Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR689548
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR689548/1
Regeling vervallen per 30-12-2023
Verordening op de heffing en de invordering van leges van de gemeente Midden-Groningen 2023
Geldend van 28-12-2022 t/m 29-12-2023
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges van de gemeente Midden-Groningen 2023De raad van de Gemeente Midden-Groningen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 november 2022;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;
gelet op de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
gelet op artikel 14 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR);
besluit vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van leges van de gemeente Midden-Groningen 2023
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand: het tijdvak dat loopt van de (n)e dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de (n)e dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
jaar: het tijdvak dat loopt van de (n)e dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
- 1.
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
-
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- b.
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);
- c.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);
- d.
stukken of verrichtingen, in hun persoonlijk belang benodigd door personen die door een verklaring afgegeven door de burgemeester van hun woon- of verblijfplaats of op andere wijze van hun onvermogen doen blijken;
- e.
het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;
- f.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- g.
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening van een vergunning of ontheffing voor het plaatsen van een mobiele onderzoekunit die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek, voor welk onderzoek op grond van die wet vergunning is verleend;
- h.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning, indien deze aanvraag betrekking heeft op het realiseren van een herdenkingsmonument en voor zover de grondslag van de heffing gedefinieerd is onder artikel 2.1.1.2 of 2.1.1.3 van de tarieventabel behorend bij deze verordening;
- i.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning, indien deze aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op aanpassing van een (archeologisch) monument of een pand in een beschermd stads- of dorpsgezicht zoals opgenomen in artikel 4a van het Besluit omgevingsrecht bijlage II, en deze zonder deze aanduiding vergunningsvrij is (op grond van artikel 2 en 3 van het Besluit omgevingsrecht bijlage II);
- j.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot ontheffing van de Winkeltijdenwet (titel 3, hoofdstuk 5 van de Tarieventabel behorende bij deze verordening), indien de ontheffing enkel betrekking heeft op het treffen van verplichte maatregelen ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus/COVID-19.
- k.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot een tijdelijke verkeersmaatregel, zoals bepaald in artikel 1.18.1.9 van de Tarieventabel behorende bij deze verordening, indien de aanvraag dient ten behoeve van een belanghebbende die blijkens zijn statuten dan wel gelet op de ingediende aanvraag, geen individueel, persoonlijk of groepswinstoogmerk heeft en waarbij de doelstellingen van de belanghebbende van maatschappelijke, sociale, pedagogische, sportieve, charitatieve, en/of culturele aard zijn.
- l.
de aanlegactiviteit zoals benoemd in artikel 2.3.6.1 van de Tarieventabel behorende bij deze verordening, indien de in dit artikel geformuleerde belastingplicht enkel betrekking heeft op het vellen van bomen waarvoor op de voet van artikel 2.3.12.1 van de Tarieventabel leges worden geheven.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
- 3.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
- 4.
Voor zover in de bij deze verordening behorende tarieventabel niet anders is bepaald, wordt in geval van toezending van stukken per post het tarief verhoogd met de door de gemeente te betalen portokosten.
Artikel 6 Wijze van heffing
- 1.
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
- 2.
De leges, zoals bedoeld onder Titel 2 van de Tarieventabel behorende bij deze verordening, kunnen overeenkomstig artikel 14 van de AWR bij wijze van voorlopige aanslag worden opgelegd indien op het moment van in behandeling nemen van de aanvraag de hoogte van het legesbedrag nog niet vastgesteld kan worden.
Artikel 7 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
- 1.
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende Tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de Tarieventabel opgenomen bepaling.
- 2.
Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 2.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 3.
onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
vervallen
- 5.
onderdeel 1.9.1.1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 6.
onderdelen 1.16.1.1 t/m 1.16.1.4 (kansspelen);
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Overgangsrecht
- 1.
De Verordening op de heffing en de invordering van leges van de gemeente Midden-Groningen 2022, vastgesteld op 23 december 2021 en gewijzigd op 29 september 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13 lid 2 genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13 lid 2 opgenomen datum van ingang van de heffing, blijven de op grond van het eerste lid vervallen bepalingen gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 13 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening gemeente Midden-Groningen 2023’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 december 2022,
Burgemeester, A. Hoogendoorn
Griffier, F.M. Bouwman
Tarieventabel leges
Tarieventabel, behorende bij de Verordening op de heffing en de invordering van leges van de gemeente Midden-Groningen 2023.
Indeling tarieventabel
Titel 1Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen in het kader van de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
(Hoofdstuk 5 Vervallen)
(Hoofdstuk 6 Vervallen)
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken
(Hoofdstuk 8 Vervallen)
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief
(Hoofdstuk 11 Vervallen)
Hoofdstuk 12 Leegstandwet
(Hoofdstuk 13 Vervallen)
Hoofdstuk 14 Standplaatsen
(Hoofdstuk 15 Vervallen)
Hoofdstuk 16 Kansspelen
Hoofdstuk 17 Telecommunicatie en kabels en leidingen
Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 19 Diversen
Titel 2Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
Hoofdstuk 4 Vermindering
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
Hoofdstuk 9 Onderzoeken
Hoofdstuk 10 Vervallen
Hoofdstuk 11 In deze titel niet benoemde beschikking
Titel 3Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2
Hoofdstuk 1 Horeca
Hoofdstuk 2 Organiseren van evenementen of markten
Hoofdstuk 3 Seksbedrijven
Hoofdstuk 4 Wet BIBOB
Hoofdstuk 5 Winkeltijdenwet
Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening
Hoofdstuk 7 Kinderopvang
Hoofdstuk 8 Diversen
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Titel 1Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
1.1.1 |
Het tarief voor een aanvraag tot de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap bedraagt op de daarvoor door de ambtenaar van de burgerlijke stand vastgestelde dagen en uren: |
|
1.1.1.1 |
op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur in het Huis van Cultuur en Bestuur, met een uitgebreide ceremonie |
€ 349,40 |
1.1.1.2 |
op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur in het Huis van Cultuur en Bestuur, voltrokken door een familielid of bekende |
€ 239,90 |
1.1.1.3 |
op dinsdag, woensdag en donderdag tussen 9.00 en 12.00 uur in het Huis van Cultuur en Bestuur, voor een huwelijk zonder ceremonie (‘flitshuwelijk’) |
€ 94,55 |
1.1.1.4 |
op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur in een zelf gekozen locatie (exclusief de kosten die de locatie berekent) |
€ 331,20 |
1.1.1.5 |
op maandag tot en met vrijdag tussen 17.00 en 22.00 uur en op zaterdag tussen 9.00 en 22.00 uur in een zelf gekozen locatie (exclusief de kosten die de locatie berekent) |
€ 368,45 |
1.1.1.6 |
op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur in een zelf gekozen locatie, voltrokken door een gelegenheidsambtenaar (familielid of bekende); exclusief de kosten die de locatie berekent |
€ 186,65 |
1.1.1.7 |
op maandag tot en met vrijdag tussen 17.00 en 22.00 uur en op zaterdag tussen 9.00 en 22.00 uur in een zelf gekozen locatie, voltrokken door een gelegenheidsambtenaar (familielid of bekende); exclusief de kosten die de locatie berekent |
€ 221,15 |
1.1.1.8 |
Het tarief voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk is, indien daarbij gebruik gemaakt wordt van dezelfde faciliteiten als bij een huwelijk, gelijk aan de tarieven onder 1.1.1.1 tot en met 1.1.1.7. Indien het alleen het opmaken van de akte betreft zijn geen leges verschuldigd. |
|
1.1.2 |
De teruggave van leges als bedoeld onder 1.1.1.1 tot en met 1.1.1.8 in geval van wijziging of annulering van de datum van een huwelijk, registratie partnerschap of omzetting partnerschap in een huwelijk, bedraagt: |
|
1.1.2.1 |
in geval van wijziging of annulering ten minste 15 dagen voor de plechtigheid |
100% |
1.1.2.2 |
in geval van wijziging of annulering binnen 8 tot en met 14 dagen voor de plechtigheid |
33% |
1.1.3 |
Het tarief voor het ambtshalve laten fungeren van gemeenteambtenaren als getuigen bij de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap bedraagt, per getuige |
€ 27,45 |
1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, dan wel voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, in een ‘bijzonder huis’ op grond van artikel 64, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek |
€ 141,40 |
1.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een origineel of duplicaat van een trouwboekje of partnerschapsboekje |
€ 19,50 |
1.1.6 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen of opgaven uit de registers van de burgerlijke stand, bedragen per persoon, per akte: |
|
1.1.6.1 |
voor elke inlichting, die door de aanvrager wordt afgehaald |
€ 10,35 |
1.1.6.2 |
bij toezending, ongeacht de wijze waarop |
€ 12,40 |
1.1.7 |
Het tarief voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, bedraagt voor ieder daaraan besteed half uur |
€ 27,45 |
1.1.8 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand, voor: |
|
1.1.8.1 |
elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 1:23b, tweede lid, BW en elk (meertalig) uittreksel als bedoeld in artikel 1:23b, eerste lid, BW |
€ 15,70 |
1.1.8.2 |
elke verklaring van huwelijksbevoegdheid |
€ 27,50 |
1.1.8.3 |
Voor een meertalig modelformulier van een onder 1.1.8.1 en 1.1.8.2 genoemd stuk |
€ 21,20 |
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
1.2 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
1.2.1 |
van een nationaal paspoort: |
|
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 77,85 |
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 58,85 |
1.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort) |
|
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 77,85 |
1.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 58,85 |
1.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 77,85 |
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 58,85 |
1.2.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ 58,85 |
1.2.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 70,35 |
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 37,95 |
1.2.6 |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
€ 34,25 |
1.2.7 |
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5. genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
€ 53,00 |
1.2.8 |
Bij bezorging van documenten genoemd onder 1.2.1 tot en met 1.2.6 geldt per bezorging eenmaal een toeslag, ook indien meer dan één van deze documenten of die genoemd onder 1.3.1 op hetzelfde adres en tijdstip bezorgd worden, van |
€ 5,25 |
1.2.9 |
Indien de documenten genoemd onder 1.2.1 tot en met 1.2.5 verstrekt worden in of met een beschermhoesje, geldt per document een toeslag van |
€ 1,85 |
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ 44,65 |
1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ 34,10 |
1.3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen |
€ 3,00 |
1.3.4 |
Bij bezorging van documenten genoemd onder 1.3.1 geldt per bezorging eenmaal een toeslag, ook indien meer dan één van deze documenten of die genoemd onder 1.2.1 tot en met 1.2.5 op hetzelfde adres en tijdstip bezorgd worden, van |
€ 5,25 |
1.3.5 |
Indien de documenten genoemd onder 1.3.1 verstrekt worden in of met een beschermhoesje, geldt per document een toeslag van |
€ 1,85 |
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor:
|
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt: |
|
1.4.2.1 |
voor het verstrekken van gegevens, per verstrekking aan de publieksbalie |
€ 10,30 |
1.4.2.2 |
voor het verstrekken van gegevens, aangevraagd via de internetkassa op de website |
€ 8,40 |
1.4.2.3 |
voor het verstrekken van gegevens, per verstrekking per post |
€ 12,35 |
1.4.2.4 |
voor het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200) |
€ 10,30 |
1.4.2.5 |
tot het, onder voorbehoud van goedkeuring door B&W, maken van een éénmalige selectie van verstrekkingen, een basisbedrag van |
€ 415,70 |
1.4.2.5.1 |
verhoogd per verstrekking met |
€ 0,35 |
1.4.2.6 |
indien de verstrekkingen, genoemd onder 1.4.2.4 gevraagd worden door een instelling met een ideële doelstelling of een genootschap op geestelijke grondslag, worden de tarieven met 50% verminderd |
|
1.4.2.7 |
tot het verstrekken van een gewaarmerkt afschrift van een persoonslijst |
€ 10,30 |
1.4.3 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17 van het Besluit Basisregistratie personen |
€ 2,55 |
1.4.4 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de archiefregisters ten behoeve van genealogisch onderzoek, voor ieder daaraan besteed halfuur |
€ 27,45 |
Hoofdstuk 5 Vervallen
Hoofdstuk 6 Vervallen
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken
1.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.7.1.1 |
een afschrift van de gemeentebegroting |
€ 31,95 |
1.7.1.2 |
een afschrift van de gemeenterekening |
€ 31,95 |
1.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift of uitdraai van het verslag van een raads- of raadscommissievergadering, indien daarvan een afschrift wordt gemaakt, per pagina: |
€ 0,35 |
1.7.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.7.3.1 |
een afschrift of uitdraai van een verordening of besluit: |
|
1.7.3.1.1 |
1 tot en met 4 pagina’s |
€ 2,90 |
1.7.3.1.2 |
van 5 tot en met 10 pagina’s |
€ 5,80 |
1.7.3.1.3 |
van 11 tot en met 20 pagina’s |
€ 7,45 |
1.7.3.1.4 |
voor iedere pagina meer wordt het tarief van 1.7.4.1.3 verhoogd met |
€ 0,20 |
1.7.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van informatie in digitale vorm, voor zover handelingen moeten worden verricht (scannen of bewerken), per pagina: |
€ 0,15 |
Hoofdstuk 8 Vervallen
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
1.9.1 |
Het tarief bedraagt voor: |
|
1.9.1.1 |
het legaliseren van een handtekening |
€ 8,10 |
1.9.1.2 |
het waarmerken van enig stuk |
€ 8,10 |
1.9.2 |
het in behandeling nemen van een aanvraag door makelaars tot het verstrekken van inlichtingen omtrent publiekrechtelijke beperkingen, bouw- en woningtoezicht, ruimtelijke ordening- en/of bodeminformatie |
€ 165,05 |
1.9.3 |
het in behandeling nemen van een aanvraag om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag (Hiervoor geldt het maximumtarief zoals dat is vastgesteld bij of krachtens de Wet justitiële gegevens) |
€ 41,35 |
1.9.4 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van het Nederlanderschap door naturalisatie of via optie als bedoeld in de Rijkswet op het Nederlanderschap geldt het tarief zoals dat per 1 januari 2020 is opgenomen in het Besluit Optie- en Naturalisatiegelden 2002: |
|
1.9.4.1 |
optie, per persoon (tariefcode A) |
€ 206,00 |
1.9.4.2 |
optie, samen met partner (tariefcode B) |
€ 351,00 |
1.9.4.3 |
optie, per mede opterend minderjarig kind in dezelfde aanvraag (tariefcode C) |
€ 23,00 |
1.9.4.4 |
naturalisatie, per persoon (tariefcode D) |
€ 970,00 |
1.9.4.5 |
naturalisatie, samen met partner (tariefcode E) |
€ 1.238,00 |
1.9.4.6 |
naturalisatie, per vluchteling of staatloze (tariefcode F) |
€ 722,00 |
1.9.4.7 |
naturalisatie, vluchteling of staatloze samen met partner (tariefcode G) |
€ 991,00 |
1.9.4.8 |
naturalisatie, per mede opterend minderjarig kind in dezelfde aanvraag (tariefcode H) |
€ 143,00 |
1.9.5 |
Indien de tarieven genoemd onder 1.9.3 en 1.9.4 door Rijksregelgeving dwingend worden aangepast, vervallen deze tarieven en gelden de door het Rijk voorgeschreven tarieven. |
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief
1.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 17,05 |
1.10.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
1.10.2.1 |
een gewaarmerkt afschrift van een in het gemeentearchief berustend stuk |
€ 10,35 |
1.10.2.1.1 |
waarbij de kosten worden verhoogd met de kosten voor kopieën of uitdraaien zoals vermeld in 1.10.2.3 |
|
1.10.2.2 |
een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk |
€ 10,35 |
1.10.2.3 |
een kopie of uitdraai van een archiefstuk op A4 formaat, per kopie |
€ 0,35 |
1.10.2.4 |
een kopie of uitdraai van een archiefstuk op A3 formaat, per kopie |
€ 0,75 |
1.10.2.5 |
een reader-printerafdruk van een microfiche |
€ 0,35 |
1.10.3 |
Het tarief bedraagt voor het uitlenen van archiefbescheiden, per uitlening |
€ 38,45 |
1.10.4 |
Bij toezending van de archiefbescheiden wordt het tarief verhoogd met |
€ 11,45 |
1.10.5 |
Het tarief bedraagt voor de verstrekking van openbare akten uit de burgerlijke stand, openbare inschrijvingen in het bevolkingsregister, scans van archiefstukken, alsmede afbeeldingen uit de beeldcollectie: |
|
1.10.5.1 |
per verstrekking aangevraagd via de internetkassa op de website van het gemeentelijke archief |
€ 8,20 |
1.10.5.2 |
per verstrekking aangevraagd op het gemeentehuis, indien het gevraagde ook beschikbaar is via de internetkassa op de website, via eigen informatiedrager of per email |
€ 10,35 |
1.10.5.3 |
per verstrekking aangevraagd op het gemeentehuis, indien het gevraagde niet beschikbaar is via de internetkassa op de website, via eigen informatiedrager of per email |
€ 8,20 |
1.10.5.4. |
administratiekosten indien het bestelde per post wordt toegezonden |
€ 7,25 |
Hoofdstuk 11 Gereserveerd
Hoofdstuk 12 Leegstandwet
1.12.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.12.1.1 |
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 107,25 |
1.12.1.2 |
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15 van de Leegstandwet |
€ 26,85 |
Hoofdstuk 13 Gereserveerd
Hoofdstuk 14 Standplaatsen
1.14.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een beschikking op aanvraag van een standplaatsvergunning: |
|
1.14.1.2 |
met een geldigheidsduur voor maximaal één week |
€ 40,50 |
1.14.1.3 |
met een geldigheidsduur voor maximaal één maand |
€ 82,55 |
1.14.1.4 |
met een geldigheidsduur van meer dan één maand |
€ 141,80 |
1.14.1.4 |
met een geldigheidsduur van meer dan een half jaar |
€ 231,60 |
Hoofdstuk 15 Vervallen
Hoofdstuk 16 Kansspelen
1.16.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen (Stb.1999/9): |
|
1.16.1.1 |
voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat |
€ 56,50 |
1.16.1.2 |
voor een periode van twaalf maanden voor twee speelautomaten, voor de eerste speelautomaat |
€ 56,50 |
en voor iedere volgende speelautomaat |
€ 34,00 |
|
1.16.1.3 |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd |
€ 226,50 |
1.16.1.4 |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 226,50 |
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 136,00 |
|
1.16.2 |
De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden. |
|
1.16.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 26,00 |
1.16.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2 lid 1 Verordening Speelautomatenhallen |
€ 244,50 |
1.16.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 244,50 |
Hoofdstuk 17 Telecommunicatie en kabels en leidingen
1.17.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en uitvoering van werkzaamheden in verband met het verkrijgen van instemming als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet |
€ 310,75 |
1.17.1.1 |
Het tarief genoemd in artikel 1.17.1 wordt per strekkende meter sleuflengte verhoogd met: |
|
1.17.1.1.1 |
Indien het betreft werkzaamheden in tegelverhardingen, klinker- en sierbestrating alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond |
€ 1,65 |
1.17.1.1.2 |
Indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond |
€ 1,65 |
1.17.1.2 |
Indien met betrekking tot de melding bedoeld in artikel 1.17.1 overleg moet plaatsvinden tussen de beheerder van de openbare ruimte, andere beheerders en de aanbieder van het netwerk |
€ 310,75 |
1.17.1.3 |
Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, wordt het tarief genoemd in artikel 1.17.1 verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld |
|
1.17.2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in art. 5 van de Verordening werkzaamheden kabels en leidingen Midden-Groningen 2019 |
€ 310,75 |
1.17.2.1 |
Het tarief genoemd in artikel 1.17.2 wordt per strekkende meter sleuflengte verhoogd met: |
|
1.17.2.1.1 |
Indien het betreft werkzaamheden in tegelverhardingen, klinker- en sierbestrating alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond |
€ 1,65 |
1.17.2.1.2 |
Indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond |
€ 1,65 |
Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer
1.18.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.18.1.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ 81,15 |
1.18.1.2 |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ 55,15 |
1.18.1.2.1 |
Het in artikel 1.18.1.2 genoemde bedrag wordt verhoogd met de kosten voor het geneeskundig onderzoek, zoals vermeld op de gemeentelijke website en op de toelichting bij het aanvraagformulier gehandicaptenparkeerkaart |
|
1.18.1.3 |
voor het reserveren van een gehandicaptenparkeerplaats |
€ 118,10 |
1.18.1.4 |
Voor het wijzigen van een kentekenbord voor een gehandicaptenparkeerplaats |
€ 74,95 |
1.18.1.5 |
tot het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart na vermissing |
€ 16,65 |
1.18.1.6 |
tot het verkrijgen van een Aanstellingsbesluit evenementenverkeersregelaar en verkeersbrigadier op grond van artikel 1.1 lid 3 Regeling Verkeersregelaars 2009 |
€ 11,45 |
1.18.1.7 |
indien de aanvraag bedoeld in 1.18.1.6 wordt ingediend voor twee of meer personen tegelijk |
€ 22,60 |
1.18.1.8 |
voor het verplaatsen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats binnen de gemeentegrens |
€ 22,90 |
1.18.1.9 |
ten behoeve van het beoordelen van en/of besluit voor tijdelijke verkeersmaatregelen als bedoeld in artikel 34 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, ongeacht onder welke omstandigheid of omschrijving ze zijn ingediend |
€ 129,40 |
Hoofdstuk 19 Diversen
1.19.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.19.1.1 |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 8,25 |
1.19.1.2 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
1.19.1.2.1 |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde |
€ 0,35 |
kleurenafdruk in formaat A4 of kleiner, per bladzijde |
€ 0,70 |
|
1.19.1.2.2 |
in formaat A3, per bladzijde |
€ 0,70 |
kleurenafdruk in formaat A3, per bladzijde |
€ 1,50 |
|
1.19.1.2.3 |
In formaat A2 of groter, per bladzijde |
€ 1,50 |
kleurenafdruk in formaat A2 of groter, per bladzijde |
€ 3,00 |
|
1.19.1.2.4 |
per bladzijde op papier van een ander formaat |
€ 0,35 |
kleurenafdruk per bladzijde van een ander formaat |
€ 0,70 |
|
1.19.1.3 |
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.20.1.2.1 en 1.20.1.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk voor het formaat: |
|
A3 29,7 x 42,0 |
€ 5,50 |
|
A2 42,0 x 59,4 |
€ 8,25 |
|
A1 59,4 x 84,1 |
€ 11,00 |
|
A0 84,1 x 118,9 |
€ 13,75 |
|
1.19.2 |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 23,10 |
1.19.3 |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 0,35 |
1.19.4 |
informatie door middel van een kopie in digitale vorm of een informatiedrager, voor zover handelingen moeten worden verricht zoals het bewerken van documenten, per pagina: |
€ 0,25 |
1.19.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vertrekken van inlichtingen omtrent de topografische situatie: |
|
Bebouwd gebied: |
||
Levering digitaal (100*100m) per ha |
€ 103,30 |
|
Levering papieren afdruk (500*250m) per 12,5 ha |
€ 51,65 |
|
Landelijk gebied: |
||
Levering digitaal (100*100m) op A3 papier per ha |
€ 103,30 |
|
Levering papieren afdruk (500*250m) per 12,5 ha |
€ 24,30 |
|
1.19.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vertrekken van inlichtingen omtrent de fotografische situatie |
|
Analoog (100*100m) op A3 papier per ha |
€ 17,05 |
|
Digitaal (100*100m) per ha |
€ 17,05 |
|
1.19.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning, als bedoeld in artikel 2.72 van de APV, voor de verkoop van vuurwerk, inclusief de kosten voor afkondiging |
€ 284,65 |
1.19.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om een gedoogverklaring coffeeshop |
€ 1.466,20 |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
|
2.1.1.1 |
nvt |
|
2.1.1.2 |
aanlegkosten: |
|
de aannemingssom exclusief de omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), exclusief de omzetbelasting, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; |
||
2.1.1.3 |
bouwkosten: |
|
de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen ( de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; |
||
2.1.1.4 |
sloopkosten: |
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloop-kosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. |
||
2.1.1.5 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
|
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
2.2.1 |
om beoordeling van een verzoek om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is |
€ 275,20 |
2.2.2 |
om beoordeling van een principeverzoek, bedoeld te leiden tot een formeel standpunt van het college omtrent de passendheid van een initiatief binnen een bestemmingsplan of omtrent de bereidheid om aan een initiatief in beginsel planologische medewerking te verlenen |
€ 275,20 |
2.2.3 |
om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning: 25% van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld. |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk, hoofdstuk 4, hoofdstuk 9a van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
||
2.3.1 |
Bouwactiviteiten |
||
2.3.1.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, wordt het tarief berekend conform onderstaande tabel met een startbedrag van: |
€ 275,20 |
|
2.3.1.1.1 |
Tabel |
||
Categorie |
Objectsoort |
||
A |
Nieuwbouw woning en uitbreiding van de woning t.b.v. wonen |
||
1 |
Woning, vrijstaand |
€ 10,10 /m³ |
|
2 |
Woning, twee aaneen gebouwd |
€ 8,90 /m³ |
|
3 |
Woning, meer dan twee aaneen gebouwde woningen |
€ 7,60 /m³ |
|
B |
Overige bouwwerken niet vallend onder categorie A |
||
Indien de bouwkosten € 1.000,00 of minder bedragen wordt overeenkomstig 2.3.1.1 het minimumbedrag aan leges geheven van |
€ 275,20 |
||
Indien de bouwkosten meer bedragen dan € 1.000,00 wordt overeenkomstig 2.3.1.1 het minimumbedrag aan leges geheven en vermeerderd met voor elke € 1.000,00 of een gedeelte ervan boven de € 1.000,00 |
€ 38,60 |
||
C |
Constructieve wijzigingen aan gebouwen en bouwwerken |
||
Gelijk aan de tariefbepalingen onder categorie B. |
|||
2.3.1.1.2 |
Leges omgevingsvergunning inzake bouwactiviteiten zijn gebaseerd op objecten zoals deze zijn na bouw, verbouw of aanbouw. |
||
2.3.1.1.3 |
De genoemde categorieën van objectgrootte worden vastgesteld op de grootte zoals deze zal zijn na bouw, verbouw of aanbouw. |
||
2.3.1.1.4 |
Het aantal te rekenen m³ is de inhoud tussen de buitenwerkse gevelvlakken (en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren) en de dakvlakken, zulks met inbegrip van erkers en dakkapellen, te rekenen vanaf de onderste vloer (incl. kelderruimten, souterrains). |
||
2.3.1.1.5 |
Het aantal te bouwen m³, als genoemd onder punt 2.3.1.1.4, wordt naar boven afgerond op gehele m³. |
||
2.3.1.1.6 |
Voor de indeling in categorieën A, B (woning, overige bouwwerken/ gebouwen niet vallend onder categorie A) wordt aangesloten bij de bepalingen van de wet WOZ. |
||
2.3.1.1.7 |
Het in dit hoofdstuk berekende bedrag wordt verhoogd met het bedrag van de advieskosten in verband met toetsing door de welstandscommissie, exclusief 21% BTW, voor bouwwerken waarvan de bouwkosten bedragen: |
||
2.3.1.1.7a |
nihil en meer, doch minder dan € 15.750 |
€ 65,00 |
|
2.3.1.1.7b |
€ 15.750 en meer, doch minder dan € 241.500; vermeerderd met 0,25% van de bouwkosten boven de € 15.750 |
€ 65,00 |
|
2.3.1.1.7c |
€ 241.500 en meer, doch minder dan € 483.000; vermeerderd met 0,1% van de bouwkosten boven de € 241.500 |
€ 624,00 |
|
2.3.1.1.7d |
€ 483.000 en meer, doch minder dan € 735.000; vermeerderd met 0,05% van de bouwkosten boven de € 483.000 |
€ 865,00 |
|
2.3.1.1.7e |
€ 735.000 en meer, doch minder dan € 1.260.000; vermeerderd met 0,025% van de bouwkosten boven € 735.000 |
€ 991,00 |
|
2.3.1.1.7f |
€ 1.260.000 en meer; vermeerderd met 0,0125% voor het gedeelte van de bouwkosten boven € 1.260.000 |
€ 1122,00 |
|
2.3.1.1.8 |
Voor woningen van hetzelfde type die in één complex worden uitgevoerd, met dien verstande dat etage- en galerijwoningen als één bouwblok worden beschouwd zodat het tarief daarvan wordt berekend naar de totale kosten van het bouwblok, is voor de tarieven onder 2.3.1.1.7 van toepassing de berekeningswijze: |
||
2.3.1.1.8a |
conform 2.3.1.1.7 voor complexen van 1 t/m 4 gelijke woningen |
||
2.3.1.1.8b |
over de bouwkosten van 5 woningen voor complexen van 5 t/m 10 gelijke woningen |
||
2.3.1.1.8c |
over de bouwkosten van 6 woningen voor complexen van 11 t/m 20 gelijke woningen |
||
2.3.1.1.8d |
over de bouwkosten van 8 woningen voor complexen van 21 t/m 30 gelijke woningen |
||
2.3.1.1.8e |
over de bouwkosten van 10 woningen voor complexen van 31 t/m 40 gelijke woningen |
||
2.3.1.1.8f |
Voor complexen groter dan 40 gelijke woningen: per 10 gelijke woningen over de bouwkosten van telkens 2 woningen meer dan 10. |
||
2.3.1.1.9 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld |
€ 99,90 |
|
2.3.2 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|||
2.3.2.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
||
2.3.2.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
||
2.3.3 |
Aanhoudingen |
||
2.3.3.1 |
Indien de aanvraag betrekking heeft op een omgevingsvergunning die wordt verleend met toepassing van artikel 3.5 van de Wabo, wordt het overeenkomstig 2.3.1 of 2.3.6 berekende bedrag verhoogd met |
€ 550,35 |
|
2.3.4 |
Bouwen zonder verleende omgevingsvergunning |
||
2.3.4.1 |
Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan of bouwwerk waarvan de bouw zonder omgevingsvergunning is aangevangen of voltooid, wordt het overeenkomstig 2.3.1 berekende bedrag verhoogd met een derde deel. De kosten worden afgerond op gehele euro’s. |
||
2.3.5 |
Vervallen |
||
2.3.6 |
Aanlegactiviteiten |
||
2.3.6.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 550,35 |
|
2.3.6.2 |
In afwijking van het bepaalde onder 2.3.6.1 bedragen de leges in geval de aanvraag betrekking heeft op diepe bodemingrepen op agrarische cultuurgronden met een archeologische dubbelbestemming |
€ 66,10 |
|
2.3.7 |
Planologisch strijdig gebruik of strijdige bouw- of aanleg activiteit |
||
2.3.7.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1: |
||
2.3.7.1.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): na toepassing van artikel 2.10 tweede lid (aanvraag bouwactiviteit wordt aangemerkt als verzoek planologisch strijdig gebruik) of artikel 2.11 eerste lid (aanvraag aanlegactiviteit wordt aangemerkt als verzoek planologisch strijdig gebruik): in alle andere gevallen: |
€ 275,20 € 550,35 |
|
2.3.7.1.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking reguliere procedure of tijdelijke afwijking): |
€ 550,35 |
|
2.3.7.1.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking uitgebreide procedure): |
€ 11.207,00 |
|
2.3.7.1.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking uitgebreide procedure) en de initiatiefnemer zelf, in overleg met de gemeente, zorg draagt voor een goede ruimtelijke onderbouwing (opgesteld door een deskundig bureau): |
€ 8.142,00 |
|
2.3.7.1.5 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ 990,45 |
|
2.3.7.1.6 |
indien de aanvraag in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ 11.207,00 |
|
2.3.7.1.7 |
indien de aanvraag in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ 11.207,00 |
|
2.3.7.1.8 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 275,20 |
|
2.3.7.2 |
indien toepassing van artikel 2.3.7.1.3, 2.3.7.1.4, 2.3.7.1.6 of 2.3.7.1.7 is vereist ten aanzien van een aanvraag die betrekking heeft op een bouwwerk dat onderdeel is van het versterkingsprogramma van de Nationaal Coördinator Groningen, dan bedraagt het tarief in plaats van de in deze artikelen genoemde bedragen |
€ 275,20 |
|
2.3.8 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
||
2.3.8.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 289,50 |
|
2.3.8.2 |
de overeenkomstig het in 2.3.8.1 genoemde tarief geheven leges worden vermeerderd met de hierna genoemde bedragen indien en voor zover deze op het bouwwerk of de inrichting, waarop de verleende vergunning betrekking heeft, van toepassing zijn. |
||
2.3.8.3 |
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van de aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.8.2 bedraagt voor: |
||
een bouwwerk voor zover daarin bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft aan meer dan 10 personen; een bouwwerk voor zover daarin bedrijfsmatig of in het kader van verzorging dagverblijf zal worden verschaft aan: meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of meer dan 10 lichamelijk of verstandelijk beperkte personen: met een oppervlakte van: |
|||
minder dan 100 m2 |
€ 187,20 |
||
100 tot 200 m2 |
€ 280,75 |
||
200 tot 300 m2 |
€ 467,85 |
||
300 tot 500 m2 |
€ 748,50 |
||
500 tot 1000 m2 |
€ 1.097,45 |
||
1000 tot 2000 m2 |
€ 1.678,70 |
||
2000 tot 3000 m2 |
€ 2.208,15 |
||
3000 tot 4000 m2 |
€ 2.442,45 |
||
4000 tot 5000 m2 |
€ 2.676,95 |
||
5000 tot 6000 m2 |
€ 3.061,20 |
||
6000 tot 7000 m2 |
€ 3.391,40 |
||
7000 tot 8000 m2 |
€ 3.453,05 |
||
8000 tot 9000 m2 |
€ 3.533,40 |
||
9000 tot 10.000 m2 |
€ 3.787,65 |
||
10.000 tot 15.000 m2 |
€ 4.474,50 |
||
15.000 tot 20.000 m2 |
€ 4.709,00 |
||
20.000 tot 30.000 m2 |
€ 5.887,85 |
||
30.000 tot 40.000 m2 |
€ 6.279,70 |
||
40.000 tot 50.000 m2 |
€ 6.673,80 |
||
50.000 m2 of meer |
€ 7.063,45 |
||
2.3.9 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
||
2.3.9.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke erfgoedverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
||
2.3.9.1.1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: |
€ 137,55 |
|
2.3.9.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, of het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de geldende gemeentelijke erfgoedverordening, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of gemeentelijke erfgoedverordeningen een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
€ 275,20 |
|
2.3.10 |
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht |
||
2.3.10.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief: |
||
2.3.10.1.1 |
in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheerverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo: |
€ 550,35 |
2.3.11 |
Aanleggen of veranderen (uit)weg |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 86,25 |
|
2.3.11.1 |
Aansluitverordening riolering |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een rioolaansluitvergunning, per aansluiting: |
€ 86,25 |
|
2.3.12 |
Kappen |
|
2.3.12.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 114,50 |
2.3.13 |
Geluidshinder |
|
2.3.13.1 |
Het tarief bedraagt voor het ingevolge de Wet geluidhinder aanvragen van een hogere grenswaarde in plaats van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting: |
|
2.3.13.2 |
Voorgevallen van enkelvoudige aard (één woning, één soort geluidhinder) |
€ 317,00 |
2.3.13.3 |
Voor gevallen van meervoudige aard (meerdere woningen en/of meerdere soorten geluidhinder) |
€ 620,75 |
2.3.13.4 |
In alle andere gevallen op basis van uurtarief. |
|
2.3.13.5 |
Voor het op aanvraag verrichten van een akoestisch onderzoek als onderdeel van een ingevolge de Wet geluidhinder aanvragen van hogere grenswaarde in plaats van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting wordt het tarief berekend aan de hand van het geldende uurtarief. |
|
2.3.14 |
Gedoogbeschikkingen |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verlenen van een gedoogbeschikking voor het: |
||
2.3.14.1 |
Bouwen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning Gebruik in strijd met een bestemmingsplan |
€ 853,90 |
2.3.14.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verlenen van een persoonsgebonden gedoogbeschikking voor de onrechtmatige bewoning van een recreatieverblijf voor maximaal 6 maanden |
€ 121,10 |
2.3.15 t/m 2.3.16 |
gereserveerd |
|
2.3.17 |
Advies |
|
2.3.17.1 |
Onverminderd het bepaalde in de in hoofdstuk 9 genoemde onderdelen bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2.3.17.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde dag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze werkdag schriftelijk is ingetrokken, een en ander onverlet de bevoegdheid op grond van artikel 4:5 Awb. |
|
2.3.17.3 |
Indien bij vergunningverlening wordt afgeweken van een advies als bedoeld in artikel 2.26 van de Wabo of een advies dat wordt voorgeschreven krachtens een bepaling in een bestemmingsplan, worden de leges verhoogd met het bedrag: |
€ 440,25 |
2.3.18 |
Verklaring van geen bedenkingen |
|
2.3.18.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|
2.3.18.1.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ 660,45 |
2.3.18.1.2 |
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2.3.18.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken, een en ander onverlet de bevoegdheid op grond van artikel 4:5 Awb. |
|
2.3.19 |
Andere activiteiten |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
||
2.3.19.1 |
Behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 275,20 |
2.3.19.2 |
Behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.19.2.1 |
Als het een gemeentelijke verordening betreft |
€ 275,20 |
2.3.19.2.2 |
Als het een provinciale verordening of waterschapsverordening betreft |
€ 275,20 |
Hoofdstuk 4 Vermindering
2.4.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg, principeverzoek of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg, principeverzoek of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. |
|
2.4.2 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt: |
|
2.4.2.1 |
bij 5 tot 10 activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
20% |
2.4.2.2 |
bij 10 tot 15 activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
30% |
2.4.2.3 |
bij 15 of meer activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
40% |
2.4.3 |
Wanneer een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit van rechtswege verleend wordt, bedraagt het tarief indien van de toetsingen op bestemmingsplan, bouwbesluit, bouwverordening en redelijke eisen van welstand niet ten minste twee toetsingen hebben plaatsgevonden, van de op grond van de artikelen in deze titel verschuldigde leges. |
50% |
2.4.4 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning vergezeld gaat van een bouwbesluittoets van een bedrijf, waaraan een certificaat voor het toetsen van bouwplannen volgens de BN 5019 (dan wel recentelijk gewijzigd) is uitgereikt, wordt een teruggaaf van verleend op de leges zoals verschuldigd op basis van artikel 2.3.1 van deze tabel |
25% |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
2.5.1 |
Teruggaaf aanvraag omgevingsvergunning |
|
2.5.1.1 |
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, planologisch strijdig of brandveilig gebruik, het aanleggen of veranderen van een weg, de beoordeling van een bodemrapportage of een gedoogbeschikking, als bedoeld in de voorgaande onderdelen intrekt na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning doch voordat een advies is gevraagd van een commissie (als de welstandscommissie, erfgoedcommissie), wordt een teruggaaf van de leges verleend van |
75% |
2.5.1.2 |
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, planologisch strijdig of brandveilig gebruik, het aanleggen of veranderen van een weg, de beoordeling van een bodemrapportage of een gedoogbeschikking, als bedoeld in de voorgaande onderdelen intrekt na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning en na ontvangst van een welstandsadvies doch voor het verlenen van de omgevingsvergunning deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt een teruggaaf van de geheven leges verleend. |
50% |
2.5.1.3 |
Als de gemeente een aanvraag omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, planologisch strijdig of brandveilig gebruik, het aanleggen of veranderen van een weg, de beoordeling van een bodemrapportage of een gedoogbeschikking, als bedoeld in de voorgaande onderdelen, niet verder in behandeling neemt of weigert, wordt een teruggaaf verleend van |
50% |
2.5.1.3.1 |
Onder een weigering in onderdeel 2.5.1.3 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
2.5.1.4 |
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, planologisch strijdig of brandveilig gebruik, het aanleggen of veranderen van een weg, de beoordeling van een bodemrapportage of een gedoogbeschikking, als bedoeld in de voorgaande onderdelen, intrekt na het verlenen van de omgevingsvergunning, wordt, onverlet het bepaalde in artikel 2.6.1, een teruggaaf van van de geheven leges verleend. |
25% |
2.5.1.5 |
Minimumbedrag voor teruggaaf Een bedrag lager dan € 15,00 wordt niet teruggegeven. |
|
2.5.1.6 |
Geen teruggaaf Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.12, 2.3.13, 2.3.14.2, 2.3.17, 2.3.18, 2.3.19, 2.9.1.7 en het legesdeel met betrekking tot advies wordt geen teruggaaf verleend. |
|
2.5.3a |
Verhogingen en verlagingen leges planologische verzoeken |
|
2.5.3a.1 |
Indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld onder, 2.3.7.1.3, 2.3.7.1.5 of 2.3.7.1.6 wordt geweigerd voordat publicatie als bedoeld in artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht heeft plaatsgevonden, worden de leges voor de aanvraag verminderd tot: |
€ 550,45 |
2.5.3a.2 |
Indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 2.3.7.1.3, 2.3.7.1.4, 2.3.7.1.5 of 2.3.7.1.6 wordt geweigerd nadat publicatie van een ontwerpbesluit als bedoeld in artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht heeft plaatsgevonden, worden de leges voor de aanvraag verminderd met: |
25% |
2.5.3a.3 |
Indien aanvrager de aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 2.3.7.1.3, 2.3.7.1.4, 2.3.7.1.5 of 2.3.7.1.6 intrekt voordat het besluit is vastgesteld, worden de leges voor de betreffende aanvraag verminderd: |
|
2.5.3a.3.1 |
Indien nog geen principebesluit is genomen om de procedure al dan niet te voeren, tot: |
€ 550,45 |
2.5.3a.3.2 |
Indien nog geen vooroverleg als bedoeld in artikel 5.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening heeft plaatsgevonden, met: |
30% |
2.5.3a.3.3 |
Indien nog geen publicatie van een ontwerpbesluit als bedoeld in artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht heeft plaatsgevonden, met: |
10% |
2.5.3a.3.4 |
Na publicatie van het ontwerpbesluit |
5% |
2.5.3a.4 |
Indien een aanvraag ingevolge artikel 2.10 tweede lid Wabo wordt aangemerkt als een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid Wabo en de omgevingsvergunning kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12 eerste lid onder a, 3°, en toepassing van dit laatste artikel wordt geweigerd, doch in plaats daarvan wordt voor de aangevraagde activiteiten een andere procedure gevoerd, dan worden geen leges voor de weigering van het besluit in rekening gebracht, maar de leges voor die andere procedure. |
|
2.5.3a.5 |
Indien ingevolge artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening in verband met een aanvraag een exploitatieplan moet worden vastgesteld, worden de leges verhoogd met |
€ 11.208,00 |
2.5.3a.6 |
Indien ten behoeve van de behandeling van een verzoek als bedoeld onder 2.3.7 gegevens en/of onderzoeken zijn ingediend of verricht als bedoeld onder 2.9.1, worden de leges voor het verzoek verhoogd met de toepasselijke onder 2.9.1 genoemde leges voor het verkrijgen van en de beoordeling van die gegevens en/of onderzoeken. |
|
2.5.3a.7 |
Verminderingen als bedoeld onder 2.5.3a.1 tot en met 2.5.3a.4 hebben geen betrekking op gemaakte kosten voor adviezen en onderzoeken, alsmede de daarbij behorende behandelings- en beoordelingskosten. |
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
2.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo. |
€ 110,10 |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
2.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ 275,20 |
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
2.8.1 |
Vooroverleg |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om beoordeling van een principeverzoek, bedoeld te leiden tot een formeel standpunt van het college omtrent de mogelijkheid om meegenomen te worden in een halfjaarlijks verzamelbestemmingsplan voor herzieningen, wijzigingen of uitwerkingen: |
€ 275,20 |
|
2.8.2 |
Herziening bestemmingsplan |
|
2.8.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het opstellen en vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening: |
€ 11.208,00 |
2.8.2.2 |
Indien de aanvraag meegenomen kan worden in een halfjaarlijks verzamelbestemmingsplan, wordt voor ieder initiatief in het betreffende verzamelplan het bedrag ad. € 7.400,00 voor de inhoudelijke werkzaamheden in rekening gebracht. Het bedrag voor de procedurele werkzaamheden in een halfjaarlijks verzamelbestemmingsplan ad € 3.500,00 wordt evenredig verdeeld over het aantal deelnemende initiatieven aan het betreffende verzamelbestemmingsplan, met een minimum per initiatief van € 500,00. |
|
2.8.2.3 |
Als de aanvrager, in overleg met de gemeente, zelf zorgdraagt voor een bestemmingsplan (opgesteld door een deskundig bureau), bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag en vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening: |
€ 8.113,00 |
2.8.3 |
Wijziging of uitwerking bestemmingsplan |
|
2.8.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken (en opstellen) van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder a of b, van de Wet ruimtelijke ordening: |
€ 8.113,00 |
2.8.3.2 |
Indien de aanvraag meegenomen kan worden in een halfjaarlijks verzamelwijzigings- of verzameluitwerkingsplan wordt voor ieder initiatief in het betreffende verzamelplan het bedrag ad. € 4.400,00 voor de inhoudelijke werkzaamheden in rekening gebracht. Het bedrag voor de procedurele werkzaamheden in een halfjaarlijks verzamelplan ad € 3.500,00 wordt evenredig verdeeld over het aantal deelnemende initiatieven aan het betreffende verzamelwijzigings- of verzameluitwerkingsplan met een minimum per initiatief van € 350,00. |
|
2.8.4 |
Vermindering |
|
2.8.4.1 |
Indien de aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan is voorafgegaan door een op die aanvraag betrekking hebbende aanvraag om beoordeling van een principeverzoek als bedoeld in artikel 2.2.2 en 2.8.1 van deze verordening, worden de ter zake van het vooroverleg en/of de beoordeling geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.8.2.1, 2.8.2.2 of 2.8.2.3. |
|
2.8.4.2 |
Indien de aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan is voorafgegaan door een op die aanvraag betrekking hebbende aanvraag om beoordeling van een principeverzoek als bedoeld in artikel 2.2.2 en 2.8.1 van deze verordening, worden de ter zake van het vooroverleg en/of beoordeling geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een uitwerkingsplan of een wijzigingsplan als bedoeld in artikel 2.8.3.1, 2.8.3.2 of 2.8.3.3. |
|
2.8.5 |
Intrekking |
|
2.8.5.1 |
Indien de aanvrager de aanvraag om een herziening, wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.8.2 en 2.8.3 intrekt voordat de gevraagde herziening, wijziging of uitwerking is vastgesteld, worden de leges voor het betreffende verzoek verminderd: |
|
2.8.5.1.1 |
Indien nog geen (principe)besluit is genomen om de procedure al dan niet te voeren, tot: |
€ 275,20 |
2.8.5.1.2 |
Indien nog geen vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening heeft plaatsgevonden, met: |
75% |
2.8.5.1.3 |
Indien nog geen publicatie als bedoeld in artikel 3:12 Algemene wet bestuursrecht heeft plaatsgevonden (publicatie ontwerpbestemmingsplan), met: |
50% |
2.8.5.1.4 |
Na publicatie van het ontwerpbesluit, met: |
5% |
2.8.6 |
Weigering |
|
2.8.6.1 |
De verschuldigde leges met betrekking tot een bestemmingsplan als bedoeld in 2.8.2 en 2.8.3 worden verminderd als het verzoek wordt geweigerd door de gemeente met: |
75% |
Hoofdstuk 9 Onderzoeken
2.9.1 |
Onderzoeken |
|
2.9.1.1 |
Het tarief dat geldt op grond van deze titel wordt verhoogd als een aanvraag op grond van een wettelijk voorschrift, bestemmingsplan of beleidsregel alleen kan worden afgehandeld wanneer een extern advies wordt ingewonnen of onderzoek wordt gedaan op het gebied van of met betrekking tot: |
|
archeologie; (geo)hydrologie; natuurbeschermingswetgeving; milieuwetgeving; milieueffectrapportages; luchtkwaliteit; stedenbouw, landschappelijke inpassing en/of planologie; planschade(risico); geluid(hinder); externe veiligheid; verkeer en vervoer; ondernemings- of bedrijfsplannen; noodzaak (tweede) bedrijfswoning; volwaardig agrarisch bedrijf; gesteldheid van bodem met de kosten van de externe adviseur of externe adviseurs resp. het onderzoek, vermeerderd met per advies of onderzoek Deze vermeerdering van € 253,50 beoordelingskosten geldt niet bij een advies welstandscommissie en in geval van (een) procedure(s) als bedoeld onder 2.5.3a.5, 2.3.7.1.3, 2.3.7.1.4, 2.3.7.1.6, 2.3.7.1.7, 2.8.2 en 2.8.3. |
€ 275,20 |
|
2.9.1.2 |
In afwijking van het bepaalde onder 2.9.1.1 worden de kosten van de externe adviseur(s) resp. het onderzoek voor een archeologisch bureau onderzoek dat wordt verricht met het oog op een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo, voor zover de aanvraag ziet op diepe bodemingrepen op agrarische cultuurgronden met een archeologische dubbelbestemming, slechts gevorderd voor zover zij meer bedragen dan € 500,00 en vervalt het in dat lid genoemde vaste bedrag. |
|
2.9.1.3 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de bodem: |
€ 275,20 |
2.9.1.4 |
In afwijking van 2.9.1.3. geldt dat indien de resultaten van een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de bodem, in het laatst geldende digitale data-uitwisselingsformaat (SIKB 0101) voor bodeminformatie worden ingediend (naast de indiening in pdf), het tarief voor het in behandeling nemen van de aanvraag bedraagt: |
€ 165,10 |
2.9.1.5 |
Onverminderd het bepaalde in 2.9.1.1 bedraagt het tarief terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport inzake het voorkomen van archeologische waarden in de bodem: |
€ 275,20 |
2.9.1.6 |
Onverminderd het bepaalde in 2.9.1.1 bedraagt het tarief terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van de resultaten van andere onderzoeken: |
€ 275,20 |
2.9.1.7 |
Het tarief bedraagt voor het afgeven van een bodemkwaliteitsverklaring ten aanzien van de milieuhygiënische bodemkwaliteit als bedoeld in de gemeentelijke Nota bodemtaken: |
|
2.9.1.7.1 |
Per adres, tot 1000m2 grondoppervlak |
€ 108,05 |
2.9.1.7.2 |
Voor grotere oppervlakten wordt het tarief naar rato verhoogd met |
€ 108,05 |
Hoofdstuk 10 Vervallen
Hoofdstuk 11 In deze titel niet benoemde beschikking
2.11.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: |
€ 495,30 |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1 Horeca
3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
3.1.1 |
een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet |
€ 385,30 |
3.1.2 |
een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3, voor een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4 van de Alcoholwet |
€ 275,20 |
3.1.3 |
een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing voor de aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet verbonden voorschriften of beperkingen |
€ 27,50 |
3.1.4 |
een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ 97,25 |
3.1.5 |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet |
€ 64,90 |
3.1.6 |
Een aanvraag tot het verlenen van een verlof alcoholvrije dranken als bedoeld in de Drank- en Horecaverordening |
€ 97,25 |
3.1.7 |
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de APV |
€ 64,90 |
3.1.8 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de APV |
€ 64,90 |
3.1.9 |
Een aanvraag tot het wijzigen van een exploitatievergunning horeca |
€ 64,90 |
3.1.10 |
Een aanvraag tot het verlenen van andere, in deze onderdelen niet genoemde vergunning, verlof of ontheffing, of tot het nemen van een ander beschikking |
€ 27,50 |
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
3.2.1.1 |
een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning) |
€ 262,00 |
3.2.1.2 |
een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een klein evenement dat niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2.25a Algemene plaatselijke verordening |
€ 22,10 |
3.2.1.3 |
een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een klein evenement dat niet voldoet aan artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 81,40 |
3.2.1.4 |
een aanvraag om een vergunning voor een rommelmarkt, snuffelmarkt e.d. als bedoeld in artikel 5.23 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 27,50 |
3.2.2 |
een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 27,50 |
Hoofdstuk 3 Seksbedrijven
3.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 335,90 |
Hoofdstuk 4 Wet Bibob
3.4.1 |
Indien een aanvraag voor een vergunning leidt tot een advies van het Landelijk Bureau BIBOB, wordt het tarief van de vergunning verhoogd met het actuele tarief van het BIBOB-advies. |
Hoofdstuk 5 Winkeltijdenwet
1.15.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.15.1.1 |
tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet |
€ 23,10 |
1.15.1.2 |
tot het wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing |
€ 23,10 |
Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening
3.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
3.6.1.1 |
een vergunning tot het in gebruik hebben of houden van een inrichting als bedoeld in de Brandbeveiligingsverordening |
€ 275,20 |
3.6.1.2 |
een vergunning tot het in gebruik hebben of houden van een tijdelijke inrichting als bedoeld in de Brandbeveiligingsverordening. |
€ 275,20 |
3.6.2 |
Het tarief bedraagt voor het wijzigen, aanvullen of intrekken van de voorwaarden waaronder de vergunning als bedoeld in 3.6.1.1 en 3.6.1.2 is verleend |
€ 71,55 |
Hoofdstuk 7 Kinderopvang
3.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het in exploitatie nemen van een kindcentrum of gastouderbureau, zoals bedoeld in artikel 1.45 lid 1 en artikel 1.46 lid 1 van de Wet kinderopvang |
€ 853,10 |
3.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het in exploitatie nemen van een voorziening gastouderopvang, zoals bedoeld in artikel 1.45 lid 2 en artikel 1.46 lid 1 van de Wet Kinderopvang |
€ 540,40 |
3.7.3 |
Geen leges zijn verschuldigd indien de aanvraag uitbreiding van een bestaande locatie betreft, dan wel wijziging van de opvanglocatie van gastouders binnen de gemeente. |
Hoofdstuk 8 Diversen
3.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing geluidhinder als bedoeld in artikel 4.6 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 55,05 |
3.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing van het verbod om afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderzijds vuur te stoken (onder deze ontheffing worden paas- en vreugdevuren verstaan) als bedoeld in artikel 5:34 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 302,70 |
3.8.2.1. |
indien een aanvraag als genoemd in artikel 3.8.2 wordt ingediend, vervalt het tarief genoemd onder 3.2.1.1, 3.2.1.2 of 3.2.1.3 |
|
3.8.3 |
Het tarief bedraagt voor het verkrijgen van een ontheffing voor kamperen als bedoeld in artikel 4:21 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 165,10 |
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
3.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 27,50 |
Behoort bij raadsbesluit van 22 december 2022.
De griffier van de gemeente Midden-Groningen,
F.M. Bouwman
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl