Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten van de gemeente Midden-Groningen 2023

Geldend van 28-12-2022 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten van de gemeente Midden-Groningen 2023

De raad van de Gemeente Midden-Groningen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 november 2022;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten van de gemeente Midden-Groningen 2023.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats:

  • 1.

    de algemene begraafplaats ‘De Stille Hof’, Knijpslaan te Hoogezand;

  • 2.

    de algemene begraafplaats ‘Knijpslaan Oost’, Knijpslaan te Hoogezand;

  • 3.

    de algemene begraafplaats ‘De algemene Noordooster’, Kerkstraat te Meeden;

  • 4.

    de algemene begraafplaats ‘Luppenhof’, Nieuweweg te Muntendam;

  • 5.

    de algemene begraafplaats ‘De Venne’, Kerkstraat te Muntendam;

  • 6.

    de algemene begraafplaats Noordbroek, Hoofdstraat te Noordbroek;

  • 7.

    de algemene begraafplaats Noordbroek, Pastorieweg te Noordbroek;

  • 8.

    de algemene begraafplaats Zuidbroek, Kerkstraat te Zuidbroek;

  • 9.

    de algemene begraafplaats ‘Vredehof’, Nieuweweg te Zuidbroek;

  • 10.

    de algemene begraafplaats Froombosch, Hoofdweg te Froombosch.

  • b.

    eigen graf of particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een

  • natuurlijke persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen

  • het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf: een graf waarop geen uitsluitend recht rust en waarbij de gemeente de

  • beschikking en de rechten over het graf houdt en primair bestemt voor degene die geen

  • voorzieningen heeft getroffen.

  • d.

    eigen urnengraf of particulier urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • het doen verstrooien van as;

  • e.

    urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten

  • en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • f.

    urnenamfitheater: een bouwwerk waar op consoles vaste urnen kunnen worden aangebracht;

  • g.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van de as van één of meer personen;

  • i.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan

  • wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen

  • verstrooien;

  • j.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • k.

    grafbedekking: gedenkteken op een graf;

  • l.

    Beheerverordening: de verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke

  • begraafplaatsen voor de gemeente Midden-Groningen, vastgesteld op 19 september 2019.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één

  • kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze

  • verordening behorende tabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde

  • eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd onder 5.3 en 5.3.1 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in 5.3 en 5.3.1 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten dan die bedoeld in 5.3 en 5.3.1 van de tarieventabel, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 8 Sluiting begraafplaats

Bij sluiting van de begraafplaats zal geen restitutie van betaalde rechten plaatsvinden over nog niet verstreken tijdvakken.

Artikel 9 De belastingschuld voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in de artikelen 5.3 en 5.3.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in de artikelen 5.3 en 5.3.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in de artikelen 5.3 en 5.3.1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 10 De belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in de artikelen 5.3 en 5.3.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 11 Tijdstip en termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 7, tweede lid, bedoelde rechten worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 7, tweede lid, bedoelde rechten worden betaald ingeval de kennisgeving wordt toegezonden, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 7, eerste lid, bedoelde aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede één maand later.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 12. Ruimen, opgraven en herbegraven

Voor het op aanvraag van rechthebbende ruimen van een graf of voor het op verzoek opgraven en/of herbegraven van een lijk worden de daadwerkelijke kosten in rekening gebracht.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van begrafenisrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begrafenisrechten.

Artikel 15 Overgangsrecht

De ‘Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten van de gemeente Midden-Groningen 2022’, vastgesteld op 23 december 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16 lid 2 genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening lijkbezorgingsrechten gemeente Midden-Groningen 2023’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 december 2022,

Burgemeester, A. Hoogendoorn

Griffier, F.M. Bouwman

TARIEVEN

Tarieventabel behorende bij de algemene begraafplaatsen genoemd onder artikel 1 lid a, met uitzondering van de algemene begraafplaats ‘Knijpslaan Oost’.

Voor de overigein de Beheerverordening vermelde handelingen en producten wordt de kostprijs berekend.

H 1 Verlenen van rechten

1.1 Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot begraven in een grafruimte wordt geheven:

  • a.

    voor de tijd van 10 jaar € 327,00

  • b.

    voor de tijd van 20 jaar € 654,00

  • c.

    voor de tijd van 30 jaar € 981,00

1.1.1 Voor verlenging wordt een recht geheven van:

  • a.

    voor de tijd van 5 jaar € 163,00

  • b.

    voor de tijd van 10 jaar € 326,00

  • c.

    voor de tijd van 20 jaar € 652,00

1.1.2 Voor het uitsluitend recht tot begraven voor de termijnen genoemd in artikel 1.1 en de verlenging van deze termijnen, indien het een begraving betreft in een daartoe aan te wijzen kindergrafruimte, wordt een bedrag geheven berekend naar de helft van de onder 1.1 en 1.1.1 genoemde bedragen, indien het een grafruimte betreft voor het begraven van een kind jonger dan de leeftijd van 12 jaar.

1.2 Voor het uitsluitend recht tot het plaatsen van een urn of ander voorwerp, bevattende as van een lijk na crematie, in de urnentuin wordt geheven:

  • a.

    voor de tijd van 10 jaar € 71,00

  • b.

    voor de tijd van 20 jaar € 142,00

  • c.

    voor de tijd van 30 jaar € 213,00

1.2.1 Voor verlenging wordt een recht geheven van

  • a.

    voor de tijd van 5 jaar € 54,00

  • b.

    voor de tijd van 10 jaar € 108,00

  • c.

    voor de tijd van 20 jaar € 216,00

1.3 Voor het uitsluitend recht tot het plaatsen van een urn of ander voorwerp, bevattende de as van een lijk na crematie, in een nis van de urnenmuur of het urnenamfitheater wordt geheven

  • a.

    voor de tijd van 10 jaar € 436,00

  • b.

    voor de tijd van 20 jaar € 872,00

  • c.

    voor de tijd van 30 jaar € 1.308,00

1.3.1 Voor elke verlenging wordt een recht geheven van

  • a.

    voor de tijd van 5 jaar € 218,00

  • b.

    voor de tijd van 10 jaar € 436,00

  • c.

    voor de tijd van 20 jaar € 872,00

1.4 Voor het uitsluitend recht tot het verkrijgen van een gedenkplaatje met naam en andere gegevens, op de daarvoor bestemde gedenkzuil, wordt een recht geheven van:

  • a.

    voor de tijd van 10 jaar € 43,00

  • b.

    voor de tijd van 20 jaar € 86,00

  • c.

    voor de tijd van 30 jaar € 129,00

1.4.1 Voor elke verlenging wordt een recht geheven:

  • a.

    voor de tijd van 5 jaar € 30,00

  • b.

    voor de tijd van 10 jaar € 60,00

  • c.

    voor de tijd van 20 jaar € 120,00

H 2Begraven

2.1 Het recht voor het begraven van een lijk op maandag tot en met vrijdag, in een nieuw graf, inclusief het recht tot het plaatsen van een gedenkteken van:

  • a.

    een persoon van 12 jaar en ouder bedraagt € 556,00

  • b.

    een kind beneden de leeftijd van 12 jaar bedraagt € 278,00

2.1.1 Het recht voor het begraven van een lijk op zaterdag, in een nieuw graf, inclusief het recht tot het plaatsen van een gedenkteken van:

  • a.

    een persoon van 12 jaar en ouder bedraagt € 982,00

  • b.

    een kind beneden de leeftijd van 12 jaar bedraagt € 491,00

2.2 Het recht voor het begraven van een lijk op maandag tot en met vrijdag, in een reeds uitgegeven graf waarop reeds een gedenkteken is geplaatst, van

  • a.

    een persoon van 12 jaar en ouder bedraagt € 469,00

  • b.

    een kind beneden de leeftijd van 12 jaar bedraagt € 234,00

2.2.1 Het recht voor het begraven van een lijk op zaterdag, in een reeds uitgegeven graf waarop reeds een gedenkteken is geplaatst, van

  • a.

    een persoon van 12 jaar en ouder bedraagt € 798,00

  • b.

    een kind beneden de leeftijd van 12 jaar bedraagt € 399,00

2.3 Een graf kan worden gereserveerd. Hiervoor worden geen extra kosten in rekening gebracht.

H 3 Vervallen

H 4Bijzetten van asbussen en urnen

4.1 Het recht voor het bijzetten van een urn of een ander voorwerp, bevattende de as van een lijk na crematie, in een daarvoor bestemde nieuwe urnenruimte of in het urnenamfitheater bedraagt € 104,00

4.1.1 Voor het recht voor het bijzetten in een grafruimte is het vermelde onder 2.1 en 2.2 van toepassing

4.1.2 Het recht voor het gelijktijdig bijzetten van een urn of een ander voorwerp, bevattende de as van een lijk na crematie, in een daarvoor reeds uitgegeven urnenruimte bedraagt € 54,00

4.1.3 Voor het verstrooien van as op de begraafplaats € 54,00

H 5Grafbedekking en onderhoud

5.1 Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in hoofdstuk 5 van de Beheerverordening, wordt geheven:

5.1.1 Voor het plaatsen of het vervangen van een gedenkteken op een reeds eerder uitgegeven grafruimte € 87,00

5.1.2 Voor het plaatsen of aanbrengen van een opstal op een reeds eerder uitgegeven kindergrafruimte of urnenruimte € 45,00

5.1.3 Vervallen

5.1.4 Voor het plaatsen van een tijdelijke grafmarkering, die direct na het begraven wordt geplaatst, wordt geen bedrag in rekening gebracht.

5.2 Het recht voor het vanwege de gemeente onderhouden van de begraafplaats bedraagt:

5.2.1 Indien het onder 5.2 genoemde recht betreft de grafruimte, die is uitgegeven:

  • a.

    voor de tijd van 10 jaar € 800,00

  • b.

    voor de tijd van 20 jaar € 1.600,00

  • c.

    voor de tijd van 30 jaar € 2.400,00

5.2.1.1 Voor elke verlenging wordt een recht geheven van

  • a.

    voor de tijd van 5 jaar € 400,00

  • b.

    voor de tijd van 10 jaar € 800,00

  • c.

    voor de tijd van 20 jaar € 1.600,00

5.2.2 Indien het onder 5.2 genoemde recht betreft een kindergrafruimte of een ruimte voor het bijzetten van een urn of vaas, die is uitgegeven:

  • a.

    voor de tijd van 10 jaar € 400,00

  • b.

    voor de tijd van 20 jaar € 800,00

  • c.

    voor de tijd van 30 jaar € 1.200,00

5.2.2.1 Voor elke verlenging wordt een recht geheven van

  • a.

    voor de tijd van 5 jaar € 200,00

  • b.

    voor de tijd van 10 jaar € 400,00

  • c.

    voor de tijd van 20 jaar € 800,00

5.2.3 Het recht voor het vanwege de gemeente schoonhouden en onderhouden van de nis in de urnenmuur bedraagt, indien de urnennis is uitgegeven:

  • a.

    voor de tijd van 10 jaar € 279,00

  • b.

    voor de tijd van 20 jaar € 558,00

  • c.

    voor de tijd van 30 jaar € 837,00

5.2.3.1 Voor elke verlenging wordt een recht geheven van

  • a.

    voor de tijd van 5 jaar € 139,00

  • b.

    voor de tijd van 10 jaar € 279,00

  • c.

    voor de tijd van 20 jaar € 558,00

5.3 Voor het door de gemeente onderhouden van de begraafplaats, van de vóór 1 januari 1989 uitgegeven grafruimten, wordt een jaarlijks recht geheven van € 80,00

5.3.1 Indien het onder 5.3 genoemde recht, een kindergrafruimte betreft of een ruimte voor het bijzetten van een urn of vaas, wordt een jaarlijks recht geheven van € 40,00

5.3.2 Voor de afkoop van het recht voor het jaarlijkse onderhoud van de onder de nummers 5.3 en 5.3.1 genoemde bedragen, worden de onder de 5.2.1 en 5.2.2 genoemde bedragen geheven.

Voor de afkoop over een kortere periode dan 10 jaar wordt een evenredig deel geheven van de onder nummers 5.2.1 en 5.2.2 genoemde bedragen.

H 6Vervallen

H 7Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnennissen

7.1 Voor het inschrijven en overboeken van een ruimte als bedoeld in deze tabel, ten name van rechthebbende, wordt een recht geheven van € 13,00

H 8Ruimen, opgraven, herbegraven

8.1 Wanneer op verzoek wordt geruimd of opgegraven en herbegraven, worden de daadwerkelijke kosten in rekening gebracht.

H 9Overige heffingen

9.1 De in deze tabel genoemde rechten voor het begraven of bijzetten worden met 50% verhoogd, indien de begraving of de bijzetting geschiedt buiten de tijd, dat de begraafplaats volgens de Beheerverordening voor het begraven geopend is, tenzij de begraving plaatsvindt op last van de overheid, of de begraving door omstandigheden onafhankelijk van de wil van belanghebbende niet op de normale openingstijden kan plaatsvinden.

9.2 Luiden van de klok tijdens de plechtigheid € 29,00

Tarieventabel behorende bij de begraafplaats ‘Knijpslaan Oost’, Knijpslaan in Hoogezand

(artikel 1 lid a onder 2)

H 10Begraafrechten

10.1 Het recht voor het begraven van een lijk, indien dit geschiedt op maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 15.00 uur bedraagt:

  • a.

    van een persoon van 12 jaar en ouder € 542,00

  • b.

    van een kind jonger dan 12 jaar € 271,00

10.2 Het recht voor het begraven van een lijk wordt met 50% verhoogd indienen het begraven geschiedt, anders dan op last van de burgemeester of de rechterlijke macht of op medisch advies, op andere dan in artikel 10.1 genoemde perioden.

H 11Plaatsen voorwerpen

11.1 Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in hoofdstuk 5 van de Beheerverordening, wordt geheven € 91,00

H 12Aanleg grafkelder

12.1 Voor het aanleggen van een grafkelder wordt een recht geheven van € 273,00.

Behorende bij raadsbesluit van 22 december 2022.

De griffier van de gemeente Midden-Groningen,

F.M. Bouwman