Nadere regels subsidie kunst en cultuur gemeente Middelburg 2023 - 2026

Geldend van 04-07-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2023

Intitulé

Nadere regels subsidie kunst en cultuur gemeente Middelburg 2023 - 2026

Burgemeester en Wethouders van Middelburg;

overwegende dat:

- de Cultuurvisie ‘Op kunst en cultuur kun je bouwen’ op 18 december 2017 door de gemeenteraad is vastgesteld;

- de gemeenteraad op 11 maart 2021 en 30 september 2021 de subsidiebeleidskaders en addendum heeft vastgesteld;

- de gemeenteraad tevens op 30 september 2021 de Algemene subsidieverordening 2022 heeft vastgesteld. Deze verordening is op 29 januari 2022 in werking getreden;

- het gewenst is een diversiteit aan culturele projecten te stimuleren die bijdragen aan de intrinsieke waarde van kunst en cultuur voor de gemeente Middelburg en haar inwoners en de Middelburgse culturele sector;

- het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan een continu en rijkgeschakeerd kunst- en cultuuraanbod dat de gemeente Middelburg een bruisende, leefbare en aantrekkelijke stad maakt voor (nieuwe) inwoners, bezoekers, bedrijven en organisaties;

- in afwijking van de Algemene subsidieverordening 2022 nadere regels nodig zijn om subsidie binnen het beleidsterrein kunst en cultuur te verstrekken.

gelet op titel 4.2 en 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 5 van de Algemene subsidieverordening gemeente Middelburg 2022 en de Cultuurvisie ‘Op kunst en cultuur kun je bouwen’, vastgesteld door de gemeenteraad op 18 december 2017;

Besluit

vast te stellen de volgende regeling:

Nadere regels subsidie kunst en cultuur gemeente Middelburg 2023 - 2026

Hoofdstuk 1: Algemene subsidiebepalingen

Artikel 1: Begripsbepalingen

a. ASV: Algemene subsidieverordening Middelburg 2022.

b. Awb: Algemene wet bestuursrecht.

c. Beschikking: een besluit als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van de afwijzing van de aanvraag daarvan;

d. Broedplaats: een verzameling van culturele werk- en oefenplaatsen, ook gericht op onderlinge samenwerking en kruisbestuiving, die leidt tot een nieuwe gezamenlijke programmering met presentatie- en publieksactiviteiten.

e. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg;

f. Cultuurvisie: Cultuurvisie Op kunst en cultuur kun je bouwen, vastgesteld oor de gemeenteraad op 18 december 2017.

g. Cultureel evenement: een publiek toegankelijke, speciaal georganiseerde gebeurtenis met een primair culturele en/of cultuurhistorische doelstelling, gericht op vermaakt, van tijdelijke aard, die van lokale, regionale of nationale betekenis is.

h. Inclusie: een visie op participatie die uitgaat van gelijke mogelijkheden en kansen voor elk individu, ongeacht beperkingen, leeftijd, gender, sociaal-culturele achtergrond en etniciteit, met volledige acceptatie en waardering van de samenleving.

i. Innovatieproject: project met als basis artistiek-inhoudelijke vernieuwing, nieuw aanbod van nieuwe initiatieven, nieuwe manieren om nieuwe publieksgroepen aan te trekken en vast te houden, nieuwe vormen van programmeren en produceren, digitalisering, samenwerken en inspireren.

j. Pluriformiteit: compleet en evenwichtig over kunstdisciplines verdeeld cultureel aanbod in de gemeente.

k. Presentatie-instelling: tentoonstellingsruimte die hedendaagse kunstenaars de kans geeft werk te presenteren en nieuw werk te maken.

l. Preventie: het geheel van doelbewuste initiatieven die anticiperen op risicofactoren (= handelen voordat het probleem ontstaat) en ageren wanneer eerste signalen zich ontwikkelen en de problematiek aan het ontstaan is en daardoor voorkomen dat de problematiek verergert.

m. Project: op zichzelf staande artistiek-inhoudelijke activiteit op het gebied van cultuur, uitgevoerd door één of meer kunstenaars.

n. Raad: de gemeenteraad van de gemeente Middelburg.

o. Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift.

p. Tendersysteem: een verdelingswijze van een subsidieplafond waarbij de aanvragen voor een bepaalde datum moeten zijn ingediend, waarna op grond van kwalitatieve criteria een rangorde kan worden bepaald.

Artikel 2: Doel en resultaat van de regels

1. Kunst en cultuur geven in brede zin vorm aan de toekomst, het heden en aan ons gezamenlijk verleden. Ze verlenen identiteit en geven herkenning. Kunst en cultuur hebben een intrinsieke waarde. Zij verwoorden en verbeelden onze waarden. Dit alles maakt kunst en cultuur tot een onmisbaar fundament van onze samenleving.

2. De gemeente Middelburg ondersteunt het culturele leven in de gemeente. De cultuurvisie vormt hierbij het inhoudelijke beleidskader. Het college kan op aanvraag een subsidie verstrekken voor activiteiten die een bijdrage leveren aan de ambities en doelstellingen die in deze cultuurvisie zijn verwoord. Uit te voeren activiteiten zijn gericht op:

a. Samenwerking tussen de culturele sector en andere domeinen: inzet van cultuur bij preventie in samenwerking met zorg en welzijn; samenwerking met economie; cultuureducatie samenwerking met onderwijs en/of overige domeinen.

b. Het creëren van een diverse en inclusieve samenleving, zodat iedere Middelburger kunst kan beleven en beoefenen;

c. Het bieden van ruimte aan werk- en broedplaatsen waar creatieve geesten kunnen experimenteren en hun talenten kunnen ontwikkelen;

d. Een structurele samenwerking binnen de sector, via het delen van kennis, kunde en capaciteit.

3. Resultaat: subsidie wordt verstrekt om bij te dragen aan een aantrekkelijk woon-, werk- en leefklimaat in de gemeente Middelburg. Middelburg kent een continu en pluriform kunst- en cultuuraanbod; jaarronde programmering in alle disciplines en op allerlei niveaus. Culturele activiteiten in de gemeente worden hoog gewaardeerd door de inwoners en de talrijke bezoekers uit de regio en van buiten. De kunst- en cultuurprogrammering is hoorbaar, zichtbaar en voelbaar versterkend voor de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de gemeente in haar geheel.

Artikel 3: Reikwijdte

1. Er kan een eenmalige subsidie of een jaarlijkse subsidie zoals beschreven in artikel 6 van de ASV worden aangevraagd.

2. De bepalingen in de ASV zijn leidend. Deze regeling geeft aanvullende of afwijkende bepalingen.

Artikel 4: Omschrijving van de activiteiten

1. Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt aan organisaties die culturele activiteiten organiseren die bijdragen aan de doelen zoals omschreven in artikel 2.

2. Aanvragen dienen betrekking te hebben op het uitvoeren van professionele activiteiten in het kader van de volgende categorieën:

a. Cultuurhistorisch museum

b. Presentatie-instelling voor hedendaagse beeldende kunst

c. Schouwburg

d. Poppodium

e. Concertzaal

f. Filmtheater

g. Theater- en dansproductie

h. Muziekensemble, koor, orkest

i. Letteren

j. Cultuurhistorische publicatie

k. Lokale omroep

l. Bibliotheekwerk

m. Instelling met een bemiddelfunctie tussen onderwijs en culturele instellingen

n. Culturele evenementen

3. Het college kan een aanvraag die niet valt onder één van de categorieën genoemd in lid 2 in behandeling nemen als met de aanvraag wordt voldaan aan het doel en resultaat zoals genoemd in artikel 2 van deze regeling.

4. Aanvragen kunnen tevens betrekking hebben op het activiteiten van verenigingen voor amateurkunst, op het gebied van bijvoorbeeld toneel, dans, muziektheater, zang, muziekverenigingen en overige activiteiten amateurkunst.

Artikel 5: Social return on investment

1. Artikel 21 van de ASV is van overeenkomstige toepassing. De inzet geschiedt op de volgende wijze:

De subsidieontvanger biedt personen die behoren tot de doelgroep een dienstverband, stageplaats of werkervaringsplaats aan. Indien hij dit wenst, kan de subsidieontvanger Orionis Walcheren betrekken bij de selectie en aanlevering van deze personen. De begeleiding van deze personen is de verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger.

2. In het geval dat de inzet van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt door de subsidieontvanger naar het oordeel van het college aantoonbaar niet mogelijk is, kan het college na overleg met de subsidieontvanger een andere invulling van Social Return opleggen. Onder creatieve invulling wordt verstaan het uitvoeren en/of mogelijk maken van activiteiten die ten goede komen aan de ontwikkeling, participatie en re-integratie van de doelgroep Social Return.

Artikel 6: Subsidiabele kosten

1. Subsidiabele kosten zijn kosten die redelijk en noodzakelijk zijn en direct gerelateerd zijn aan de betreffende subsidiabele culturele activiteiten of het project dat in de aanvraag is beschreven.

2. Subsidie wordt alleen verstrekt voor btw als deze niet verrekend kan worden met de Belastingdienst of niet gecompenseerd kan worden bij het btw-compensatiefonds.

Artikel 7: Niet voor subsidie in aanmerking komende kosten

1. Activiteiten komen niet voor subsidie in aanmerking wanneer deze activiteiten onderdeel zijn van een opleiding aan een (kunstvak-)school. Deze activiteiten worden beschouwd al door de overheid te zijn gefinancierd vanuit onderwijsbudgetten. Een activiteit is onderdeel van een opleiding als met de uitvoering van (een deel van) de activiteit studiepunten worden verkregen. Wel voor subsidie in aanmerking komen activiteiten die als spin-off aantoonbaar geen onderdeel meer uitmaken van de originele opleidingsactiviteit.

2. Kunst- en cultuuractiviteiten waar het doel van is om geld in te zamelen voor een goed doel komen niet in aanmerking voor een subsidie.

3. Kosten voor consumpties, catering, representatiekosten en -vergoedingen en uitstapjes worden niet gesubsidieerd.

4. Kosten die gemaakt zijn vóór de aanvraag waarvoor de subsidie wordt verleend of buiten het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt verleend, komen niet in aanmerking voor subsidie.

5. Kosten die gemaakt worden ten behoeve van commerciële activiteiten los van de culturele activiteit komen niet in aanmerking voor subsidie.

6. Publicatie van boeken, geluidsdragers en films komen alleen in aanmerking voor subsidie van het Cultuur Historisch Fonds.

Artikel 8: Samenloop subsidie

In afwijking van artikel 7 lid 3 van de ASV kan subsidie bij het college aangevraagd worden als voor dezelfde activiteiten subsidie bij een ander bestuursorgaan aangevraagd kan worden.

Artikel 9: Subsidieplafond

De subsidieplafonds van het programma kunst en cultuur worden jaarlijks vastgesteld door het college. Het college stelt een plafond vast voor eenmalige subsidies en een plafond voor jaarlijkse subsidies.

Artikel 10: Begrotingsvoorbehoud

Subsidies worden verstrekt onder voorbehoud van het beschikbaar stellen van middelen door de raad.

Hoofdstuk 2: eenmalige (incidentele) subsidie

Artikel 11: Aanvraag

1. Een aanvraag voor een eenmalige subsidie kan ingediend worden door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, maar ook door natuurlijke personen en rechtspersonen zonder volledige rechtsbevoegdheid zoals een eenmanszaak (zzp.

2. Aanvragers dienen:

a. In de gemeente Middelburg actief te zijn op het gebied van kunst en cultuur;

b. Statutair een doelstelling te hebben op het gebied van kunst en cultuur.

3. Een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend voor een innovatieproject of voor een bijdrage aan een haalbaarheidsonderzoek naar een innovatieproject zoals bedoeld in artikel 12 lid 3.

4. Een subsidie kan ten hoogste gedaan worden voor één haalbaarheidsonderzoek en één maal uitvoering van het daaropvolgende innovatieproject. Een nieuwe aanvraag voor dezelfde activiteit, project of experiment wordt afgewezen.

5. De subsidie bedraagt per innovatieproject eenmalig maximaal € 10.000,- .

6. De subsidie bedraagt per haalbaarheidsonderzoek eenmalig maximaal € 5.000,-.

Artikel 12: Activiteiten

1. Een aanvraag kan gedaan worden voor innovatieprojecten: nieuwe, experimentele initiatieven die bijdragen aan de uitvoering van de cultuurvisie, voorbeeld stellend en navolgbaar zijn door anderen. Te subsidiëren activiteiten zijn gericht op:

a. Een wisselwerking met andere domeinen (zorg en welzijn, economie en onderwijs en/of overige domeinen);

b. Een bijdrage leveren aan diversiteit en inclusie in de gemeente;

c. Een bijdrage leveren aan cultuureducatie en (talent-) ontwikkeling;

d. Samenwerking en kennisdeling met, onder andere, andere instellingen, ondernemers, kunstenaars en vrijwilligers met als doel vernieuwing en ontwikkeling;

2. Nieuwe, experimentele initiatieven bevatten aantoonbare vernieuwing op één of meer van de volgende elementen: artistiek-inhoudelijke vernieuwing, nieuw aanbod van nieuwe initiatieven, nieuwe manieren om nieuwe publieksgroepen aan te trekken, nieuwe vormen van programmeren en produceren, digitaliseren, samenwerken en inspireren. Bij organisaties met een bestaande subsidierelatie met de gemeente Middelburg, dient de vernieuwing tevens aantoonbaar te zijn ten opzichte van de reguliere activiteiten van de organisatie.

3. Een bijdrage kan ook worden ingezet om een haalbaarheidsonderzoek te doen naar een project dat past binnen doelstellingen overeenkomstig artikel 12 lid 1.

Artikel 13: Aanvraagtermijn

Aanvragen voor eenmalige subsidies dienen uiterlijk 8 weken en niet langer dan zes maanden voordat de aanvrager voornemens is om te beginnen met de activiteiten ingediend te worden.

Artikel 14: Activiteitenplan

  • 1.

    Een subsidieaanvraag wordt overeenkomstig artikel 10 van de Asv ingediend. Voor wat betreft het activiteitenplan wordt naast de vereisten overeenkomstig artikel 10 lid 2 sub b opgenomen:

a. Welke activiteiten worden uitgevoerd;

b. Hoe deze activiteiten bijdragen aan de doelen genoemd in artikel 2 van deze regeling.

c. Motivatie van op welke wijze het project zich onderscheidt van bestaande culturele initiatieven.

2. Bij een subsidieaanvraag die betrekking heeft op een haalbaarheidsonderzoek bevat het activiteitenplan tevens:

a. Een onderbouwing van de wijze waarop het onderzoek onpartijdig en objectief wordt uitgevoerd. Met onpartijdig en objectief wordt bedoeld dat de onderzoekers geen persoonlijke belangen hebben bij de uitkomst van het onderzoek en dat ze zich baseren op feitelijke gegevens en betrouwbare bronnen. Het is van belang dat de onderzoekers een gedegen methodologie hanteren en transparant zijn over hun aanpak.;

b. Verschillende scenario’s en de wijze waarop deze kostendekkend gefinancierd kunnen worden. De scenario’s dienen inzicht te geven in alternatieve locaties, financieringsmodellen, samenwerkingsverbanden en programmatische keuzes, inclusief financiële vertaling. Het doel is om inzicht te krijgen in de levensvatbaarheid en de verschillende mogelijkheden die de culturele organisatie kan verkennen.;

c. Een plan om bezoekers en/of deelnemers en inkomsten te genereren. Dit kan onder meer betrekking hebben op marketing- en communicatiestrategieën, samenwerkingen met andere organisaties, programmering, prijsstelling en diversificatie van inkomstenstromen. Het onderzoek dient concrete aanbevelingen te bevatten om het publieksbereik en de financiële duurzaamheid van de culturele organisatie te vergroten.

  • 3.

    De vorm van een haalbaarheidsonderzoek is mede afhankelijk van het onderwerp. Het college kan van de kwaliteitseisen zoals genoemd in lid 2 op verzoek van de subsidieaanvrager gemotiveerd afwijken.

Artikel 15: Verdeling subsidieplafond

1. Verstrekking van aanvragen voor eenmalige subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. Overschrijding van een subsidieplafond levert een verplichte weigeringsgrond op.

2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

Artikel 16: Verplichting

De aanvrager is verplicht na het einde van het innovatieproject een beknopte inhoudelijke reflectie aan het college te verstrekken over de uitvoering en het effect van het project.

Artikel 17: Weigeringsgronden

De subsidie kan, behoudens de weigeringsgronden genoemd in artikel 4:25, tweede lid, artikel 4:35 Awb, en artikel 13 van de ASV worden geweigerd als:

a. in de beoogde functie, het beoogde doel of in de voorgenomen activiteit al in voldoende mate op andere wijze is voorzien.

b. de aanvraag buiten de gestelde termijn van artikel 13 is ingediend.

c. sprake is van reguliere activiteiten en structurele organisatiekosten.

d. sprake is van activiteiten die al subsidie van de gemeente Middelburg ontvangen.

e. sprake is van fondsenwerving t.b.v. derden.

f. sprake is van activiteiten met een besloten karakter

g. sprake is van aankoop van kunstwerken.

h. sprake is van restauraties.

i. sprake is van verbouwing of (her-)inrichting van een accommodatie.

j. sprake is van reprises van activiteiten.

k. Indien met de verstrekking van een subsidie het vastgestelde subsidieplafond wordt overschreden.

Hoofdstuk 3: jaarlijkse subsidie

Artikel 18: Aanvragers

1. Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie kan alleen ingediend worden door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid, die:

a. in de gemeente Middelburg actief zijn op het gebied van kunst en cultuur;

b. statutair een doelstelling hebben op het gebied van kunst en cultuur.

2. Jaarlijkse subsidie staat niet open voor natuurlijke personen. Zij kunnen geen aanvraag indienen.

Artikel 19: Aanvraagtermijn

1. Overeenkomstig artikel 11 van de ASV wordt de aanvraag van een jaarlijkse subsidie ingediend uiterlijk 1 juni voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de subsidie betrekking heeft.

2. In afwijking van het eerste lid geldt dat indien voor dezelfde activiteit behalve een subsidie bij het college ook een subsidie bij de provincie Zeeland, het Rijk of een Europees orgaan is aangevraagd en de desbetreffende voorwaarden of verplichtingen afwijken van de toepasselijke bepalingen van deze nadere regels, dan worden voor de verstrekking van de gemeentelijke subsidie de afwijkende, door de Provincie Zeeland, het Rijk of het Europees orgaan opgelegde voorwaarden en verplichtingen toegepast.

3. Het college kan van het bepaalde in de vorige leden afwijken, indien de gemeentelijke subsidie hoger is dan die van de provincie Zeeland, het Rijk of het Europese orgaan.

Artikel 20: Activiteitenplan

Een subsidieaanvraag wordt overeenkomstig artikel 10 van de Asv ingediend. Voor wat betreft het activiteitenplan wordt naast de vereisten overeenkomstig artikel 10 lid 2 sub b opgenomen:

a. Welke activiteiten worden uitgevoerd;

b. Hoe de activiteiten aantoonbaar bijdragen aan de doelen en resultaten die met de activiteiten worden nagestreefd zoals bedoeld in artikel 2 van deze regeling;

c. Inzage in zakelijke kwaliteit van de aanvrager;

d. Inzage in de betekenis van de activiteiten voor inwoners van de gemeente Middelburg;

e. Bij jaarlijkse subsidies vanaf € 10.000,- bevat het activiteitenplan tevens een uiteenzetting van de invulling van de beoordelingscriteria genoemd in artikel 23.

Artikel 21: Meerjarige subsidie

1. Subsidie kan verstrekt worden voor een periode van drie achtereenvolgende kalenderjaren, waarbij de subsidie jaarlijks wordt vastgesteld onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting.

2. In het geval het college subsidie verstrekt voor een periode van drie kalenderjaren, kan besloten worden dat (een deel van) de subsidieverleningen op grond van deze regeling met één of meerdere kalenderjaren wordt verlengd.

3. De subsidie wordt alleen verleend, indien de aanvrager meewerkt aan de totstandkoming van een subsidieovereenkomst.

4. Het college verstrekt per categorie zoals genoemd onder artikel 4 maximaal 1 meerjarige subsidie

5. Om voor een meerjarige subsidie als bedoeld in dit artikel in aanmerking te komen dient de aanvrager te voldoen aan de volgende aanvullende eisen:

a. Er wordt subsidie aangevraagd voor meer dan € 100.000,- per jaar;

b. De aanvrager dient een bestendige relatie met de gemeente Middelburg en de gemeenschap te hebben waaronder in ieder geval wordt verstaan dat er een reeds bestaande subsidierelatie voor dezelfde subsidiabele activiteiten met de gemeente is van meer dan 3 jaar.

6. Het college legt in de subsidieovereenkomst en/of de beschikking tot verlening prestatieafspraken vast.

7. Het college stelt voor meerjarige subsidies een subsidieplafond vast.

8. Een subsidieaanvraag voor meerjarige subsidie kan alleen worden aangevraagd in het tijdvak voorafgaand aan de driejarige subsidieperiode. Deze periode start in 2024 en aanvragen dienen voor 1 oktober 2023 ingediend te zijn.

9. In aanvulling op artikel 20 wordt bij de aanvraag in het activiteitenplan extra opgenomen:

a. Wat de overkoepelende doelstellingen van de organisatie zijn

b. Een specificatie van het activiteitenplan per jaar binnen de periode waarover de subsidie wordt verstrekt.

c. De wijze waarop de effecten van de activiteiten worden gemeten en gerapporteerd.

Artikel 22: Weigeringsronden

De subsidie kan, behoudens de weigeringsgronden genoemd in artikel 4:25, tweede lid, artikel 4:35 Awb, en artikel 13 van de ASV worden geweigerd als:

a. de aanvraag niet minimaal 60% behaalt van de score zoals bedoeld in artikel 23;

b. de aanvraag buiten de gestelde termijn van artikel 19 is ingediend.

Artikel 23: Verdeling subsidieplafond

1. Voor de verdeling van subsidies binnen het subsidieplafond hanteert het college een beoordelingssystematiek.

2. De beoordelingssystematiek is niet van toepassing op subsidieaanvragen tot € 10.000,-

3. Aanvragen vanaf € 10.000,- worden beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria. Per criterium kunnen de volgende punten worden toegekend:

a. 10: uitstekend;

b. 8: goed;

c. 6: voldoende;

d. 4: redelijk;

e. 2: minimaal.

4. Het college rangschikt de aanvragen op een lijst aan de hand van de behaalde punten op basis van de criteria zoals genoemd in het derde lid van dit artikel.

5. De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de lijst.

6. Indien na toepassing van het vijfde lid van dit artikel meerdere gelijksoortige aanvragen op dezelfde plaats op de lijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, komt het eerst in aanmerking die aanvraag die op dat moment het meest bijdraagt aan pluriformiteit op het gebied van publieksbereik, kunstdiscipline en geografische spreiding binnen het totaal van de te honoreren aanvragen.

Beoordelingscriteria:

1. Artistiek-inhoudelijke kwaliteit:

• Oorspronkelijkheid

• Vakmanschap

• Zeggingskracht

2. Betekenis voor Middelburg:

Mate waarin de activiteiten bijdragen aan de uitvoering van de Middelburgse cultuurvisie:

• Een wisselwerking met andere domeinen (zorg en welzijn, economie en onderwijs en/of andere domeinen).

• Een bijdrage leveren aan diversiteit en inclusie in de gemeente.

• Een bijdrage leveren aan cultuureducatie en (talent-)ontwikkeling.

• Samenwerking en kennisdeling binnen de culturele en creatieve sector met, onder andere, andere instellingen, ondernemers, kunstenaars en vrijwilligers met als doel vernieuwing en ontwikkeling.

3. Effectieve en efficiënte inzet middelen kwaliteit:

• Een effectieve inzet van middelen, blijkend uit begroting van en een dekkingsplan zoals genoemd in artikel 10 lid 2 sub c van de ASV.

• Het onderschrijven van de Code Cultural Governance, Code Culturele Diversiteit en inclusie en Fair Practice Code.

Artikel 24: Besluitvorming

De besluitvorming op de aanvragen op grond van deze subsidieregeling geschiedt volgens de volgende procedure:

1. Aanvragen worden beoordeeld door minimaal twee beoordelaars, waarvan één beoordelaar geen directe relatie met de aanvrager heeft.

2. Iedere beoordelaar vult individueel per aanvrager een beoordelingsformulier in.

3. De beoordelaars stellen de totaalscores per aanvraag vast en rangschikken vervolgens de aanvragen op grond van artikel 23.

4. Ter zake de beoordeling van het criterium sub 1 van dit artikel kan het college zich laten adviseren door een onafhankelijke door het college ingestelde commissie bestaande uit tenminste drie personen.

5. De beoordelaars brengen advies uit aan het college over de afhandeling van de ingediende aanvragen.

6. Indien sprake is van een samenwerkingsverband verstuurt het college de beschikking aan de penvoerder.

Artikel 25: Verantwoording

De verantwoording vindt plaats zoals beschreven staat in hoofdstuk 5 van de ASV.

Hoofdstuk 4: bijzondere bepalingen

De in dit hoofdstuk opgenomen bepalingen zijn in aanvulling op de bepalingen uit de voorgaande hoofdstukken die, indien van toepassing, onverkort gelden.

Artikel 26: Cultuurhistorisch Fonds

1. Het Cultuur Historisch Fonds is onderdeel van de begroting van het Zeeuws Archief. Het Zeeuws Archief beheert het fonds voor het college.

2. Het college beslist, gehoord het advies van het Zeeuws Archief, over toekenning van subsidie ten laste van het fonds. Het fonds heeft tot doel cultuurhistorische publieksuitingen over de gemeente Middelburg mogelijk te maken.

3. De subsidie bedraagt per project binnen het Cultuur Historisch Fonds maximaal € 1.500,-.

4. Subsidieverzoeken in het kader van het fonds worden getoetst aan de volgende voorwaarden:

a. Belang uit het oogpunt van de cultuurhistorie van de gemeente Middelburg;

b. Toevoegen van nieuwe kennis over de geschiedenis van de gemeente Middelburg of vormen van een aanvulling op bestaande publieksuitingen;

c. Historische betrouwbaarheid;

d. Betrouwbaarheid instantie.

5. De verdeling van de subsidie is op volgorde van complete ontvangen aanvraag.

Artikel 27: Cultuurparticipatie en amateurkunst

1. Een subsidie kan worden verstrekt aan culturele amateurkunst-organisaties en (samenwerkende) verenigingen voor amateurkunst actief in de volgende kunstdisciplines:

a. Toneel;

b. Dans;

c. Muziektheater;

d. Zang en vocale ensembles;

e. Orkesten, ensembles en overige muziekverenigingen;

f. Groepen voor overige amateurkunst.

2. Om voor een subsidie zoals bedoeld in het eerste lid in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

a. Een organisatie is minimaal 1 jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag actief op het gebied van amateurkunst, wat blijkt uit gegeven presentaties in de gemeente Middelburg;

b. De organisatie heeft niet-beroepsmatige kunstbeoefening tot doel hetgeen blijkt uit de statuten;

c. Er is sprake van bewijsbaar professionele artistieke leiding blijkende uit het CV van de artistiek leider. Bij groepen voor overige activiteiten op het gebied van amateurkunst is er sprake van bewijsbaar professionele artistieke leiding blijkende uit het CV en/of is er sprake van samenwerking met een culturele instelling;

d. De actieve leden betalen een contributie/projectbijdrage aan de organisatie voor het mogen deelnemen aan de artistieke activiteiten van de organisatie.

e. De activiteiten van de organisatie vinden met een zekere regelmaat plaats, ten minste één keer per twee weken en/of minimaal 25 keer per jaar.

Artikel 28: Bibliotheek

Artikel 28.1. Activiteiten

1. Om voor een subsidie in aanmerking te komen, omvat de subsidieaanvraag in ieder geval een toelichting op de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de kernfuncties van de organisatie en hoe die bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling en verbetering van de maatschappelijke kansen van inwoners van de gemeente Middelburg door:

2. De persoonlijke ontwikkeling van inwoners te stimuleren op het terrein van de vijf functies, zoals beschreven in artikel 5 Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen:

a. Het ter beschikking stellen van kennis en informatie door een breed aanbod voor een breed publiek;

b. Het bieden van mogelijkheden tot ontwikkeling en educatie;

c. Het bevorderen van lezen en kennismaken met literatuur;

d. Het organiseren van ontmoeting en debat aansluitend bij de kernfunctie;

e. Kennismaking met kunst en cultuur.

Artikel 28.2: Aanvullende eisen aanvrager

Voor de subsidie bibliotheekwerk geldt dat aan het volgende vereiste moet worden voldaan:

1. Subsidie kan alleen worden aangevraagd door een bibliotheek die is erkend conform de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob);

Hoofdstuk 5: Slotbepalingen

Artikel 29: Inwerkingtreding en overgangsrecht

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2023.

2.

Deze regeling heeft een looptijd van 4 jaar en is van toepassing op aanvragen voor eenmalige subsidie vanaf het tijdvak 2023 en voor aanvragen voor jaarlijks subsidie in het tijdvak 2024, 2025 en 2026. Daarna zal de regeling geëvalueerd worden en is er een mogelijkheid tot verlenging van deze regeling.

De regeling wordt aangehaald als: Nadere regels subsidie kunst en cultuur gemeente Middelburg 2023-2026.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 december 2022.

Burgemeester en wethouders van Middelburg,

De secretaris, De burgemeester,

mr. A. van den Brink mr. H.M. Bergmann