Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2023 gemeente Eersel

Geldend van 01-01-2023 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2023 gemeente Eersel

De raad van de gemeente Eersel;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 november 2022, nummer R22.084.

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2023

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam toeristenbelasting wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 1, verblijf houdt.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    door degene, die:

    • a.

      als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;

    • b.

      verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd;

    • c.

      overnacht in een scouting/Jong Nederland-gebouw in de gemeente;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c,d,f,g,h van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt berekend over de vergoeding die ter zake van het verblijf met overnachten in rekening wordt gebracht, de toeristenbelasting daaronder niet begrepen.

  • 2.

    Indien de belastingplichtige ondernemer is in de zin van de Wet op de omzetbelasting wordt als vergoeding aangemerkt het bedrag dat als verschuldigd wegens logies aan de heffing van omzetbelasting is onderworpen.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief bedraagt

    • a.

      voor een hotel, motel of ‘Bed and Breakfast’ 2½ %;

    • b.

      voor overige accommodaties 6½ %.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Aanslaggrens

Aanslagen van minder dan € 23,- worden niet opgelegd.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    Conform het bepaalde in artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, vervallende zes weken na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtigen kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in 4 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elke van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, dit schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 12 Registratieplicht

  • 1.

    De belastingplichtige, als bedoeld in artikel 2, is gehouden, degenen die verblijf houden te registreren in een daarvoor bestemd nachtverblijfregister.

  • 2.

    Met betrekking tot de inrichting en het gebruik van het nachtverblijfregister kunnen nadere regels gesteld worden.

  • 3.

    Het bepaalde in lid 2 van dit artikel geldt niet voor zover de belastingplichtige gebruik maakt van een eigen registratiesysteem.

  • 4.

    Bij de vaststelling van feiten ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting kan de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b en d van de Gemeentewet, bedoelde gemeenteambtenaar het door belastingplichtige bijgehouden nachtverblijfregister raadplegen.

Artikel 13 Overgangsrecht

De Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2022, vastgesteld op 21 december 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening toeristenbelasting 2023”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 20 december 2022

De raad van de gemeente Eersel

de griffier,

J.W.G. van Bree

de voorzitter,

drs. W.A.C.M. Wouters