Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR689718
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR689718/2
Regeling vervallen per 01-01-2024
Verordening op de heffing en invordering van leges 2023
Geldend van 13-07-2023 t/m 31-12-2023
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van leges 2023De raad van de gemeente Breda;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
Besluit:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en invordering van leges 2023
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand: het tijdvak dat loopt van n-de dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
jaar: het tijdvak dat loopt van de n-de dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- 1.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- 2.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- 3.
voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een evenement als bedoeld in artikel 2:12, lid 4, Algemene plaatselijke verordening Breda 2018.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
-
1. De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of ander schriftuur of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
-
2. Indien de leges, op het moment van aanvraag van een dienst, niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9 , eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
Hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 2.
Hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 3.
onderdelen 1.4.5 en 1.4.6 (verstrekkingen uit de basisregistratie personen met behulp van alternatieve media of schriftelijk);
- 4.
onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag)
- 5.
Hoofdstuk 16 (kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
De 'Legesverordening Breda 2022, vastgesteld bij raadsbesluit van 23 december 2021, sedertdien gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: 'Legesverordening Breda 2023’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 december 2022
,voorzitter.
,griffier.
Bijlage 1 Tarieventabel leges 2023
Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Breda 2023
Indeling tarieventabel
Titel 1Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen
Hoofdstuk 5 n.v.t.
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming
Hoofdstuk 7 n.v.t.
Hoofdstuk 8 n.v.t.
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
Hoofdstuk 10 Archeologie
Hoofdstuk 11 n.v.t.
Hoofdstuk 12 Leegstandswet
Hoofdstuk 13 n.v.t.
Hoofdstuk 14 n.v.t.
Hoofdstuk 15 n.v.t.
Hoofdstuk 16 Kansspelen
Hoofdstuk 17 Telecommunicatie
Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 19 Diversen
Titel 2Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Hoofdstuk 2 Initiatiefplan/principeverzoek afwijken bestemmingsplan/vooroverleg/ informatieverstrekking
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
Hoofdstuk 4 Vermindering
Hoofdstuk 5 Afwijkende tarieven
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Hoofdstuk 8 Wet ruimtelijke ordening / Wet geluidshinder
Hoofdstuk 9 Woningwet
Hoofdstuk 10 Bouwvergunning eerste of tweede fase op grond van oude wetgeving
Hoofdstuk 11 Stedelijk waterverordening Breda 2019
Titel 3Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2
Hoofdstuk 1 Horeca
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
Hoofdstuk 3 Seksbedrijven en coffeeshops
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte
Hoofdstuk 5 Verhuurvergunning opkoopbescherming
Hoofdstuk 6 Exploitatievergunning
Hoofdstuk 7 Markt- en standplaatsen
Hoofdstuk 8 Kabels en leidingen
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Hoofdstuk 10 Winkeltijdenwet
Titel 1Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op: |
|||
1.1.1.1 |
maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 18.00 uur |
€ |
462,00 |
|
1.1.1.2 |
maandag tot en met vrijdag op andere tijdstippen dan tussen 9.00 en 18.00 uur en op zaterdag, op het Stadhuis |
€ |
882,00 |
|
1.1.1.3 |
maandag tot en met vrijdag op andere tijdstippen dan tussen 9.00 en 18.00 uur en op zaterdag, op een andere locatie dan het Stadhuis |
€ |
714,00 |
|
1.1.1.4 |
maandag van 10.00 tot 11.00 uur in de Kleine Zaal van het Stadhuis zonder ceremonie |
€ |
107,00 |
|
1.1.1.5 |
zondag, en een daarmee gelijkgestelde feestdag, op het Stadhuis |
€ |
1.125,00 |
|
1.1.1.6 |
Zondag, en een daarmee gelijkgestelde feestdag, op een locatie anders dan het Stadhuis |
€ |
930,00 |
|
1.1.2 |
Het tarief voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk voor zover de omzetting zonder ceremonie plaatsvindt in het Stadskantoor te Breda bedraagt: |
€ |
43,20 |
|
1.1.3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een eenmalige benoeming honorair buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand bedraagt: |
€ |
100,00 |
|
1.1.4 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een eenmalige benoeming honorair buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand inclusief beëdiging bij de Rechtbank, bedraagt : |
€ |
200,00 |
|
1.1.5 |
Het tarief voor het verstrekken van een (vervangend) trouwboekje of een (vervangend) partnerschapsregistratieboekje bedraagt |
€ |
22,60 |
|
1.1.6 |
n.v.t. |
|||
1.1.7 |
n.v.t |
|||
1.1.8. |
n.v.t. |
|||
1.1.9 |
Voor het reserveren van een huwelijksvoltrekking en de werkzaamheden daartoe worden bij annulering van de huwelijksvoltrekking de volgende leges in rekening gebracht: |
|||
1.1.9.1 |
bij annulering eerder dan vijf weken voor de huwelijksdatum |
€ |
44,95 |
|
1.1.9.2 |
bij annulering van vijf weken of later dan vijf weken voor de huwelijksdatum |
€ |
89,90 |
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
1.2.1 |
Ingezetenen: Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
|
1.2.1.1 |
van een nationaal paspoort: |
||
1.2.1.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
77,87 |
1.2.1.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
58,89 |
1.2.1.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): |
||
1.2.1.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
77,87 |
1.2.1.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
58,89 |
1.2.1.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
||
1.2.1.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
77,87 |
1.2.1.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
58,89 |
1.2.1.4.1 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ |
58,89 |
1.2.1.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
||
1.2.1.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
70,38 |
1.2.1.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
37,99 |
1.2.1.5.3 |
vervallen |
||
1.2.1.6 |
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5.2 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
€ |
53,01 |
1.2.1.7.1 |
Bezorgen van een reisdocument binnen bezorggebied contractpartner |
€ |
5,00 |
1.2.1.7.2 |
Bezorgen van een reisdocument binnen bezorggebied contractpartner meerdere bezorgingen op éénzelfde adres |
€ |
10,00 |
1.2.2 |
Niet ingezetenen: Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
||
1.2.2.1 |
van een nationaal paspoort: |
||
1.2.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
117,25 |
1.2.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
98,30 |
1.2.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): |
||
1.2.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
117,25 |
1.2.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
98,30 |
1.2.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
||
1.2.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
117,25 |
1.2.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
98,30 |
1.2.2.4 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
||
1.2.2.4.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
113,10 |
1.2.2.4.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
80,75 |
1.2.2.5.1 |
Bezorgen van een reisdocument binnen bezorggebied contractpartner |
€ |
27,50 |
1.2.2.5.2 |
Bezorgen van een reisdocument binnen bezorggebied contractpartner meerdere bezorgingen op éénzelfde adres |
€ |
40,00 |
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
€ |
48,15 |
|
1.3.2. |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ |
34,10 |
|
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen |
||||
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van onderdeel 1.4.3 , wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen (BRP) moet worden geraadpleegd. |
|||
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|||
1.4.2.1 |
tot het verstrekken van een uittreksel uit de BRP, per verstrekking |
€ |
10,50 |
|
1.4.2.2 |
tot het verstrekken van een meertalig modelformulier BRP, per verstrekking |
€ |
10,50 |
|
1.4.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van één of meer gegevens over een persoon, die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen, per verstrekking |
€ |
10,50 |
|
1.4.4. |
n.v.t. |
|||
1.4.5 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen |
€ |
26,20 |
|
1.4.6 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen |
€ |
8,15 |
|
1.4.7 |
Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier, na voorafgaande prijsopgave |
€ |
27,00 |
|
1.4.8 |
Het op grond van onderdeel 1.4.7 verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
1.4.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bewijs van ingezetenschap |
€ |
10,50 |
|
1.4.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een uittreksel uit of een verklaring ontleend aan het Register Niet-Ingezetenen |
€ |
16,85 |
Hoofdstuk 5 n.v.t.
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming
1.6 |
Het tarief voor twee of meer kopieën van een dossier in het kader van een inzageverzoek op grond van artikel 15 AVG bedraagt: |
|||
1.6.1 |
bij verstrekking op papier: |
|||
1.6.1.1 |
ten hoogste 100 pagina's, per pagina |
€ |
0,24 |
|
met een maximum per bericht van |
€ |
5,25 |
||
1.6.1.2 |
meer dan 100 pagina's |
€ |
23,62 |
|
Hoofdstuk 7 n.v.t.
Hoofdstuk 8n.v.t.
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
1.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
1.9.1.1 |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag verwijst de gemeente Breda naar het tarief zoals bepaald door Justis |
|||
1.9.1.2 |
tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn |
€ |
10,50 |
|
1.9.1.3 |
tot het legaliseren van een handtekening |
€ |
13,85 |
|
1.9.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere termijn voor de begraving of verbranding als bedoeld in artikel 17 van de Wet op de lijkbezorging bedraagt |
€ |
18,50 |
Hoofdstuk 10 Archeologie
Archeologie |
||||
1.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|||
1.10.1.1 |
de begeleiding en beoordeling, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde bureauonderzoeken, Programma’s van Eisen, Plannen van Aanpak en rapportages inzake archeologisch (voor)onderzoek, alsmede het toezicht houden op veldwerk |
€ |
1.030,20 |
|
1.10.1.2 |
vervallen |
|||
1.10.1.3 |
vervallen |
|||
1.10.1.4 |
vervallen |
|||
1.10.1.5 |
vervallen |
Hoofdstuk 11 n.v.t.
Hoofdstuk 12 Leegstandwet
1.12.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning tijdelijke verhuur ex artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: |
|||
1.12.1.1 |
voor één woning, een woning in een rijen- of appartementencomplex of (on)zelfstandige woonruimte in een gebouw bestemd voor groepsgewijze huisvesting, verzorging of verpleging, logiesverschaffing administratie en/of onderwijs dat in afwachting is van een bepaalde andere bestemming |
€ |
148,69 |
|
1.12.1.2 |
voor meerdere woningen in een rijen- of appartementencomplex: |
|||
|
€ |
297,38 |
||
|
€ |
446,07 |
||
|
€ |
594,76 |
||
|
€ |
743,45 |
||
1.12.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor verlenging van een vergunning tijdelijke verhuur ex artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet: |
|||
1.12.2.1 |
voor één woning, een woning in een rijen- of appartementencomplex of (on)zelfstandige woonruimte in een gebouw bestemd voor groepsgewijze huisvesting, verzorging of verpleging, logiesverschaffing administratie en/of onderwijs dat in afwachting is van een bepaalde andere bestemming |
€ |
74,40 |
|
1.12.2.2 |
voor meerdere woningen in een rijen- of appartementencomplex: |
|||
|
€ |
148,69 |
||
|
€ |
223,04 |
||
|
€ |
297,38 |
||
|
€ |
371,78 |
Hoofdstuk 13 Vervallen
Hoofdstuk 14 Vervallen
Hoofdstuk 15 Vervallen
Hoofdstuk 16 Kansspelen
1.16.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning, als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|||
1.16.1.1 |
voor een periode van 12 maanden voor één kansspelautomaat |
€ |
56,50 |
|
1.16.1.2 |
voor een periode van 12 maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat |
€ |
56,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ |
34,00 |
||
1.16.1.3 |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd |
€ |
226,50 |
|
1.16.1.4 |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat |
€ |
226,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ |
136,00 |
||
1.16.2 |
De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden doch ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden. |
|||
1.16.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal, als bedoeld in artikel 2 van de ‘Verordening speelautomaten en speelautomatenhallen Breda’ |
€ |
194,79 |
Hoofdstuk 17 Telecommunicatie
1.17.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 13 van de ‘Energie-, water- en telecomverordening Breda 2009’: |
€ |
442,78 |
|
1.17.2 |
indien de melding betrekking heeft op een tracé van 100 tot en met 1.000 strekkende meter wordt het bedrag vermeld in onderdeel 1.17.1 per strekkende meter vermeerderd met |
€ |
0,41 |
|
1.17.3 |
indien de melding betrekking heeft op een tracé langer dan 1.000 strekkende meter wordt het bedrag vermeld in onderdeel 1.17.1 vermeerderd met |
€ |
399,80 |
|
alsmede per strekkende meter boven de 1.000 meter met |
€ |
0,18 |
||
1.17.4 |
In afwijking van het bepaalde in de vorige onderdelen 1.17.1 tot en met 1.17.3 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 13 van de “Energie-, water- en telecomverordening Breda 2009” voor een grootschalig (met trace lengte van meer dan 30 km) behelzende de nieuwe aanleg van een nieuw telecommunicatienet: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot instemming aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een projectbegroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||
1.17.5 |
Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 1.17.4 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer
1.18.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 van het bepaalde in artikel 10 van dat Reglement, juncto van het verkeersteken bord nr. 67 (voetpad) voor het centrumgebied van de gemeente Breda, zoals aangeduid bij besluit van de raad van Breda van 27 augustus 1987: |
||||||
1.18.1.1 |
per dag ontheffing per voertuig: |
€ |
24,64 |
||||
1.18.1.2 |
Voor een tijdelijke ontheffing anders dan onder 1.18.1.1 of jaarontheffing |
€ |
58,81 |
||||
1.18.1.3 |
indien de ontheffing onder 1.18.1.2 een verlenging betreft |
€ |
58,81 |
||||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een tijdelijke- of jaarontheffing als bedoeld in artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeertekens 1990: |
€ |
35,24 |
||||
1.18.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 22, lid 1 van de Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen: |
||||||
|
€ |
150,95 |
|||||
|
€ |
150,95 |
|||||
vermeerderd voor elk volgend adres met |
€ |
36,74 |
|||||
1.18.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van toestemming voor het lossen van tanks via bovenlossing en voor het laden en lossen van gevaarlijke stoffen binnen de bebouwde kom, op een voor het publiek toegankelijke plaats als bedoeld in artikel 5, bijlage 2 van het Reglement Vervoer over land van gevaarlijke stoffen |
€ |
150,95 |
||||
1.18.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 10 van de Wet Explosieven voor civiel gebruik: |
||||||
|
€ |
150,95 |
|||||
|
€ |
150,95 |
|||||
vermeerderd voor elk volgend adres met |
€ |
36,74 |
|||||
1.18.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 149 Wegenverkeerswet juncto artikel 87 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 bestemd voor extra lange, hoge brede of zware voertuigen die door de bebouwde kom van de gemeente Breda moeten rijden |
€ |
119,93 |
||||
1.18.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing milieuzonering op basis van artikel 87 juncto artikel 62 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 bestemd voor voertuigen waarvoor een verbod geldt om binnen het gebied van de Gemeente Breda te rijden dat is aangewezen als milieuzone: |
||||||
|
€ |
28,30 |
|||||
|
€ |
169,73 |
|||||
|
€ |
28,30 |
|||||
|
€ |
27,50 |
|||||
1.18.8. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||||||
1.18.8.1 |
tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart |
€ |
31,13 |
||||
1.18.8.2 |
tot het verstrekken van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart |
€ |
31,13 |
||||
1.18.8.3 |
indien voor het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van onderdeel 1.18.8.1 medisch advies dient te worden gevraagd, wordt het aldaar genoemde tarief verhoogd met |
€ |
108,82 |
||||
1.18.8.4 |
bij het niet op het juiste tijdstip verschijnen voor de medische keuring als bedoeld in onderdeel 1.18.8.3 wordt een bedrag in rekening gebracht van |
€ |
10,50 |
||||
1.18.8.5 |
Voor de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats |
€ |
157,44 |
||||
1.18.8.6 |
Voor de verplaatsing van een gehandicaptenparkeerplaats in verband met verhuizing |
€ |
104,96 |
||||
1.18.8.7 |
Tot wijziging van de bebording gehandicaptenparkeerplaats vanwege wijziging van het kenteken van het voertuig dat daar geparkeerd wordt |
€ |
26,24 |
||||
1.18.9 |
vervallen |
||||||
1.18.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 20, derde lid, van de ‘Parkeerverordening Breda 2013’: |
||||||
1.18.10.1 |
(voor de eerste aanvraag) geldig voor ten hoogste één week |
€ |
21,81 |
||||
1.18.10.2 |
nadat de eerste aanvraag als bedoeld in 1.18.10.1 is verstrekt voor iedere vervolgaanvraag welke geldig is voor ten hoogste één week |
€ |
14,77 |
||||
1.18.11 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van een verklaring van geen bezwaar op grond van de Luchtvaartwet en de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten |
€ |
104,55 |
||||
1.18.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek in verband met het aan het openbaar verkeer onttrekken van een weg als bedoelt in artikel 4, 9 en 11 van de Wegenwet |
€ |
1021,28 |
||||
1.18.13 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een Bredase taxi vergunning (Btx) |
€ |
137,94 |
Hoofdstuk 19 Diversen
1.19.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gedrukte, gecyclostileerde of anderszins gereproduceerde stukken, alsmede fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|||
|
Nihil |
|||
|
€ |
0,41 |
||
Indien een bladzijde een grotere afmeting heeft dan A4-formaat, bedragen de leges voor die bladzijde even zoveel malen het tarief als de oppervlakte een veelvoud is van het formaat A4. Een eventueel resterend gedeelte wordt daarbij als een geheel formaat A4 gerekend. |
||||
1.19.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van stukken, welke op verzoek van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ |
7,41 |
|
1.19.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ |
7,41 |
|
1.19.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het waarmerken van (fotokopieën van) documenten |
€ |
10,50 |
|
1.19.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling Pachtwet nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van verklaringen, bedoeld in artikel 56 f van de Pachtwet, per verklaring |
€ |
3,04 |
|
1.19.6 |
vervallen |
|||
1.19.7 |
vervallen |
|||
1.19.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|||
1.19.8.1 |
een opkopersregister |
€ |
11,11 |
|
1.19.8.2 |
een straatnaamboekje |
€ |
14,97 |
|
1.19.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van: |
|||
1.19.9.1 |
een vergunning voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen (art. 2 ‘Afvalstoffenverordening Breda 2016’) |
€ |
179,20 |
|
1.19.9.2 |
een ontheffing om een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu (art. 14 ‘Afvalstoffenverordening Breda 2016’) |
€ |
179,20 |
|
1.19.9.3 |
een ontheffing voor de opslag van afvalstoffen op een voor het publiek zichtbare plaats in de openlucht en buiten een inrichting op te slaan of opgeslagen te hebben (art. 18 ‘Afvalstoffenverordening Breda 2016’) |
€ |
179,20 |
|
1.19.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het hebben van een ligplaats voor een roeiboot, een woonschip en andere vaartuigen als bedoeld in artikel 5:21 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ |
€ |
305,77 |
|
1.19.11 |
Het tarief voor het inschrijven op de wachtlijst als bedoeld in artikel 5:21a van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018. |
€ |
88,75 |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
|
2.1.1.1 |
aanlegkosten: |
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting niet inbegrepen; |
||
2.1.1.2 |
bouwkosten: |
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting niet inbegrepen; |
||
2.1.1.3 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
|
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
|
2.1.4 |
Afronding bouw- en aanlegkosten Voor de berekening van de verschuldigde leges worden de bouwkosten indien deze meer dan € 1.000,00 bedragen naar beneden afgerond op een veelvoud van € 1.000,00. Dit is van overeenkomstige toepassing op de aanlegkosten. |
|
2.1.5 |
De in deze titel voorkomende tarieven zijn onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze titel indien tevens sprake is van de in die onderdelen benoemde activiteiten. |
Hoofdstuk 2 Initiatiefplan/(principe)verzoek afwijken bestemmingsplan / vooroverleg / informatieverstrekking
2.2.1 |
Initiatiefplan/vooroverleg/vergunningsvrij |
||||
2.2.1.1 |
Het basistarief bedraagt voor:
|
€ |
150,00 |
||
Welstandtoets |
|||||
2.2.1.2 |
Als het initiatiefplan als bedoeld in onderdeel 2.2.1.1 wordt voorgelegd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit ter verkrijging van een advies voor het voorgenomen project, geldt voor elke adviesaanvraag een tarief van |
€ |
114,63 |
||
Bouwtechnische toets |
|||||
2.2.1.3 |
Als voor het initiatiefplan als bedoeld in onderdeel 2.2.1.1 tevens is gevraagd deze aanvraag op hoofdlijnen te toetsen aan het Bouwbesluit wordt een tarief in rekening gebracht van 0,55% van de bouwkosten met een maximum van |
€ |
1512,32 |
||
(Beoordelen initiatief/vooroverleg afwijken bestemmingsplan buitenplans/ beheersverordeningbuitenplans |
|||||
2.2.1.4.1 |
Als een initiatiefplan als bedoeld in onderdeel 2.2.1.1 strijdig is met het bestemmingsplan en inhoudelijk beoordeeld moet worden of medewerking wordt verleend, geldt een tarief voor de eerste beoordeling (intaketafel/omgevingstafel en/of schriftelijke adviezen) van: |
€ |
250,00 |
||
2.2.1.4.2 |
|
€ |
500,00 |
||
|
€ |
1.200,00 |
|||
2.2.2 |
vervallen |
||||
2.2.3 |
vervallen |
||||
2.2.4 |
vervallen |
||||
2.2.5. |
vervallen |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 en 5 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|||
2.3.1 |
Bouwactiviteiten |
|||
2.3.1.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief een van de volgende treden onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|||
2.3.1.1.1 |
indien de bouwkosten minder dan € 1.700.000,00 bedragen: |
€ |
190,98 |
|
vermeerderd met 3,22% van de bouwkosten; |
||||
2.3.1.1.2 |
indien de bouwkosten € 1.700.000,00 tot € 4.250.000,00 bedragen: |
€ |
54.930,98 |
|
vermeerderd met 2,78% van de bouwkosten boven € 1.700.000,00; |
||||
2.3.1.1.3 |
indien de bouwkosten € 4.250.000,00 tot € 8.500.000,00 bedragen: |
€ |
125.820,98 |
|
vermeerderd met 2,49% van de bouwkosten boven € 4.250.00,00; |
||||
2.3.1.1.4 |
indien de bouwkosten € 8.500.000,00 tot € 17.000.000,00 bedragen: |
€ |
231.645,98 |
|
vermeerderd met 2,19% van de bouwkosten boven € 8.500.000,00; |
||||
2.3.1.1.5 |
indien de bouwkosten € 17.000.000,00 tot € 42.000.000,00 bedragen: |
€ |
417.795,95 |
|
vermeerderd met 1,57% van de bouwkosten boven € 17.000.000,00; |
||||
2.3.1.1.6 |
indien de bouwkosten € 42.000.000,00 of meer bedragen: |
€ |
810.295,95 |
|
vermeerderd met 0,91% van de bouwkosten boven € 42.000.000,00 |
Extra welstandstoets |
||||
2.3.1.2 |
Als de aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1, dan wel 2.3.6 wordt voorgelegd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit ter verkrijging van een advies voor het voorgenomen project, geldt voor elke adviesaanvraag een tarief van: |
€ |
114.63 |
|
2.3.1.3 |
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld |
€ |
100,12 |
|
Achteraf ingediende aanvraag |
||||
2.3.1.4 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit verhoogd met 10% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een maximum van |
€ |
1.000,00 |
|
2.3.2 |
Werk- en sloopactiviteiten |
|||
2.3.2.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op werk of werkzaamheden als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten |
€ |
585,70 |
|
2.3.2.2 |
Indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten |
€ |
585,70 |
|
2.3.3 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
|||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||||
2.3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ |
210,12 |
|
2.3.3.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): |
€ |
350,11 |
|
2.3.3.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): 2,83% van de bouwkosten |
|||
met een minimum van |
€ |
6.366,21 |
||
en een maximum van |
€ |
76.394,40 |
||
2.3.3.4 |
In afwijking van 2.3.3.2 bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek om afwijking als bedoeld in dat lid en deze afwijking betrekking heeft op een situatie als bedoeld in artikel 4 onderdeel 9 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht: |
|||
2.3.3.4.1 |
indien het bruto oppervlak van de opstallen, waarop de afwijking betrekking heeft, niet meer bedraagt dan 50 m²: |
|||
voor de oppervlakte van 50 m² tot 100 m² |
€ |
350,11 |
||
vermeerderd met |
€ |
803,54 |
||
voor elke 50 m² of deel ervan boven de 100 m²: |
€ |
111,95 |
||
2.3.3.5 |
Indien de omgevingsvergunning slechts kan worden verleend na verlening van een ontheffing als bedoeld in hoofdstuk 2 paragraaf 5 van de ‘Bouwverordening 2007’ geldt een toeslag van: |
€ |
210,12 |
|
2.3.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit |
|||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||||
2.3.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ |
210,12 |
|
2.3.4.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): |
€ |
350,11 |
|
2.3.4.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
€ |
, 9.984,39 |
|
2.3.4.4 |
vervallen |
|||
2.3.4.5 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ |
9.984,39 |
|
2.3.4.6 |
Indien de omgevingsvergunning slechts kan worden verleend na verlening van een ontheffing als bedoeld in hoofdstuk 2 paragraaf 5 van de Bouwverordening 2007 geldt een toeslag van: |
€ |
210,12 |
|
2.3.4.7 |
In afwijking van 2.3.4.2 bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek om afwijking als bedoeld in dat lid en deze afwijking betrekking heeft op een situatie als bedoeld in artikel 4 onderdeel 9 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht: |
|||
2.3.4.7.1 |
indien het bruto oppervlak van de opstallen, waarop de afwijking betrekking heeft, niet meer bedraagt dan 100 m²: |
|||
vermeerderd met |
€ |
803,54 |
||
voor elke 50 m² of deel ervan boven de 100 m²: |
€ |
111,95 |
||
2.3.4.7.2 |
vervallen |
|||
2.3.5 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|||
2.3.5.1 |
indien het gebruiksoppervlak van het bouwwerk minder dan 100 m² bedraagt: |
€ |
700,59 |
|
2.3.5.2 |
indien het gebruiksoppervlak van het bouwwerk 100 m² of meer bedraagt, doch minder dan 500 m²: |
€ |
1.123,25 |
|
2.3.5.3 |
indien het gebruiksoppervlak van het bouwwerk 500 m² of meer bedraagt, doch minder dan 1.000 m²: |
€ |
1.485,51 |
|
2.3.5.4 |
indien het gebruiksoppervlak van het bouwwerk 1.000 m² of meer bedraagt, doch minder dan 1.500 m²: |
€ |
1703,00 |
|
2.3.5.5 |
indien het gebruiksoppervlak van het bouwwerk 1.500 m² of meer bedraagt: |
€ |
1.956,64 |
|
vermeerderd met |
€ |
179,40 |
||
voor elke 500 m² of gedeelte daarvan boven de 2.000 m² |
||||
2.3.5.6 |
Voor het aanpassen van een bestaande omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, voor een bouwwerk dat gedeeltelijk wordt vernieuwd, dan wel wordt veranderd of wordt vergroot, worden de leges slechts berekend over het gebruiksoppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel wordt veranderd of vergroot, vermeerderd met het gebruiksoppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal het gebruiksoppervlak van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot. |
|||
2.3.5.7 |
Voor het aanpassen van een bestaande omgevingsvergunning, die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, voor een veranderd gebruik, zonder dat sprake is van een verbouwing of anderszins, wordt de leges slechts berekend over het gebruiksoppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, vermeerderd met het gebruiksoppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n) die worden vernieuwd, veranderd of vergroot |
|||
2.3.6 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
|||
2.3.6.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die gemeentelijk verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief 20% van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, |
|||
met een minimum van: |
€ |
190,98 |
||
met een maximum van: |
€ |
2.196,40 |
||
2.3.6.2 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die verordening vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
146,42 |
|
2.3.7 |
n.v.t. |
|||
2.3.8 |
n.v.t. |
|||
2.3.9 |
Uitweg/inrit |
|||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van artikel 2:6 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
233,00 |
||
2.3.10 |
Vellen (kappen) |
|||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van een door het college aangewezen Waardevolle houtopstand en als zodanig opgenomen op de “Bomenkaart; vergunningplichtige houtopstanden” en waarvoor dus op grond van artikel 4:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018 een ontheffing middels een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.2., eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, is vereist bedraagt het starttarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||||
€ |
464,85 |
|||
Voor een boom (al dan niet onderdeel van een Groengebied) wordt het starttarief vermeerderd met tot een maximum van vier bomen, per boom |
€ |
41,46 |
||
Voor elke 100 m2 oppervlakte Landschapselement of gedeelte daarvan wordt het starttarief vermeerderd met |
€ |
41,46 |
||
tot een maximum van 400 m2 |
||||
2.3.11 |
Opslag van roerende zaken |
|||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van artikel 2:4a van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018 een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||||
2.3.11.1 |
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: |
€ |
233,00 |
|
2.3.11.2 |
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: |
€ |
233,00 |
|
2.3.12 |
Natura 2000-activiteiten Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2a, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
328,09 |
|
2.3.13 |
Flora- en Fauna-activiteiten (bescherming van soorten) Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
328,09 |
|
2.3.14 |
Andere activiteiten |
|||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
||||
2.3.14.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ |
200,80 |
|
2.3.14.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|||
|
€ |
200,80 |
||
|
€ |
200,80 |
||
2.3.15 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
|||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||||
2.3.15.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
|||
2.3.15.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
|||
2.3.16 |
Beoordeling bodemrapport Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: |
|||
2.3.16.1 |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport |
€ |
100,12 |
|
2.3.16.2 |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport |
€ |
100,12 |
|
2.3.17 |
Verklaring van geen bedenkingen |
|||
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
||||
|
€ |
334,68 |
||
|
||||
2.3.17.1 |
Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 2.3.17.b is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
2.3.18 |
Uitgebreide procedure |
|||
Indien voor de aanvraag omgevingsvergunning de uitgebreide procedure moet worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.10 van de Wabo en de ter inzagelegging van het ontwerpbesluit heeft plaatsgevonden wordt eenmalig een toeslag berekend van: |
€ |
382,00 |
2.3.19 |
Afwijkende tarieven omgevingsvergunning met betrekking tot artikel 3.1, tweede lid, Wro |
|||
2.3.19.1 |
Het tarief dat voortvloeit uit de berekening genoemd onder 2.3.1.1 wordt verminderd met 9%, indien de aanvraag mede dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, van de Wro. |
|||
2.3.19.2 |
De artikelen 2.3.2, 2.3.3.1 t/m 2.3.3.4, 2.3.4.1 t/m 2.3.4.5 en 2.3.4.7 blijven buiten toepassing indien de aanvraag dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, van de Wro. |
|||
2.3.20 |
Ontheffing geluid en trillingen |
|||
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien er sprake is van een verzoek om ontheffing veroorzaken geluidshinder ingevolge artikel 8.3 Bouwbesluit 2012 of een verzoek om ontheffing trillingsterkte ingevolgde artikel 8.4 Bouwbesluit 2012: |
€ |
436,96 |
||
2.3.21 |
Advies Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de vorige volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Hoofdstuk 4 Vermindering
2.4.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag voor een initiatiefplan als bedoeld in onderdeel 2.2.1 worden de volgende geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in onderdeel 2.3: de geheven leges op grond van onderdelen 2.2.1.2, 2.2.1.3 en 2.2.1.4 Hierbij geldt als voorwaarde dat het om hetzelfde project gaat en het beoordeelde initiatiefplan als bedoeld in onderdeel 2.2.1 met een positief advies is afgerond. Onderdelen 2.2.1.2 en 2.2.1.3 worden alleen in mindering gebracht indien op grond van onderdeel 2.3.1 een tarief is verschuldigd. De totale vermindering is nooit meer dan het totale legesbedrag dat voor de aanvraag omgevingsvergunning is verschuldigd. |
2.4.2 |
Indien een aanvrager deelneemt aan het proefproject in het kader van de Wet kwaliteitsborging, en voldoet aan de gestelde eisen, wordt het bedrag dat verschuldigd is aan leges, die voortvloeien uit paragraaf 2.3.1, met 10 % met een maximum van € 10.000,- verlaagd. |
2.4.3 |
Zonnepanelen: In afwijking van het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 worden voor een aanvraag voor het plaatsen van zonnepanelen geen leges geheven over de zonnepanelen zelf. Indien zonnepanelen onderdeel uitmaken van een aanvraag om een omgevingsvergunning bestaande uit meer onderdelen dan uitsluitend die zonnepanelen, bijvoorbeeld een constructie, dan zullen voor de vaststelling van het legesbedrag de bouwkosten van de zonnepanelen buiten beschouwing worden gelaten en alleen leges geheven worden over de constructie. |
Hoofdstuk 5 Afwijkende tarieven
2.5.1 |
Tarief bij buiten behandeling stellen aanvraag Indien een aanvraag om omgevingsvergunning incompleet is en niet verder in behandeling wordt genomen omdat de aanvrager, na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, de aanvraag niet of onvoldoende completeert, bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 2.3.1 tot en met 2.3.18: |
|||
2.5.1.1 |
Indien het projectonderdeel met betrekking tot een activiteit compleet is: |
Nihil |
||
anders: |
||||
2.5.1.2 |
Bouwactiviteiten: Een percentage van 15 van het tarief als genoemd onder 2.3.1.1 met een minimum van |
€ |
63,64 |
|
en een maximum van |
€ |
362,92 |
||
2.5.1.3 |
Aanleg- en sloopactiviteiten op grond van bestemmingsplan |
€ |
58,55 |
|
2.5.1.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
Nihil |
||
2.5.1.5 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit:
|
€ |
63,64 |
|
|
€ |
99,86 |
||
2.5.1.6 |
Het in gebruik nemen of gebruiken van bouwwerken in relatie tot de brandveiligheid: een percentage van 10 van het tarief als genoemd in 2.3.5 met een maximum van |
€ |
194,63 |
|
2.5.1.7 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten: een percentage van 10 van het tarief als genoemd onder 2.3.1.1 met een minimum van |
€ |
63,64 |
|
en een maximum van |
€ |
362,92 |
||
2.5.1.8 |
Aanleggen van een uitweg/ inrit: |
€ |
30,40 |
|
2.5.1.9 |
Vellen (kappen): |
€ |
30,40 |
|
2.5.2 |
Tarief bij intrekken aanvraag Indien een aanvraag om omgevingsvergunning op verzoek van de aanvrager wordt ingetrokken bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 2.3.1 tot en met 2.3.18: |
|||
2.5.2.1 |
Bouwactiviteiten: Een percentage van 15 van het tarief als genoemd onder 2.3.1.1 met een minimum van |
€ |
63,64 |
|
en een maximum van |
€ |
362,92 |
||
2.5.2.2 |
Aanleg- en sloopactiviteiten op grond van bestemmingsplan: |
€ |
58.55 |
|
2.5.2.3 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit: |
Nihil |
||
2.5.2.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit: |
|||
|
€ |
63,64 |
||
|
€ |
99,86 |
||
2.5.2.5 |
Het in gebruik nemen of gebruiken van bouwwerken in relatie tot de brandveiligheid: een percentage van 10 van het tarief als genoemd in 2.3.5 met een maximum van |
€ |
194,63 |
|
2.5.2.6 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten: een percentage van 10 van het tarief als genoemd onder 2.3.1.1 met een minimum van |
€ |
63,64 |
|
en een maximum van |
€ |
362,92 |
||
2.5.2.7 |
Aanleggen van een uitweg/ inrit: |
€ |
30,40 |
|
2.5.2.8 |
Vellen (kappen): |
€ |
30,40 |
|
2.5.2.9 |
Opslag roerende zaken: |
€ |
30,40 |
|
2.5.3 |
Weigeren vergunning Als een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit de activiteiten bouwen, monumenten, brandveilig gebruik of vellen (kappen) wordt geweigerd geldt voor die onderdelen een afwijkend tarief conform het hierna bepaalde: |
|||
2.5.3.1 |
Bouwactiviteiten: Een percentage van 20 van het tarief als genoemd 2.3.1.1 met een minimum van |
€ |
146,42 |
|
en een maximum van |
€ |
732,13 |
||
2.5.3.2 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid: een percentage van 60 van het tarief als genoemd in 2.3.5.1 t/m 2.3.5.5 met een maximum van |
€ |
389,32 |
|
2.5.3.3 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten: een percentage van 15 van het tarief als genoemd in 2.3.1.1 met een minimum van |
€ |
146,42 |
|
en een maximum van |
€ |
732,13 |
||
2.5.3.4 |
Activiteiten met betrekking tot het vellen (kappen) van een waardevolle houtopstand: een percentage van 50 van het starttarief als genoemd in 2.3.10 |
€ |
232,45 |
|
2.5.3.5 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking (waarbij de vergunning is verleend) bij rechterlijke uitspraak |
|||
2.5.3.6 |
Aanleg- en sloopactiviteiten op grond van bestemmingsplan: een percentage van 50 van het starttarief als genoemd in 2.3.2: |
€ |
292,85 |
|
2.5.3.7 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
€ |
146,42 |
|
2.5.3.8 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit: |
|||
|
€ |
146,42 |
||
|
€ |
230,13 |
||
2.5.4 |
Vergunningvrij Indien voor een vergunningsvrije bouwactiviteit op grond van de Wabo, op verzoek van de aanvrager een besluit vergunningsvrij wordt afgegeven, is het tarief bij 2.2.1.1 van toepassing. |
|||
2.5.5 |
Het tarief bedraagt voor het buiten behandeling stellen van een initiatiefplan |
€ |
63,64 |
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
2.6 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten |
|||
2.6.1 |
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, waarvoor op grond van onderdeel 2.3.1 leges zijn verschuldigd tot een bedrag van meer dan € 1.113,65 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits de aanvraag is ingediend binnen twee jaar na de datum van vergunningverlening en van deze vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt 50% van het op grond van onderdeel 2.3.1 verschuldigde bedrag |
|||
2.6.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.6.1 van toepassing is: |
€ |
127,39 |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
2.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ |
350,11 |
Hoofdstuk 8 Wet ruimtelijke ordening / Wet geluidhinder
2.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro); |
|||
|
€ |
6.083,55 |
||
en een maximum van |
€ |
73.002,09 |
||
|
€ |
9541,29 |
||
2.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder a. van de Wro: |
|||
|
€ |
6.083,55 |
||
en een maximum van |
€ |
73.002,09 |
||
|
€ |
9.541,29 |
||
2.8.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder b. van de Wro: |
|||
|
€ |
6.083,55 |
||
en een maximum van |
€ |
73.002,09 |
||
|
€ |
9.541,29 |
||
2.8.4 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het opnemen van een initiatief in een vast te stellen bestemmingsplan, voor een gebied groter dan de betreffende locatie, als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), een bedrag van |
€ |
4.689,46 |
|
2.8.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing hogere waarde als bedoeld in of krachtens de artikelen 47 en volgende (industrielawaai) en 83 en volgende (wegverkeerslawaai) van de Wet geluidhinder of artikel 4.10 en volgende (spoorweglawaai) van het Besluit geluidhinder: |
€ |
1.195,85 |
|
2.8.6 |
Afwijkende tarieven met betrekking tot artikel 3.1, tweede lid, Wro. De artikelen 2.8.2 en 2.8.3 blijven buiten toepassing indien de aanvraag dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, van de Wro. |
Hoofdstuk 9 Woningwet
2.9.1 |
Vervallen |
||||
2.9.2 |
Vervallen |
||||
2.9.3 |
Bouwverordening 1965 |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vrijstelling als bedoeld in artikel 352, lid 4, van de ‘Bouwverordening 1965’ jo artikel 12.6 Bouwverordening 2007. |
€ |
202,14 |
|||
2.9.4 |
Vervallen |
Hoofdstuk 10 Bouwvergunning eerste of tweede fase op grond van oude wetgeving
Vervallen
Hoofdstuk 11 Stedelijk waterverordening Breda
2.11.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het tot stand brengen of wijzigen van een aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool als bedoeld in artikel 3 van de Stedelijk waterverordening Breda 2019 |
€ |
233,01 |
Titel 3: Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2
Hoofdstuk 1 Horeca
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in: |
|||
3.1.1.1 |
artikel 4, eerste lid van de ‘Drank- en Horecaverordening Breda 2014’ |
€ |
436,55 |
|
3.1.1.2 |
artikel 10, eerste lid onder c. van de ‘Drank- en Horecaverordening Breda 2014’ |
€ |
425,80 |
|
3.1.1.3 |
artikel 10, vierde lid van de ‘Drank- en Horecaverordening Breda 2014’ |
€ |
137,94 |
|
3.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3, van de Alcoholwet voor het exploiteren van een horecabedrijf of slijtersbedrijf: |
|||
3.1.2.1 |
bij wijziging van leidinggevende(n), niet zijnde de ondernemer |
€ |
291,98 |
|
3.1.2.2 |
in de overige gevallen |
€ |
549,02 |
|
3.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35, eerste lid van de Alcoholwet voor het schenken van zwakalcohol-houdende dranken bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard |
€ |
137,94 |
|
3.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet voor het schenken van zwak alcoholhoudende dranken bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard in een paracommerciële inrichting |
€ |
137,94 |
|
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten |
||||
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het houden van: |
|||
3.2.1.1 |
een C- evenement als bedoeld in artikel 2:10, lid 6 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ voor maximaal één jaar |
€ |
12.930,67 |
|
3.2.1.1.1 |
een C-evenement als bedoeld in artikel 2:10, lid 6 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ afgegeven voor de periode van maximaal twee jaar |
€ |
14.482,35 |
|
3.2.1.2 |
een B-evenement als bedoeld in artikel 2:10, lid 5 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ voor maximaal één jaar |
€ |
3.646,31 |
|
3.2.1.2.1 |
een B-evenement als bedoeld in artikel 2:10, lid 5 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ afgegeven voor de periode van maximaal twee jaar |
€ |
3.865,08 |
|
3.2.1.3 |
vervallen |
|||
3.2.1.3.1 |
vervallen |
|||
3.2.1.4 |
vervallen |
Hoofdstuk 3 Seksbedrijven en coffeeshops
3.3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een escortvergunning: |
€ |
603,25 |
|
3.3.1.2 |
indien de escortvergunning wordt geweigerd dan bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 3.3.1.1: |
€ |
550,82 |
|
3.3.1.3 |
bij wijziging van leidinggevende(n), niet zijnde de ondernemer: |
€ |
291,98 |
|
3.3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een seksinrichtingsvergunning |
€ |
1.085,54 |
|
3.3.2.2 |
Indien de seksinrichtingsvergunning wordt geweigerd dan bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 3.3.2.1 |
€ |
664,63 |
|
3.3.2.3 |
bij wijziging van leidinggevende(n), niet zijnde de ondernemer |
€ |
291,98 |
|
3.3.2.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een verklaring coffeeshop als bedoeld in de beleidsregel ‘Beleid maximum aantal toegestane coffeeshops experiment gesloten coffeeshopketen Breda jo. artikel 6a Wet Experiment gesloten coffeeshopketen; |
€ |
555,04 |
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte
3.4.1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een vergunning voor het splitsen van een gebouw in één of meer appartementen als bedoeld in de ‘Huisvestingsverordening Breda 2020’: |
||||
|
€ |
451,32 |
|||
vermeerderd per te splitsen appartement met |
€ |
112,83 |
|||
3.4.2 |
Wordt de aanvraag ingetrokken dan bedragen de leges 20% van op grond van 3.4.1 berekende tarief met een minimum van het aldaar genoemde basistarief. |
||||
3.4.3 |
Indien in geval van een incomplete aanvraag de aanvrager in de gelegenheid wordt gesteld zijn incomplete aanvraag te completeren, wordt het overeenkomstig 3.4.1 berekende bedrag vermeerderd met 5% en een maximum van |
€ |
162,02 |
||
3.4.4 |
Indien de aanvraag incompleet is en niet verder in behandeling wordt genomen omdat de aanvrager, na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, de aanvraag niet of onvoldoende completeert, bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 3.4.1: 20% van het tarief als genoemd onder 3.4.1 met een minimum van het basistarief. |
||||
3.4.5 |
Indien de vergunning wordt geweigerd dan bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 3.4.1: 20% van het tarief als genoemd onder 3.4.1 met een minimum van het basistarief. |
||||
3.4.6 |
Het tarief voor het wijzigen van een eerder verleende vergunning wordt overeenkomstig artikel 3.4.1 bepaald, echter met dien verstande dat als aantal te splitsen appartementen wordt genomen het verschil is tussen de nieuwe en de oude situatie. |
||||
3.4.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen aan een aanvraag ter beoordeling of een vergunning voor het splitsen van een gebouw in één of meer appartementen als bedoeld in de “Huisvestingsverordening Breda 2020” is vereist. |
€ |
104,96 |
Hoofdstuk 5 Verhuurvergunning opkoopbescherming
3.5.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een verhuurvergunning opkoopbescherming als bedoeld in artikel 41, eerste lid van de Huisvestingswet 2014 en artikel X van de Huisvestingsverordening Breda 2022 |
€ |
438,60 |
|
3.5.2 |
Indien:
wordt er geen teruggaaf van de geheven leges verleend. |
|||
3.5.3 |
Indien in geval van een incomplete aanvraag de aanvrager in de gelegenheid wordt gesteld zijn incomplete aanvraag te completeren, wordt het overeenkomstig 3.5.1 berekende bedrag vermeerderd met: |
€ |
157,45 |
|
3.5.4 |
Indien de aanvraag incompleet is en niet verder in behandeling wordt genomen omdat de aanvrager, na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, de aanvraag niet of onvoldoende completeert, is het tarief overeenkomstig de som van 3.5.1 en 3.5.3. |
|||
3.5.5 |
Het tarief voor het wijzigen van een eerder verleende vergunning wordt overeenkomstig artikel 3.5.1 bepaald. |
Hoofdstuk 6 Exploitatievergunning
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van: |
|||
3.6.1 |
een exploitatievergunning als bedoeld in afdeling 2:31 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’, artikel 2:32 voor smart-, head- en belshops en internetcafé’s |
€ |
555,04 |
|
3.6.1.1 |
bij wijziging van leidinggevende, niet zijnde de ondernemer |
€ |
291,98 |
|
3.6.2 |
een exploitatievergunning als bedoeld in afdeling 2:17 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’, artikel 2:18 voor horecabedrijven (droge horeca) |
€ |
555,04 |
|
3.6.2.1 |
bij wijziging van leidinggevende, niet zijnde de ondernemer |
€ |
291,98 |
|
Hoofdstuk 7 Markt- en standplaatsen |
3.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van de Marktverordening Breda 2017: |
|
|
|
3.7.1.1 |
Tot het verlenen van een vaste-marktplaatsvergunning (artikel 7, tweede lid): |
|
€ |
117,41 |
|
Indien de aanvraag is voorafgegaan door een meeloopvergunning geldt het tarief opgenomen bij 3.7.1.7 |
|
|
|
3.7.1.2 |
tot het verlenen van een meeloopvergunning (artikel 7, derde lid): |
|
€ |
42,14 |
3.7.1.3 |
tot het verlenen van een seizoens-marktplaatsvergunning (artikel 7, vierde lid): |
|
€ |
42,14 |
3.7.1.4 |
tot het verlenen van een dagplaatsvergunning (artikel 7, vijfde lid): |
|
€ |
33,60 |
3.7.1.5 |
tot het verlenen van een standwerkvergunning (artikel 7, vijfde lid): |
|
€ |
33,60 |
3.7.1.6 |
tot het verlenen van een incidentele vergunning voor niet-commerciële of ideële doeleinden (artikel 7, zesde lid): |
|
|
Nihil |
3.7.1.7 |
tot het wijzigen van een vergunning ingevolge artikel 3 van het Marktreglement Breda 2017: |
|
€ |
51,96 |
|
|
|
|
|
3.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning: |
|
|
|
3.7.2.1 |
voor het innemen van een verkoopstandplaats op particuliere grond of voor het innemen van een standplaats voor het verstrekken van informatie ten behoeve van commerciële doeleinden -waar op geld waardeerbare transacties plaatsvinden- of het aanbieden van goederen en/of diensten, ongeacht dit plaatsvindt op particuliere of openbare gemeentegrond, als bedoeld in artikel 5:17 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’: |
|
|
|
|
|
|
€ |
45,38 |
|
|
|
€ |
77,90 |
3.7.2.2 |
voor het innemen van een standplaats op particuliere grond of voor het innemen van een standplaats voor het verstrekken van informatie ten behoeve van niet-commerciële doeleinden –waar géén op geld waardeerbare transacties plaatsvinden–, ongeacht of dit plaatsvindt op particuliere of openbare gemeentegrond, als bedoeld in artikel 5:17 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’. |
|
|
Nihil |
Hoofdstuk 8 Kabels en leidingen
3.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van vergunning als bedoeld in artikel 8 van de ‘Energie-, water- en telecomverordening Breda 2009’: |
€ |
442,83 |
|
3.8.2 |
indien de aanvraag betrekking heeft op een tracé van 100 tot en met 1.000 strekkende meter wordt het bedrag vermeld in onderdeel 3.8.1 per strekkende meter vermeerderd met |
€ |
0,41 |
|
3.8.3 |
indien de aanvraag betrekking heeft op een tracé langer dan 1.000 strekkende meter wordt het bedrag vermeld in onderdeel 3.8.1 vermeerderd met |
€ |
411,39 |
|
alsmede per strekkende meter boven de 1.000 meter met |
€ |
0,18 |
||
3.8.4 |
In afwijking van de onderdelen 3.8.1 tot en met 3.8.3 genoemde tarieven bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in onderdeel 3.8.1 tot en met 3.8.3 indien de aanvraag betrekking heeft op een tracé met meer dan 30km sleuflengte: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||
Indien een begroting als bedoeld in voorgaande volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
3.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||||||||||||
3.9.1.1 |
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:2, tweede lid van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ (geluidhinder in de open lucht) |
€ |
8,39 |
||||||||||
3.9.1.2 |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning, als bedoeld in artikel 2:4a van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’: |
||||||||||||
3.9.1.2.1 |
voor een werkterrein, zijnde ingebruikname van openbare gemeentegrond ten behoeve van de uitvoering van werken al dan niet omgeven door een fysieke afscheiding |
€ |
241,97 |
||||||||||
3.9.1.2.2 |
Voor uitstallingen van goederen en materialen voor of ten behoeve van verkoop en overige objecten, niet onderdeel uitmakende van evenementen op het land of op het water |
€ |
131,76 |
||||||||||
3.9.1.2.3 |
voor het aanbrengen van stoffen of voorwerpen op of aan de openbare plaats |
€ |
301,14 |
||||||||||
3.9.1.2.4 |
voor het plaatsen van een bouwbord of bewegwijzeringsbord |
€ |
160,63 |
||||||||||
3.9.1.2.5 |
Voor het plaatsen van een gedenkmonument: |
||||||||||||
|
€ |
107,07 |
|||||||||||
|
€ |
26,75 |
|||||||||||
3.9.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in: |
||||||||||||
3.9.2.1 |
artikel 5:6 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ (ten behoeve van het parkeren van caravans e.d. op wegen binnen de bebouwde kom van de gemeente Breda) |
€ |
48,41 |
||||||||||
3.9.2.2 |
artikel 5:7 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ (ten behoeve van het parkeren van reclamevoertuigen op de weg) |
€ |
48,41 |
||||||||||
3.9.2.3 |
artikel 5:8 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ (ten behoeve van het parkeren van grote voertuigen binnen de bebouwde kom van de gemeente Breda) |
€ |
48,41 |
||||||||||
3.9.3 |
vervallen |
||||||||||||
3.9.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||||||||||||
3.9.4.1 |
tot het verlenen van een vergunning voor het plaatsen van een terras, als bedoeld in artikel 2:4A van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ juncto artikel 10 van de ‘Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 2005’: |
||||||||||||
|
€ |
177,66 |
|||||||||||
|
€ |
406,09 |
|||||||||||
3.9.4.2 |
voor een wijziging of verlenging van een verleende terrasvergunning welke géén onderdeel uitmaakt van een evenement |
€ |
313,90 |
||||||||||
3.9.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot Het verlenen van een vergunning, bedoeld in artikel 3 van de ‘Verordening op logeer- en/of kamerverhuurinrichtingen’: |
€ |
81,70 |
||||||||||
vermeerderd voor iedere kamer waarop de aanvraag betrekking heeft met: |
€ |
16,31 |
|||||||||||
Hoofdstuk 10 Winkeltijdenwet
3.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
3.10.1.1 |
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5 van de ‘Verordening winkeltijden Breda 2018’ |
€ |
115,92 |
|
3.10.1.2 |
Tot het wijzigen van een in onderdeel 3.10.1.1 bedoelde ontheffing |
€ |
115,92 |
Behoort bij raadsbesluit van 22 december 2022
De griffier van de gemeente Breda,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl