelijke archiefplaats), voor zover daarvoor niet elders in deze titel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per bladzijde |
€ 5,65 |
TITEL 2 |
DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING/OMGEVINGSVERGUNNING |
|
HOOFDSTUK 2.1 |
BEGRIPSOMSCHRIJVING |
|
|
|
|
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
|
2.1.1.1 |
aanlegkosten: |
|
|
het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen), of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; |
|
2.1.1.2 |
bouwkosten: |
|
|
het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen], of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; |
|
2.1.1.3 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
|
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
|
HOOFDSTUK 2.2 |
Conceptaanvraag |
|
|
|
|
2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag: |
|
2.2.1 |
van een ambtelijke beoordeling op 1 ontwerpplan die vooraf gaat aan het aanvragen van een omgevingsvergunning: |
|
(een ambtelijke beoordeling op een enkelvoudige vraag in verband met het verkrijgen van een indicatie betreffende de ruimtelijke haalbaarheid van een plan in het kader van de Wabo) |
€ 309,00 |
|
2.2.2 |
van een ambtelijke beoordeling die voorafgaat aan het aanvragen van een omgevingsvergunning (welstand): |
€ 154,00 |
2.2.3 |
van elke volgende beoordeling welstand |
€ 154,00 |
2.2.4 |
van een vervolg op een eerder ingediend ontwerpplan (binnen 26 weken na afronding van de eerste beoordeling) van een ambtelijke beoordeling die vooraf gaat aan het aanvragen van een omgevingsvergunning met het verkrijgen van een indicatie betreffende de ruimtelijke haalbaarheid en welstand: van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld. |
30% |
2.2.5 |
Per conceptaanvraag geldt een minimum van |
€ 154,00 |
HOOFDSTUK 2.3 |
OMGEVINGSVERGUNNING |
|
|
|
|
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 2.4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
|
|
2.3.1 |
Bouwactiviteiten |
|
2.3.1.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.1.1.1 |
indien de bouwkosten minder dan € 500.000 bedragen: |
4,8% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 154,00 |
|
2.3.1.1.2 |
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 2.500.000 bedragen: |
€ 24.200,00 |
vermeerderd met: |
4,5% |
|
van de bouwkosten boven € 500.000; |
||
2.3.1.1.3 |
indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen: |
€ 114.750,00 |
vermeerderd met: |
4,2% |
|
van de bouwkosten boven € 2.500.000. |
||
2.3.1.1.3A |
Indien de bouwactiviteit betrekking heeft op gecertificeerde bouw dan wordt voor de op grond van 2.3.1.1.1 tot en met 2.3.1.1.3 geheven leges op verzoek een korting verleend van 20%, tot een maximum van: |
€ 25.000,00 |
2.3.1.1.3A1 |
Als ook het toezicht tijdens de bouw volledig gecertificeerd plaatsvindt, dan wordt op verzoek aanvullend een korting verleend van 10% tot een maximum van: |
€ 12.500,00 |
2.3.1.1.3A2 |
Daarbij geldt dat het te betalen bedrag niet lager zal zijn dan: |
€ 303,00 |
2.3.1.1.3B |
De korting voor gecertificeerde bouw wordt toegepast indien de aanvraag is voorzien van een volgens een toepasbare landelijke erkenningsregeling, gecertificeerde bouwbesluittoets dan wel wanneer de bouwbesluittoets door een tot het landelijk stelsel i.o. toegelaten marktpartij wordt uitgevoerd in plaats van de gemeente. Het toezicht tijdens de bouw dient te worden uitgevoerd door een daartoe bevoegde organisatie, blijkend uit een geldig certificaat dat is uitgegeven door een geaccrediteerde certificerende instelling dan wel door een tot het landelijk stelsel i.o. toegelaten marktpartij in plaats van de gemeente. Onder een tot het landelijk stelsel i.o. toegelaten marktpartij wordt verstaan: een kwaliteitsborger, die gedurende de implementatieperiode van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) tot aan inwerkingtreding van die wet, gerechtigd is een voorlopig toegelaten kwaliteitborgingsinstrument te gebruiken als bedoeld in de door de VNG gecoördineerde proefprojecten voor de Wkb en dat instrument ook daadwerkelijk gebruikt. |
|
2.3.1.1.3C |
Om voor een korting genoemd onder 2.3.1.1.3A in aanmerking te komen moeten alle in te dienen stukken met betrekking tot het gehele bouwplan gecertificeerd zijn. Het toezicht dient vanaf het moment van de start van de bouw tot aan de gereedmelding gecertificeerd plaats te vinden. Een besluit om deze korting te verlenen wordt daarom pas genomen na oplevering van het bouwwerk. |
|
Extra toets commissie ruimtelijke kwaliteit en erfgoed |
|
|
2.3.1.1.4 |
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets door de commissie ruimtelijke kwaliteit en erfgoed noodzakelijk is: |
€ 154,00 |
Verplicht advies agrarische commissie |
|
|
2.3.1.2 |
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: |
€ 154,00 |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
2.3.1.3 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, genoemd in artikel 2.1 of 2.2 van de Wabo, met uitzondering van het vellen of doen vellen van houtopstand als genoemd in artikel 2.3.10.4 t/m 2.3.10.4.2 van deze tarieventabel, bedragen de leges |
€ 309,00 |
Deze leges komen boven op het tarief genoemd in onderdeel 2.3.1., onderdeel 2.3.3, subonderdeel 2.3.2.1 of subonderdelen 2.3.4.1 tot en met 2.3.4.8 |
2.3.2 |
Aanlegactiviteiten |
|
2.3.2.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
4,8% |
van de aanlegkosten, met een minimum van: |
€ 154,00 |
2.3.3 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het tarief bepaald in de subonderdelen 2.3.3.1 tot en met 2.3.3.8: |
|
2.3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
10% |
van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; |
||
met een minimum van |
€ 154,00 |
|
2.3.3.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): |
20% |
van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; |
||
met een minimum van |
€ 154,00 |
|
2.3.3.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
20% |
van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; |
||
met een minimum van |
€ 154,00 |
|
2.3.3.4 |
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): |
20% |
van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; |
||
met een minimum van |
€ 154,00 |
|
2.3.3.5 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
20% |
van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; |
||
met een minimum van |
€ 154,00 |
|
2.3.3.6 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
20% |
van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; |
||
met een minimum van |
€ 154,00 |
|
2.3.3.7 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
20% |
van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; |
||
met een minimum van |
€ 154,00 |
|
2.3.3.8 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
20% |
van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; |
||
met een minimum van |
€ 154,00 |
2.3.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens geen sprake is van een bouwactiviteit |
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):` |
€ 154,00 |
2.3.4.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): |
€ 154,00 |
2.3.4.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
|
2.3.4.3.1 |
Indien projectkosten > € 0,00 en ≤ € 100.000,00 |
€ 9.863,00 |
2.3.4.3.2 |
Indien projectkosten > € 100.000,00 en ≤ € 1.000.000,00 |
€ 14.793,00 |
2.3.4.3.3 |
Indien projectkosten > € 1.000.000,00 en ≤ € 10.000.000,00 |
€ 24.657,00 |
2.3.4.3.4 |
Indien projectkosten > € 10.000.000,00 |
€ 49.429,00 |
2.3.4.4 |
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) |
€ 307,00 |
2.3.4.5 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van het exploitatieplan) |
€ 1.208,00 |
2.3.4.6 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ 1.208,00 |
2.3.4.7 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ 1.208,00 |
2.3.4.8 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 1.208,00 |
2.3.5 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
voor een (bouw)werk met een oppervlakte tot 500 m² |
€ 360,00 |
|
|
voor een (bouw)werk met een oppervlakte van 500 m² of meer: |
€ 724,00 |
2.3.6 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
|
2.3.6.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks- provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 1 van de Erfgoedverordening Gooise Meren 2016, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
2.3.6.1.1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van het monument. |
€ 309,00 |
2.3.6.1.2 |
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 309,00 |
2.3.6.2 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 1 van de Erfgoedverordening Gooise Meren 2016, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 154,00 |
|
|
|
2.3.7 |
Sloopactiviteiten |
|
2.3.7.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief |
€ 154,00 |
2.3.7.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g van de Wabo wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de sloopactiviteit, bedragen de leges |
€ 309,00 |
Deze leges komen boven op het tarief van subonderdeel 2.3.7.1. |
|
2.3.8 |
Aanleggen of veranderen van weg |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), waarvoor een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 154,00 |
2.3.9 |
Uitweg/ Inrit |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), waarvoor een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 154,00 |
2.3.10 |
Kappen (Vellen houtopstand) |
|
2.3.10.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g van de Wabo in samenhang met artikel 4:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en/of op grond van een vastgesteld bestemmingsplan, waarvoor een vergunning is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
per houtopstand/boom: |
€ 67,50 |
|
met een maximum van 10 houtopstanden/bomen |
€ 677,50 |
|
2.3.10.2 |
van 10 t/m 20 bomen, per boom/houtopstand |
€ 33,50 |
met een maximum van 20 houtopstanden/bomen |
€ 338,00 |
|
2.3.10.3 |
van 20 t/m 30 bomen, per boom/houtopstand |
€ 16,90 |
met een maximum van 30 houtopstanden/bomen of meer |
€ 168,00 |
Achteraf ingediende aanvraag kappen (vellen houtopstand) |
|
|
2.3.10.4 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen (kappen en/of snoeien) of doen vellen van houtopstand, zoals bedoeld in de Bomenverordening, op grond van artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g van de Wabo en/of op grond van een vastgesteld bestemmingsplan, een vergunning is vereist en de aanvraag om een vergunning ingediend wordt na het vellen van houtopstand, bedraagt het tarief: |
|
per houtopstand/boom: |
€ 309,00 |
|
met een maximum van 10 houtopstanden/bomen |
€ 3.110,00 |
|
2.3.10.4.1 |
van 10 t/m 20 bomen, per boom/houtopstand |
€ 154,00 |
met een maximum van 20 houtopstanden/bomen |
€ 1.554,00 |
|
2.3.10.4.2 |
van 20 t/m 30 bomen, per boom/houtopstand |
€ 77,00 |
met een maximum van 30 houtopstanden/bomen of meer |
€ 776,00 |
2.3.11 |
Opslag roerende zaken |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 4:13 en/of 2:10 lid van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
2.3.11.1 |
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken: |
€ 154,00 |
2.3.11.2 |
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
€ 154,00 |
2.3.12 |
Natura 2000-activiteiten |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 154,00 |
2.3.13 |
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) |
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 154,00 |
2.3.14 |
Activiteit reclame |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het maken van handelsreclame als bedoeld in artikel 2.2, lid 1.onder h en/of artikel 2.2. lid 1, onder i van de Wabo |
€ 154,00 |
2.3.15 |
Andere activiteiten |
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
||
2.3.15.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 154,00 |
2.3.15.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.15.2.1 |
als het een gemeentelijke verordening betreft |
€ 154,00 |
2.3.15.2.2 |
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft |
€ 154,00 |
2.3.16 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevings-vergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
|
2.3.16.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: |
75% |
van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
||
2.3.16.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: |
75% |
van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
2.3.17 |
Beoordeling bodemrapport |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: |
|
2.3.17.1 |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport |
|
|
€ 154,00 |
|
|
€ 309,00 |
|
|
€ 625,00 |
|
2.3.17.2 |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport |
€ 154,00 |
2.3.18 |
Extern Advies |
|
2.3.18.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: |
|
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
2.3.18.2 |
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.18.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
2.3.19 |
Verklaring van geen bedenkingen |
|
2.3.19.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|
2.3.19.1.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ 769,00 |
2.3.19.1.2 |
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ 769,00 |
HOOFDSTUK 2.4. |
VERMINDERING KOSTEN CONCEPTAANVRAAG Minimum bedrag voor teruggaaf |
|
|
|
|
2.4.1 |
Indien een ontwerp in het kader van een conceptaanvraag, binnen een jaar na het indienen van een conceptaanvraag resulteert in de aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in hoofdstuk 2.3 dan worden de leges van de conceptaanvraag eenmalig in mindering gebracht op de uiteindelijke leges. |
|
2.4.2 |
Een bedrag minder dan wordt niet teruggegeven. |
€ 154,00 |
2.4.3 |
Indien een conceptaanvraag wordt ingetrokken voordat deze is afgerond, wordt 60 % van de verschuldigde leges in mindering gebracht op de aanslag leges. |
HOOFDSTUK 2.5. |
TERUGGAAF |
|
|
|
|
2.5.1 |
Teruggaaf als gevolg van de intrekking van een in behandeling genomen aanvraag omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen, aanleggen, planologische afwijking en bouwen, planologische afwijking, slopen en/of vellen van houtopstanden |
|
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit de activiteiten bouwen, aanleggen, planologische afwijking en bouwen, planologische afwijking, vellen van houtopstanden of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.3.7 en 2.3.10 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggave van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 60% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
60% |
|
2.5.2 |
Teruggaaf als gevolg van de intrekking van een verleende omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen, aanleggen, planologische afwijking en bouwen, planologische afwijking, slopen en/of vellen van houtopstanden |
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit de activiteiten bouwen, aanleggen, planologische afwijking en bouwen, planologische afwijking, slopen en/of vellen van houtopstanden als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.3.7 en 2.3.10 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggave van een deel van de leges. |
||
De teruggaaf bedraagt: |
50% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
||
Deze teruggaaf vindt slechts plaats indien de vergunninghouder dit verzoek heeft gedaan binnen 12 maanden na de vergunningverlening. |
||
2.5.3.1 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevings-vergunning voor de activiteiten bouwen, aanleggen, planologische afwijking en bouwen, planologische afwijking, slopen en/of vellen van houtopstanden |
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit de activiteiten bouwen, aanlegvergunning, planologische afwijking, planologische afwijking en bouwen, aanleggen, planologische afwijking en bouwen, planologische afwijking, slopen en/of vellen van houtopstanden als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.3.7 en 2.3.10 weigert, bestaat aanspraak op teruggave van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
40% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
||
2.5.3.2 |
Onder een weigering bedoeld in subonderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechtelijke uitspraak |
|
2.5.4 |
Minimumbedrag voor teruggaaf Een bedrag minder dan |
€ 154,00 |
wordt niet teruggegeven. |
||
2.5.5 |
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
|
Van de leges verschuldigd op grond van de (sub)onderdelen 2.3.1.2, 2.3.18 en 2.3.19 wordt geen teruggaaf verleend |
||
2.5.6 |
Niet ontvankelijke aanvraag Het tarief ter zake van het niet verder in behandeling nemen van een aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1.1 of artikel 2.2 van de Wabo omdat deze aanvraag niet ontvankelijk is als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), bedraagt: |
€ 154,00 |
HOOFDSTUK 2.6. |
INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING |
|
2.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is: |
€ 75,00 |
HOOFDSTUK 2.7. |
WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING ALS GEVOLG VAN WIJZIGING PROJECT |
|
2.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ 309,00 |
HOOFDSTUK 2.8. |
BESTEMMINGSWIJZIGINGEN ZONDER ACTIVITEITEN |
|
2.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening |
€ 17.644,00 |
2.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening |
€ 17.644,00 |
HOOFDSTUK 2.9. |
IN DEZE TITEL NIET BENOEMDE BESCHIKKING |
|
2.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: |
€ 154,00 |
2.9.2 |
Het tarief voor het intrekken van een aanvraag omgevingsvergunning of conceptaanvraag omgevingsvergunning die nog niet is getoetst op volledigheid, bedraagt: |
€ 52,00 |
2.9.3 |
Het tarief bedraagt voor een aanvraag omgevingsvergunning die in behandeling is genomen en waar besloten wordt dat er geen vergunning vereist is (besluit vergunningsvrij): Indien het een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2 lid 1, onder g van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, vellen houtopstand, betreft, geldt het in onderdeel 2.9.4 vermelde tarief. |
€ 154,00 |
2.9.4 |
Het tarief bedraagt voor een aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.2 lid 1, onder g van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (vellen houtopstand) die in behandeling is genomen en waar besloten wordt dat er geen vergunning is vereist (besluit vergunningsvrij): |
€ 35,00 |
HOOFDSTUK 2.10 |
OVERIGE |
|
2.10.1 |
In afwijking van de in 2.3.1.1 genoemde tarieven, geldt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder a van de Wabo, voor: |
|
|
€ 350,00 |
|
|
€ 350,00 |
|
|
€ 154,00 |
|
|
€ 154,00 |
|
|
€ 154,00 |
|
De in dit artikel genoemde tarieven zijn inclusief het voeren van de afwijkingsprocedure als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder a. onder 1º, van de Wabo (binnenplanse afwijking en artikel 2.1, eerste lid, onder a, onder 2º van de Wabo (buitenplanse afwijking) en het maken en/of beoordelen van de ambtelijk welstandstoets. |
TITEL 3 |
DIENSTVERLENING VALLEND ONDER EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN |
|
Hoofdstuk 1 |
Horeca |
|
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet |
€ 278,00 |
3.1.2 |
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in (artikel 2:28 van) de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) |
€ 368,00 |
3.1.3 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in (artikel 2:29, derde lid van) de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) |
€ 66,00 |
3.1.4 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet |
€ 66,00 |
3.1.5 |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet |
€ 178,00 |
3.1.6 |
een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet |
€ 149,00 |
3.1.7 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ 66,00 |
Hoofdstuk 2 |
Organiseren evenementen of markten |
|
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in (artikel 2.25, eerste lid, van) de Algemene Plaatselijke Verordening (evenementenvergunning), indien het betreft: |
|
3.2.1.1 |
een evenement zonder commercieel karakter en een gesubsidieerd evenement met een commercieel karakter waarvoor op grond van de Algemene Subsidieverordening subsidie is verleend |
€ 133,00 |
3.2.1.2 |
een evenement met een commercieel karakter met minder dan 1.000 bezoekers of deelnemers |
€ 402,00 |
3.2.1.3 |
een evenement met een commercieel karakter met meer dan 1.000 bezoekers of deelnemers |
€ 672,00 |
3.2.1.4 |
een terugkerend evenement met een commercieel karakter met meer dan 5.000 bezoekers of deelnemers |
€ 1.413,00 |
3.2.1.5 |
een incidenteel evenement met een commercieel karakter met meer dan 5.000 bezoekers of deelnemers |
€ 6.786,00 |
3.2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in (artikel 5.23) van de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ 178,00 |
Hoofdstuk 3 |
Prostitutiebedrijven |
|
3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
3.3.1 |
tot het verlenen van een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening voor een escortbedrijf, sexinrichting of een ander sexbedrijf dat buiten een sexinrichting wordt uitgeoefend |
€ 318,00 |
3.3.2 |
tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening voor een sexinrichting vallend onder het begrip “overige sexinrichtingen” voor zover het een nieuwe sexinrichting betreft |
€ 868,00 |
3.3.3 |
tot het aanpassen van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor een sexinrichting vallend onder het begrip “overige sexinrichtingen” |
€ 216,00 |
|
|
|
Hoofdstuk 4 |
Huisvestingswet 2014 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
3.4.1 |
tot het verlenen van een vergunning om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, respectievelijk tweede lid van de Huisvestingswet 2014 per woning, appartement of per eenheid |
€ 1.200,00 |
3.4.2 |
tot het verlenen van een vergunning om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014 per woning, appartement of per eenheid |
€ 1.200,00 |
3.4.3.1 |
tot het verlenen van een vergunning om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c, respectievelijk tweede lid van de Huisvestingswet 2014 per eenheid |
€ 1.200,00 |
3.4.3.2 |
met een maximum van |
€ 10.889,00 |
3.4.4 |
tot het verlenen van een vergunning om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste, respectievelijk tweede lid van de Huisvestingswet 2014 per woning, appartement of per eenheid |
€ 1.200,00 |
met een maximum van |
€ 24.078,00 |
|
3.4.5 |
tot het verlenen van een vergunning tot onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning van short stay (het structureel aanbieden van zelfstandige woonruimte voor tijdelijke bewoning aan een huishouden voor een langere aaneensluitende periode op basis van de Huisvestingswet 2014) |
€ 2.036,00 |
3.4.6 |
tot het op grond van artikel 2.2 van de Huisvestingsverordening Gooi- en Vechtstreek 2015 in behandeling nemen van een verzoek om toekenning van een urgentie aan woningzoekenden die wegens een noodsituatie met voorrang voor een woning in aanmerking wensen te komen |
€ 98,00 |
Hoofdstuk 5 |
Marktstandplaatsen |
|
3.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) |
€ 71,00 |
|
||
Hoofdstuk 6 |
Winkeltijdenwet |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
3.6 |
tot het verlenen van een vergunning c.q. ontheffing op grond van de Winkeltijdenwet |
€ 61,00 |
Hoofdstuk 7 |
Kinderopvang |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag (als bedoeld in artikel 1.45, eerste en tweede lid, van de Wet kinderopvang): |
||
3.7.1. |
met betrekking tot het in exploitatie nemen van een kindercentrum (KDV/BSO) of gastouderbureau |
€ 601,00 |
3.7.2. |
met betrekking tot exploitatie het bieden van gastouderopvang (brede inspectie) |
€ 383,00 |
3.7.3. |
met betrekking tot exploitatie het bieden van gastouderopvang (verkorte inspectie) |
€ 272,00 |
Hoofdstuk 8 |
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
|
3.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of het nemen van een andere beschikking |
€ 178,00 |
Behorende bij het raadsbesluit van 21 december 2022. |
||
de voorzitter, de griffier, |
||
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl