Regeling vervallen per 01-01-2024

Wegsleepverordening gemeente Doetinchem 2023

Geldend van 29-12-2022 t/m 31-12-2023

Intitulé

Wegsleepverordening gemeente Doetinchem 2023

De raad van de gemeente Doetinchem;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2022;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 173, lid 2 van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;

overwegende dat het wenselijk is om in voorkomende gevallen op de weg staande voertuigen te kunnen verwijderen, over te brengen en in bewaring te stellen;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

Wegsleepverordening gemeente Doetinchem 2023

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • -

    wet: de Wegenverkeerswet 1994;

  • -

    besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen;

  • -

    voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1 RVV 1990;

  • -

    motorrijtuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet;

  • -

    het college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet, worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voor zover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

  • 1. Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen:

  • Het daartoe ingerichte en afgesloten terrein van Houterman Autosleepdienst aan de Broekhuizerstraat 20 B te Wehl.

  • 2. De openingstijden van de in het eerste lid bedoelde bewaarplaats zijn van maandag tot en met vrijdag op afspraak (tel. 024 – 329 77 29).

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren van voertuigen

  • 1. De kosten van het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats bedragen:

    • a.

      basistarief € 91,60

    • b.

      voor het overbrengen vanaf het moment waarop het te verslepen voertuig aangetakeld is € 126,60

  • 2. De kosten van het bewaren van een voertuig bedragen:

    • a.

      voor het eerste etmaal of een gedeelte daarvan € 28,30

    • b.

      voor elk volgend etmaal of een gedeelte daarvan € 13,60

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken ongeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat.

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130 lid 4, artikel 174 lid 7 en 174 lid 1 van de wet, zijn de artikelen 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Toezichthouders.

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn mede de door burgemeester en wethouders aangewezen personen belast.

Artikel 7 Overgangsrecht

De Wegsleepverordening gemeente Doetinchem 2022 van 23 december 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 8, het tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Wegsleepverordening gemeente Doetinchem 2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering

van 22 december 2022,

griffier

voorzitter

Bijlage bij toelichting van de Wegsleepverordening 2023

In deze bijlage worden concrete gevallen aangegeven waarin er sprake kan zijn van een wegsleepwaardige overtreding van de wegenverkeerswetgeving.

Artikel 170, eerste lid, aanhef en onder a en b WVW 1994

Gevallen waarin gemotiveerd kan worden overgegaan tot de verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van de;

  • -

    veiligheid op de weg

  • -

    de vrijheid van het verkeer

  • -

    het vrijhouden van aangewezenweggedeelten en wegen noodzakelijk kunnen zijn, kunnen worden genoemd:

Plaats op de weg (zie artikel 5 tot en met 7 en artikel 10 RVV 1990).

een voertuig is tot stilstand gebracht op een trottoir, voetpad of fietspad, tenzij het een fiets, bromfiets of invalidenvoertuig betreft

Laten stilstaan (Zie artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990).

een voertuig is tot stilstand gebracht:

  • -

    op een kruispunt, rotonde of een overweg;

  • -

    op een fietsstrook of de rijbaan langs een fietsstrook

  • -

    op een oversteekplaats of binnen een afstand van 5 meter daarvan;

  • -

    in een tunnel;

  • -

    bij een bord bushalte ter hoogte van de geblokte markering of, indien die markering niet is aangebracht, op een afstand van minder dan 12 meter van het bord, tenzij het stilstaan dient voor het onmiddellijk in- en uitstappen van passagiers;

  • -

    op de rijbaan langs een busstrook;

  • -

    op een busbaan of een busstrook met uitzondering van een lijnbus;

  • -

    op de rijbaan, inclusief de invoeg- en uitrijstrook, van een autosnelweg of autoweg, of – behoudens in noodgevallen- op de vluchtstrook, de vluchthaven of de berm van zo’n weg.

Parkeren (Zie artikel 24, 25, 38 e.v. en 46 RVV 1990).

een voertuig is geparkeerd:

  • -

    bij een kruispunt op een afstand van minder dan 5 meter daarvan;

  • -

    voor een inrit of een uitrit;

  • -

    buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg;

  • -

    op een wijze waardoor er sprake is van dubbel parkeren;

  • -

    binnen een erf, waarbij, voor zover het een motorvoertuig betreft, geen gebruik is gemaakt van de parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangewezen;

  • -

    op een weg waarvoor een geslotenverklaring geldt;

  • -

    zonder dat de voorgeschreven voertuigverlichting in werking is gesteld.

Bevel of aanwijzing (Zie artikel 82 RVV 1990).

een voertuig is tot stilstand gebracht in strijd met een bevel of een aanwijzing, gegeven door een daartoe bevoegd en als zodanig kenbare ambtenaar of ander persoon;

Gevaarlijk of hinderlijk gedrag (Zie artikel 5 WVW 1994, het zogenaamde kapstokartikel).

een voertuig is overigens zodanig tot stilstand gebracht of geparkeerd dat gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd.

Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer. Zoals reeds in de algemene toelichting is aangegeven, zal van geval tot geval beoordeeld moeten worden of de geconstateerde parkeerovertreding ook daadwerkelijk wegsleepwaardig is.

Artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c WVW 1994 en artikel 2 Besluit wegslepen van voertuigen)

Gevallen waarin kan worden overgegaan tot het verwijdering, overbrengen en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen kunnen noodzakelijk zijn in het geval dat een voertuig geparkeerd is:

  • -

    wegen en weggedeelten waar door middel van bord E 1 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel e, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is te parkeren;

  • -

    wegen en weggedeelten waar door middel van bord E 2 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel g, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is stil te staan;

  • -

    parkeergelegenheden, aangeduid door bord E4 van bijlage 1 bij het RVV 1990, waarbij ofwel op een onderbord wordt aangegeven:

    • 1)

      de voertuigcategorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd;

    • 2)

      de wijze waarop het parkeren dient te geschieden;

    • 3)

      de dagen of uren waarop het parkeren is verboden, of

    • 4)

      de dagen of uren waarop een beperking als bedoeld in 1° en 2°, geldt, ofwel op het verkeersbord de aanduiding is aangebracht waarmee wordt aangegeven:

  • -

    de voertuigcategorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd, of

  • -

    de wijze waarop het parkeren dient te geschieden.

  • -

    taxistandplaatsen, aangeduid door bord E5 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • -

    parkeerplaatsen voor invaliden, aangeduid door bord E6 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • -

    gelegenheden voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen, aangeduid door bord E7 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • -

    parkeergelegenheden voor een categorie of groep voertuigen, aangeduid door bord E8 van bijlage 1 bij het RVV 1990

  • -

    parkeergelegenheden voor vergunninghouders, aangeduid door bord E9 van bijlage 1 bij het RVV 1990voetgangersgebieden, aangeduid door bord G7 of door bord C1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief niet zozeer ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer, maar wel bij het vrijhouden van wegen en weggedeelten. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is concreet aangegeven op welke soorten wegen en weggedeelten voertuigen mogen worden weggesleept in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Definities

Toelichting

In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.

Voertuig

Het begrip ‘voertuig’, zoals in artikel 1, onder al RVV 1990 is omschreven, is ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook fietsen en bromfietsen, invalidenvoertuigen, trams en wagens. Al deze voertuigen vallen derhalve onder de werking van deze wegsleepverordening.

Ook in de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Doetinchem (hierna: APV) is een bepaling opgenomen over de verwijdering van geplaatsen en geparkeerde overlast gevende fietsen en bromfietsen in het door het college aangewezen gebieden of van de openbare weg (zie artikel 5:12 APV). Deze bepaling is aanvullend op wat de wegenverkeerswetgeving beoogt te regelen. In artikel 5:12 van de APV spelen namelijk andere belangen een rol, zoals de openbare orde en veiligheid, het uiterlijk aanzien en de openbare gezondheid.

Motorrijtuig

Het begrip ‘motorrijtuig’ is apart omschreven omdat artikel 5 van de wegsleepverordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

Toelichting

De bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen is in de wet zelf geregeld. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente gebruik worden gemaakt met uitzondering van wegen waarvan Rijkswaterstaat het bevoegd gezag is.

Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 173, tweede lid, aanhef en onder c WVW 1994 bij gemeentelijk verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is nader aangegeven om welke soorten van wegen en weggedeelten het kan gaan, zoals onder andere gehandicaptenparkeerplaatsen, taxistandplaatsen, laad- en loshavens, parkeerplaatsen voor vergunninghouders, voetgangersgebieden en dergelijke.

Het is aan de gemeenteraad om in deze wegsleepverordening de wegen en weggedeelten aan te wijzen waar het college van burgemeester en wethouders van deze bevoegdheid gebruik kan maken.

In de tekst van de verordening zijn alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen. Kortom, een voertuig kan in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten slechts worden weggesleept wanneer deze wegen en weggedeelten én behoren tot de soorten van wegen en weggedeelten, zoals bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen, én zijn aangewezen in de wegsleepverordening.

Voor de volledigheid wordt nog eens opgemerkt dat een parkeerovertreding, zoals in deze bepaling bedoeld, op zich niet zonder meer voldoende is om over te gaan tot het wegslepen en in bewaring stellen van een voertuig. Per geval zal tevens moeten worden beoordeeld of de specifieke parkeerovertreding het wegslepen en in bewaring stellen van het desbetreffende voertuig ook rechtvaardigt. Indien bijvoorbeeld een voertuig midden in de nacht op een laad- en loshaven wordt geparkeerd terwijl alle winkels en bedrijven dicht zijn, zal het normaal gesproken niet weggesleept mogen worden. Het voertuig zal doorgaans pas mogen worden weggesleept wanneer de winkels en bedrijven weer opengaan of enige tijd daarvoor. Het wegslepen van het voertuig is het laatste middel om de overtreding te beëindigen (Ultimum remedium).

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

Toelichting

De inhoud van de bepaling spreekt voor zich. Vanwege de redactie van artikel 173, tweede lid WVW 1994 moet(en) de plaats(en) van bewaring van voertuigen door de gemeenteraad worden aangewezen. Delegatie aan het college van burgemeester en wethouders is niet mogelijk.

De openingstijden kunnen wel nader door het college van burgemeester en wethouders worden vast- gesteld omdat ze niet expliciet genoemd zijn in artikel 173 WVW 1994. De openingstijden van de bewaarplaats zijn vastgesteld op: maandag tot en met vrijdag van 08:00 uur tot 18:00 uur. Houterman Autosleepdienst is, indien de noodzaak daartoe bestaat, ook bereid buiten werkdagen van 09.00 tot 18.00 een weggesleept voertuig terug te geven aan de eigenaar.

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

Toelichting

In artikel 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, W.A-verzekering en dergelijke.

In de wegsleepverordening hoeven deze kostencomponenten niet allemaal inzichtelijk te worden gemaakt. Volstaan kan worden met een uitsplitsing van de kosten die verbonden zijn aan het wegslepen van voertuigen enerzijds en de bewaring van deze voertuigen anderzijds.

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken ongeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat.

Toelichting

Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1994 bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:

  • 1.

    het niet afgeven van zijn rijbewijs, wanneer dit is ingevorderd, omdat iemand zijn motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij onder invloed was van drogerende stoffen of alcohol en dergelijke (zie artikel 130 en 164 WVW 1994);

  • 2.

    de situatie dat een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het knoeien met kentekens in geval van autodiefstal.

Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Artikel 170, eerste lid WVW 1994, waarin de bestuurs- dwangbevoegdheid is geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in de genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt. Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit hoofdstuk X Bestuursdwang van de WVW 1994 (artikel 170 e.v.) van overeenkomstige toepassing verklaard. Het is raadzaam om ook in de wegsleepverordening de artikelen over de bewaarplaats(en) van voertuigen en openingstijden (artikel 3) en de kosten van overbrengen en bewaren van voertuigen (artikel 4) voor deze gevallen van overeenkomstige toepassing te verklaren.

Artikel 6 Toezichthouders

Toelichting

De basis voor deze bevoegdheid wordt gevonden in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 7 Overgangsrecht

Toelichting

Deze bepaling spreekt voor zich.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Toelichting

Deze bepaling spreekt voor zich.

Artikel 9 Citeertitel

Toelichting

Deze bepaling spreekt voor zich.