Regeling vervallen per 11-07-2023

Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Winterswijk 2023

Geldend van 01-01-2023 t/m 10-07-2023

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Winterswijk 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk;

gelet op artikel 1.1 van de Verordening Sociaal Domein Winterswijk 2023;

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Winterswijk 2023

Artikel 1. Tarievenpgb, individuele overeenkomsten en tegemoetkoming voor hulp uit het sociaal netwerk, professionele- en niet-professionele ondersteuning

Artikel 1 betreft een nadere uitwerking van artikelen 8.3.2 en 8.3.3 van de Verordening Sociaal domein Winterswijk 2023 en artikel 3.9 van de Beleidsregels Maatschappelijke Ondersteuning, Jeugdhulp en Leerlingenvervoer gemeente Winterswijk 2023.

  • 1.

    Het pgb tarief voor hulp uitgevoerd door iemand uit het sociaal netwerk en/of niet-professionele ondersteuning bedraagt €16,94 per uur 1 .

  • 2.

    Voor begeleiding groep en logeren (kortdurend verblijf), uitgevoerd door een hulp uit het sociaal netwerk en/of niet-professionele ondersteuning, is een tegemoetkoming beschikbaar van € 141,- per kalendermaand, tenzij op basis van het pgb-plan van de cliënt kan worden volstaan met een lagere tegemoetkoming.

  • 3.

    Als hulp wordt gegeven door een professionele hulpverlener die geen contract met de gemeente heeft gesloten over het geven van hulp-op-maat, wordt het pgb berekend op basis van het geldende tariefmodel Sociaal Domein Achterhoek, waarbij de overheadkosten naar beneden zijn bijgesteld naar 15%.

    Het tarief voor Hulp bij Huishouden uitgevoerd door professionele ondersteuning bedraagt € 27,54 per uur.

  • 4.

    Uit het pgb mogen geen kosten voor tussenpersonen en/of belangenbehartigers en/of bemiddelingsbureaus en/of zaakwaarnemers en/of reiskosten en/of reistijd en/of feestdagenuitkering en/of het uitvoeren van de administratie van het pgb gemaakt worden. Ook geldt geen verantwoordingsvrij bedrag.

  • 5.

    De tarieven voor Individuele Overeenkomsten zijn gelijk aan de tarieven voor pgb, tenzij daarmee geen overeenkomst met een passende aanbieder afgesloten kan worden.

Artikel 2. Tarieven PGB voor professionele ondersteuning

Tarieflijsten Wmo en Jeugdhulp 2022 - Sociaal Domein Achterhoek PGB en IO

Geldend van 1-1-2023 tot 1-7-2023

Segment Integrale Ambulante Jeugdhulp (IAJ)

Subsegment

Dienstverlening

code PGB

code IO

Tarief

Eenheid

Behandeling

Behandeling Individueel

45P02

45i02

€ 91,80

uur

Behandeling Groep

41P02

41i02

€ 96,00

dagdeel

Generalistische GGZ

54P01

54i01

€ 94,80

uur

Specialistische GGZ

54P02

54i02

€ 111,00

uur

Ondersteuning

Ondersteuning Individueel

45P01

45i01

€ 58,20

uur

Ondersteuning Groep

41P01

41i01

€ 40,00

dagdeel

Logeren

44P01

44i01

€ 150,00

etmaal

Persoonlijke Verzorging

Persoonlijke verzorging

40P01

40i01

€ 48,00

uur

Vervoer

Vervoer jeugd

42P01

42i01

€ 19,90

etmaal

Segment Gezins- en woonvormen (GWV)

Subsegment

Dienstverlening

code

code

Tarief

Eenheid

Pleegzorg

Pleegzorg

43P01

43i01

€ 44,95

etmaal

Deeltijdpleegzorg

 

 

€ 44,95

etmaal

Gezinshuiszorg

Gezinshuiszorg

43P02

43i02

€ 175,00

etmaal

Verblijf Groep

Verblijf Groep

43P04

43i04

€ 220,00

etmaal

Wonen gericht op zelfstandigheid

Wonen gericht op zelfstandigheid

43P03

43i03

€ 110,00

etmaal

Segment Wmo Integrale Ondersteuning (Wmo IO)

Subsegment

Dienstverlening

code

code

Tarief

Eenheid

Ondersteuning

Individuele ondersteuning

02P03

02i01

€ 54,00

uur

Groepsondersteuning

07P01

07i01

€ 36,00

dagdeel

Persoonlijke Verzorging

Persoonlijke verzorging

03P01

03i01

€ 45,00

uur

Vervoer

Vervoer Wmo

08P01

08i01

€ 19,90

etmaal

Segment Wmo Wonen2

Subsegment

Dienstverlening

code

code

Tarief

Eenheid

Beschermd Wonen

Beschermd Wonen inclusief

15P04

15i04

€ 135,00

etmaal

Beschermd Wonen exclusief

15P06

15i06

€ 95,00

etmaal

Beschut Wonen

Beschut wonen inclusief

15P02

15i02

€ 110,00

etmaal

Beschut wonen exclusief

15P03

15i03

€ 70,00

etmaal

Beschermd Thuis

Beschermd Thuis

15P01

15i01

€ 56,00

etmaal

Segment Wmo Logeren

Subsegment

Dienstverlening

code

code

Tarief

Eenheid

Logeren

Logeren (excl. Daginvulling )

04P01

04i01

€ 90,00

etmaal

Logeren (incl. Daginvulling )

04P03

04i03

€ 150,00

etmaal

Artikel 2a. Afbouwregeling van rechtswege afgelopen indicatie

  • 1. Om bestaande pgb’s op een verantwoorde en acceptabele wijze aan te passen is een overgangsregeling nodig. Deze overgangsregeling voorziet in het afbouwen van de toegekende budgetten. Het verschil tussen het huidige toegekende budget en het nieuw vastgestelde budget is het afbouwbedrag.

  • 2. De afbouwperiode start op het moment dat de indicatie van de inwoner van rechtswege afloopt. De afbouwperiode duurt 3, 6 of 12 maanden:

    • a.

      Tot aan een totaal afbouwbedrag van € 250,- per maand of € 3.000 per jaar geldt een afbouwperiode van 3 maanden. De afbouw vindt plaats per maand in gelijke delen.

    • b.

      Vanaf een totaal afbouwbedrag van € 250,- tot € 833 per maand en vanaf een totaal afbouwbedrag van € 3.000,- tot € 10.000,- per jaar geldt een afbouwperiode van een half jaar. De afbouw vindt plaats per maand in gelijke delen.

    • c.

      Vanaf een totaal afbouwbedrag van € 833,- per maand of € 10.000,- per jaar geldt een afbouwperiode van een jaar. De afbouw vindt plaats per maand in gelijke delen.

      Voorbeeld:

      PGB-budget was € 200 per maand en wordt € 125 per maand, dan ziet de afbouw er als volgt uit:

      Maand 1 : € 175 pgb

      Maand 2 : € 150 pgb

      Vanaf maand 3 : € 125 pgb

Artikel 2b. Handelingswijze bij veranderende zorgvraag

Indien de zorgvraag van de client verandert en er extra hulp nodig is, blijft het budget voor de huidige hulp staan tot aan het einde van die indicatie. Voor de extra uren/dagdelen/etmalen wordt het nieuwe tarief gehanteerd.

Artikel 3a. Woonvoorzieningen

  • 3. Terugbetaling van de kosten van de woonvoorziening op grond van de Beleidsregels Maatschappelijke Ondersteuning, Jeugdhulp en Leerlingenvervoer gemeente Winterswijk 2023 is alleen vereist voor woonvoorzieningen met een waarde van méér dan € 2.500,- .

  • 4. Het in het afwegingskader maatschappelijke voorzieningen gemeente Winterswijk (bijlage 1 in de Beleidsregels Maatschappelijke Ondersteuning, Jeugdhulp en Leerlingenvervoer gemeente Winterswijk 2023 ) genoemde afschrijvingsschema in bijlage 1.5 “Wonen in een geschikt huis” luidt als volgt:

    • o

      in het eerste jaar: 100% van de investering is verschuldigd;

    • o

      in het tweede jaar: 90% van de investering is verschuldigd;

    • o

      in het derde jaar: 80% van de investering is verschuldigd;

    • o

      in het vierde jaar: 70% van de investering is verschuldigd;

    • o

      in het vijfde jaar: 60% van de investering is verschuldigd;

    • o

      in het zesde jaar: 50% van de investering is verschuldigd;

    • o

      in het zevende jaar: 40% van de investering is verschuldigd.

    In alle gevallen minus het percentage die voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen en de eigen bijdrage.

  • 5. De tegemoetkoming voor de verhuis- en (her)inrichtingskostenvergoeding bedraagt maximaal € 2.528,-.

  • 4. De tegemoetkoming voor tijdelijke huisvesting zelfstandige woonruimte bedraagt maximaal € 2500,-.

  • 5. De tegemoetkoming voor tijdelijke huisvesting niet zelfstandige woonruimte bedraagt maximaal €1260,-.3

Artikel 3b. Verwerving grond

Het aantal m2 wat maximaal voor een tegemoetkoming in aanmerking komt is per vertrek in een zelfstandige woning als volgt:

Soort vertrek:

Bij aanbouw m2:

Bij uitbreiding m2:

Woonkamer

30

6

Keuken

10

4

1-persoonsslaapkamer

10

4

2-persoonsslaapkamer

18

4

Toiletruimte

2

1

Badkamer

 

 

  • -

    Wastafelruimte

2

1

  • -

    Doucheruimte

3

2

Entree/hal/gang

5

2

Berging

6

4

Artikel 3c. Kosten van woningaanpassing

De volgende kosten in het kader van een woningaanpassing kunnen in aanmerking worden genomen bij de vaststelling van het pgb of de financiële tegemoetkoming:

  • 1.

    De aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de voorziening;

  • 2.

    De risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de Risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991;

  • 3.

    Het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in SR 1988 van de BNA. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld worden deze kosten subsidiabel geacht. Het betreft dan veelal de ingrijpender woningaanpassingen.

  • 4.

    De kosten voor het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is, tot een maximum van 2% van de aanneemsom;

  • 5.

    De leges voor zover deze betrekking hebben op het treffen van de voorziening;

  • 6.

    De verschuldigde en niet verrekenbare of terugvorderbare omzetbelasting;

  • 7.

    Renteverlies, in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen;

  • 8.

    De prijs van bouwrijpe grond, indien noodzakelijk als niet binnen het oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden, volgens bijgaande tabel.

  • 9.

    De door burgemeester en wethouders (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn;

  • 10.

    De kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing;

  • 11.

    De kosten van aansluiting op een openbare nutsvoorziening;

  • Indien de gemeente ook de administratiekosten van de verhuurder wil vergoeden kan het volgende opgenomen worden:

  • 12.

    De administratiekosten die verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een voorziening voor de gehandicapte, voor zover de kosten onder 1 tot en met 11 meer dan € 1000,- bedragen, 10% van die kosten, met een maximum van € 350,-.

Artikel 4. Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel / verplaatsen in en rond de woning

  • 1. Het pgb voor een vervoersvoorziening bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate voorziening in natura.

  • 2. De hoogte van een pgb voor:

    een zaak wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de voorziening die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de voorziening in natura zou zijn verstrekt. Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering;

  • 3. Het pgb wordt verstrekt voor de levensduur zoals is opgenomen in het raamcontract met de aanbieder van hulpmiddelen. Uitzondering hierop is een wijziging in de medische situatie van een cliënt, waardoor de aangeschafte voorziening niet meer adequaat is.

  • 4. Jaarlijks wordt er een bedrag verstrekt voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie van het voorafgaande jaar. Verstrekking van dit bedrag gaat in, 1 jaar na aanschaf van de voorziening.

Artikel 5a. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s

  • a.

    Bij het verstrekken van individuele voorzieningen op grond van de Wmo is de aanvrager een eigen bijdrage of eigen aandeel verschuldigd.

  • b.

    Voor een (sport) rolstoel wordt geen eigen bijdrage gevraagd.

  • c.

    Er wordt geen eigen bijdrage/eigen aandeel gevraagd van ouders van een aanvrager die jonger is dan 18 jaar. Uitzondering hierop is de bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige. Deze is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is afgewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.

  • d.

    Voor de vervoersvoorziening collectief taxivervoer (ZOOV op Maat) is een eigen bijdrage verschuldigd van € 60,- per jaar. De eigen bijdrage is verschuldigd als de vervoersvoorziening collectief taxivervoer wordt verstrekt voor langer dan één jaar. Op verzoek wordt (een deel van) de eigen bijdrage over het resterende deel van het jaar terugbetaald als de vervoersvoorziening eerder wordt beëindigd.

  • e.

    De bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 dan wel het totaal van de bijdragen, is gelijk aan de kostprijs, tot aan ten hoogste € 19,00 per maand voor de cliënt of de gehuwde cliënten tezamen, tenzij overeenkomstig artikel 2.1.4, derde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 of het volgende lid geen of een lagere bijdrage is verschuldigd.

  • f.

    Indien er een eigen bijdrage wordt gevraagd, mag deze de kostprijs van een voorziening niet te boven gaan. Dit geldt ook voor voorzieningen die in bruikleen zijn verstrekt. De gemeente bepaalt de kostprijs en geeft deze door aan het CAK. Bij voorzieningen in bruikleen worden ook de onderhoudskosten meegenomen. De eigen bijdrage geldt ook voor financiële tegemoetkomingen.

  • g.

    Gaat het om een voorziening in natura of een pgb die “niet in eigendom wordt verstrekt”, dan vraagt de gemeente de eigen bijdrage zo lang als de voorziening wordt verstrekt. Voorbeelden zijn hulp bij huishouden (dienstverlening) of scootmobiel (bruikleen).

Artikel 5b. Vaststelling en inning eigen bijdrage of eigen aandeel

De eigen bijdrage en het eigen aandeel worden berekend en geïnd door het Centraal Administratie Kantoor (CAK).

De eigen bijdrage voor de vervoersvoorziening collectief taxivervoer wordt geïnd door de gemeente.

Het opstaptarief en het kilometertarief voor het collectief taxivervoer wordt in rekening gebracht door de vervoerder.

Artikel 5c. Eigen bijdrage/eigen aandeel maatwerkvoorziening

  • a.

    Indien een voorziening bestaat uit een roerende zaak die in eigendom wordt verstrekt of uit een bouwkundige of woon technische aanpassing van een woning die eigendom is van de aanvrager, wordt een eigen bijdrage in rekening gebracht dan wel bij de vaststelling van de hoogte van een financiële tegemoetkoming gedurende die periode .

  • b.

    Indien een voorziening niet in eigendom wordt verstrekt, wordt een eigen bijdrage opgelegd gedurende de periode waarvoor de voorziening wordt verstrekt.

  • c.

    Indien het hulp bij huishouden betreft, wordt een eigen bijdrage opgelegd zolang de dienst geleverd wordt.

  • d.

    De eigen bijdrage mag niet hoger zijn dan de kostprijs van een voorziening. Hierbij worden ook de kosten voor onderhoud meegenomen.

Artikel 6. Bijdrage voor algemene voorzieningen

  • a.

    Voor een algemene voorziening kan een cliënt een bijdrage in de kosten verschuldigd zijn aan de organisatie die zorg draagt voor uitvoering van de algemene voorziening.

  • b.

    De organisatie die zorg draagt voor de algemene voorziening stelt de hoogte van de bijdrage vast en int deze.

Artikel 7. Kwaliteitseisen

De kwaliteitseisen die gesteld worden aan aanbieders zijn verder uitgewerkt in het Kwaliteitskader

Sociaal Domein Achterhoek en de bijbehorende ‘Beleidsregel handhaving en naleving kwaliteit Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en Jeugdwet’ en de selectieleidraden ‘Procedure voor sociale en andere specifieke diensten volgens de niet-openbare procedure’ voor Wmo- en jeugdhulp’.

Artikel 8. Meldingsregeling calamiteiten en geweld

Het college wijst op grond van artikel 11.3, derde lid, van de Verordening sociaal domein Winterswijk 2023 de ambtenaar openbare orde en veiligheid aan voor het melden van calamiteiten en geweldsincidenten.

Artikel 9. Betrekken van inwoners bij het beleid

In het huishoudelijke reglement en het reglement openbaar vergaderen Wmo-raad 2010 zijn nadere regels gesteld met betrekking tot de medezeggenschap van inwoners.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.

  • 2. Met ingang van die datum wordt het Gewijzigde Besluit Maatschappelijke Ondersteuning en Jeugdhulp gemeente Winterswijk 2022 ingetrokken.

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Winterswijk 2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld te Winterswijk op 13 december 2022,

burgemeester en wethouders

S. Weir,

Gemeentesecretaris

B.J.J. Bengevoord,

Burgemeester


Noot
1

Op basis van het document Advies PGB-tarieven per 1 juli 2022 incl Individuele Overeenkomsten

Noot
2

Indicaties hiervoor worden niet gestapeld met ondersteuning, het tarief is inclusief ondersteuning.

Noot
3

Lid 3,4 en 5 Er is geen directe relatie tussen de hoogte van de tegemoetkoming meerkosten en de kosten waarop de tegemoetkoming betrekking heeft.