Ondermandaatbesluit Beheerautoriteit Zuid-Nederland cofinanciering Zeeland EFRO Zuid-Nederland 2021-2027

Geldend van 27-12-2022 t/m 02-06-2023 met terugwerkende kracht vanaf 28-07-2022

Intitulé

Ondermandaatbesluit Beheerautoriteit Zuid-Nederland cofinanciering Zeeland EFRO Zuid-Nederland 2021-2027

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, in de hoedanigheid van Beheerautoriteit voor het EFRO-programma Zuid-Nederland 2021-2027,

  • Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • Overwegende dat het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland bij besluit van 19 juli 2022 mandaat hebben verleend aan de Beheerautoriteit Zuid-Nederland om namens hen besluiten te nemen, met inbegrip van het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, betreffende de verstrekking van cofinanciering op grond van hoofdstuk 20 ‘Bijzondere bepalingen voor het verstrekken van cofinanciering voor het EFRO programma Zuid-Nederland 2021-2027’ van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013;

  • Overwegende dat aan de Beheerautoriteit Zuid-Nederland daarbij de bevoegdheid is verleend om ten aanzien van de aan haar gemandateerde bevoegdheden schriftelijk ondermandaat te verlenen;

  • Overwegende dat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, in de hoedanigheid van Beheerautoriteit voor het EFRO-programma Zuid-Nederland 2021-2027, van deze bevoegdheid gebruik wensen te maken;

Besluiten:

  • 1.

    Ondermandaat te verlenen aan onder hen ressorterende functionarissen overeenkomstig Bijlage 1 behorend bij dit besluit, tot het nemen van besluiten, met inbegrip van het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, betreffende de verstrekking van cofinanciering op grond van hoofdstuk 20 ‘Bijzondere bepalingen voor het verstrekken van cofinanciering voor het EFRO programma Zuid-Nederland 2021-2027’ van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013.

  • 2.

    De uitoefening van voornoemd ondermandaat vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in het door Gedeputeerde Staten van Zeeland op 19 juli 2022 vastgestelde Mandaatbesluit Beheerautoriteit Zuid-Nederland inzake cofinanciering EFRO programma Zuid-Nederland 2021-2027.

  • 3.

    Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan Gedeputeerde Staten van Zeeland en aan degenen aan wie krachtens dit besluit ondermandaat is verleend.

  • 4.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 28 juli 2022.

  • 5.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Ondermandaatbesluit Beheerautoriteit Zuid-Nederland cofinanciering Zeeland EFRO Zuid-Nederland 2021-2027.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 13 december 2022

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, in de hoedanigheid van Beheerautoriteit voor het EFRO-programma Zuid-Nederland 2021-2027,

de voorzitter, mr. I.R. Adema

de secretaris, drs. P.J. Buijtels

Bijlage 1 behorend bij Ondermandaatbesluit Beheerautoriteit Zuid-Nederland cofinanciering Zeeland EFRO Zuid-Nederland 2021-2027

Nr.

Omschrijving

Programma-directeur Europa Zuid-NL

Hoofd Stimulus

Andere functionaris

Bijzonderheden

A.

Algemeen

A.1

Algemene besluitvorming

A.1.1

Verzenden standaard ontvangstbevestiging.

X

Behandelend medewerker.

A.1.2

Verzenden ontvangstbevestiging met rechtsgevolgen, procedurele of financiële gevolgen.

X

A.1.3

Beslissen tot het voor kennisgeving aannemen van correspondentie.

X

A.1.4

Toezenden van aanvraagformulieren aan derden die in aanmerking willen komen voor een subsidie.

X

Behandelend medewerker.

A.1.5

Toezenden van algemene informatie over het Programma EFRO Zuid-Nederland aan derden.

X

Behandelend medewerker.

A.1.6

Advies vragen en termijn stellen aan een adviseur, of deskundige in kader van gestandaardiseerd proces.

X

Behandelend medewerker.

A.1.7

Advies vragen en termijn stellen aan adviseur, of deskundige in kader van niet-gestandaardiseerd proces, dan wel aan een adviescommissie.

X

A.1.8

Tussentijds inlichtingen inwinnen en gegevens opvragen bij derden en aanvrager.

X

A.1.9

Toepassen art. 2:3 Awb: doorzenden stukken van derden aan een ander bevoegd bestuursorgaan dan wel retour zenden aan afzender wegens niet bevoegd zijn van bestuursorgaan.

X

 

A.1.10

Het nemen van een verdagingsbesluit.

X

A.1.11

Toepassen art. 4:5 Awb: uitnodigen tot het aanvullen van de aanvraag.

X

A.1.12

Toepassen art. 4:5 Awb: besluiten om een aanvraag niet te behandelen.

X

 

A.1.13

Toepassen art. 4:6 Awb: beslissen op herhaalde aanvraag.

X

 

A.1.14

Toepassen art. 4:7 en 4:8 Awb: gelegenheid bieden tot indienen zienswijzen door aanvrager respectievelijk door geadresseerde en derde-belanghebbende.

X

 

A.1.15

Toepassen art. 4:14 Awb: kennisgeven nieuwe beslistermijn.

X

 

A.1.16

Toepassen art. 4:15 Awb: kennisgeven opschorten beslistermijn.

X

A.1.17

Overige correspondentie zonder rechtsgevolgen, procedurele of financiële gevolgen.

X

Behandelend medewerker.

A.1.18

Overige correspondentie met rechtsgevolgen, procedurele of financiële gevolgen.

X

A.1.19

Aanwijzen van medewerkers voor deelname in externe werkgroepen.

X

 

A.1.20

Accorderen en ondertekenen betalingsopdrachten

X

A.2

Bezwaar en beroep, klachten en verzoeken

A.2.1

Besluiten tot het intrekken van een eerder ingesteld bezwaar, beroep, voorlopige voorziening of kort geding.

X

A.2.2

Toepassen art. 7:1a Awb: beslissen op verzoek in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter.

X

A.2.3

Uitbrengen van ambtsberichten, zienswijzen, verweerschriften en adviezen aan gerechtelijke instanties, ombudsman en andere overheidsinstanties, inclusief het toezenden van stukken alsmede het aanwijzen van medewerkers voor het bijwonen van hoorzittingen, comparities en dergelijke.

X

Omvat niet het besluit tot het instellen van bezwaar of beroep of het anderszins aanhangig maken van procedures.

A.2.4

Beslissen op bezwaar conform het advies van de Hoor- en adviescommissie voor bezwaarschriften en klachten bij niet-ontvankelijk en ongegrond, dan wel gegrond, maar zonder inhoudelijke wijziging of herroeping van het oorspronkelijke besluit.

X

In geval van betrokkenheid Programmadirecteur Europa ’Zuid-Nederland bij totstandkoming primair besluit, beslissing op bezwaar door GS als Beheerautoriteit

A.2.5

Corresponderen met de Hoor- en adviescommissie voor bezwaarschriften en klachten en het uitbrengen van ambtsberichten.

X

A.2.6

Beslissen naar aanleiding van een klacht in de zin van Hoofdstuk 9 Awb conform het advies van de Hoor- en adviescommissie voor bezwaarschriften en klachten.

X

In geval een programma-manager zelf direct betrokken is bij de klacht beslissing op de klacht door GS als Beheerautoriteit.

A.2.7

Beantwoorden van klachten en verzoeken die niet gericht zijn aan de Hoor- en adviescommissie voor bezwaarschriften en klachten en geen beslissing naar aanleiding van een klacht in de zin van Hoofdstuk 9 Awb omvatten.

X

A.3

Bestuursrechtelijke geldschulden en dwangsom

A.3.1

Besluiten inzake het verlenen van voorschotten, met inbegrip van het wijzigen, opschorten of intrekken daarvan, maar m.u.v. het besluit tot intrekken of geheel of gedeeltelijk terugvorderen van een voorschot, verleend in het kader van subsidieverstrekking.

X

A.3.2

Toepassen art. 4:93 Awb: verrekenen van een geldschuld met een bestaande vordering.

X

Indien gekoppeld aan een betalingsbeschikking: degene die ter zake in mandaat beslist.

A.3.3

Besluiten tot het terugvorderen van een onverschuldigd betaalde geldsom.

X

Omvat niet het besluit tot het geheel of gedeeltelijk terugvorderen van een subsidie of een voorschot verleend in het kader van de subsidieverstrekking.

A.3.4

Toepassen art. 4:99 Awb: bij beschikking vaststellen van het bedrag van de verschuldigde wettelijke rente.

X

Indien gekoppeld aan een betalingsbeschikking: degene die ter zake in mandaat beslist.

A.3.5

Toepassen art. 4:18 Awb: bij beschikking vaststellen van de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom.

X

A.4

Subsidies Programma EFRO Zuid- Nederland

A.4.1

Besluiten tot verlenen van een subsidie conform het advies van een adviescommissie, met inbegrip van het daaraan verbinden van voorwaarden en het opleggen van verplichtingen aan de subsidie-ontvanger bedoeld in art. 4:37 ev. Awb. M.u.v. begrotingssubsidies en incidentele subsidies.

X

A.4.2

Besluiten tot verlenen van een subsidie, in afwijking van een advies van een adviescommissie.

X

A.4.3

Besluiten tot geheel of gedeeltelijk weigeren van een subsidie op een grond genoemd in een verordening of subsidieregeling. Omvat niet de bevoegdheid tot:

de toepassing van art. 4:51 Awb; en

het geheel of gedeeltelijk weigeren van een subsidie voor zover door verstrekking het subsidieplafond zou worden overschreden.

X

A.4.4

Besluiten tot geheel of gedeeltelijk weigeren van een subsidie op een grond genoemd in een verordening of subsidieregeling, in afwijking van een advies van een adviescommissie. Omvat niet de toepassing van art. 4:51 Awb.

X

A.4.5

Besluiten tot het geheel of gedeeltelijk weigeren van een subsidie voor zover door verstrekking het subsidieplafond zou worden overschreden.

X

A.4.6

Besluiten tot het aangaan van een subsidie-overeenkomst als bedoeld in art. 4:36 Awb.

X

Incl. vertegenwoordiging buiten rechte.

A.4.7

Toepassen art. 4:40 Awb: uitwerken subsidieverplichtingen na subsidieverlening.

X

A.4.8

Besluiten tot wijzigen van de subsidieverlening, niet ten nadele van de subsidieontvanger.

X

A.4.9

Toepassen art. 4:48 en art. 4:50 Awb: besluiten tot intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen van de subsidieverlening.

X

A.4.10

Op verzoek van de subsidieontvanger toepassen van art. 4:48, eerste lid, onder a en b, Awb: besluiten tot intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen van de subsidieverlening.

X

A.4.11

Besluiten tot het geheel of gedeeltelijk terugvorderen van een subsidie of verleende voorschotten, niet zijnde op verzoek van de subsidieontvanger.

X

A.4.12

Op verzoek van de subsidieontvanger besluiten tot het geheel of gedeeltelijk terugvorderen van een subsidie of verleende voorschotten.

X

A.4.13

Besluiten op verzoek om toestemming voor het verrichten van handelingen als bedoeld in art. 4:71 Awb.

X

 

A.4.14

Toepassen art. 4:43 Awb: besluiten tot het vaststellen van de subsidie zonder voorafgaande verleningsbeschikking. M.u.v. begrotingssubsidies en incidentele subsidies.

X

A.4.15

Toepassen art. 4:46, eerste lid, Awb: besluiten tot vaststellen van de subsidie overeenkomstig de subsidieverlening.

X

A.4.16

Toepassen art. 4:46, tweede lid, onder a en b, Awb: besluiten tot lager vaststellen van de subsidie vanwege niet of niet geheel plaatsvinden activiteiten respectievelijk niet of niet geheel voldoen aan verplichtingen.

X

A.4.17

Toepassen art. 4:46, tweede lid, onder c en d, Awb: besluiten tot lager vaststellen van de subsidie vanwege verstrekken onjuiste gegevens respectievelijk anderszins onjuiste subsidieverlening.

X

A.4.18

Toepassen art. 4:47, onderdeel a, Awb: besluiten tot ambtshalve vaststellen van de subsidie, indien bij wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening een termijn is bepaald binnen welke de subsidie ambtshalve wordt vastgesteld.

X

A.4.19

Toepassen art. 4:47, onderdelen b en c, Awb: besluiten tot ambtshalve vaststellen subsidie indien toepassing wordt gegeven aan art. 4:44, vierde lid, Awb resp. de beschikking tot subsidieverlening of de beschikking tot subsidievaststelling wordt ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger wordt gewijzigd.

X

A.4.20

Toepassen art. 4:49 Awb: intrekken of ten nadele wijzigen van de subsidievaststelling.

X

A.4.21

Besluiten tot wijzigen van de subsidievaststelling, niet ten nadele van ontvanger.

X

 

A.4.22

Verzoeken om nadere informatie over de voortgang van lopende projecten en het uitdoen van rappèlbrieven ten aanzien van de prestaties of verplichtingen van de subsidieontvanger.

X

A.5

Wet open overheid (Woo)

A.5.1

Positief besluiten op verzoek om informatie ex art. 4.3 Woo.

X

A.5.2

Afwijzend besluiten op verzoek om informatie ex art. 4.3 Woo.

X