Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening haven- en kadegeld Amersfoort 2023

Geldend van 28-12-2022 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening haven- en kadegeld Amersfoort 2023

De raad van de gemeente Amersfoort;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 december 2022, DIR/BEL

(nr. 1717299);

gelet op de artikelen 216, 219 en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening haven- en kadegeld Amersfoort 2023

Artikel 1 Aard van de heffing

  • 1. Onder de naam havengeld wordt een recht geheven voor het met vaartuigen ligplaats nemen of voor anker gaan in een voor de openbare dienst bestemde haven, dan wel voor het met een camper nemen van een staplaats op de daartoe aangewezen camperplaatsen.

  • 2. Onder de naam kadegeld wordt een recht geheven voor het tijdelijk gebruik maken van een voor de openbare dienst bestemde kade of wal van de haven om met materieel zaken in vaartuigen te laden of te lossen.

Artikel 2 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van de bepalingen van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen;

  • b.

    meetbrief: het document als bedoeld in artikel van de 21 Binnenvaartwet

  • c.

    vrachtschip: een schip, dat hoofdzakelijk gebruikt wordt voor het vervoer van goederen;

  • d.

    passagiersschip: een binnenschip, dat middel van openbaar vervoer is, of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;

  • e.

    sleepboot: een binnenschip, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het slepen of duwen van andere vaartuigen;

  • f.

    pleziervaartuig: een vaartuig, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de recreatie, niet zijnde een passagiersschip;

  • g.

    woonschip: een vaartuig uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebezigd of tot woning bestemd.

  • h.

    camper: een voertuig, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de recreatie;

  • i.

    laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van een schip bij de grootst toegelaten diepgang en die van het ledige schip;

  • j.

    ton: een massa van 1000 kilogram

  • k.

    de haven: het gedeelte van de rivier de Eem, met inbegrip van de insteekhaven, gelegen tussen de Koppelpoort en de gemeentegrens van Amersfoort.

  • l.

    dag: de periode gelegen tussen 16:00 uur en 9:00 uur de dag daarop volgend;

  • m.

    week: een kalenderweek

  • n.

    maand: een kalendermaand

  • o.

    kwartaal: drie achtereenvolgende kalendermaanden

  • p.

    jaar: een kalenderjaar

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig voor het havengeld is de kapitein, de gezagvoerder, de schipper, de reder, de eigenaar, de gebruiker, of de bevrachter van het vaartuig, dat stand- of ligplaats neemt of voor anker gaat in de haven.

  • 2. Belastingplichtig voor het kadegeld is degene die een voor de openbare dienst bestemde kade van de haven gebruik maakt om goederen te ontvangen of te verzenden.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1. Maatstaf voor de berekening van het havengeld is:

    • a.

      het laadvermogen van het vaartuig, of

    • b.

      de oppervlakte van het vaartuig, of

    • c.

      de lengte van het vaartuig.

  • 2. Maatstaf voor de berekening van het kadegeld is het aantal kubieke meters overgeslagen product.

  • 3. In afwijking van het tweede lid geldt als maatstaf voor de berekening van het kadegeld het aantal tonnen overgeslagen product, indien de hoeveelheid te laden of lossen zaken op het cognossement in tonnen staat uitgedrukt.

Artikel 5 Tarieven

De rechten worden geheven naar de tarieven (inclusief BTW), die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van de daarin gegeven aanwijzingen en bijzondere bepalingen in deze verordening.

Artikel 6 Tijdvak

  • 1. Indien de rechten worden geheven naar jaartarieven is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar;

  • 2. Indien de rechten worden geheven naar een periode-, kwartaal-, maand-, week-, of dagtarieven, is het belastingtijdvak gelijk aan respectievelijk de periode, het kwartaal, de maand, week, of dag.

Artikel 7 Tariefberekening en -toepassing

Voor de toepassing van de tarieven en bij de berekening van het verschuldigde bedrag:

  • a.

    wordt een gedeelte van een eenheid van laadvermogen, van oppervlakte, van lengte, kubieke meter of ton voor een volle eenheid gerekend;

  • b.

    geldt als laadvermogen in tonnen van een schip het aantal tonnen zoals dat blijkt uit de bij het schip behorende meetbrief;

  • c.

    wordt de oppervlakte van een schip gesteld op het product van de lengte over alles en de grootste breedte, zoals deze blijken uit de bij het schip behorende meetbrief;

  • d.

    wordt de lengte van het schip gesteld op de lengte over alles, zoals die blijkt uit de bij het schip behorende meetbrief;

  • e.

    worden het laadvermogen, de oppervlakte, de lengte, het aantal kubieke meters, ambtshalve bepaald als geen meetbrief of cognossement wordt overgelegd of deze geen volledige gegevens vermelden;

  • f.

    wordt uitgegaan van de voor de belastingplichtige meest gunstige wijze van berekening van het havengeld, indien in de tarieventabel meerdere belastingtijdvakken zijn aangegeven.

Artikel 8 Vrijstellingen

Het havengeld wordt niet geheven voor:

  • a.

    vaartuigen in (in)directe dienst van gemeente(n) of andere openbare lichamen;

  • b.

    voor het gebruik van de haven voor zover ter zake daarvan al uit hoofde van een privaatrechtelijke overeenkomst met de gemeente een bedrag wordt gevorderd;

  • c.

    vaartuigen van ondergeschikte betekenis, zoals roeiboten, kano’s e.d.;

  • d.

    hospitaalschepen of schepen die als zodanig dienst doen.

Artikel 9 Wijze van heffing

  • 1. De in artikel 5 bedoelde rechten worden geheven bij wege van gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede begrepen een bon, nota, sticker, of andere schriftuur.

  • 2. Ter zake van het recht als bedoeld in artikel 1, lid 4 van de tarieventabel worden aan de belastingplichtige een of meerdere voorlopige schriftelijke kennisgevingen opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk wordt vastgesteld.

Artikel 10 Ontstaan en beëindiging van de belastingplicht

  • 1. De rechten als bedoeld in artikel 1, lid 4, van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of zo dit later is bij aanvang van de belastingplicht;

  • 2. Indien de belastingplicht van de rechten in het voorgaande lid aanvangt in de loop van het belastingjaar, zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht van de rechten als bedoeld in het eerste lid, in de loop van het belastingjaar eindigt, zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar reeds kalendermaanden zijn aangevangen.

  • 4. De overige rechten van de tarieventabel zijn verschuldigd bij aanvang van de belastingplicht

Artikel 11 Termijn van betaling

  • 1. Indien de in artikel 9, eerste lid, bedoelde kennisgeving dan wel de in artikel 9, tweede lid bedoelde voorlopige kennisgeving wordt uitgereikt, moeten de rechten, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, op dat tijdstip worden voldaan.

  • 2. Indien de in artikel 9, eerste lid, bedoelde kennisgeving dan wel de in artikel 9, tweede lid, bedoelde voorlopige kennisgeving wordt toegezonden, moeten de rechten, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, binnen één maand na dagtekening worden voldaan.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde betaaltermijnen.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de haven- en kadegelden.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van haven- en kadegelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening haven- en kadegeld 2022” van 21 december 2021, wordt met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening haven- en kadegeld Amersfoort 2023".

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2022

de griffier,

de voorzitter,

Bijlage 1: TARIEVENTABEL HAVEN- EN KADEGELD 2023

 
 
 
 
 
 
 
 

tarief

TARIEVENTABEL HAVEN- EN KADEGELD 2023

 
 
 

behorende bij verordening haven- en kadegelden Amersfoort 2023

 
 
 
 
 
 

Artikel 1

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Het havengeld bedraagt voor:

 
 
 
 
 

1

vrachtschepen, voor een onafgebroken verblijf in de haven van ten

 
 
 

hoogste één week, per ton laadvermogen, maximaal 10 keren per

 
 
 

kalendermaand

 
 
 
 

0,12

2

passagiersboten, sleepboten en overige vaartuigen, bestemd voor

 
 
 

en in gebruik als beroepsvaartuig, voorzover niet anders in dit

 
 
 

artikel vermeld, bij een onafgebroken verblijf van één week, per m2

0,30

3

jachten, pleziervaartuigen en overige vaartuigen, met

 
 
 
 

uitzondering van die bedoeld onder lid 2 en 4, per strekkende meter

 
 
 

gemeten langs de kade,

 
 
 
 
 
 

per dag (overnachting aan boord verplicht):

 
 
 
 

3.1

periode 1 april - 1 november

 
 
 

1,40

3.2

periode 1 november - 1 april

 
 
 

0,70

3.3

Voor vaartuigen in clubverband van ten minste twintig schepen geldt

 
 
 

het tarief van 1 november -1 april

 
 
 
 
 

4

woonschepen, per strekkende meter, gemeten langs de kade:

 
 
 

per kwartaal

 
 
 
 

37,82

5

Campers, per dag (overnachting verplicht), per camper(plaats):

€ 

12,00

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Artikel 2

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

1

Het kadegeld bedraagt:

 
 
 
 
 

1.1

per ton

 
 
 
 
 

0,20

1.2

per m3

 
 
 
 
 

0,20

Vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december 2022

de griffier,

de voorzitter,