Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op de heffing en invordering van leges 2023

Geldend van 24-12-2022 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges 2023

De raad van de gemeente Lopik;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 november 2022;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van leges 2023.

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de n-de dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van n-de dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de n-de dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    Het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • d.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

Artikel 5 Tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt géén kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges voor een in de tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      paragraaf 1.4, artikel 1.17 (papieren verstrekking uit de Basisregistratie Personen);

    • 4.

      paragraaf 1.7, artikel 1.25.a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      paragraaf 1.9, artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

  • een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De ‘Verordening op de heffing en invordering van leges 2022’ van 14 december 2021 wordt ingetrokken met ingang van de artikel 12, derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, derde lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. Het in titel 2, hoofdstuk 1, paragraaf 1 van de Tarieventabel 2023 behorende bij deze verordening genoemde normbladen NEN en UAV worden bekendgemaakt door terinzagelegging in het gemeentehuis, Raadhuisplein 1 te Lopik alsmede ten kantore van de BghU, Stadsplateau 1 te Utrecht.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening op de heffing en invordering van leges 2023”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lopik, gehouden op 20 december 2022.

de griffier,

MW. MR. G.M.G. DOLDERS

de voorzitter,

DR. L.J. DE GRAAF

Bijlage 1 Tarieventabel, behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van leges Lopik 2023

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Paragraaf 1.10 Diversen

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING / OMGEVINGSVERGUNNING

Paragraaf 2.1 Begripsomschrijvingen

Paragraaf 2.2 Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag

Paragraaf 2.3 Omgevingsvergunning

Paragraaf 2.4 Vermindering

Paragraaf 2.5 Teruggaaf

Paragraaf 2.6 Intrekking omgevingsvergunning

Paragraaf 2.7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Paragraaf 2.8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Paragraaf 2.9 Sloopmelding (vervallen)

Paragraaf 2.10 In deze titel niet benoemde beschikking

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING WAAROP DE DIENSTVERLENINGSRICHTLIJN VAN TOEPASSING IS

Paragraaf 3.1 Horeca

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

Paragraaf 3.7 Collectevergunning

Paragraaf 3.8 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap:

 

a.

op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 16.00 uur

€ 362,45

b.

op zaterdag en op tijdstippen buiten de hiervoor onder a. bedoelde uren

€ 824,65

c.

een verkorte ceremonie van maandag tot en met donderdag tussen 9.00 en 16.00 uur en op vrijdag van 9.00 tot en met 12.00 uur

€ 171,35

d.

in afwijking op het gestelde onder a. op maandag en woensdag 09.00 uur

 

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij geen gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte

€ 34,25

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

Vervallen

 

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

Vervallen

 

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een buitengewoon ambtenaar (niet in dienst van de gemeente) van de burgerlijke stand te benoemen

€ 155,90

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Vervallen

 

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen, uitgezonderd bijzondere omstandigheden

€ 103,95

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering

€ 37,25

b.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering

€ 56,70

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

van een nationaal paspoort:

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 77,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 58,85

b.

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 77,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 58,85

c.

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 77,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 58,85

d.

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 58,85

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag

 

a.

van een Nederlandse identiteitskaart:

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 70,35

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 37,95

b.

van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

€ 34,25

Artikel 1.11 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.11 en 1.12 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 53,00

b.

voor het bezorgen van een in de artikelen 1.11 en 1.12 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.11 en 1.12 en onder a genoemde bedragen:

€ 16,70

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 44,65

Artikel 1.13 Modaliteiten

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.14 wordt:

 
 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

1.

Voor de toepassing van artikel 1.17 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.18 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in basisregistratie personen.

 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 15,70

Artikel 1.16 Verstrekkingen van aangehaakte gegevens

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 30,25

b.

In afwijking van de voorgaande onderdelen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17 van het besluit basisregistratie personen per verstrekking

€ 8,55

c.

Voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 21,35

d.

tot het verstrekken van een gewaarmerkt afschrift uit de basisadministratie persoonsgegevens

€ 15,70

Artikel 1.17 Papieren verstrekking

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 7,70

Artikel 1.18 Op verzoek doornemen basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 21,35

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een afschrift van de gemeentebegroting

€ 58,35

b.

een afschrift van de gemeenterekening

€ 45,65

Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op:

 

a.

de stukken behorende bij de raads- en commissievergaderingen

€ 63,25

b.

voor een tussentijds af te sluiten abonnement op raads- en commissiestukken zoveel twaalfden van het jaarabonnementstarief, als er nog volle maanden in het aanvangsjaar zijn.

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.21, onderdeel b:

 

a.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 12,70

b.

per hypothecaire inzage, per geraadpleegd object, inclusief een uitdraai op A4-formaat per kadastrale kaart, per object, uitgedraaid op A4-formaat

€ 12,70

c.

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 13,45

Artikel 1.22 Informatie uit registers

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

 

a.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object

€ 15,70

Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden

Vervallen

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 Gemeentegarantie

Vervallen

 

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

b.

tot het legaliseren van een handtekening

€ 14,10

c.

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlandschap

€ 14,10

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 15,35

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

1.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk

€ 13,10

Het oud-archief van Lopik wordt beheerd door het Regionaal Historisch centrum Rijnstreek en Lopikerwaard, dat een eigen legesverordening heeft.

 

Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden

Vervallen

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

1.

een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 22,95

2.

indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 150,00

3.

het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 
 

a.

inschrijving als woningzoekende

€ 20,00

 

b.

verlenging inschrijving als woningzoekende

€ 7,00

4.

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in Artikel 41 van de Huisvestingswet

€ 200,70

Artikel 1.30 Leegstandswet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 
 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 90,75

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 
 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

 

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, per kansspelautomaat

€ 22,50

 
 

per aanvraag voor twee of meer kansspelautomaten voor een periode van twaalf maanden vermeerderd met

€ 34,00

 

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50

 

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, per kansspelautomaat

€ 90,50

 
 

per aanvraag voor twee of meer kansspelautomaten voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd vermeerderd met

€ 136,00

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 30,70

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

Vervallen

 

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 39,95

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 39,95

c.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 47,40

d.

voor het afgeven van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart

€ 47,40

e.

bij de aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart wordt het tarief, als bedoeld in artikel 1.35.c verhoogd met de kosten van de medische keuring. Mocht achteraf blijken dat geen medische keuring noodzakelijk is, dan wordt het in rekening gebrachte bedrag van de medische keuring gerestitueerd.

 

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 3,45

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 19,05

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 3,50

d.

afschriften, doorslagen, kopieën van stukken, tekeningen en digitale verstrekkingen, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 
 

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 1,00

 

2.

in formaat A3, per bladzijde

€ 1,30

 

3.

in formaat A2 of groter, per bladzijde

€ 7,35

e.

een andere wettelijk regeling zoals bedoeld onder d. is in elk geval het Besluit maximum tarieven open overheid voor wat betreft de Woo.

 

Artikel 1.35 Kinderopvang

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot opname in het Landelijk Register Kinderopvang:

 

a.

bij kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of gastouderbureau

€ 1.898.75

HOOFDSTUK 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

Paragraaf 2.1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

1.

Aanlegkosten; De aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.

2.

Bouwkosten; De aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van de technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.

3.

Sloopkosten; De aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

4.

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

5.

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

6.

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Paragraaf 2.2 Vooroverleg/conceptaanvraag/beoordeling vergunningsvrij bouwen

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

2.2.1

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo dan wel Wro vergunbaar is, dan wel er in principe medewerking aan verleend kan worden.

€ 259,85

2.2.2

Ter beoordeling van een verzoek of het bouwwerk vergunningsvrij is

€ 129,95

Paragraaf 2.3 Omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Voor bouwkosten tot € 200.000,00:

4,60% over de bouwkosten met een minimum van € 300,00

 

2.3.1.2

Voor bouwkosten boven de € 200.000,00:

4,6%% van € 200.000,00 + 1,63% over de bouwkosten boven € 200.000,00

 

2.3.1.3

Beoordelen gegevens na aanvulling aanvraag

€ 83,15

2.3.1.4

Het tarief voor het buiten behandeling stellen aanvraag als gevolg van niet-ontvankelijkheid bedraagt

€ 155,90

 

Verplicht advies agrarische commissie

 

2.3.1.5

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een standaardadvies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld

€ 872,05

 

Overige adviezen agrarische commissie

 

2.3.1.6

Inzake nieuwe vestigingen en/of beoordeling van een bedrijfsplan

€ 1.035,90

2.3.1.7

Waarbij ons wordt verzocht ook uitspraken van een commissie voor bezwaar en beroep en/of gerechtelijke uitspraken te betrekken

€ 1.094,05

2.3.1.8

Nadere adviezen op eerder uitgebrachte adviezen

€ 523,20

2.3.1.9

Second opinion

€ 1.368,85

Op basis van nacalculatie kan elk van bovenstaande bedragen bij facturering worden verhoogd vanwege extra uren in verband met de omvangrijkheid en/of de complexiteit van het dossier. Ons uurtarief bedraagt € 80,00 inclusief 21% BTW. Streven is om na ontvangst van een adviesaanvraag het maximaal benodigde aantal extra uren (indien van toepassing) te bepalen en dit te melden aan de gemeente. .

 

2.3.1.10

Externe adviezen Indien voor de beoordeling van het bepaalde in onderdeel 2.2 en onderdeel 2.5 een beoordeling door een externe deskundige dient plaats te vinden dan wordt het legesbedrag verhoogd met de kosten voor de externe deskundige. Het betreft hier in ieder geval de kosten voor: a. welstand (zie tarievenbijlage welstand bij deze verordening)

 
 

Achteraf ingediende aanvraag

 

2.3.1.11

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 wordt het tarief met 10% verhoogd, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit met een maximum van € 1.000

 

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief

€ 283,30

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12 eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)

€ 363,80

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)

€ 441,75

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)

€ 2.233,60

2.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 831,50

2.3.3.5

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 461,95

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid,

€ 2.695,40

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van de nationale regelgeving)

€ 3.154,20

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)

€ 461,95

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)

€ 415,75

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)

€ 493,70

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)

€ 2.235,65

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 829,95

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)

€ 461,95

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)

€ 2.695,40

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)

€ 3.154,20

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)

€ 461,95

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.5.1

het tarief bedraagt ter zake het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld onder 2.3.5.1 voor het in gebruik hebben of houden van een bouwwerk of een inrichting als bedoeld in het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken en de Brandbeveiligingsverordening:

 

2.3.5.1.1

voor alle objecten een standaard tarief van

€ 118,35

 

Gebouwen met een woonfunctie

 

2.3.5.1.2

tehuizen

€ 1.004,20

2.3.5.1.3

woningen niet-zelfstandigen bewoners

€ 621,50

2.3.5.1.4

woningen niet-zelfredzame bewoners

€ 621,50

2.3.5.1.5

bejaardenoorden

€1.913,20

 

Gebouwen met een logiesfunctie

 

2.3.5.1.6

hotel, met 10 personen of meer

€ 1.750,45

2.3.5.1.7

pension/nachtverblijf

€1.185,90

2.3.5.1.8

dagverblijf

€ 620,50

 

Gebouwen met een onderwijsfunctie

 

2.3.5.1.9

onderwijsinstellingen met leerlingen jonger dan 12 jaar

€ 670,15

2.3.5.1.10

kinderdagverblijf

€ 620,50

2.3.5.1.11

peuterspeelzaal

€ 620,50

 

Gezondheidszorggebouwen

 

2.3.5.1.12

gezondheidsdiensten

€ 670,15

2.3.5.1.13

verpleeghuizen

€ 3.018,85

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens Erfgoedverordening 2012 Gemeente Lopik aangewezen monument, waarvoor op grond van die verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument

 

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht

 

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist.

 

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:

 

2.3.7.1

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1. eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grand van een provinciale verordening en vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo

€ 283,30

2.3.7.2

in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo

€ 283,30

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

 
 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief

€ 259,85

2.3.9

Uitweg/inrit

 
 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief

€ 259,85

2.3.10

Kappen

 
 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de 1e herziening Bomenverordening Lopik 2010 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 259,85

2.3.11

Opslag van roerende zaken

 
 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente Lopik, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

2.3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo

€ 21,15

2.3.12

Natura 2000-activiteiten

 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.

 

2.3.13

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.

 

2.3.14

Andere activiteiten

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuurd aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief

€ 277,95

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief

€ 277,95

2.3.14.3

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief

€277,95

2.3.14.4

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.14.5

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een persoonsgebonden gedoogbeschikking voor het permanent bewonen van een recreatieverblijf

€ 411,15

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: 50% van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: 50% van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 124,70

2.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 291,00

2.3.17

Advies

 

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad, in afwijking van de reguliere afspraken, pas een verklaring van geen bedenkingen kan afgeven na behandeling in de raadscommissie;

€ 367,80

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

 

2.3.19

Buiten behandeling stellen aanvraag

€ 155,90

Paragraaf 2.4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, artikel 2.2.1, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 

2.4.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:

 

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

van de voor die activiteiten verschuldigde leges

10%

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

van de voor die activiteiten verschuldigde leges

20%

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten:

van de voor die activiteiten verschuldigde leges

30%

Paragraaf 2.5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloop-activiteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken na het in behandeling nemen ervan

50%

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na indienen concept

70%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.2.1

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking, waarbij de vergunning is verleend, bij rechterlijke uitspraak.

 

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven.

 

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

 

2.5.6

Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

85%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

2.5.7

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling gelaten

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

85%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

2.5.8

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

2.5.8.1

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

2.5.8.2

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

2.5.8.3

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

2.5.9

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

2.5.9.1

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

2.5.9.2

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

2.5.9.3

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

2.5.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 20,05

Paragraaf 2.6 Intrekken omgevingsvergunning

2.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is.

50%

Paragraaf 2.7 Wijzigen omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project

€ 233,90

Paragraaf 2.8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 5.111,75

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 3.177,40

2.8.3

Indien de procedure zoals genoemd onder artikel 2.8.1 niet afzonderlijk wordt behandeld, maar in gezamenlijk verband in combinatie met andere plannen, dan worden de legeskosten zoals genoemd onder 2.8.1 verminderd met 50%

€ 2.554,80

2.8.4

Indien voor de beoordeling van een haalbaarheidsonderzoek voor een aanvraag zoals bedoeld in artikel 2.2.1 advies nodig is van een externe adviseur, dan wordt het bedrag van artikel 2.2.1 vermeerderd met de kosten van de adviseur. Het bedrag van de advieskosten is voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag medegedeeld aan de aanvrager.

 

2.8.5

Indien de mededeling van de kosten zoals bedoeld in artikel 2.8.4, is gedaan wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de advieskosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht. Tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.9 Sloopmelding

Vervallen

Paragraaf 2.10 In dit hoofdstuk niet benoemde beschikking

Vervallen

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING WAAROP DE DIENSTENRICHTLIJN VAN TOEPASSING IS

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 204,00

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening

€ 153,60

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

€ 537,60

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet

€ 62,10

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet

€ 145,50

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet

€ 148,50

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

€ 97,30

f.

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing voor het aanbrengen van reclames

€ 193,55

g.

een aanvraag tot het verkrijgen van een horeca-exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 204,80

h.

de verhoging indien dit ook geldt voor een terras

€143,35

i.

het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een wijziging van de exploitatievergunning in verband met de exploitatie van (een niet eerder in de exploitatievergunning opgenomen) terras

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

vervallen

 

Artikel 3.4 Wijziging vergunning seksbedrijf

Vervallen

 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

€ 129,00

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing

€ 129,00

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of melding voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

 

a.

een A-evenement; evenement met laag risico

€ 76,80

b.

een B-evenement; evenement met een verhoogd risico

€ 358,40

c.

een C-evenement; risicovol evenement

€ 588,80

d.

een meerjaren vergunning (A/B), verhoging met

€ 128,00

e.

het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van artikel 4:6 van de APV (overige geluidshinder)

€ 97,30

f.

een evenement georganiseerd door een organisatie zonder winstoogmerk

€ 30,00

Artikel 3.7 Organiseren markt

Vervallen

 

Paragraaf 3.5 Marktstandplaatsen

Artikel 3.8 Vergunningen op markt

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een vaste-standplaatsvergunning

€ 260,10

b.

een dagplaatsvergunning die leidt tot vergunningverlening

€ 130,05

c.

een standplaatsvergunning voor één dag

€ 19,05

d.

een standplaatsvergunning voor één week

€ 26,95

e.

een standplaatsvergunning voor één maand

€ 21,55

Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

overschrijving van een vaste-standplaatsvergunning op naam van een ander

€ 130,05

b.

toestemming met vervanging van de vergunninghouder

€ 130,05

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

Vervallen

 

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

Artikel 3.11 Vergunning onttrekken woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014

€ 588,80

Artikel 3.12 Vergunning samenvoegen woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014

€ 588,80

Artikel 3.13 Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014

€ 588,80

Artikel 3.14 Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014

€ 588,80

Artikel 3.15 Splitsingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014

€ 588,80

Zie hoofdstuk 3 van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2019, gemeente Lopik, versie 1 januari 2022.

 

Artikel 3.16 Toeristische verhuur

Vervallen

 

Paragraaf 3.7 Collectevergunning

Artikel 3.17 Collectevergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het houden van een collecte in de gemeente

€ 30,00

Paragraaf 3.8 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.15 Niet benoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 30,00

Behorende bij raadsbesluit van 14 december 2022

De griffier van Lopik,

Mw. mr. G.M.G. Dolders

Bijlage 2

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling