Regeling vervallen per 01-01-2024

Eerste wijziging Verordening markt- en standplaatsen Uden 2022

Geldend van 29-12-2022 t/m 31-12-2023

Intitulé

Eerste wijziging Verordening markt- en standplaatsen Uden 2022

De raad van de gemeente Maashorst;

overwegende dat voor de voormalige grondgebieden Landerd en Uden bij verordeningen een verschillende systemen van markt- en standplaatsen gelden en de harmonisatie voor deze is uitgesteld tot 2024;

dat voor de aanpassing van de tarieven met de indexering voor de heffing van 2023, de vigerende verordeningen dienen te worden gewijzigd;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 15 november 2022:

gelet op de artikelen 33 en 28 van de Wet algemene regels herindeling, artikel 2 van de Wet van 14 juli 2021 tot samenvoeging van de gemeenten Landerd en Uden, en artikel 229 van de Gemeentewet;

b e s l u i t

vast te stellen de

Eerste wijziging Verordening markt- en standplaatsen Uden 2022

Artikel I. Wijziging

De Verordening markt- en standplaatsen Uden 2022 wordt gewijzigd als volgt:

In de bij de verordening behorende tarieventabel worden de tarieven gewijzigd als volgt:

Hoofdstuk 1. Marktgelden en promotiegelden

1.1.

Het recht voor een ter beschikking gestelde standplaats voor kramen, tenten, tafels, voertuigen of dergelijke inrichtingen, bestemd tot het uitstallen, aanbieden of verkopen van onverschillig welke goederen of diensten, alsmede voor het los op de grond uitstallen, aanbieden of verkopen van onverschillig welke goederen of diensten, per strekkende meter of gedeelte daarvan in gebruik genomen grond, gemeten langs de zijde, waaraan normaal wordt verkocht op het marktterrein aangewezen plaatsen

€1,87

1.2.

Voor de berekening van de oppervlakte wordt de ingenomen oppervlakte naar boven afgerond op hele meters

1.3.

Indien sprake is van een vaste standplaats, bedraagt het verschuldigde recht het dertienvoudige van het in 1.1 genoemde recht per belastingtijdvak

1.4.

Het recht voor gebruikmaking van diensten ten behoeve van reclame- en promotieactiviteiten bedraagt bij een vaste standplaats op de markt per kwartaal

€8,35

Hoofdstuk 2. Losse standplaatsen buiten de markt

2.1

Het staangeld voor het gebruik van gemeentegrond bedraagt per dag of gedeelte van een dag

2.1.1

Voor andere standplaatsen buiten de markturen, binnen het centrum van Uden

€ 25,55

2.1.2

Voor andere standplaatsen buiten de markturen, buiten het centrum van Uden waaronder de kernen Odiliapeel en Volkel

€ 15,35

Hoofdstuk 3. Elektriciteit

3.1

Het recht als bedoeld in 1.1, 1.3 en 2.1 wordt voor het gebruik en vastrecht van een elektriciteitsinstallatie verhoogd met:

3.1.1

Bij een abonnement per kwartaal

€ 12,05

3.1.2

Voor een dagplaats per dag

€ 0,93

Artikel II. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel III. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening markt- en standplaatsen Uden 2023.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering 22 december 2022.

De raad voornoemd,

de interim griffier,

A.W.J.M. Cornelissen MMC

de voorzitter,

drs. P.L.A. Rüpp

Bijlage 1. TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING MARKT- EN STANDPLAATSEN UDEN 2023

Hoofdstuk 1. Marktgelden en promotiegelden

1.2.

Het recht voor een ter beschikking gestelde standplaats voor kramen, tenten, tafels, voertuigen of dergelijke inrichtingen, bestemd tot het uitstallen, aanbieden of verkopen van onverschillig welke goederen of diensten, alsmede voor het los op de grond uitstallen, aanbieden of verkopen van onverschillig welke goederen of diensten, per strekkende meter of gedeelte daarvan in gebruik genomen grond, gemeten langs de zijde, waaraan normaal wordt verkocht op het marktterrein aangewezen plaatsen

€1,87

1.4.

Voor de berekening van de oppervlakte wordt de ingenomen oppervlakte naar boven afgerond op hele meters

1.5.

Indien sprake is van een vaste standplaats, bedraagt het verschuldigde recht het dertienvoudige van het in 1.1 genoemde recht per belastingtijdvak

1.5.

Het recht voor gebruikmaking van diensten ten behoeve van reclame- en promotieactiviteiten bedraagt bij een vaste standplaats op de markt per kwartaal

€8,35

Hoofdstuk 2. Losse standplaatsen buiten de markt

2.1

Het staangeld voor het gebruik van gemeentegrond bedraagt per dag of gedeelte van een dag

2.1.1

Voor andere standplaatsen buiten de markturen, binnen het centrum van Uden

€ 25,55

2.1.2

Voor andere standplaatsen buiten de markturen, buiten het centrum van Uden waaronder de kernen Odiliapeel en Volkel

€ 15,35

Hoofdstuk 3. Elektriciteit

3.1

Het recht als bedoeld in 1.1, 1.3 en 2.1 wordt voor het gebruik en vastrecht van een elektriciteitsinstallatie verhoogd met:

3.1.1

Bij een abonnement per kwartaal

€ 12,05

3.1.2

Voor een dagplaats per dag

€ 0,93

Behoort bij het besluit van de raad van 22 december 2022

De interim griffier van de gemeente Maashorst

A.W.J.M. Cornelissen MMC

Toelichting Verordening markt- en standplaatsen Uden 2023

De Verordening markt- en standplaatsen Uden 2023 komt te luiden:

Verordening op de heffing en de invordering van belasting voor markt- en standplaatsen 2023

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de warenmarkt die plaatsvindt op de , bij of krachtens artikel 4.1.1 van de Verordening Fysieke Leefomgeving van de gemeente Maashorst vastgestelde dag, tijd en plaats;

  • b.

    kwartaal: kalenderkwartaal;

  • c.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • d.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • e.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld, indien een vaste standplaats niet wordt ingenomen, dan wel niet als vaste standplaats is toegekend;

  • f.

    vaste standplaats: de standplaats die ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • g.

    losse standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel als bedoeld in artikel 1:1 van de Verordening Fysieke Leefomgeving van de gemeente Maashorst.

  • h.

    standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • i.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college van burgemeester en wethouders vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • j.

    promotiegelden: het bedrag dat in rekening wordt gebracht voor promotionele activiteiten ten behoeve van de markt.

  • k.

    marktgeld: een heffing voor het innemen van een vaste standplaats op het voor het houden van de wekelijkse warenmarkt bestemde terrein;

  • l.

    staangeld: een heffing voor het innemen van een losse standplaats op het daartoe aangewezen terrein anders dan de wekelijkse warenmarkt.

Artikel 2. Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam marktgelden worden rechten geheven voor het ter beschikking stellen van een vaste standplaats op een markt en voor het genot van de diensten die in verband daarmee worden verleend.

  • 2.

    Onder de naam staangeld worden rechten geheven voor het ter beschikking stellen van een losse standplaats op de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, anders dan bedoeld in het eerste lid.

Artikel 3. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    Markt- en staangelden worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.

  • 2.

    Voor de berekening van het markt- en staangeld wordt een gedeelde van een marktdag aangemerkt als een gehele marktdag.

Artikel 4. Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig voor het gebruik van een markt- en staanplaats is degene aan wie een standplaats ter beschikking is gesteld.

  • 2.

    Promotiegelden worden geheven van de vergunninghouder van een vaste standplaats.

Artikel 5. Belastingtijdvak

  • 1.

    Indien een vergunning is verleend voor een standplaats, dan is het belastingtijdvak de periode waarvoor een vergunning voor een standplaats geldt, met dien verstande dat bij een voor vergunning voor meer dan drie maanden het belastingtijdvak gelijk is aan het kwartaal.

  • 2.

    Marktgelden voor een dagplaats of standwerkersplaats worden per dag geheven. Dit geldt ook voor staangelden voor losse standplaatsen buiten de markturen.

Artikel 6. Wijze van heffing

  • 1.

    Markt- en staangelden voor een vaste en losse standplaats worden per kwartaal in rekening gebracht en worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt verstaan een nota (elektronische toezending daaronder begrepen).

  • 2.

    Marktgelden voor een dagplaats of standwerkersplaats worden bij wege van mondelinge of schriftelijke kennisgeving (elektronische toezending daaronder begrepen), waaronder mede wordt begrepen een nota.

Artikel 7. Ontstaan belastingschuld, ontheffing

  • 1.

    Markt- en staangelden zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, indien dit later is, op het tijdstip waarop de belastingplicht aanvangt.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is het naar kwartaaltarieven geheven marktgeld verschuldigd voor zoveel derde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde rechten als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt wanneer op verzoek van de vergunninghouder de vergunning wordt ingetrokken, wordt ingeval er is geheven naar kwartaaltarief, ontheffing verleend tot het bedrag dat na toepassing van het desbetreffende dagtarief verschuldigd zou zijn geweest.

Artikel 8. Tijdstip van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten marktgelden worden betaald ingeval:

    • a.

      mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan; op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9. Verlenen kwijtschelding

Bij de invordering van markt- en staangelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10. Nadere regels door het College van burgemeester en wethouders

Het College van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van markt- en staangelden.

Artikel 11. Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening markt- en standplaatsen Uden 2023.

Vastgesteld in de openbare vergadering 22 december 2022.

De raad voornoemd,

de interim griffier,

A.W.J.M. Cornelissen MMC

de voorzitter,

drs. P.L.A. Rüpp