Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen Schouwen-Duiveland 2023

Geldend van 01-01-2023 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen Schouwen-Duiveland 2023

De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland,

gezien het voorstel van burgermeester en wethouders d.d. 22 november 2022;

Gelet op:

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen Schouwen-Duiveland 2023;

De regels voor het aanvragen en verlenen van een parkeervergunning Schouwen-Duiveland 2023;

Aanwijzingsbesluit plaatsen en tijdstippen vergunninghoudersparkeren en betaald parkeren gemeente Schouwen-Duiveland 2023;

de artikelen 156, eerste en tweede lid aanhef en onderdeel h en artikel 225 van de Gemeentewet;

Besluit:

Vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen Schouwen-Duiveland 2023

Artikel 1. Definities

Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990.

  • c.

    houder: degene op wiens naam het motorrijtuig ten tijde van het parkeren in het kentekenregister, bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994, was ingeschreven;

  • d.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, voor het betalen van de parkeerbelasting ingerichte mobiele telefoons, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • e.

    centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Schouwen-Duiveland een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon, RFID-kaart (kaart met technologie op gebied van Radio Frequency Indentification) of een ander communicatiemiddel.

  • f.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die:

  • 1.

    is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of

  • 2.

    gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd.

  • g.

    Bewonersvergunning: een vergunning voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn.

  • h.

    Bezoekersvergunning: een vergunning voor een bewoner van een gebied waar belanghebbendenparkeerplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, ten behoeve van zijn bezoekers.

  • i.

    Ondernemersvergunning: een vergunning voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent en gevestigd is in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, ten behoeve van bezoekers.

  • j.

    Servicevergunning: een vergunning voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent en gevestigd is buiten een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren.

  • k.

    Parkeervignet: een vignet, aan te vragen door personen die als ingezetene in de gemeentelijke Basisregistratie Personen (BRP) zijn in geschreven en waarvan er per huishouden twee worden verstrekt. Het vignet is gekoppeld aan maximaal één kenteken, welke recht geeft om te parkeren op die plaatsen waar parkeerbelasting wordt geheven op basis van deze verordening. Lokaal kunnen op dit recht restricties bestaan om parkeerregulering mogelijk te maken.

  • l.

    Mantelzorgvergunning: een vergunning voor een bewoner van een gebied waar belanghebbendenparkeerplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, ten behoeve van zijn mantelzorger.

  • m.

    Eerstelijnszorgvergunning: een vergunning voor een natuurlijke persoon die in een gebied waar belanghebbendenparkeerplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, in de uitoefening van zijn of haar beroep regelmatig werkzaamheden verricht op het gebied van eerstelijns medische dienstverlening, met dien verstande dat de vergunning slechts geldt gedurende de uitvoering van de werkzaamheden.

  • n.

    Doelgroepenvergunning: een vergunning voor personen en/of ondernemingen die door het college als belanghebbenden zijn aangemerkt voor het gebruik van een gebied waar belanghebbendeplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuur aanwezig is.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam `parkeerbelastingen’ worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze.

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:

  • 1.

    indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

  • 2.

    indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4. Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5. Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 6. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of ander communicatie middel zoals een RFID-kaart inloggen op de centrale computer.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 3.

    Indien de belastingplicht als bedoeld in artikel 2, onderdeel b van de verordening in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de parkeerbelasting op verzoek verminderd voor zoveel volle kalendermaanden als er in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    De vermindering op verzoek zoals bedoeld in artikel 6 lid 3, is niet van toepassing op de tarieven genoemd in artikel 6a van de tarieventabel.

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of RFID-kaart of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 4.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling

  • 1.

    Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag over de belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, kan aan het motorvoertuig een wielklem worden aangebracht.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.

  • 3.

    Indien na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken, kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

Artikel 9. Restitutie

Bij tussentijdse opzegging van een onder artikel 2, lid b bedoelde parkeervergunning kan geen restitutie worden verleend.

Artikel 10. Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a en onderdeel b, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 11. Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelasting.

Artikel 12. Kosten naheffingsaanslag

  • 1.

    Een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bestaat uit het kosten van de naheffingsaanslag plus één uurtarief.

  • 2.

    De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2 onderdeel a, bedragen € 72,90 + uurtarief.

Artikel 13. Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14. Vrijstelling gehandicapten parkeerkaart

  • 1.

    De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a en onderdeel b, voor het parkeren van een voertuig op een parkeerapparatuurplaats, wordt niet geheven van een houder van een geldige Europese gehandicaptenparkeerkaart.

  • 2.

    De vrijstelling is uitsluitend van toepassing indien de gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in het eerste lid met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk zichtbare en leesbare plaats direct achter de voorruit van het voertuig is geplaatst.

Artikel 15. Overgangsbepaling

De “Verordening parkeerbelasting gemeente Schouwen-Duiveland 2022” wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 16. Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 17. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening parkeerbelastingen Schouwen-Duiveland 2023”.

Ondertekening

Vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 22 december 2022.

P.M.W. Goossens-Smits

Griffier

J.Chr. van der Hoek

Voorzitter

Bijlage 1 Tarieventabel betaald parkeren

Tarief

Tarief en beperking

Tarief 1

€ 2,65 per uur

Dagkaart € 16,00

Tarief 2

€ 2,00 per uur

Dagkaart € 16,00

Tarief 3

€ 2,00 per uur

Maximaal 1 uur

Tarief 4

€ 2,00 per uur

Dagkaart € 10,00

Een dagkaart is geldig tot en met 23:59 uur van de dag waarop deze gekocht werd.

Het kostentarief van de naheffingsaanslag ter zake de belasting bedoeld in artikel 2, sub a, van deze verordening, bedragen € 72,90. Bij de berekening van de totale fiscale naheffingsaanslag wordt uitgegaan van de kosten van de naheffingsaanslag plus één uurtarief.

Bijlage 2 Tarieventabel vergunningen

Vergunning

Specificatie

Tarief en beperking

Bewonersvergunning

Eerste vergunning

€ 32,05 per jaar

Tweede of volgende vergunning

€ 111,95 per jaar

Bezoekersvergunning

€ 0,50 per uur

Max. € 67,50 of 125 uur

wordt per minuut afgerekend

Ondernemersvergunning

Eerste vergunning

€ 191,25 per jaar

Tweede en volgende vergunning

€ 286,85 per jaar

Servicevergunning

€ 7,85 per etmaal

Eerste vergunning

€ 191,25 per jaar

Tweede of volgende vergunning

€ 287,15 per jaar

Mantelzorgvergunning

€ 0,75 per mantelzorgparkeerkaart per 5 uur;

wordt per minuut afgerekend

Parkeervignet

Eerste vignet

€ 30,- per jaar

Tweede vignet

€ 105,60 per jaar

Eerstelijnszorg vergunning

€ 130,85 per jaar

Doelgroepenvergunning

Ondertekening