Regeling vervallen per 01-01-2024

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Losser 2023

Geldend van 01-01-2023 t/m 31-12-2023

Intitulé

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Losser 2023

Het college van burgemeester en wethouders van Losser;

Besluit van te stellen:

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Losser 2023

1. Algemene bepalingen

1.1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In dit financieel besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      Algemene voorziening: aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning;

    • b.

      College: het college van burgemeester en wethouders van Losser;

    • c.

      Instandhoudingskosten: kosten die redelijkerwijs gemaakt moeten worden om een voorziening te kunnen gebruiken en de levensduur te waarborgen. Deze kosten betreffen uitsluitend kosten van reparaties en onderhoud en, zo nodig, WA-verzekering van woonvoorzieningen, vervoermiddelen en rolstoelen die zijn verstrekt op grond van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Losser.

    • d.

      Maatwerkvoorziening: een voorziening afgestemd op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een specifieke persoon en die door het college in zorg in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt verstrekt.

    • e.

      Persoonsgebonden budget (pgb): persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 1.1.1 van de wet; een budget waaruit namens het college betalingen worden gedaan voor diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot een maatwerkvoorziening behoren, en die een cliënt van derden heeft betrokken;

    • f.

      Reserveringstoeslag: een toeslag die de cliënt verschuldigd is voor een reservering van de maatwerkvoorziening collectief vervoer die ná 21 uur wordt gedaan voor de volgende dag, tenzij het een retourrit betreft die gereserveerd wordt in het ziekenhuis bij een taxipoint.

    • g.

      Verordening: de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Losser;

    • h.

      Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

    • i.

      Zorg in natura (zin): zorg, ondersteuning of voorzieningen die de cliënt nodig heeft via een instelling of leverancier die een contract heeft met de gemeente.

  • Alle begrippen die in dit financieel besluit worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo2015), de Verordening maatschappelijke ondersteuning en de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning.

  • In het financieel besluit wordt omwille van de leesbaarheid in de mannelijke vorm naar personen verwezen. Overal waar hij staat, is ook zij bedoeld.

2. Bijdrage in de kosten

2.1 Eigen bijdrage maatwerkvoorziening.

  • 1.

    Een cliënt dient voor een maatwerkvoorziening vanuit de Wmo een vaste eigen bijdrage van € 19,- per maand te betalen (het abonnementstarief); ongeacht het inkomen, vermogen en de hoeveelheid hulp en/of ondersteuning.

  • 2.

    De eigen bijdrage wordt geïnd door het Centraal Administratie Kantoor (CAK).

  • 3.

    De eigen bijdrage bedraagt niet meer dan de kostprijs voor de voorziening.

  • 4.

    In de volgende situaties hoeft een cliënt geen abonnementstarief te betalen:

    • cliënt is getrouwd/heeft een geregistreerd partnerschap/ leeft samen en vormt een gezamenlijk huishouden met iemand en één van beide heeft de pensioengerechtigde leeftijd nog niet bereikt.

    • cliënt betaalt al een eigen bijdrage voor beschermd wonen of voor de Wet langdurige zorg (art. 2.1.4 a en art. 2.1.4 b Wmo2015).

  • 5.

    Voor de volgende maatwerkvoorzieningen betaalt cliënt geen abonnementstarief:

    • rolstoelvoorzieningen;

    • vervoer van en naar groepsondersteuning;

    • maatwerkvoorzieningen verstrekt aan inwoners tot 18 jaar;

    • regiotaxi (zie Hoofdstuk 12 van dit Financieel besluit);

    • maatwerkvoorzieningen in de vorm van financiële tegemoetkomingen

  • 6.

    Voor (huishoudelijke) ondersteuning betaalt cliënt een eigen bijdrage zolang hij gebruik maakt van de maatwerkvoorziening.

  • 7.

    Voor een vervoersvoorziening betaalt een cliënt een eigen bijdrage zolang hij gebruik maakt van de maatwerkvoorziening. De instandhoudingskosten per maand liggen hoger dan het abonnementstarief.

  • 8.

    Voor een woonvoorziening betaalt een cliënt een eigen bijdrage tot de hoogte van de kostprijs van de voorziening.

2.2 Hoogte ritbijdrage regiotaxi

De hoogte van de kosten (inclusief btw) die inwoners betalen bij het gebruik van de regiotaxi is:

Starttarief € 1,083

Tarief per afgelegde kilometer € 0,223

Reserveringstoeslag € 3,00

2.3 Bijdrage in de kosten algemene voorziening Wasservice

  • 1.

    Een cliënt dient voor het gebruik van de Wasservice een eigen bijdrage te betalen.

    De cliënt is de bijdrage verschuldigd aan de aanbieder.

  • 2.

    De tarieven voor de Wasservice voor 2023 (inclusief btw) zijn:

    Tarief per kilogram wasgoed € 2,94

    Tarief per kledingstuk € 2,67

    Administratiekosten per factuur € 3,33

    Tarief label per stuk € 0,31

  • 3.

    De maximale financiële tegemoetkoming (artikel 4, lid 2 Financiële compensatieregeling Wasservice Losser 2019) bedraagt € 123,08 per maand voor een eenpersoonshuishouden en € 242,83 per maand voor een meerpersoonshuishouden

3. Huishoudelijke ondersteuning

3.1 Zorg in natura.

De aanvrager kan, bij de voorziening huishoudelijke ondersteuning in natura, een keuze maken tussen diverse aanbieders die de gemeente na een aanbesteding voor het leveren van huishoudelijke ondersteuning heeft gecontracteerd.

3.2 Persoonsgebonden budget (pgb)

  • 1.

    Bij de vaststelling van de hoogte van het pgb voor huishoudelijke ondersteuning wordt onderscheidt gemaakt tussen:

    • het tarief voor een formele ondersteuning;

    • het tarief voor een informele ondersteuning

  • 2.

    Het persoonsgebonden budget voor huishoudelijke ondersteuning wordt vastgesteld op basis van het tarief voor huishoudelijke ondersteuning in zorg in natura:

    • het tarief voor een formele ondersteuning bedraagt maximaal 85% van het zorg in natura tarief;

    • het tarief voor een informele ondersteuning bedraagt maximaal 60% van het zorg in natura tarief. Voor informele ondersteuning wordt geen tarief met regie gehanteerd.

  • 4.

    In het uurtarief zijn alle kosten opgenomen, waaronder salaris, vervanging tijdens vakantie, verzekeringen en reiskosten.

3.3 Tarieven

De uurtarieven (incl. btw) voor huishoudelijke ondersteuning in zorg in natura en in de vorm van een pgb zijn:

Module

ZIN

Pgb

formeel tarief

Pgb

informeel tarief

 

Zonder regie

Met regie

Zonder regie

Met regie

 

Basismodule

€ 32,22*

€ 35,04

€ 27,39

€ 29,79

€ 19,33

Module Extra hygiëne

€ 32,22**

€ 35,04

€ 27,39

€ 29,79

€ 19,33

Module Wasverzorging

€ 32,22

€ 35,04

€ 27,39

€ 29,79

€ 19,33

Module Maaltijdverzorging

€ 32,22

€ 35,04

€ 27,39

€ 29,79

€ 19,33

Module Regie

n.v.t.

€ 35,04

n.v.t.

€ 29,79

€ 19,33

Module Zorg voor minderjarige kinderen

n.v.t.

€ 35,04

n.v.t.

€ 29,79

€ 19,33

* per maand € 281,93

**per maand € 306,60

4. Ondersteuning bij zelfredzaamheid en participatie

4.1 Zorg in natura.

De aanvrager kan, bij de voorziening maatschappelijke ondersteuning in natura, een keuze maken tussen diverse aanbieders die de gemeente na een aanbesteding voor het bieden van ondersteuning heeft gecontracteerd.

4.2 Persoonsgebonden budget

  • 1.

    Bij de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget voor ondersteuning bij zelfredzaamheid en participatie wordt onderscheidt gemaakt tussen:

    • Het tarief voor een formele hulpverlener;

    • Het tarief voor een informele hulpverlener

  • 2.

    Het persoonsgebonden budget voor ondersteuning wordt vastgesteld op basis van het tarief voor ondersteuning in natura:

    • Het tarief voor ondersteuning door een formele hulpverlener in de vorm van een pgb bedraagt maximaal 85% van het zorg in natura tarief. Het tarief is afhankelijk van de vorm van ondersteuning waar de indicatie voor is gesteld.

    • Het tarief voor een informele hulpverlener in de vorm van een pgb bedraagt maximaal € 21,68 per uur voor individuele ondersteuning en € 21,68 per dagdeel (4 uren) voor ondersteuning in een groep.

    • Het tarief voor kortdurend verblijf (dakje 1 en dakje 2) is gelijk is aan het zorg in natura tarief, omdat het pgb toereikend moet zijn om de voorziening bij tenminste één aanbieder in te kunnen kopen.

    • Het tarief van vervoer van en naar de locatie waar de groepsgerichte ondersteuning wordt geboden bedraagt 85% van het tarief voor zorg in natura per kilometer. Voor groepsondersteuning via informele hulp is het tarief gebaseerd op de autokosten volgens het Nibud (miniklasse) en bedraagt € 0,48 per kilometer.

  • 3.

    In het tarief zijn alle kosten opgenomen, waaronder salaris, vervanging tijdens vakantie, verzekeringen en reiskosten.

  • 4.

    De module consultatie kan niet verstrekt worden in de vorm van een pgb.

  • 5.

    De module wonen en verblijf kan niet worden verstrekt in de vorm van een informeel pgb.

4.3 Tarieven

De tarieven (incl. btw) voor ondersteuning in zorg in natura en in de vorm van een pgb zijn:

Voorziening

Tarief ZIN

Tarief pgb formeel

Eenheid

Individuele ondersteuning

 
 
 

Ondersteuningsbehoefte 1 A

€ 0,88

€ 0,75

per minuut

Ondersteuningsbehoefte 1 B

€ 0,94

€ 0,80

per minuut

Ondersteuningsbehoefte 1 C

€ 1,03

€ 0,88

per minuut

Ondersteuningsbehoefte 2 A

€ 1,03

€ 0,88

per minuut

Ondersteuningsbehoefte 2 B

€ 1,09

€ 0,92

per minuut

Ondersteuningsbehoefte 2 C

€ 1,18

€ 1,00

per minuut

Groepsgerichte ondersteuning

 
 
 

Ondersteuningsbehoefte 1 A

€ 43,32

€ 36,83

per dagdeel

Ondersteuningsbehoefte 1 B

€ 45,51

€ 38,68

per dagdeel

Ondersteuningsbehoefte 1 C

€ 49,14

€ 41,77

per dagdeel

Ondersteuningsbehoefte 2 A

€ 48,78

€ 41,46

per dagdeel

Ondersteuningsbehoefte 2 B

€ 51,31

€ 43,61

per dagdeel

Ondersteuningsbehoefte 2 C

€ 54,96

€ 46,72

per dagdeel

Module consultatie

 
 
 

Consultatie MBO

€ 0,96

n.v.t.

per minuut

Consultatie HBO

€ 1,34

n.v.t.

per minuut

Consultatie WO

€ 1,93

n.v.t.

per minuut

Consultatie medisch specialist (WO++)

€ 2,88

n.v.t.

per minuut

Module Wonen en verblijf

 
 
 

Dakje 1

€ 80,86

€ 80,86

per etmaal

Dakje 2

€ 138,33

€ 138,33

per etmaal

Vervoer

 
 
 

Vervoer van en naar groepsondersteuning

€ 2,25

€ 1,91

per kilometer

5. Rolstoelvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en woonvoorzieningen

5.1 Zorg in natura

  • 1.

    De aanvrager kan, bij een rolstoelvoorziening, vervoersvoorziening en losse woonvoorziening een keuze maken tussen de gecontracteerde leveranciers.

  • 2.

    Bij voorzieningen waarvoor geen overeenkomst is afgesloten blijkt de goedkoopst adequate oplossing uit een door het college goedgekeurde offerte voor aanschaf en instandhoudingskosten. De voorzieningen worden in bruikleen verstrekt.

5.2 Persoonsgebonden budget

  • 1.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget voor de aanschaf van een rolstoelvoorziening, vervoersvoorziening en/of woonvoorziening is maximaal de kostprijs van de in de situatie van de cliënt goedkoopst compenserende voorziening in natura conform de prijsafspraken met de gecontracteerde leveranciers.

  • 2.

    Het pgb wordt achteraf betaald aan de budgethouder nadat de factuur en het betalingsbewijs zijn overlegd en gebleken is dat de voorziening overeenkomstig de toekenning is aangeschaft. Wanneer de aanschafwaarde lager ligt dan het maximale pgb bedrag, wordt een pgb ter hoogte van de werkelijke kosten van de voorziening uitbetaald.

  • 3.

    De maximale hoogte van de uitbetaling voor de instandhoudingskosten wordt bepaald aan de hand van de maximale instandhoudingskosten voor de in de situatie van de cliënt goedkoopst compenserende voorziening in natura.

  • 4.

    De cliënt kan jaarlijks de instandhoudingskosten, achteraf, declareren bij de gemeente gedurende de technische levensduur van de voorziening. De hoogte van het pgb voor de instandhoudingskosten is beperkt tot de werkelijk gemaakte kosten.

  • 5.

    De technische levensduur voor rolstoelvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en woonvoorzieningen is vastgesteld op 7 jaar; voor sanitaire woonvoorzieningen en kindervoorzieningen is de technische levensduur vastgesteld op 5 jaar.

  • 6.

    Bij rolstoelvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en/of woonvoorzieningen waarvoor geen overeenkomst is afgesloten met een leverancier wordt een pgb toegekend ter hoogte van een door het college goedgekeurde offerte voor aanschaf en instandhoudingskosten. De hoogte van het pgb voor instandhoudingskosten is beperkt tot de werkelijk gemaakte kosten.

5.3 Tarieven

De tarieven voor de aanschaf en de instandhoudingskosten voor rolstoelvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en woonvoorzieningen in natura en in de vorm van een pgb zijn:

Soort rolstoelvoorziening

Aanschaf

(excl. btw)

Instand-houdings

kosten

per maand

(excl. btw)

btw

Aanschaf

(incl. btw)

Instand-houdings

kosten

per maand (incl. btw)

Handbewogen rolstoel incidenteel/kortdurend gebruik

€ 291,98

€ 7,44

9%

€ 318,25

€ 8,11

Handbewogen rolstoel actief

(semi-) permanent basis

€ 858,75

€ 15,46

9%

€ 936,04

€ 16,85

Handbewogen rolstoel actief (semi) permanent complex

€ 2.461,75

€ 31,49

9%

€ 2.683,31

€ 34,32

Handbewogen rolstoel passief (semi-) permanent gebruik

€ 2.375,88

€ 37,79

9%

€ 2.589,70

€ 41,19

Elektrische rolstoel (semi-) permanent gebruik, binnen/buiten

€ 8.587,50

€ 131,68

9%

€ 9.360,38

€ 143,53

Handbike

€ 3.263,25

€ 22,90

9%

€ 3.556,94

€ 24,96

Handbike met ondersteuning

€ 5.438,75

€ 37,21

9%

€ 5.928,24

€ 40,56

Duw- en hoepelondersteuning/elektrische aandrijfunits voor rolstoelen

€ 4.024,68

€ 62,98

9%

€ 4.386,90

€ 68,64

Scootmobiel

€ 2.123,98

€ 45,23

9%

€ 2.315,13

€ 49,30

Scootmobiel extra geveerd

€ 3.263,25

€ 62,98

9%

€ 3.556,94

€ 68,64

Verrijdbare tillift (passief en actief)

€ 2.089,63

€ 31,49

21%

€ 2.528,45

€ 38,10

Driewielfiets met en zonder ondersteuning

€ 2.977,00

€ 34,35

9%

€ 3.244,93

€ 37,44

Ouder-kindtandem 2 wielen

€ 3.263,25

€ 37,21

21%

€ 3.948,53

€ 45,03

Ouder-kindtandem 3 wielen

€ 3.263,25

€ 37,21

9%

€ 3.556,94

€ 40,56

Buggy/kinderduwwandelwagen

€ 2.118,25

€ 17,18

9%

€ 2.308,89

€ 18,72

Douche- en/of toiletvoorziening verrijdbaar (op zwenkwielen)

€ 286,25

€ 2,86

9%

€ 312,01

€ 3,12

Douche- en/of toiletvoorziening complex (zelfrijder)

€ 2.576,25

€ 25,76

9%

€ 2.808,11

€ 28,08

Douchebrancard*

€ 2.862,50

€ 29,77

21%

€ 3.463,63

€ 36,02

Douchebrancard*

€ 2.862,50

€ 29,77

9%

€ 3.120,13

€ 32,45

Autostoel

€ 2.061,00

€ 14,31

21%

€ 2.493,81

€ 17,32

Sta op hulp

€ 446,55

€ 5,73

21%

€ 540,33

€ 6,93

*btw percentage is afhankelijk van de uitvoering

6. Wonen

6.1 Woningaanpassing

6.1.1 Zorg in natura

De kosten voor de (bouwkundige) woningaanpassing worden vergoed op basis van de door de gemeente goedgekeurde offerte. De woningaanpassing wordt in eigendom verstrekt.

6.1.2 Persoonsgebonden budget

  • 1. De hoogte van het pgb voor een woningaanpassing wordt vastgesteld op het bedrag zoals vermeld in de door het college goedgekeurde offerte.

  • 2. Het pgb wordt achteraf betaald aan de budgethouder nadat een factuur en betalingsbewijs zijn overlegd en gebleken is dat de woningaanpassing overeenkomstig de toekenning is gerealiseerd. Wanneer het factuurbedrag lager ligt dan het maximale pgb bedrag, wordt een pgb ter hoogte van de werkelijke kosten van de voorziening uitbetaald.

6.2. Traplift

6.2.1 Zorg in natura

Er is een aanbieder gecontracteerd voor het leveren en onderhoud van trapliften. Een traplift wordt in bruikleen verstrekt.

6.2.2 Persoonsgebonden budget

  • 1. De hoogte van het pgb voor de aanschaf en het onderhoud voor een periode van 10 jaar is maximaal de kostprijs van de in de situatie van de cliënt goedkoopst compenserende voorziening in natura conform de prijsafspraken met de gecontracteerde leverancier.

  • 2. Het pgb wordt achteraf betaald aan de budgethouder nadat de factuur en het betalingsbewijs zijn overlegd en gebleken is dat de voorziening overeenkomstig de toekenning is aangeschaft. Wanneer de kosten voor aanschaf en onderhoud voor een periode van 10 jaar lager liggen dan het maximale pgb bedrag, wordt een pgb ter hoogte van de werkelijke kosten uitbetaald.

6.2.3 Tarieven

De tarieven voor aanschaf inclusief de instandhoudingskosten voor een periode van 10 jaar voor een traplift in natura en in de vorm van een pgb zijn:

Traplift type

Tarief excl. BTW

Tarief incl. BTW

Rechte traplift

€ 3.215,00

€ 3.890,15

Traplift voor binnen- en buitenbocht met één bocht

€ 3.667,00

€ 4.437,07

Traplift voor binnen- of buitenbocht met 2 of meer bochten

€ 3.865,00

€ 4.676,65

6.2.4 Inname trapliften

Terugkoopregeling (trapliften geplaatst na 1 januari 2017):

  • De traplift valt in de categorie 0 en 12 maanden: 50% van de all-in prijs

  • De traplift valt in de categorie 12 en 24 maanden: 25% van de all-in prijs

  • De traplift valt in de categorie 24 en 36 maanden: 10% van de all-in prijs

  • De traplift valt in de categorie > 36 maanden: inname om niet.

Terugkoopregeling (trapliften geplaatst voor 1 januari 2017):

  • De traplift valt in de categorie < 15 jaar: € 225

  • De traplift valt in de categorie > 15 jaar: inname om niet.

6.3 Financiële tegemoetkomingen

6.3.1 Financiële tegemoetkoming voor verhuiskosten

De verhuiskostenvergoeding bedraagt maximaal € 2.377

6.3.2 Financiële tegemoetkoming voor tijdelijke huisvesting voor tijdelijke dubbele woonlasten

  • de hoogte van de financiële tegemoetkoming is gelijk aan de kale huur van de woonruimte met een maximum van het bedrag per maand genoemd in artikel 13 lid 1 onder a van de Wet op de huurtoeslag;

  • de financiële tegemoetkoming wordt voor maximaal 3 maanden verstrekt;

  • de eerste maand huur wordt niet vergoed.

6.3.3 Financiële tegemoetkoming voor huurderving aan de eigenaar van de woning

  • de hoogte van de financiële tegemoetkoming is gelijk aan de kale huur van de woonruimte met een maximum van het bedrag per maand genoemd in artikel 13 lid 1 onder a van de Wet op de huurtoeslag;

  • de financiële tegemoetkoming wordt voor maximaal 6 maanden verstrekt;

  • de eerste maand huur wordt niet vergoed.

6.3.4 Financiële tegemoetkoming voor woningsanering

  • de hoogte van de financiële tegemoetkoming wordt vastgesteld op basis van Nibud prijzen (vloerbedekking vinyl en jaloezieën).

6.4. Primaat verhuizen

Wanneer de kosten van een woningaanpassing meer bedragen dan € 5.341 wordt afgewogen of verhuizen naar een geschikte woning als goedkoopst compenserende voorziening kan worden aangemerkt.

6.5. Bezoekbaar maken van de woning

Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt voor het bezoekbaar maken van een woning bedraagt € 4.159

6.6. Aantal offertes

  • 1.

    Voor een maatwerkvoorziening tussen € 0 en € 70.000 (excl. btw) minimaal 1 en maximaal 3 offertes opvragen.

  • 2.

    Voor een maatwerkvoorziening > € 70.000 (excl. btw) minimaal 3 en maximaal 5 offertes opvragen.

  • 3.

    Voor een geschatte inkoopwaarde > € 25.000 (excl. btw) moet vooraf een inkoopmelding worden gedaan.

7. Sportvoorziening

De hoogte van het pgb voor de aanschaf van een sportvoorziening wordt vastgesteld op maximaal het bedrag van de kosten inclusief instandhoudingskosten volgens de door het college goedgekeurde offerte. Wanneer de aanschafwaarde lager ligt dan het maximale pgb bedrag, wordt een pgb ter hoogte van de werkelijke kosten van de sportvoorziening uitbetaald. De voorziening in de vorm van pgb wordt toegekend voor een periode welke gelijk is aan de technische levensduur conform de contractafspraken. Wanneer er geen contractafspraken zijn, wordt de voorziening toegekend voor een periode van vijf jaar.

8. Taxivervoer

8.1 Zorg in natura

  • 1.

    Voor de maatwerkvoorziening in de vorm van regiotaxi zijn contractafspraken gemaakt met een gecontracteerde aanbieder. Uitgangspunt is dat cliënten maximaal 1500 km per jaar kunnen reizen. Cliënten zijn een ritbijdrage verschuldigd per kilometer (zie hoofdstuk 2 van dit Financieel besluit).

  • 2.

    Voor de maatwerkvoorziening in de vorm individueel (rolstoel) taxivervoer zijn contractafspraken gemaakt met een gecontracteerde aanbieder. Uitgangspunt is dat cliënten maximaal 1500 km per jaar kunnen reizen. De cliënt moet een vervoersplan indienen. Aan de hand van het vervoersplan zal het kilometerbudget bepaald worden.

8.2 Persoonsgebonden budget

Wanneer een cliënt in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening in de vorm van regiotaxi of individueel (rolstoel) taxivervoer kan cliënt kiezen voor een gelijkwaardig pgb (mits cliënt aan voorwaarden voor een pgb voldoet. De vervoersbehoefte wordt op maat vastgesteld, met een maximum van 1500 kilometer per jaar).

  • De hoogte van het pgb voor de kosten van (rolstoel) taxivervoer is gelijk aan de netto kilometerprijs van de regiotaxi, verminderd met de ritbijdrage en vermenigvuldigd met het aantal benodigde kilometers per jaar. Dit tenzij op basis van het door cliënt ingediende budgetplan passende en toereikende ondersteuning voor een lager tarief kan worden ingekocht.

    Uitbetaling geschiedt achteraf per jaar door middel van het indienen van de facturen van het taxibedrijf.

  • De hoogte van het pgb voor de kosten van individueel (rolstoel) taxivervoer is gelijk aan de netto kilometerprijs van individueel (rolstoel) taxivervoer en vermenigvuldigd met het aantal benodigde kilometers per jaar. Dit tenzij op basis van het door cliënt ingediende budgetplan passende en toereikende ondersteuning voor een lager tarief kan worden ingekocht.

    Uitbetaling geschiedt achteraf per jaar door middel van het indienen van de facturen van het taxibedrijf.

Het pgb voor de kosten van (rolstoel) taxivervoer of voor individueel (rolstoel) taxivervoer kan ingezet worden voor aanpassing van de eigen auto als hiermee hetzelfde resultaat (cliënt kan in aanvaardbare mate participeren) wordt bereikt. Wanneer de werkelijke kosten van de autoaanpassing lager liggen dan het maximale pgb bedrag, wordt een pgb ter hoogte van de werkelijke kosten van de aanpassing uitbetaald. Het pgb wordt toegekend voor een periode van vijf jaar.

8.3 Financiële tegemoetkoming autokosten

Wanneer een cliënt geen gebruik kan maken van de maatwerkvoorziening regiotaxi en cliënt is afhankelijk van derden voor vervoer dan kan een financiële tegemoetkoming voor autokosten worden toegekend. De hoogte van de vergoeding is gebaseerd op de autokosten volgens het Nibud (miniklasse) en bedraagt € 0,48 per kilometer (maximaal € 720,00 per jaar bij een vervoersbehoefte van 1500 kilometer). Uitbetaling geschiedt achteraf per jaar op basis van het ingeleverde vervoersoverzicht.

9. Slotbepalingen

9.1 Afwijking van de Verordening

In situaties waarin de Verordening maatschappelijke ondersteuning, het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning en de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning niet voorzien, kan het college met in acht name van de uitgangspunten en doelstellingen van de regels een aangepaste voorziening toekennen of de vorm van een voorziening nader vaststellen.

9.2 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.

  • 2.

    Op die datum wordt het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning 2022 ingetrokken.

  • 3.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Losser 2023.

Ondertekening

Vastgesteld te Losser op 20 december 2022,

secretaris,

drs. J. van Dam

burgemeester,

C.A.M. Kroon