Objectenbeleid Dijk en Waard 2022

Geldend van 05-01-2023 t/m heden

Intitulé

Objectenbeleid Dijk en Waard 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dijk en Waard;

gelezen het voorstel van 13 december 2022;

gelet op:

  • -

    artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening Dijk en Waard;

  • -

    artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening Dijk en Waard

B e s l u i t :

het hierna volgende Objectenbeleid Dijk en Waard 2022 vast te stellen.

het Objectenbeleid Heerhugowaard in te trekken.

Objectenbeleid Dijk en Waard 2022

Inleiding

Op grond van artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening Dijk en Waard (hierna: Apv) is het verboden een openbare plaats, waaronder de weg of een weggedeelte, anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als dat gebruik:

  • a.

    schade toebrengt of kan toebrengen aan de openbare plaats, de bruikbaarheid van de openbare plaats belemmert of kan belemmeren, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het beheer of onderhoud van de openbare plaats; of

  • b.

    niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.

Volgens het derde lid van dit artikel kan het bevoegde orgaan een ontheffing verlenen van dit verbod.

Artikel 2:10 van de Apv geeft een breed gestelde algemene regel. Er mogen voorwerpen worden geplaatst zolang aan de voorwaarden in het eerste lid wordt voldaan. Voordeel is dat het de klant gemakkelijk wordt gemaakt, omdat in de meeste gevallen geen ontheffing hoeft te worden aangevraagd. Tegelijkertijd levert deze werkwijze een aanzienlijke vermindering van de werklast op voor de gemeente.

Mogelijk nadeel schuilt in het feit dat de burger zelf dient af te wegen of het plaatsen van een object is toegestaan. De verantwoordelijkheid wordt met andere woorden in eerste instantie bij de burgers en bedrijven gelegd. Als de gemeente wenst op te treden omdat zij van mening is dat het verbod van het eerste lid wordt overtreden, zal de gemeente dat goed moeten motiveren. Het is duidelijk dat al snel discussie kan ontstaan. Het vraagt meer inschattingsvermogen van bewoners, bedrijven en van de (handhavers van de) gemeente.

Om al te veel discussie te voorkomen, kan het college van burgemeester en wethouders beleidsregels vaststellen ten aanzien van enkele veel voorkomende categorieën objecten die in de openbare ruimte worden geplaatst. Op deze wijze geeft de gemeente als het ware vooraf aan wanneer zij van mening is wanneer wel en wanneer niet aan de algemene regel van artikel 2:10, eerste lid, wordt voldaan. In deze notitie worden dergelijke beleidsregels gegeven en toegelicht. Deze beleidsregels gelden voor alle objecten die op of aan de weg of op openbare plaatsen worden geplaatst, waarbij specifieke regels worden gesteld voor uitstallingen, bouwobjecten en tijdelijke reclameobjecten. De uitgangspunten voor het opstellen van het conceptbeleid zijn geweest:

  • -

    eenvoudig en begrijpelijk beleid;

  • -

    eenvoudig uit te voeren en te handhaven;

  • -

    draagvlak, zowel maatschappelijk, ambtelijk als politiek;

  • -

    verlaging van administratieve lasten voor burgers en organisatie;

  • -

    afstemming met bestaand, overig beleid van de gemeente, zoals het terrassenbeleid.

Deze beleidsregels zijn overigens geen nadere regels, zoals bedoeld in het tweede lid van artikel 2:10. Het verschil tussen beleidsregels en nadere regels, zit hem in de gebondenheid van het bestuur aan de betreffende regels. Nadere regels moeten worden beschouwd als ‘echte’ regelgeving, waarvan niet kan worden afgeweken. Beleidsregels zijn flexibeler. Van beleidsregels mag, moet zelfs, worden afgeweken indien toepassing gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Door met beleidsregels te werken behoudt de gemeente de mogelijkheid om maatwerk te blijven verrichten in individuele gevallen.

Overigens kunnen burgers en bedrijven, wanneer zij toch objecten willen plaatsen die niet binnen de door het college gestelde beleidsregels passen, altijd nog een ontheffing aanvragen op grond van artikel 2:10, derde lid. De gemeente kan vervolgens het concrete geval beoordelen.

Wat voorts belangrijk is om te realiseren, is dat de reikwijdte van artikel 2:10 heel breed is. Het begrip “weg” is in de Apv ruim omschreven. Zo kan ook particulier terrein onder de werkingssfeer van de Apv vallen, namelijk wanneer de betreffende plaats feitelijk voor publiek toegankelijk is. Dat betekent dat de beleidsregels die in deze notitie zijn neergelegd, ook kunnen gelden voor het plaatsen van objecten op particulier terrein.

Een laatste punt van aandacht is dat voor de plaatsing van objecten op particulier terrein ook (privaatrechtelijke) toestemming van de eigenaar van de locatie nodig zal zijn. De eigenaar van de locatie zal in de meeste gevallen de gemeente zijn, maar het kan ook een derde (rechts)persoon betreffen. Deze eigenaar kan bijvoorbeeld onderhoudsplichten en voorwaarden aangaande aansprakelijkheid stellen dan wel overeenkomen met de eigenaar van het object. Deze beleidsregels en ontheffingen zijn publiekrechtelijk van karakter en voorzien niet in deze toestemming.

Uitstallingen

Vooral bij ondernemers leeft de wens om voor hun winkel objecten te plaatsen die de aandacht op de onderneming vestigen. Te denken valt aan kledingrekken en -bakken, speeltoestellen, plantenbakken, losse (reclame)borden maar ook terrassen bij niet-horeca inrichtingen zoals bakkerswinkels of viswinkels. Het beleid ziet niet op uithangborden of reclame die is vastgehecht aan het pand (dit valt immers onder het reclamebeleid).

Voorts is een uitstalling niet gelijk aan een standplaats. Van een standplaats is sprake indien de verkoopactiviteit ter plekke, buiten in de openbare ruimte, plaatsvindt. Bij een uitstalling zijn de te verkopen waren weliswaar uitgestald, maar vindt de feitelijke verkoopactiviteit in het pand plaats. Een uitstalling is voor ondernemers vooral bedoeld om de aandacht op het pand/de winkel te vestigen en de consument te bewegen tot het doen van aankopen in het pand.

Uitstallingen passen binnen een stedelijk gebied en verlevendigen ook het straatbeeld. Aan de andere kant moet er voor worden gewaakt dat in de openbare ruimte een wirwar van uitstallingen ontstaat. Het objectenbeleid beoogt een balans te vinden tussen enerzijds de belangen van ondernemers en anderzijds het algemeen belang van een ordelijke openbare ruimte.

- Uitstallingen binnen de bebouwde kom

Binnen de bebouwde kom is een goede ordening van de openbare ruimte van groot belang. Voorkomen moet worden dat door het plaatsen van uitstallingen voetgangers in het gedrang komen. Ook moet de vrije doorgang van hulpdiensten gewaarborgd blijven. Om dit te bereiken is een bepaling opgenomen dat het plaatsen van uitstallingen slechts is toegestaan indien de doorstroming van het verkeer niet in het geding is. Daaronder wordt mede begrepen de vrije doorgang van hulpdiensten. In het belang van de voetgangers is opgenomen dat op het voetpad tenminste een vrije doorgang van 1,20 meter gewaarborgd moet zijn. Op die manier blijft het voetpad ook voor bijvoorbeeld rolstoelgebruikers en voetgangers met kinderwagens toegankelijk. Voor winkels en ondernemingen die onder een galerij / arcade zijn gevestigd en panden die geen eigen ingang op de begane grond hebben gelden afwijkende regels, waarbij een vrije doorgang van 1,20 meter voor voetgangers nog steeds het uitgangspunt is.

De uitstalling mag ook niet op voor het parkeren bestemde weggedeeltes worden geplaatst. Dit voorschrift is nodig om de parkeergelegenheid en/of fietsenstalling beschikbaar te houden voor het doel waarvoor ze zijn gerealiseerd.

De uitstalling mag voorts niet breder zijn dan de breedte van het pand waar het bij hoort en niet dieper dan 1,20 meter, gemeten vanaf de pui. Dit laatste is om te voorkomen dat, omdat de breedte van het voetpad het toelaat, er zeer grote uitstallingen geplaatst kunnen worden. Dit zou immers het uiterlijk van de openbare ruimte geen goed doen.

De uitstalling mag ook niet geplaatst worden voor deuren en ramen die als vluchtweg gebruikt kunnen worden. Dit is uiteraard in het kader van de veiligheid.

Het plaatsen van objecten op of aan openbare voorzieningen, zoals bomen, lantaarnpalen, fietsenstallingen, plantenbakken, bankjes en afvalbakken, is niet toegestaan.

Tot slot zijn twee bepalingen opgenomen over het uiterlijk van de uitstalling. De uitstalling dient netjes en ordelijk te zijn en er mag geen sprake zijn van een welstandsexces. Deze laatste bepalingen zullen in de praktijk alleen gebruikt wordt indien er sprake is van extremiteiten.

- Uitstallingen buiten de bebouwde kom

Buiten de bebouwde kom is in het algemeen meer ruimte voorhanden voor het plaatsen van uitstallingen. Daarbij is het vaak ook rustiger op de weg. Om die reden is voor uitstallingen buiten de bebouwde kom niet de voorwaarde opgenomen hoeveel vrije doorgang er op voetpaden moet worden overgelaten, wat de maximale diepte is van de uitstalling en dat de uitstalling niet breder mag zijn dan de breedte van het bedrijfspand. Verder gelden er voor uitstallingen buiten de bebouwde kom dezelfde regels als binnen de bebouwde kom.

- Terrassen

In artikel 2:28 van de Apv is de terrasvergunning geregeld. Dit artikel is alleen van toepassing op horecaondernemingen. Terrassen bij niet-horeca ondernemingen vallen niet onder deze bepalingen. Hierbij moet worden gedacht aan terrasjes bij viswinkels of bakkerswinkels. Het plaatsen van stoelen en tafels bij dit soort winkels valt dan ook onder artikel 2:10. Ook voor deze terrassen geldt dat ze de doorstroming van het verkeer niet mogen belemmeren en dat de tafels en stoelen eenvoudig verplaatsbaar dienen te zijn.

De terrassen dienen na sluitingstijd van de onderneming opgeruimd te worden.

Het objectenbeleid ten aanzien van terrassen bij niet-horeca gelegenheden is, voor zover relevant, afgestemd op het terrassenbeleid voor horecagelegenheden in Heerhugowaard. Zo is de minimale vrije doorgang op voetpaden van 1,20 meter gelijk aan dit terrassenbeleid. Hetzelfde geldt voor de eis dat de tafels en stoelen van hoogwaardig, brandveilig materiaal moeten zijn en moeten passen bij het pand waartoe het terras behoort.

Bouwobjecten

Het komt regelmatig voor dat bewoners of aannemers ten behoeve van (ver)bouw- of sloopwerkzaamheden tijdelijk een puin- of opslagcontainer, een hoogwerker of kraan, een toiletunit of een (schaft)keet voor het perceel willen plaatsen. Of bouwmateriaal, zoals gestort zand of een partij stenen. Deze bouwobjecten worden zo veel mogelijk op eigen terrein geplaatst, of op een andere alternatieve locatie. Het kan voorkomen dat dit niet mogelijk is, en dan kan het bouwobject – onder voorwaarden – in de openbare ruimte worden geplaatst.

Bouwobjecten mogen alleen geplaatst worden op openbare parkeerplaatsen met als voorwaarde dat maximaal twee parkeerplaatsen mogen worden bezet. Dit om de parkeerdruk in de wijken niet te veel te belasten. Uitzondering daarop vormen steigers, deze dienen immers van nature tegen de gevel geplaatst te worden. Steigers mogen daarom op andere plekken worden opgebouwd, zolang de inrichting, doorstroming van het verkeer en de veiligheid niet in het geding komen. Indien bijvoorbeeld vanwege de inrichting van de straat of de noodzakelijke werkzaamheden toch plaatsing van het bouwobject op een andere locatie noodzakelijk is, dan zal een ontheffing moeten worden aangevraagd.

Bouwobjecten mogen slechts geplaatst worden tijdens de duur van de werkzaamheden met een maximum van 14 dagen. Dit om te voorkomen dat de parkeerplaatsen lang worden ingenomen door de objecten. Indien de objecten vanwege de duur van de werkzaamheden langer dan 14 dagen moeten blijven staan, moet een ontheffing worden aangevraagd. Om te voorkomen dat bewoners of bedrijven bij herhaling twee weken een container of ander bouwobject plaatsen, is bepaald dat de maximum periode van 14 dagen per bouwobject per jaar geldt.

Van belang is ook dat het te plaatsen bouwobject voldoende zichtbaar is voor het verkeer. Wanneer bouwobjecten vanwege bijvoorbeeld de beperkte grootte niet voldoende zichtbaar zijn, zullen bewoners en bedrijven maatregelen moeten nemen om de zichtbaarheid van het bouwobject te waarborgen. Bijvoorbeeld door het plaatsen van rood-witte schildjes of pilonnen.

Tijdelijke reclameobjecten

Terwijl het reclamebeleid voor permanente reclames geldt, is het tijdelijk plaatsen van reclameobjecten in het objectenbeleid geregeld. Het objectenbeleid bevat regels voor sandwich- en driehoeksborden, verkiezingscampagnes, aankondigingsborden en overige reclameobjecten.

- Algemeen

Het plaatsen van reclameobjecten is alleen toegestaan indien het gaat om het aankondigen van incidentele evenementen of activiteiten die in Dijk en Waard worden gehouden, dan wel om het vestigen van aandacht op een ideëel doel. Reclames of aankondigingen die een maatschappelijk belang dienen worden ook toegestaan.

Hoewel het gebruikelijk is om één evenement of activiteit op het reclameobject te vermelden, is het toegestaan meerdere evenementen of activiteiten op het reclameobject te vermelden. Kalenders, agenda’s en dergelijke zijn zodoende toegestaan, echter daarna mag niet voor het evenement of de activiteit zelf nogmaals reclame gemaakt worden middels een tijdelijk reclameobject. Ook is het toegestaan één activiteit of evenement dat op meerdere data plaatsvindt op het reclameobject te noemen. Te denken valt aan een aantal voorstellingen die door een schouwburg worden georganiseerd of een informatie-avond welke op meerdere dagen wordt gehouden. Indien sprake is van een campagne voor een ideëel doel of ter aankondiging van een maatschappelijk belang, dan geldt dat maximaal één keer per jaar één of meerdere reclameobjecten worden geplaatst.

Voorts dienen op het reclameobject diverse gegevens vermeld te worden, bijvoorbeeld van de organisator. Dit vergemakkelijkt immers de controle en de handhaving op tijdelijke reclameobjecten.

Het reclameobject wordt voor een periode van maximaal 14 dagen geplaatst. Verwijdering van het reclameobject vindt uiterlijk plaats op de dag nadat het evenement, de activiteit of de campagne heeft plaatsgevonden. Het is dus mogelijk om het reclameobject reeds te plaatsen bij de start van de kaartverkoop. Indien er meerdere evenementen of activiteiten op het reclameobject vermeld staan is het evenement dat of de activiteit die als eerste plaatsvindt leidend voor de bepaling van het moment van verwijderen van de reclameobjecten.

Bij het plaatsen en verwijderen van het reclameobject dient de doorstroming van het verkeer zo min mogelijk te worden gehinderd. Daarom geldt in elk geval dat reclameobjecten niet gedurende de spitsuren worden geplaatst of verwijderd. Uitzondering daarop is de Oosttangent tussen de Sportlagune en de kruising met de Zuidtangent; hier worden alleen tussen 10:00 en 12:00 uur reclameobjecten geplaatst of verwijderd. Dit in verband met de verkeersdrukte op deze locatie. Degene die het reclameobject plaatst of verwijdert draagt beschermende (reflecterende) kleding. Auto’s worden waar mogelijk geparkeerd, zodat ze niet op de weg staan.

Tijdelijke reclameobjecten zien er ordelijk uit. Op basis van deze regel dient men bijvoorbeeld door weer en wind scheefgezakte reclameobjecten, door vandalisme kapotgemaakte reclameobjecten of posters die door de regen hebben losgelaten te herstellen. Voorts wordt reclame gemaakt voor evenementen en activiteiten die daadwerkelijk gaan plaatsvinden en mag er geen onjuiste of misleidende terminologie worden gebruikt op het reclameobject. Deze regel komt de beeldkwaliteit ten goede en geldt gedurende de hele plaatsingsperiode.

Aanprijzing van producten (handelsreclame) wordt slechts mondjesmaat toegestaan op reclameobjecten, het mag nooit de overhand krijgen op de reclame-uiting.

- Sandwichborden en driehoeksborden

Sandwich- en driehoeksborden mogen alleen worden bevestigd aan de lichtmasten die daarvoor zijn geselecteerd, zie de bij dit beleid behorende bijlagen. Op straat zijn de geselecteerde lichtmasten voorzien van een sticker met daarop de tekst “Reclame”. Bij het selecteren van de lichtmasten wordt rekening gehouden met de geschiktheid van lichtmasten, de doorstroming van het verkeer, populariteit van locaties, nieuwbouw en verzoeken van bewoners.

Ook mag per lichtmast maximaal één bord worden geplaatst. Het bord mag alleen laag aan de lichtmast worden bevestigd. Het boven elkaar of op ooghoogte plaatsen van reclameborden is daarmee uitgesloten in verband met de beeldkwaliteit. Ook het over elkaar plaatsen van borden is niet toegestaan (beeldkwaliteit).

Verder zijn er eisen gesteld aan de grootte van de borden en het aantal te plaatsen borden is beperkt tot twintig per campagne.

- Verkiezingscampagnes

In aanloop naar verkiezingen kunnen politieke partijen zich promoten door het plaatsen van sandwich- en driehoeksborden. Bij verkiezingen kan worden gedacht aan verkiezingen voor het Europees Parlement, Tweede Kamer, Provinciale Stalen, gemeenteraad, waterschap en referenda.

Bij het plaatsen van sandwich- en driehoeksborden in verband met deze campagnes gelden de in artikel 4.1 en 4.2 genoemde voorwaarden. Zo mag er per politieke partij één campagne worden gehouden, duurt deze campagne maximaal 14 dagen en mogen zij gebruik maken van de aangewezen lichtmasten. Uitzondering daarop vormen de regels omtrent het moment van plaatsen en verwijderen van de borden en het maximum aantal te plaatsen borden. Borden worden geplaatst in de periode vanaf de dag na de kandidaatstelling en worden uiterlijk één dag na de verkiezingsdag (of -dagen) verwijderd. Per verkiezingscampagne mogen maximaal tien borden worden geplaatst.

Tot slot wordt opgemerkt dat het hier enkel gaat om reclamecampagnes waarbij de aandacht wordt gevestigd op de politieke partij en niet op de betreffende verkiezingen in het algemeen. Voor de laatste categorie heeft te gelden dat een dergelijke reclamecampagne aangemerkt kan worden als incidenteel evenement of activiteit welke in Dijk en Waard wordt gehouden. Gebruik kan worden gemaakt van sandwich- en driehoeksborden onder de in artikel 4.1 en 4.2 genoemde voorwaarden.

- Aankondigingsborden

Voor de plaatsing van aankondigingsborden gelden soortgelijke regels. Bijzonderheid is nog dat er op de locaties voor aankondigingsborden sleuven in de grond zijn aangebracht. Deze sleuven dienen te worden gebruikt bij het plaatsen van de aankondigingsborden.

- Overige reclameobjecten

Uitgangspunt is dat voor tijdelijke reclame in principe gebruik moet worden gemaakt van sandwich- en driehoeksborden en/of aankondigingsborden Onder omstandigheden kan het voorkomen dat het plaatsen van reclameborden niet het geschikte middel is om de aandacht te vestigen. Dat doet zich voor wanneer men de aandacht wil vestigen op een activiteit die op een specifieke locatie plaatsvindt (bijv. de opening van een provinciale weg).

Pas wanneer met het plaatsen van borden het doel absoluut niet bereikt kan worden, is het toegestaan een andersoortig reclameobject te plaatsen, zoals een reclame-aanhangwagen of een zeppelin. Daarvoor dient dan wel een ontheffing te worden aangevraagd. Deze regel geldt overigens niet voor spandoeken, deze kunnen – met een ontheffing – worden geplaatst ongeacht of er gebruik (kan) worden gemaakt van sandwich- of driehoeksborden of aankondigingsborden.

Een ontheffingsaanvraag wordt getoetst aan de volgende regels. Plaatsing is uitsluitend toegestaan voor zover aankondiging wordt gedaan van incidentele evenementen of activiteiten die in Dijk en Waard worden gehouden, dan wel het vestigen van aandacht op ideële doelen. Voorts moet het gebruik van tijdelijke reclameborden ongeschikt zijn om de aandacht te vestigen op of het aankondigen van het evenement. Ook ten aanzien van deze overige reclameobjecten geldt dat zij maximaal 14 dagen mogen staan. Voorts mag de doorstroming van het verkeer niet in gevaar worden gebracht. Het object zelf of onderdelen daarvan mogen ook geen gevaar vormen voor de volksgezondheid en veiligheid en het object dient binnen één dag na afloop van het evenement verwijderd te worden.

De gemeente is op deze manier in staat maatwerk te leveren. Spandoeken bijvoorbeeld zijn divers in hun uitvoering (onder andere grootte, materiaalgebruik), er zijn meerdere manieren van plaatsen (bevestigen aan straatmeubilair en bomen, plaatsen in de grond) en de windbelasting is hier een bijzondere factor. Daarom is het wenselijk per situatie een afweging te maken waarbij de eerder genoemde belangen worden meegewogen.

- Bouwborden

Bouwborden zijn een manier om omwonenden te informeren dat er werkzaamheden bezig zijn, zoals een renovatie. Het plaatsen van bouwborden wordt alleen toegestaan indien het bouwbord informatie verschaft over het bouwplan en deze informatie een duidelijk maatschappelijk belang dient. Het bouwbord mag gedurende de werkzaamheden blijven staan, dat kan dus korter of langer zijn dan de standaard 14 dagen.

- Verwijsborden

Het komt regelmatig voor dat bedrijven borden en dergelijke willen plaatsen om bezoekers naar hun pand of werklocatie te leiden, wanneer de verkeerssituatie naar de mening van die ondernemers om de een of andere reden onduidelijk is, bijvoorbeeld bij tijdelijke wegwerkzaamheden of verkeersomleidingen. Om te voorkomen dat er een wirwar van door bedrijven geplaatste verwijsborden ontstaat, is het plaatsen van verwijsborden anders dan door of in opdracht van de gemeente niet toegestaan. De gemeente kan besluiten om verwijsborden te (laten) plaatsen indien een verwijzing in het belang is van een goede verkeersdoorstroming. Door de gemeente in deze een monopolie te geven is een zekere uniformiteit van verwijsborden gewaarborgd, wat bijdraagt aan een overzichtelijke openbare ruimte.

Versieringen

Ook komt het voor dat bewoners bij bijvoorbeeld EK’s en WK’s versieringen in de openbare ruimte aanbrengen, zoals vlaggetjes en feestverlichting. Het plaatsen van dergelijke versieringen wordt onder voorwaarden toegestaan.

De versiering houdt verband met speciale gelegenheden, zoals Koningsdag, Kerst en EK’s en WK’s, of evenementen en activiteiten die in Dijk en Waard plaatsvinden. Versieringen in verband met bijvoorbeeld verjaardagen en huwelijksfeesten vallen daar niet onder. De versiering wordt maximaal 14 dagen geplaatst. Sommige speciale gelegenheden, zoals EK’s en WK’s duren langer dan 14 dagen. In dat geval mag de versiering het hele EK of WK blijven hangen. Uiterlijk de dag daarna wordt de versiering verwijderd.

De meeste voorwaarden voor het plaatsen van de versieringen houden verband met het onbelemmerd laten doorstromen van het verkeer. Versieringen worden voorts op zorgvuldige wijze geplaatst en verwijderd, in elk geval zodanig dat bijvoorbeeld de bast van een boom en de coating van de lichtmasten niet beschadigd raken. Bij de bevestiging van een versiering aan bomen wordt geen gebruik gemaakt van schroeven en spijkers en dergelijke. Voor zover gebruik wordt gemaakt van draden of touwen, worden deze met een losse knoop rond de boom bevestigd (niet strak om de boom heen).

Feestverlichting heeft een veilige spanning zoals gedefinieerd in de NEN1010 en NEN 3140. Veelal is dit verlichting die werkt op een spanning van 12 tot 36V. De omvormer 230V AC – 12/36V DC mag niet in de openbare ruimte geplaatst worden.

Speeltoestellen

De gemeente vindt het belangrijk dat kinderen voldoende ruimte krijgen om buiten te spelen. Daarom richt de gemeente openbare speelplaatsen in. Om het buitenspelen nog leuker te maken plaatsen bewoners in toenemende mate eigen speeltoestellen in de openbare ruimte, zoals trampolines, kunststof glijbaantjes en bij mooi weer zwembadjes.

De betreffende locatie kan daardoor niet meer overeenkomstig de publieke functie worden gebruikt. Bijzonderheid is voorts nog dat speeltoestellen die door inwoners geplaatst worden niet gecertificeerd zijn volgens de veiligheidsnormen uit het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS). Hierdoor zijn ze in beginsel ongeschikt voor de openbare ruimte. Ook kan er overlast ontstaan, bijvoorbeeld door onenigheid over de vraag wie er wel en niet op het speeltoestel mag spelen.

Om die reden worden alleen springkussens toegestaan, dit onder de genoemde voorwaarden. Deze staan relatief kort in de openbare ruimte en zijn bestemd voor een beperkte doelgroep (meestal verjaardagen, feestjes). Andere speeltoestellen dan springkussens, zoals de genoemde trampolines, kunststof glijbaantjes en zwembadjes, worden niet geplaatst in de openbare ruimte.

Overige objecten

Het voert te ver om alle mogelijke objecten te noemen in dit beleid. Feitelijk kan ieder object worden getoetst aan de algemene regels van artikel 6. Ook voorwerpen die met de grond zijn verbonden, zoals een haag in de berm, kunnen als voorwerpen als hier bedoeld worden aangemerkt (ABRvS, 10 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:49).

Voor het plaatsen van overige objecten gelden grotendeels dezelfde regels als voor uitstallingen, alleen is hier geen onderscheid tussen binnen of buiten de bebouwde kom opgenomen. De regeling voor overige objecten is bijna gelijk aan de regeling voor uitstallingen binnen de bebouwde kom. Enkele bepalingen die specifiek op uitstallingen betrekking hebben, ontbreken bij de regeling voor overige objecten.

- Verlichte kerstbomen

Ieder jaar vraagt een aantal inwoners toestemming om een kerstboom met verlichting te plaatsen in de openbare buitenruimte. Omdat de plaatsing en de aansluiting van de verlichting uitsluitend door de gemeente mag worden verzorgd, is het vanuit het oogpunt van veiligheid wenselijk dat voor de plaatsing van verlichte kerstbomen een ontheffing wordt verleend.

- Overspanningen

Ook voor het plaatsen van stalen overspanningen waaraan voorwerpen opgehangen kunnen worden tussen twee gebouwen boven de openbare ruimte moet een ontheffing worden aangevraagd. Bij de aanvraag moeten onder andere sterktetesten aangeleverd worden, waaruit blijkt welk gewicht aan de stalen overspanning mag worden gehangen. De ontheffing is niet langer geldig dan de geldigheidsduur van de sterktetesten.

Overspanningen met draden strak gespannen tussen twee lichtmasten zijn niet toegestaan. De lichtmasten zijn hier niet geschikt voor.

- Gedenktekens

Hierbij valt te denken aan gedenktekens en gedenkplaatsen ter nagedachtenis aan verkeersslachtoffers of slachtoffers van zinloos geweld. Deze beleidsregel is niet van toepassing op de openbare begraafplaatsen en geldt ook niet voor bestaande kunstwerken/standbeelden ter herdenking van noodlottige gebeurtenissen.

Met het toestaan van gedenktekens en gedenkplaatsen langs de weg zijn wij over het algemeen voorzichtig. Aan de ene kant willen wij familie en vrienden de gelegenheid geven om op deze manier te kunnen rouwen en herdenken, aan de andere kant spelen er ook praktische zaken mee. In dat kader zijn de verkeersveiligheid en het beheer bijvoorbeeld belangrijk.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen gedenkplaatsen met een zeer tijdelijk karakter en overige gedenktekens en gedenkplaatsen. Onder gedenkplaatsen met een zeer tijdelijk karakter vallen plaatsen ingericht voor bijvoorbeeld bloemen, kaarsen, kaarten en brieven met uitingen van medeleven, foto’s en knuffels. Deze voorwerpen liggen in een vak van maximaal 1,50 x 1,50 meter, de doorstroming van het verkeer wordt niet gehinderd en het vak wordt uiterlijk na drie maanden, gerekend vanaf het moment van plaatsen, opgeruimd.

Voor overige gedenktekens en gedenkplaatsen moet een ontheffing worden aangevraagd. Deze gedenktekens en gedenkplaatsen moeten in omvang, constructie en vormgeving een ingetogen karakter dragen. De duur van de ontheffing wordt in beginsel beperkt tot 1,5 jaar. Indien de aanleg door de gemeente van een tegelpaadje door openbaar groen naar de gedenkplaats gewenst is, dient de aanvrager hierover eveneens contact op te nemen met de gemeente.

- Ontsluitingspaden

Hier wordt gedoeld op bijvoorbeeld tegelpaden van en naar percelen. Ontsluitingspaden zijn maximaal 1,20 meter breed en bestaan niet uit gesloten verharding (beton, asfalt en dergelijke). Ontsluitingspaden gaan alleen door bosplantsoen (wilde beplanting) en niet door bijvoorbeeld gras of andersoortige beplanting. Ze komen uit op voetpaden, fietspaden of erftoegangswegen. Voor ontsluitingspaden die niet aan deze criteria voldoen moet een ontheffing worden aangevraagd.

Ontheffing

Voor het aanvragen van een ontheffing kan gebruik worden gemaakt van het aanvraagformulier dat op de gemeentelijke website beschikbaar is gesteld. Aan de aanvraag moeten de volgende documenten worden toegevoegd:

  • -

    een foto of ontwerpschets met de maatvoering van het object;

  • -

    een tekening of kaart van de locatie waar het object wordt geplaatst, en

  • -

    een verkeersplan. Dit is noodzakelijk als voetgangers, (brom)fietsers, auto's of andere weggebruikers moeten uitwijken voor het object.

De verkeerskundige en de beheerder onderzoeken of de plaatsing van het object past binnen artikel 2:10 en het objectenbeleid, hun advies wordt bij de beoordeling van de aanvraag betrokken. In het advies worden zowel het belang van de aanvrager als het algemeen belang betrokken. Indien objecten gezien hun aard in de grond worden geplaatst, is er ook een KLIC melding nodig in verband met de kans op graafschade aan kabels en leidingen.

Voor het behandelen van de ontheffing moeten mogelijk leges worden betaald. Hiervoor moet de Legesverordening van de gemeente worden geraadpleegd.

Bestemmingsplan

Alle objecten in de zin van dit beleid zijn in beginsel mobiel en in veel gevallen tijdelijk. Als het gaat om vergunningplichtige bouwwerken, is een omgevingsvergunning vereist. Dit is op grond van vaste jurisprudentie bijvoorbeeld het geval als objecten ten behoeve van de bouw langer dan 30 dagen ter plaatse aanwezig zijn. In dat geval vindt ook een toets aan het bestemmingsplan plaats. De toets in het kader van artikel 2:10 van de Apv is een lichtere. Dat er mogelijk strijd met de gebruiksvoorschriften van het bestemmingsplan optreedt, is inherent aan deze regeling. De bestemming zal in de meeste gevallen immers “verkeersareaal” of “openbare weg” zijn. Omdat het echter slechts om gebruiksvoorschriften gaat en de gemeente door middel van de Apv en het Objectenbeleid wel degelijk regulerend optreedt, is strijd met (de voorschriften van) het bestemmingsplan niet als criterium in de Apv opgenomen. Aangenomen wordt dat het plaatsen van objecten bovendien geen strijd oplevert met het bestemmingsplan, gelet op het mobiele en tijdelijke karakter ervan.

Inherente afwijkingsbevoegdheid

In normale gevallen behoort een bestuursorgaan niet van beleidsregels af te wijken. Bewoners en bedrijven weten dan waar ze aan toe zijn (rechtszekerheid). In bijzondere gevallen kan een afwijking van een beleidsregel noodzakelijk zijn. Indien het handelen overeenkomstig de beleidsregel in een bijzonder geval zou leiden tot nadelige of voordelige gevolgen voor een of meer belanghebbenden die onevenredig zouden zijn in verhouding tot de met deze beleidsregel te dienen doelen, is een afwijken geoorloofd en geboden.

Overgangsbepaling

Op dit moment is voor een aantal objecten een ontheffing verleend. Houders van een ontheffing mogen er in zekere mate op vertrouwen dat zij bepaalde verwachtingen mogen ontlenen aan de bepalingen in de ontheffing. In de overgangsbepaling is dan ook opgenomen dat objecten waarvoor een rechtsgeldige ontheffing is verleend het eerste jaar niet aan het beleid zullen worden getoetst, indien de voorwaarden uit de ontheffing voor de houder gunstiger zijn dan deze beleidsregels. Aangezien het in de praktijk gaat om tijdelijke objecten dan wel objecten die eenvoudig verplaatsbaar zijn is de gegunde termijn meer dan redelijk.

Communicatie

Verschillende doelgroepen moeten op de hoogte worden gebracht van het objectenbeleid. Bewoners en ook ondernemers (bedrijven, winkeliers, horeca) zijn een belangrijke doelgroep. Deze doelgroepen moeten op de hoogte worden gebracht van het objectenbeleid, uiteindelijk is het de bedoeling dat zij zich aan het objectenbeleid houden.

Handhaving

De wens om het onderhavige objectenbeleid te formuleren is niet ingegeven door de gedachte dat het slecht gesteld is met het naleefgedrag. Vaststelling van een objectenbeleid is primair bedoeld om een duidelijk beleidskader te stellen waaraan de gemeente verzoeken van inwoners en ondernemers kan toetsen. Dat neemt niet weg dat het vaststellen van regels weinig zinvol is wanneer deze niet gehandhaafd worden.

Op dit moment is er reeds handhavingscapaciteit beschikbaar voor de handhaving op illegale objecten op of aan de openbare weg. Wanneer de handhavers menen dat de beleidsregels worden overtreden, zullen zij dit goed moeten motiveren. Wanneer de overtreding betwist wordt door de bewoner of ondernemer, zullen zij hun standpunt moeten verdedigen. Dit vraagt meer inzicht en inzet dan een eenvoudige controle op het hebben van een ontheffing.

Evaluatie

Om er zeker van te zijn dat het beleid nog recht doet aan de wensen van het college, de ondernemers en bewoners én om te bezien hoe in de praktijk uitvoering aan het beleid wordt gegeven, is een evaluatie noodzakelijk. De evaluatie wordt naar behoefte uitgevoerd.

Artikelen Objectenbeleid Dijk en Waard

1. ALGMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a.

    Object: een voorwerp of stof dat op, aan of boven de weg is geplaatst, anders dan door de gemeente geplaatst in het kader van de uitvoering van haar publiekrechtelijke taak.

  • b.

    Bouwobject: (verplaatsbaar) materiaal en/of materieel ten dienste van (ver)bouw- of sloopwerkzaamheden.

  • c.

    Uitstalling:

    • -

      Een los element dat voor een pand in de openbare ruimte wordt geplaatst om de aandacht te vestigen op een winkel of onderneming die in dat pand gevestigd is of;

    • -

      Een los element dat op of aan de weg wordt geplaatst om de aandacht te vestigen op particuliere verkoopactiviteiten of;

    • -

      Terrassen, anders dan bedoeld in artikel 2:28 van de Apv, ten behoeve van het kortstondig nuttigen van dranken of etenswaren ten behoeve van niet-horeca inrichtingen.

  • d.

    Verwijsbord: een bord met daarop de naam en het soort onderneming, welke is bedoeld om voorbijgangers te leiden naar een bedrijfspand of werklocatie.

  • e.

    Bouwterrein: een omsloten terrein waarop bouwwerkzaamheden plaatsvinden ter uitvoering van een verleende omgevingsvergunning.

2. UITSTALLINGEN

Artikel 2.1 Uitstallingen binnen de bebouwde kom

Binnen de bebouwde kom zijn uitstallingen als bedoeld in artikel 1.1, onder c, toegestaan indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a.

    De doorstroming van het verkeer wordt niet gehinderd.

  • b.

    Het onderhoud van de weg en de openbare ruimte wordt niet belemmerd. De uitstalling is eenvoudig verplaatsbaar.

  • c.

    Er wordt op voetpaden ten minste 1,20 meter vrije doorgang overgelaten. Voor zover van toepassing mogen uitstallingen ook tussen de pilaren van de galerij / arcade worden geplaatst, mits de vrije doorgang onder de galerij / arcade ten minste 1,20 meter breed is.

  • d.

    Winkels en ondernemingen zonder eigen ingang op de begane grond mogen één stoepbord op de begane grond plaatsen mits het stoepbord niet direct voor de gevel van een ander pand staat.

  • e.

    De uitstalling wordt niet op voor parkeren bestemde weggedeeltes geplaatst. Het gebruik en de bereikbaarheid van parkeervakken en/of fietsenstallingen wordt niet gehinderd door de uitstalling.

  • f.

    De maximale diepte van de uitstalling, gemeten van de pui, is 1,20 meter.

  • g.

    De uitstalling is niet breder dan de breedte van het bedrijfspand, waarbij de uitstalling hoort.

  • h.

    Ramen, voor zover geschikt als vluchtweg, deuren en brandkranen worden vrijgelaten.

  • i.

    Het is niet toegestaan om fysieke veranderingen, bevestigingspunten of vaste elementen in of aan de weg aan te brengen.

  • j.

    Objecten worden niet op of aan openbare voorzieningen geplaatst of bevestigd.

  • k.

    In de uitstalling bevinden zich geen voorwerpen die een gevaar kunnen vormen voor de volksgezondheid of veiligheid.

  • l.

    De uitstalling is netjes en ordelijk.

  • m.

    Er is geen sprake van een welstandsexces zoals bedoeld in de nota ruimtelijke kwaliteit.

  • n.

    De uitstalling dient na sluitingstijd van het bedrijf opgeruimd te worden.

Artikel 2.2 Uitstallingen buiten de bebouwde kom

Buiten de bebouwde kom zijn uitstallingen als bedoeld in artikel 1.1, onder c, toegestaan indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a.

    De doorstroming van het verkeer wordt niet gehinderd.

  • b.

    Het onderhoud van de weg en de openbare ruimte wordt niet belemmerd. De uitstalling is eenvoudig verplaatsbaar.

  • c.

    Ramen, voor zover geschikt als vluchtweg, deuren en brandkranen worden vrijgelaten;

  • d.

    Het is niet toegestaan om fysieke veranderingen, bevestigingspunten of vaste elementen in of aan de weg aan te brengen.

  • e.

    Objecten worden niet op of aan openbare voorzieningen geplaatst of bevestigd.

  • f.

    In de uitstalling bevinden zich geen voorwerpen die een gevaar kunnen vormen voor de volksgezondheid of veiligheid.

  • g.

    De uitstalling is netjes en ordelijk.

  • h.

    Er is geen sprake van een welstandsexces zoals bedoeld in de nota ruimtelijke kwaliteit.

Artikel 2.3 Terrassen

Terrassen als bedoeld in artikel 1.1, onder c, zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    De doorstroming van het verkeer wordt niet gehinderd.

  • b.

    Het onderhoud van de weg en de openbare ruimte wordt niet belemmerd. Tafels en stoelen zijn eenvoudig verplaatsbaar.

  • c.

    Brandkranen zijn vrij toegankelijk voor hulpverleningsdiensten.

  • d.

    Ramen, voor zover geschikt als vluchtweg, en deuren worden vrijgelaten.

  • e.

    De maximale diepte van het terras, gemeten van de pui, is 2,50 meter.

  • f.

    Het terras is niet breder dan de breedte van het bedrijfspand, waarbij het terras hoort.

  • g.

    Er wordt op voetpaden ten minste 1,20 meter vrije doorgang overgelaten.

  • h.

    Er mogen slechts tafels en stoelen gebruikt worden van hoogwaardig brandveilig materiaal, die passen bij het pand waartoe het terras behoort.

  • i.

    Het terras wordt na sluitingstijd van het bedrijf opgeruimd.

3. BOUWOBJECTEN

Artikel 3 Bouwobjecten

Het plaatsen van bouwobjecten als bedoeld in artikel 1.1, onder b, is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    Op eigen terrein is er geen mogelijkheid het bouwobject te plaatsen en daarnaast zijn er geen andere alternatieven voorhanden.

  • b.

    Het bouwobject wordt voor de duur van de werkzaamheden geplaatst met een maximum van 14 aaneengesloten dagen. Dit maximum van 14 aaneengesloten dagen geldt per bouwobject per jaar.

  • c.

    Het bouwobject wordt alleen geplaatst op openbare parkeerplaatsen die minimaal 3,50 meter van de gevel liggen en wordt dusdanig geplaatst dat maximaal twee parkeerplaatsen niet meer voor parkeren gebruikt kunnen worden. Bouwobjecten worden niet op invalideparkeerplaatsen geplaatst. Voor steigers geldt dat deze ook buiten openbare parkeerplaatsen geplaatst mogen zijn. De steiger mag niet worden geplaatst, noch geplaatst zijn:

    • -

      indien de doorstroming van het verkeer in gevaar wordt gebracht of gehinderd. Op de weg is een minimale vrije doorgangsstrook voor hulpvoertuigen van 3,50 meter aanwezig. Op voetpaden wordt een minimale voetgangersdoorloop van 1,20 meter gewaarborgd.

    • -

      in openbaar groen;

    • -

      op een kinderspeelplaats, zandbak of speelweide;

    • -

      ramen, voor zover geschikt als vluchtweg, en deuren worden vrijgelaten.

  • d.

    Het bouwobject is voldoende zichtbaar.

  • e.

    Het is niet toegestaan om fysieke veranderingen, bevestigingspunten of vaste elementen in of aan de weg aan te brengen.

  • f.

    Het bouwobject wordt niet op of aan openbare voorzieningen geplaatst of bevestigd.

  • g.

    Het bouwobject is voorzien van naam en telefoonnummer van de eigenaar of verhuurder.

  • h.

    De onmiddellijke omgeving van het bouwobject is opgeruimd en vrij van afvalstoffen.

  • i.

    Op het materiaal ter afsluiting van het bouwterrein zelf is artikel 7 van toepassing.

4. TIJDELIJKE RECLAMEOBJECTEN

Artikel 4.1 Algemeen

  • 1. Het plaatsen van objecten waar reclame mee gemaakt wordt of een aankondiging mee wordt gedaan is slechts toegestaan indien:

    • a.

      het object wordt gebruikt voor het aankondigen van incidentele evenementen of activiteiten die in Dijk en Waard worden gehouden,

    • b.

      het object wordt gebruikt voor het vestigen van aandacht op ideële doelen, of

    • c.

      de reclame of de aankondiging een duidelijk maatschappelijk belang dient.

  • 2. Voor zover sprake is van de aankondiging van incidentele evenementen of activiteiten die in Dijk en Waard worden gehouden, wordt:

    • a.

      Maximaal eenmaal per evenement of activiteit reclame gemaakt middels één of meerdere reclameobjecten.

    • b.

      Op het reclameobject de naam van de organisator, diens contactgegevens, de naam van het evenement of de activiteit en de datum van het evenement of de activiteit vermeld.

    • c.

      Het reclameobject wordt uiterlijk binnen één dag na afloop van het evenement of de activiteit verwijderd.

  • 3. Voor zover sprake is van het vestigen van aandacht op een ideëel doel of van reclame of een aankondiging welke een duidelijk maatschappelijk belang dient, wordt:

    • a.

      Per campagne maximaal één keer per jaar één of meerdere reclameobjecten geplaatst.

    • b.

      Op het reclameobject de naam en contactgegevens van de organisator vermeld.

    • c.

      Het reclameobject wordt uiterlijk binnen één dag na afloop van de campagne verwijderd.

  • 4. Het reclameobject wordt maximaal 14 aaneengesloten dagen geplaatst.

  • 5. Het reclameobject wordt op de volgende wijze geplaatst en verwijderd:

    • a.

      Het reclameobject wordt niet geplaatst en verwijderd tussen 6:00 en 9:00 en tussen 16:00 en 19:00 uur. Op de Oosttangent van het kombord tot de Zuidtangent wordt het reclameobject alleen geplaatst en verwijderd tussen 10:00 en 12:00 uur.

    • b.

      Het reclameobject wordt geplaatst met beschermende (reflecterende) kleding.

    • c.

      Auto’s worden zoveel mogelijk geparkeerd.

  • 6. Het reclameobject oogt netjes en ordelijk, geeft correcte informatie weer en wordt gedurende de plaatsingsperiode onderhouden.

Artikel 4.2 Sandwich- en driehoeksborden

Het plaatsen van sandwich- en driehoeksborden is, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.1, slechts onder de volgende voorwaarden toegestaan:

  • a.

    De borden hebben een maximale afmeting van 120 centimeter hoogte bij 95 centimeter breedte.

  • b.

    Per reclamecampagne mogen maximaal 20 borden geplaatst worden op de locaties zoals aangegeven in de bij dit beleid horende bijlagen.

  • c.

    Per locatie wordt slechts één tijdelijk reclamebord geplaatst op een hoogte van maximaal 1,50 meter.

Artikel 4.3 Verkiezingscampagnes

  • 1. Voor hun verkiezingscampagnes kunnen aan de verkiezingen deelnemende politieke partijen in de openbare ruimte gebruik maken van sandwich- en driehoeksborden. Dit met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.1 en 4.2.

  • 2. De borden worden in afwijking van artikel 4.1, tweede lid en onder c, geplaatst in de periode vanaf de dag na de kandidaatstelling en worden binnen één dag na afloop van de verkiezingsdag of -dagen verwijderd.

  • 3. In afwijking van artikel 4.2, onder b, worden maximaal 10 borden geplaatst op de locaties zoals aangegeven in de bij dit beleid horende bijlagen. De borden worden niet geplaatst in de nabijheid van stembureaus.

Artikel 4.4 Aankondigingsborden

Het plaatsen van aankondigingsborden is, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.1, slechts onder de volgende voorwaarden toegestaan:

  • a.

    Per evenement of activiteit mogen maximaal vijf borden geplaatst worden op de volgende locaties:

    • -

      Westtangent;

    • -

      ter hoogte van de rotonde Oosttangent, Dijk van Kyoto en Lotte Beesedijk;

    • -

      ter hoogte van de rotonde Oosttangent Krusemanlaan (Stichting Esdégé-Reigersdaal);

    • -

      Middenweg, net over het spoor ingang naar Voetbalvereniging sv-WMC; en

    • -

      Rustenburgerweg.

  • b.

    Per locatie wordt slechts één aankondigingsbord geplaatst in de daartoe aangelegde sleuven en op een hoogte van maximaal 1,50 meter.

Artikel 4.5 Overige reclameobjecten

  • 1. Voor het plaatsen van één andersoortig reclameobject dient ontheffing te worden aangevraagd.

  • 2. Een ontheffing als bedoeld in lid 1, wordt met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.1 slechts onder de volgende voorwaarden verleend:

    • a.

      Het gebruik van tijdelijke reclameborden als bedoeld in artikel 4.2 en 4.4 is ongeschikt om de aandacht te vestigen op of het aankondigen van het evenement.

    • b.

      De doorstroming van het verkeer wordt niet gehinderd.

    • c.

      het object zelf of onderdelen daarvan mogen geen gevaar vormen voor de volksgezondheid of veiligheid.

    • d.

      Indien het object boven de weg wordt gehangen, wordt dit gedaan op een hoogte van minimaal 4,50 meter.

    • e.

      Het object wordt niet geplaatst op het Stadsplein nabij winkelcentrum Middenwaard en ter hoogte van scholen.

    • f.

      In afwijking van artikel 4.1, eerste lid, is het plaatsen van bouwborden alleen toegestaan indien het bouwbord informatie verschaft over het bouwplan en deze informatie een duidelijk maatschappelijk belang dient. In afwijking van artikel 4.1, vierde lid, wordt het bouwbord gedurende de werkzaamheden geplaatst.

    • g.

      Het anders dan door of in opdracht van de gemeente plaatsen van verwijsborden is niet toegestaan.

    • h.

      Het gestelde onder het tweede lid, onder a, is niet van toepassing op spandoeken.

5. VERSIERINGEN

Artikel 5 Versieringen

  • 1. Het plaatsen van versieringen (zoals vlaggetjes en feestverlichting) is toegestaan indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      De versiering houdt verband met speciale gelegenheden of evenementen en activiteiten die in Dijk en Waard plaatsvinden.

    • b.

      De versiering wordt maximaal gedurende 14 dagen of, indien het evenement of de activiteit langer duurt, voor de duur van het evenement of de activiteit geplaatst. De versiering wordt uiterlijk binnen één dag na afloop van de speciale gelegenheid of het evenement verwijderd, waarbij de locatie netjes en schoon wordt achtergelaten.

    • c.

      De versiering of onderdelen daarvan mogen geen gevaar vormen voor de volksgezondheid of veiligheid.

    • d.

      De versiering wordt op zorgvuldige wijze geplaatst en verwijderd. Het is niet toegestaan om fysieke veranderingen, bevestigingspunten of vaste elementen in of aan de weg, bomen en objecten aan te brengen.

    • e.

      De versiering wordt niet strak tussen gemeentelijke objecten (zoals lichtmasten en bomen) opgehangen.

    • f.

      De versiering bevindt zich minimaal 0,50 meter buiten de rijbaankant.

    • g.

      De onderkant van de versiering bevindt zich minimaal 2,20 meter boven het voetpad.

    • h.

      De onderkant van de versiering bevindt zich minimaal 4,50 meter boven de rijbaan.

    • i.

      De versiering wordt minimaal 25 meter uit kruispunten en rotondes geplaatst, gemeten vanaf de voor- of achterkant van het kruispunt of de rotonde en inclusief eventuele voetgangers- en fietsoversteken.

    • j.

      Ter hoogte van de verzamelpunten van de minicontainers worden geen versieringen aangebracht.

    • k.

      De versiering oogt netjes en ordelijk en wordt gedurende de plaatsingsperiode onderhouden.

  • 2. Feestverlichting heeft een veilige spanning zoals gedefinieerd in de NEN1010 en NEN 3140.

6. SPEELTOESTELLEN

Artikel 6.1 Springkussens

Het plaatsen van springkussens is toegestaan indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a.

    Het springkussen heeft een oppervlakte van maximaal 10 m2. Rondom het springkussen is een vrije ruimte aanwezig die qua lengte gelijkstaat aan de lengte van de wanden van het springkussen.

  • b.

    Het springkussen wordt minimaal 5 meter uit de gevel van omliggende panden geplaatst.

  • c.

    Het springkussen wordt niet geplaatst vóór 7.00 uur en is verwijderd vóór 21.00 uur op de dag van plaatsing, waarbij de locatie netjes en schoon wordt achtergelaten.

  • d.

    Het springkussen of onderdelen daarvan vormen geen gevaar voor de volksgezondheid of veiligheid. Het springkussen is gecertificeerd.

  • e.

    Het springkussen wordt op zorgvuldige wijze geplaatst en verwijderd. Het is niet toegestaan om fysieke veranderingen, bevestigingspunten of vaste elementen in of aan de weg, bomen en objecten aan te brengen.

  • f.

    Indien kabels en snoeren over de grond lopen, worden deze kabels en snoeren met daarvoor bestemde plakstrips op een zodanige wijze vastgeplakt dat struikelen dan wel vallen wordt voorkomen.

  • g.

    Het springkussen staat op een zachte ondergrond, zoals gras of rubberen tegels.

  • h.

    Bij een windkracht van 4 Bft of meer wordt het springkussen niet opgeblazen of gebruikt.

  • i.

    De doorstroming van het verkeer wordt niet gehinderd. Op de weg is een minimale vrije doorgangsstrook voor hulpvoertuigen van 3,50 meter aanwezig. Op voetpaden wordt een minimale voetgangersdoorloop van 1,20 meter gewaarborgd.

  • j.

    Als het springkussen in gebruik is, dan is daar een volwassene bij aanwezig die toezicht houdt.

Artikel 6.2 Andere speeltoestellen

Het plaatsen van andere speeltoestellen dan de in artikel 6.1 bedoelde springkussens is niet toegestaan.

7. OVERIGE OBJECTEN

Artikel 7 Overige objecten

  • 1. Het plaatsen van een object is toegestaan indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      De doorstroming van het verkeer wordt niet gehinderd.

    • b.

      Het onderhoud van de weg en de openbare ruimte wordt niet belemmerd. Het object is eenvoudig verplaatsbaar.

    • c.

      Op de weg is een minimale vrije doorgangsstrook voor hulpvoertuigen van 3,50 meter aanwezig. Op voetpaden wordt een minimale voetgangersdoorloop van 1,20 meter gewaarborgd.

    • d.

      Boven de weg geldt een vrije doorrijhoogte van minimaal 4,50 meter.

    • d.

      De maximale diepte, gemeten van de pui, is 1,20 meter.

    • e.

      Ramen, voor zover geschikt als vluchtweg, en deuren worden vrijgelaten.

    • f.

      Het object zelf of onderdelen daarvan mogen geen gevaar vormen voor de volksgezondheid of veiligheid.

    • g.

      Het object is netjes en ordelijk.

    • h.

      Er is geen sprake van een welstandsexces zoals bedoeld in de nota ruimtelijke kwaliteit.

  • 2. Voor gedenkplaatsen met een zeer tijdelijk karakter geldt dat de voorwerpen in een vak van maximaal 1,50 x 1,50 meter liggen, dat de doorstroming van het verkeer niet wordt gehinderd en dat het vak na maximaal 3 maanden, gerekend vanaf het moment van plaatsen, wordt verwijderd;

  • 3. Ontsluitingspaden zijn maximaal 1,20 meter breed, bestaan niet uit gesloten verharding en gaan alleen door bosplantsoen. Ontsluitingspaden sluiten aan op fietspaden, voetpaden of erftoegangswegen.

8. INHERENTE AFWIJKINGSBEVOEGDHEID

Artikel 8 Inherente afwijkingsbevoegdheid

Indien de toepassing van de beleidsregels voor één of meer belanghebbenden gevolgen heeft die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen kan het college van het bepaalde in deze beleidsregels afwijken.

9. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 9.1 Overgangsbepaling

Objecten die al aanwezig zijn bij het van kracht worden van deze beleidsregels en waarvoor een geldige ontheffing of vergunning is verstrekt, worden tot deze ontheffing of vergunning vervalt, doch uiterlijk 1 jaar na vaststelling van deze nota, niet aan deze beleidsregels getoetst indien de in de ontheffing of vergunning opgenomen voorwaarden voor de houder van de ontheffing of vergunning gunstiger zijn dan de in dit beleid genoemde voorwaarden.

Artikel 9.2 Inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking acht dagen na publicatie.

  • 2. Het objectenbeleid gemeente Heerhugowaard wordt per gelijke datum ingetrokken.

Artikel 9.3 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: “Objectenbeleid Dijk en Waard 2022.”

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 december 2022.

Het college van burgemeester en wethouders van Dijk en Waard,

de Secretaris,

A. Doesburg

de Burgemeester,

M. Poorter

Bijlage 1

Stadsdeel

Wijk

Straatnaam

Identificatie

Heerhugowaard

02 Schilderswijk

Krusemanlaan

A827

Heerhugowaard

02 Schilderswijk

Krusemanlaan

A835

Heerhugowaard

02 Schilderswijk

Krusemanlaan

A841

Heerhugowaard

02 Schilderswijk

Krusemanlaan

A847

Heerhugowaard

3 Schilderswijk

Krusemanlaan

??? Tussen Oosttangent en Reigersdaal

Heerhugowaard

06 Bomenwijk

Beukenlaan

C846

Heerhugowaard

06 Bomenwijk

Beukenlaan

C849

Heerhugowaard

09 Stadshart

Middenweg

E116

Heerhugowaard

10 Molenwijk

Amstel

F627

Heerhugowaard

10 Molenwijk

Amstel

F630

Heerhugowaard

11 Rivierenwijk

Geul

F663

Heerhugowaard

11 Rivierenwijk

Geul

F667

Heerhugowaard

11 Rivierenwijk

Haringvliet

F806

Heerhugowaard

11 Rivierenwijk

Haringvliet

F808

Heerhugowaard

08 Edelstenenwijk

Smaragd

G806

Heerhugowaard

08 Edelstenenwijk

Smaragd

G812

Heerhugowaard

08 Edelstenenwijk

Smaragd

G814

Heerhugowaard

08 Edelstenenwijk

Smaragd

G816

Heerhugowaard

08 Edelstenenwijk

Westtangent

G843

Heerhugowaard

08 Edelstenenwijk

Westtangent

G845

Heerhugowaard

08 Edelstenenwijk

Diamant

G864

Heerhugowaard

08 Edelstenenwijk

Westtangent

G878

Heerhugowaard

08 Edelstenenwijk

Westtangent

G880

Heerhugowaard

09 Stadshart

Stationsplein

J719

Heerhugowaard

09 Stadshart

Stationsplein

J733

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

G. Rietveldweg

J758

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

G. Rietveldweg

J759

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

Zeppelinstraat

J945

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

Galileistraat

J958

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

Nijverheidsstraat

JX823

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

Nijverheidsstraat

JX831

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

Marconistraat

JX858

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

Marconistraat

JX867

Heerhugowaard

20 De Noord

Middenweg

K696

Heerhugowaard

30 Buitengebied Noord

Middenweg

K706

Heerhugowaard

06 Bomenwijk

Jan Glijnisweg

L422

Heerhugowaard

06 Bomenwijk

Jan Glijnisweg

L439

Heerhugowaard

06 Bomenwijk

Beukenlaan

L609

Heerhugowaard

06 Bomenwijk

Beukenlaan

L614

Heerhugowaard

40 t Kruis

Rustenburgerweg

L872

Heerhugowaard

13 Butterhuizen

Westtangent

M810

Heerhugowaard

08 Edelstenenwijk

Westtangent

M819

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

Middenweg

N719

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

Middenweg

N724

Heerhugowaard

20 De Noord

Middenweg

N759

Heerhugowaard

14 Oostertocht

Oosttangent

R811

Heerhugowaard

14 Oostertocht

Oosttangent

R813

Heerhugowaard

14 Oostertocht

Oosttangent

R815

Heerhugowaard

14 Oostertocht

Oosttangent

R839

Heerhugowaard

14 Oostertocht

Oosttangent

R843

Heerhugowaard

14 Oostertocht

Oosttangent

R847

Heerhugowaard

16 Huygenhoek

Oosttangent

S804

Heerhugowaard

16 Huygenhoek

Oosttangent

S812

Heerhugowaard

16 Huygenhoek

Oosttangent

S821

Heerhugowaard

16 Huygenhoek

Oosttangent

S823

Heerhugowaard

16 Huygenhoek

Oosttangent

S830

Heerhugowaard

16 Huygenhoek

Oosttangent

S832

Heerhugowaard

16 Huygenhoek

Oosttangent

S836

Heerhugowaard

04 Planetenwijk

Westtangent

D898

Heerhugowaard

04 Planetenwijk

Westtangent

D895

Heerhugowaard

04 Planetenwijk

Westtangent

D881

Heerhugowaard

07 Heemradenwijk

Westtangent

B933

Heerhugowaard

07 Heemradenwijk

Westtangent

B929

Heerhugowaard

07 Heemradenwijk

Westtangent

B924

Heerhugowaard

18 De Draai

Oosttangent

Y953

Heerhugowaard

18 De Draai

Oosttangent

Y950

Heerhugowaard

18 De Draai

Oosttangent

Y935

Heerhugowaard

18 De Draai

Oosttangent

Y931

Heerhugowaard

18 De Draai

Oosttangent

Y959

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

Middenweg

N704

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

Middenweg

N716

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

Middenweg

N729

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

Middenweg

N735

Heerhugowaard

09 Stadshart

Middenweg

E854

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

Middenweg

N743

Heerhugowaard

13 Butterhuizen

Westtangent

M808

Heerhugowaard

18 De Draai

Oosttangent

Y911

Heerhugowaard

18 De Draai

Oosttangent

Y892

Heerhugowaard

18 De Draai

Oosttangent

Y889

Heerhugowaard

11 Rivierenwijk

Amstel

F619

Heerhugowaard

14 Oostertocht

Rustenburgerweg

L834

Heerhugowaard

10 Molenwijk

Zuidtangent

F828

Heerhugowaard

10 Molenwijk

Zuidtangent

F827

Heerhugowaard

40 t Kruis

Rustenburgerweg

L878

Heerhugowaard

17 Stad van de Zon

Middenweg

W913

Heerhugowaard

17 Stad van de Zon

Middenweg

W906

Heerhugowaard

17 Stad van de Zon

Middenweg

W897

Heerhugowaard

30 Buitengebied Noord

Hasselaarsweg

J362

Heerhugowaard

30 Buitengebied Noord

Hasselaarsweg

J377

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

J. Duikerweg

J555

Heerhugowaard

13 Butterhuizen

Reuzenpandasingel

M848

Heerhugowaard

13 Butterhuizen

Reuzenpandasingel

M829

Heerhugowaard

13 Butterhuizen

Reuzenpandasingel

M851

Heerhugowaard

14 Oostertocht

West-Frieslandsingel

R824

Heerhugowaard

14 Oostertocht

West-Frieslandsingel

R831

Heerhugowaard

14 Oostertocht

West-Frieslandsingel

R861

Heerhugowaard

14 Oostertocht

West-Frieslandsingel

R865

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

W.M. Dudokweg

J748

Heerhugowaard

50 Buitengebied Zuid

Rustenburgerweg

L678

Heerhugowaard

14 Oostertocht

Oosttangent

R803

Heerhugowaard

17 Stad van de Zon

Middenweg

W927

Heerhugowaard

13 Butterhuizen

Middenweg

M643

Heerhugowaard

13 Butterhuizen

Middenweg

M649

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

J.J.P. Oudweg

J545

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

J.J.P. Oudweg

J877

Heerhugowaard

12 Bedrijventerrein

J.J.P. Oudweg

J860

Heerhugowaard

11 Rivierenwijk

Amstel

F604

Heerhugowaard

11 Rivierenwijk

Amstel

F606

Heerhugowaard

11 Rivierenwijk

Amstel

F611

Heerhugowaard

40 t Kruis

Rustenburgerweg

L855

Heerhugowaard

10 Molenwijk

Rustenburgerweg

F638

Heerhugowaard

01 Schrijverswijk

Vondellaan

B814

Heerhugowaard

01 Schrijverswijk

Vondellaan

B806

Heerhugowaard

04 Planetenwijk

Icaruslaan

B818

Heerhugowaard

02 Schilderswijk

Krusemanlaan

Y977

Heerhugowaard

30 Buitengebied Noord

Lange Balkweg

J332

Heerhugowaard

30 Buitengebied Noord

Hasselaarsweg

J726

Heerhugowaard

30 Buitengebied Noord

Hasselaarsweg

J346

Heerhugowaard

30 Buitengebied Noord

Hasselaarsweg

J368

Heerhugowaard

14 Oostertocht

Rustenburgerweg

L844

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Westelijke Randweg

LM3315

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Westelijke Randweg

LM3027

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Westelijke Randweg

LM3028

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Westelijke Randweg

LM3031

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Westelijke Randweg

LM6315

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Westelijke Randweg

LM3035

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Westelijke Randweg

LM6307

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Westelijke Randweg

LM6309

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Marktplein

LM5515

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Marktplein

LM5518

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Voorburggracht

LM5566

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Voorburggracht

LM1331

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Voorburggracht

LM3075

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Westelijke Randweg

LM6599

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Nauertogt

LM6593

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Nauertogt

LM6594

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

De Punt

LM5443

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

De Punt

LM5442

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

De Punt

LM6095

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

De Punt

LM6094

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

De Punt

LM6056

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

De Punt

LM6052

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

De Punt

LM6048

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Middelmoot

LM3020

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Middelmoot

LM6302

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Hornweg

LM3010

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Hornweg

LM3015

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Westelijke Randweg

LM5485

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Westelijke Randweg

LM6606

Broek op Langedijk

Broek op Langedijk

Westelijke Randweg

LM6608

Oudkarspel

Oudkarspel

Zaagmolenweg

LM1180

Oudkarspel

Oudkarspel

Zaagmolenweg

LM1179

Oudkarspel

Oudkarspel

Zaagmolenweg

LM4569

Oudkarspel

Oudkarspel

Zaagmolenweg

LM4571

Oudkarspel

Oudkarspel

Zaagmolenweg

LM4561

Oudkarspel

Oudkarspel

Westelijke Randweg

LM5408

Oudkarspel

Oudkarspel

Westelijke Randweg

LM5411

Oudkarspel

Oudkarspel

Oeverzegge

LM1409

Oudkarspel

Oudkarspel

Kasteelstraat

LM1264

Oudkarspel

Oudkarspel

Kasteelstraat

LM1263

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Westelijke Randweg

LM6611

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Westelijke Randweg

LM6633

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Westelijke Randweg

LM6641

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Westelijke Randweg

LM6643

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Westelijke Randweg

LM6646

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Westelijke Randweg

LM6649

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Westelijke Randweg

LM6652

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Westelijke Randweg

LM6687

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Westelijke Randweg

LM7015

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Geestweg

LM0586

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Geestweg

LM1727

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Oostelijke Randweg

LM1828

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Oostelijke Randweg

LM1832

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Oostelijke Randweg

LM1837

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Oostelijke Randweg

LM0096

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Oostelijke Randweg

LM1844

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Langebalkweg

LM1977

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Langebalkweg

LM1965

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Oostelijke Randweg

LM1852

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Oostelijke Randweg

LM1863

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Oostelijke Randweg

LM1875

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Potjesdam

LM1997

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Voorburggracht

LM1706

Zuid-Scharwoude

Zuid-Scharwoude

Voorburggracht

LM1705

Noord-Scharwoude

Noord-Scharwoude

Oostelijke Randweg

LM1882

Noord-Scharwoude

Noord-Scharwoude

Westelijke Randweg

LM7057

Noord-Scharwoude

Noord-Scharwoude

Westelijke Randweg

LM0603

Noord-Scharwoude

Noord-Scharwoude

Loopakker

LM1688

Noord-Scharwoude

Noord-Scharwoude

Loopakker

LM1686

Noord-Scharwoude

Noord-Scharwoude

Loopakker

LM1684

Sint Pancras

Sint Pancras

Westelijke Randweg

LM0076

Sint Pancras

Sint Pancras

Twuyverweg

LM5958

Sint Pancras

Sint Pancras

Twuyverweg

LM5962

Sint Pancras

Sint Pancras

Twuyverweg

LM5966

Sint Pancras

Sint Pancras

Kerkelaan

LM3512

Sint Pancras

Sint Pancras

Kruissloot

LM3462

Sint Pancras

Sint Pancras

De Helling

LM3429

Sint Pancras

Sint Pancras

De Helling

LM3431

Sint Pancras

Sint Pancras

Kruissloot

LM3460

Koedijk

Koedijk

Kanaaldijk

LM0106

Koedijk

Koedijk

Kanaaldijk

LM3268

Koedijk

Koedijk

Kanaaldijk

LM0900

Koedijk

Koedijk

Kanaaldijk

LM0120

Bijlage 2

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3

afbeelding binnen de regeling