Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR687958
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR687958/1
Regeling vervallen per 01-01-2024
Verordening op de heffing en de invordering van leges Oegstgeest 2023
Geldend van 28-12-2022 t/m 31-12-2023
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges Oegstgeest 2023De raad van de gemeente Oegstgeest;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2022;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
b e s l u i t:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van leges Oegstgeest 2023
(Legesverordening Oegstgeest 2023)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
-
1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
- c.
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
- a.
-
2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- b.
het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van de Verordening fysieke leefomgeving Oegstgeest artikelen 3.41 en 3.43 (De weg anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan), artikel 3.69 (Standplaatsvergunning), het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van de Algemene plaatselijke verordening Oegstgeest 2021, artikel 2:6 (Verspreiden geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen), artikel 2:25 (Evenementen), artikel 5:14 (Venten), indien de aanvraag wordt gedaan ten behoeve van een non-profit activiteit van maatschappelijke, sociale, pedagogische, sportieve, charitatieve en/of culturele aard.
- c.
vervallen.
- d.
stukken of verrichtingen, in hun persoonlijk belang benodigd door personen die door een verklaring, afgegeven door de burgemeester van hun woon- of verblijfplaats, of op andere wijze van hun onvermogen doen blijken;
- e.
stukken nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon of bezoldiging;
- f.
beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;
- g.
de aan de belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afgifte daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;
- h.
de aan de belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;
- i.
muziekuitvoeringen door muziekverenigingen op de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd of op verjaardagen van andere leden van het Koninklijk Huis, op andere feestdagen of voor die ten bate van een liefdadig, sociaal of cultureel doel;
- j.
collecten met een ideëel doel, ter verzameling van gelden;
- k.
de in de tarieventabel onderdelen 1.18.2 en 1.18.3 genoemde leges indien de daarin vermelde stukken of verrichtingen worden aangevraagd door of ten behoeve van een politieke groepering;
- l.
de in onderdeel k genoemde diensten die worden aangevraagd door de publiciteitsmedia;
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet .
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
-
1. De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving of een aanslag.
-
2. Indien het bedrag dat vermoedelijk gevorderd zal worden zulks rechtvaardigt, kan een voorlopig bedrag gevorderd worden.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen acht dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. Indien de leges, in afwijking van het eerste lid, niet kunnen worden vastgesteld, worden deze betaald indien het betreft:
- a.
de afgifte van een stuk of het verstrekken van inlichtingen op het tijdstip waarop dat stuk wordt afgegeven onderscheidenlijk die inlichtingen worden verstrekt;
- b.
de afgifte van een vergunning, ter zake waarvan het bedrag van de verschuldigde leges worden berekend in verhouding tot een begroting van kosten, binnen acht dagen na de schriftelijke kennisgeving;
- c.
een niet onder 1 of 2 genoemd geval, binnen acht dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.
- a.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en het tweede lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Vermindering of teruggaaf
-
1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
-
2. Indien een abonnement, waarvoor de verschuldigde leges zijn voldaan, binnen het verstrijken van een half jaar na de aanvang de geldigheidsduur wordt beëindigd, vindt teruggaaf plaats van de helft van het betaalde bedrag.
Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van Titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
onderdeel 1.1.6 (akten burgerlijke stand);
- 2.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 3.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 4.
onderdeel 1.4.3 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 5.
onderdelen 1.8.1.1 en 1.8.1.2 (verklaring omtrent het gedrag);
- 6.
hoofdstuk 14 (kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van leges.
Artikel 11 Overgangsrecht
-
1. De ‘Legesverordening 2022’ van 25 november 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Oegstgeest 2023
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2022,
de voorzitter,
de griffier,
Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de Legesverordening Oegstgeest 2023
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand |
|
|
|
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in het gemeentehuis op: |
|
|
1.1.1.1 |
maandagochtend tussen 09.00 en 10.00 uur |
|
kosteloos |
1.1.1.2 |
maandag tussen 10.00 en 17.00 uur, dinsdag en woensdag tussen 09.00 en 17.00 uur |
€ |
314,20 |
1.1.1.3 |
donderdag tussen 09.00 en 17.00 uur |
€ |
439,90 |
1.1.1.4 |
vrijdag tussen 09.00 en 17.00 uur |
€ |
565,50 |
1.1.1.5 |
zaterdagochtend tussen 09.00 en 12.00 uur |
€ |
942,70 |
1.1.1.6 |
zaterdagmiddag tussen 12.00 en 17.00 uur |
€ |
1.194,00 |
1.1.1.7 |
zon- en feestdagen tussen 09.00 en 17.00 uur |
€ |
1.885,35 |
1.1.1.8 |
Indien de huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap plaatsvindt buiten de tijden genoemd onder 1.1.1.2 t/m 1.1.1.7 worden de aldaar genoemde tarieven verhoogd met een bedrag van |
€ |
120,40 |
1.1.1.9 |
Indien de huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap voor een gezelschap bestaande uit 9 personen of meer plaatsvindt in het trouwpaviljoen worden de onder 1.1.1.2 t/m 1.1.1.7 genoemde tarieven verhoogd met een bedrag van |
€ |
236,65 |
1.1.1.10 |
Indien de huwelijksvoltrekking of partnerregistratie plaatsvindt op een alternatieve locatie, worden de onder 1.1.1.2 t/m 1.1.1.7 genoemde tarieven verhoogd met een bedrag van |
€ |
59,05 |
1.1.1.11 |
Voor het door de gemeente tijdelijk ter beschikking stellen van personeel wordt een vergoeding in rekening gebracht: voor huwelijksvoltrekking of partnerregistratie, per getuige |
€ |
42,40 |
1.1.2 |
Het tarief voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte, is gelijk aan de tarieven voor huwelijksvoltrekkingen zoals genoemd onder 1.1.1. |
|
|
1.1.3 |
De tarieven voor de medewerking aan een verzoek tot ceremoniële herbevestiging van een huwelijk of geregistreerd partnerschap zijn gelijk aan de tarieven voor huwelijksvoltrekkingen zoals genoemd onder 1.1.1. |
|
|
1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
|
1.1.4.1 |
een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering, exclusief uittreksel van de huwelijksakte of uittreksel van de akte van de registratie van het partnerschap, bedraagt |
€ |
16,15 |
1.1.5 |
vervallen |
|
|
1.1.6 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
|
|
1.2 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
|
1.2.1 |
van een nationaal paspoort, een nationaal paspoort dat een groter aantal bladzijden bevat dan een nationaal paspoort (zakenpaspoort) of een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
1.2.2 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
1.2.3 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
1.2.4 |
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.3 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
1.2.5 |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen |
|
|
|
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met de rijkskostencomponent (het bedrag dat de gemeenten moeten afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs), afgerond naar beneden op vijf cent |
|
|
1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt: |
|
|
1.3.2.1 |
bij een spoedlevering vermeerderd met het bedrag conform de door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde RDW rijbewijstarieven voor 2020, afgerond naar beneden op vijf cent |
|
|
1.3.2.2 |
bij een aanvraag waarbij het eerder afgegeven rijbewijs niet kan worden overgelegd, vermeerderd met: |
€ |
24,95 |
|
tenzij de aanvrager zich op een andere wijze kan legitimeren met een document als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht |
|
|
1.3.3 |
De verhogingen genoemd in onderdeel 1.3.2 zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen |
|
|
|
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.4.2.1 |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ |
12,10 |
1.4.2.2 |
indien de verstrekking meer gegevens dan van één persoon betreffen, voor iedere persoon meer |
€ |
4,80 |
1.4.3 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen het tarief zoals dat is opgenomen voor een afschrift van een akte van de burgerlijke stand in het Legesbesluit akten burgerlijke stand |
|
|
1.4.4 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor iedere bestede 5 minuten |
€ |
6,90 |
1.4.5 |
tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200) het tarief zoals dat is opgenomen voor een afschrift van een akte van de burgerlijke stand in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Vervallen |
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Vervallen |
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie |
|
|
|
1.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
1.7.1.1 |
een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet |
€ |
13,65 |
1.7.1.2 |
een verzoek om toelichting op het ter inzage verleende dossier, per kwartier of gedeelte daarvan |
€ |
21,05 |
1.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift uit de kadastrale registratie, per object |
€ |
7,60 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken |
|
|
|
1.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.8.1.1 |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: het maximaal te heffen bedrag, zoals dit laatstelijk door het Rijk is vastgesteld. |
|
|
1.8.1.2 |
tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn: het maximaal te heffen bedrag, zoals dit laatstelijk door het Rijk is vastgesteld. |
|
|
1.8.1.3 |
tot het legaliseren van een handtekening |
€ |
12,05 |
1.8.1.4 |
tot het waarmerken van een stuk (copy conform) |
€ |
12,05 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 Gemeentearchief |
|
|
|
1.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor: |
|
|
1.9.1.1 |
voor het daaraan bestede eerste kwartier |
€ |
21,05 |
1.9.1.2 |
voor ieder daarop volgende bestede 5 minuten |
€ |
7,00 |
1.9.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
|
1.9.2.1 |
tot het verzenden per e-mail van een gescande afbeelding uit de fotocollectie, per afbeelding |
€ |
9,80 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 Huisvestingswet |
|
|
|
1.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.10.1 |
tot het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 |
€ |
37,65 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 11 Leegstandwet |
|
|
|
1.11 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.11.1 |
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ |
126,30 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 12 Kinderopvang |
|
|
|
1.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.12.1 |
tot exploitatie van een kindercentrum of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45 eerste lid van de Wet kinderopvang |
€ |
1.472,70 |
1.12.2 |
tot exploitatie van een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45 tweede lid van de Wet kinderopvang |
€ |
351,95 |
1.12.3 |
tot exploitatie van een voorziening voor gastouderopvang op het woonadres van één van de vraagouders op een reeds geregistreerde opvanglocatie als bedoeld in artikel 1.45 tweede lid van de Wet kinderopvang |
€ |
175,97 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 13 Geluidhinder |
|
|
|
1.13 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.13.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing ingevolge artikel 4:6, tweede lid van de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ |
194,55 |
1.13.2 |
tot het verkrijgen van een ontheffing door non profit organisaties, verenigingen en stichtingen tot het verkrijgen van een ontheffing ingevolge artikel 4:6, tweede lid van de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ |
59,05 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 14 Kansspelen |
|
|
|
1.14.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
|
1.14.1.1 |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat het tarief zoals opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000 |
|
|
1.14.1.2 |
voor een periode van twaalf maanden voor twee kansspelautomaten het tarief zoals opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000 |
|
|
1.14.1.3 |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd het tarief zoals opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000 |
|
|
1.14.1.4 |
voor twee kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd het tarief zoals opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000 |
|
|
1.14.2 |
De subonderdelen 1.14.1.1 en 1.14.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 15 Telecommunicatie- en Leidingverordening |
|
|
|
1.15.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet |
€ |
834,90 |
1.15.1.1 |
indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
€ |
1,50 |
1.15.1.2 |
indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
€ |
1,50 |
1.15.1.3 |
indien met betrekking tot een melding op verzoek van de melder overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk om inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen , verhoogd met |
€ |
208,30 |
1.15.2 |
vervallen |
|
|
1.15.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2 van de Leidingenverordening gemeente Oegstgeest bedraagt per aanvraag |
€ |
834,80 |
1.15.3.1 |
indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
€ |
1,50 |
1.15.3.2 |
indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
€ |
1,50 |
1.15.3.3 |
indien met betrekking tot een aanvraag om vergunning op verzoek van de aanvrager overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk om inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen, verhoogd met |
€ |
208,30 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 16 Verkeer en vervoer |
|
|
|
1.16.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.16.1.1 |
tot het verlenen van een parkeerontheffing in het kader van een specifieke blauwe zone |
€ |
59,05 |
1.16.1.2 |
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ |
59,05 |
1.16.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.16.2.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing om gevaarlijke stoffen buiten de aangewezen wegen of weggedeelten te transporteren, ingevolge artikel 29, eerste lid Wet vervoer gevaarlijke stoffen |
€ |
357,60 |
1.16.2.2 |
tot het verkrijgen van een verlenging van een eerder verleende ontheffing als bedoeld in 1.16.2.1 |
€ |
357,60 |
1.16.3 |
Het tarief bedraag |
|
|
1.16.3.1 |
ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats |
€ |
80,00 |
1.16.3.2 |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken, inclusief de kosten die voortvloeien uit de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken |
€ |
200,00 |
1.16.3.3 |
voor het verplaatsen van een gehandicaptenparkeerplaats op verzoek van gebruiker |
€ |
158,70 |
1.16.3.4 |
voor het wijzigen van een kenteken voor een gehandicaptenparkeerplaats |
€ |
25,60 |
1.16.3.5 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het plaatsen van een laadpaal |
€ |
107,52 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 17 Ligplaatsvergunningen |
|
|
|
1.17.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.17.1.1 |
tot het verstrekken van een ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 6 van de Woonschepenverordening 1999 van de gemeente Oegstgeest |
€ |
116,00 |
1.17.1.2 |
tot het wijzigen van een ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 9 van de Woonschepenverordening 1999 van de gemeente Oegstgeest |
€ |
116,00 |
1.17.2 |
Het onder 1.17.1.1 en 1.17.1.2 genoemde bedrag wordt: |
|
|
1.17.2.1 |
indien voor de beoordeling van aanvragen als bedoeld in het eerste lid van dit onderdeel een advies van de Stichting Dorp, Stad en Land te Rotterdam (Welstandscommissie) is vereist, verhoogd met de daaraan verbonden kosten |
|
|
1.17.2.2 |
indien voor de beoordeling van aanvragen als bedoeld in het eerste lid van dit onderdeel een brandpreventieadvies van de Regionale Brandweer Hollands Midden is vereist, verhoogd met de daaraan verbonden kosten. |
|
|
1.17.3 |
Begroting kosten: |
|
|
|
Bij het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld onder 1.17.1 worden, indien van toepassing, de leges verhoogd met de kosten zoals vermeld onder 1.17.2. Het bedrag van deze kosten wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder medegedeeld, blijkend uit een begroting die terzake door de gemeenteambtenaar als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet is opgesteld. De aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag vóór deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
1.17.4 |
Overschrijving ligplaatsvergunning: |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overdragen van een verleende ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 8 van de Woonschepenverordening 1999 van de gemeente Oegstgeest |
€ |
20,15 |
1.17.5 |
Wachtlijst ligplaatsvergunning: |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot plaatsing op de wachtlijst ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 7 van de Woonschepenverordening 1999 |
€ |
57,95 |
1.17.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een pleziervaartuigvergunning |
€ |
100,00 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 18 Diversen |
|
|
|
1.18.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.18.1.1 |
tot het verlenen van een vergunning niet elders benoemd |
€ |
59,05 |
1.18.1.2 |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ |
59,05 |
1.18.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
|
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
|
1.18.2.1 |
voor de eerste gehele of gedeeltelijke pagina |
€ |
5,25 |
1.18.2.2 |
voor iedere volgende pagina: |
|
|
1.18.2.2.1 |
A4 zwart/wit enkelzijdig |
€ |
0,05 |
1.18.2.2.2 |
A4 zwart/wit dubbelzijdig |
€ |
0,10 |
1.18.2.2.3 |
A4 kleurenkopie enkelzijdig |
€ |
0,10 |
1.18.2.2.4 |
A4 kleurenkopie dubbelzijdig |
€ |
0,20 |
1.18.2.2.5 |
A3 zwart/wit enkelzijdig |
€ |
0,10 |
1.18.2.2.6 |
A3 zwart/wit dubbelzijdig |
€ |
0,15 |
1.18.2.2.7 |
A3 kleurenkopie enkelzijdig |
€ |
0,25 |
1.18.2.2.8 |
A3 kleurenkopie dubbelzijdig |
€ |
0,55 |
1.18.2.2.9 |
A0 zwart/wit enkelzijdig |
€ |
4,55 |
1.18.2.2.10 |
A0 kleurenkopie enkelzijdig |
€ |
11,45 |
1.18.2.3 |
indien het om een omvangrijk of tijdrovend verzoek gaat, dan wel stukken groter dan A3 formaat worden gevraagd, kan een externe drukker worden gevraagd de afschriften, doorslagen of fotokopieën of uittreksels te verzorgen. De kosten daarvan worden dan als leges doorberekend aan de verzoeker. |
|
|
1.18.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in subonderdeel 1.18.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk |
€ |
22,65 |
1.18.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per stuk of uittreksel |
€ |
59,05 |
1.18.5 |
Indien voor het verlenen van een vergunning of een ontheffing of een vrijstelling een kennisgeving in één of meer dag-, week- en huis-aan-huisbladen of de Staatscourant is voorgeschreven, wordt hiervoor per publicatie in rekening gebracht |
€ |
153,40 |
|
Alvorens tot publicatie wordt overgegaan, wordt belanghebbende hiervan schriftelijk in kennis gesteld, waarbij tevens de verschuldigde leges worden medegedeeld. |
|
|
|
|
|
|
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning |
|
|
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen |
|
|
|
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
|
|
2.1.1.1 |
aanlegkosten: |
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; |
|
|
2.1.1.2 |
bouwkosten: |
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; |
|
|
2.1.1.3 |
Sloopkosten: |
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in dit artikel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. |
|
|
2.1.1.4 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht |
|
|
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|
|
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag |
|
|
|
2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
2.2.1 |
Voor beoordeling van een conceptaanvraag (schetsplan) om een omgevingsvergunning |
€ |
595,85 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning |
|
|
|
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
2.3.1 |
Bouwactiviteiten |
|
|
2.3.1.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
|
2.3.1.1.1 |
indien de bouwkosten minder dan € 5.000 bedragen: |
|
8,92% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
233,00 |
2.3.1.1.2 |
indien de bouwkosten € 5.000 tot € 10.000 bedragen: |
|
7,85% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
485,40 |
|
2.3.1.1.3 |
indien de bouwkosten € 10.000 tot € 25.000 bedragen: |
|
7,28% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
854,35 |
|
2.3.1.1.4 |
indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen: |
|
7,14% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
1.980,55 |
|
2.3.1.1.5 |
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 100.000 bedragen: |
|
7,00% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
3.883,60 |
|
2.3.1.1.6 |
indien de bouwkosten € 100.000 tot € 200.000 bedragen: |
|
5,99% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
7.611,85 |
|
2.3.1.1.7 |
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 350.000 bedragen: |
|
5,43% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
13.048,90 |
|
2.3.1.1.8 |
indien de bouwkosten € 350.000 tot € 500.000 bedragen: |
|
5,00% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
20.660,80 |
|
2.3.1.1.9 |
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: |
|
4,78% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
27.185,30 |
|
2.3.1.1.10 |
indien de bouwkosten € 1.000.000 of meer bedragen: |
|
4,57% |
|
|
|
|
|
Externe adviezen welstandstoets |
|
|
2.3.1.2 |
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een extern advies welstandstoets is vereist, bij een omgevingsvergunning |
|
|
2.3.1.2.1 |
Indien de bouwkosten minder dan € 5.000 bedragen: |
|
1,43% |
van de totale bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
61,00 |
|
2.3.1.2.2 |
Indien de bouwkosten € 5.000 tot € 25.000 bedragen: |
|
0,65% |
van de totale bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
77,65 |
|
2.3.1.2.3 |
Indien de bouwkosten € 25.000 tot € 100.000 bedragen: |
|
0,42% |
van de totale bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
174,75 |
|
2.3.1.2.4 |
Indien de bouwkosten € 100.000 tot € 200.000 bedragen: |
|
0,38% |
van de totale bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
466,00 |
|
2.3.1.2.5 |
Indien de bouwkosten € 200.000 tot € 350.000 bedragen: |
|
0,30% |
van de totale bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
807,75 |
|
2.3.1.2.6 |
Indien de bouwkosten € 350.000 tot € 500.000 bedragen: |
|
0,27% |
van de totale bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
1.141,70 |
|
2.3.1.2.7 |
Indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: |
|
0,15% |
van de totale bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
1.475,75 |
|
2.3.1.2.8 |
Indien de bouwkosten € 1.000.000 of meer bedragen: |
|
0,12% |
van de totale bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
1.708,75 |
|
2.3.1.2.9 |
Bij ambtelijke toets welstand ongeacht kosten per bouwplan |
€ |
63,15 |
|
|
|
|
2.3.1.3 |
Verplicht advies agrarische commissie |
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: |
|
|
|
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|
|
|
|
2.3.1.4 |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: |
|
110% |
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. |
|
|
|
|
|
|
2.3.1.5 |
Beoordeling aanvullende gegevens |
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen: |
€ |
348,20 |
|
|
|
|
2.3.2 |
Aanlegactiviteiten |
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ |
116,40 |
|
|
|
|
2.3.3 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
|
2.3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ |
237,50 |
2.3.3.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking): |
€ |
546,25 |
2.3.3.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; |
|
|
2.3.3.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; |
|
|
2.3.3.5 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; |
|
|
2.3.3.6 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; |
|
|
2.3.3.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; |
|
|
2.3.3.8 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en er geen sprake is van een aangewezen bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2: |
€ |
3.873,20 |
|
|
|
|
2.3.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit |
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
|
2.3.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ |
237,50 |
2.3.4.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking): |
€ |
546,25 |
2.3.4.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; |
|
|
2.3.4.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; |
|
|
2.3.4.5 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; |
|
|
2.3.4.6 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; |
|
|
2.3.4.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; |
|
|
2.3.4.8 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en er geen sprake is van een aangewezen bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2: |
€ |
3.873,20 |
|
|
|
|
2.3.5 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
|
|
2.3.5.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, indien de gebruiksoppervlakte: |
|
|
|
- 1500 m2 of minder bedraagt |
€ |
867,10 |
|
vermeerderd met |
€ |
3,50 |
|
per m2 gebruiksoppervlakte |
|
|
|
- meer bedraagt dan 1500 m2 doch niet meer dan 5000 m2: |
€ |
5.727,85 |
|
vermeerderd met |
€ |
1,70 |
|
per m2 gebruiksoppervlakte boven de 1500 m2 |
|
|
|
- meer bedraagt dan 5000 m2: |
€ |
11.912,00 |
|
vermeerderd met |
€ |
0,35 |
|
per m2 gebruiksoppervlakte boven de 5000 m2 |
|
|
2.3.5.2 |
Indien door een verandering in gebruik dan wel door wijziging in het gebouw/bouwwerken en/of een wijziging in de stand van de techniek en/of een wijziging in de kennis en inzichten over het brandveilige gebruik dan wel veranderingen van de omstandigheden gelegen buiten het gebouw/ bouwwerk, opgetreden na het verlenen van de vergunning, een gewijzigde gebruiksvergunning is vereist, zijn voor deze vergunning eveneens de vermelde leges verschuldigd. |
|
|
2.3.5.3 |
Indien een omgevingsvergunning brandveilig gebruik, waarvoor overeenkomstig het hierboven bepaalde leges verschuldigd zijn, op verzoek van de vergunninghouder binnen 1 jaar na het verlenen van de vergunning wordt ingetrokken voordat van de vergunning gebruik is gemaakt, wordt teruggaaf verleend van |
|
50% |
|
van de leges, met dien verstande dat er minimaal een bedrag van |
€ |
103,35 |
|
verschuldigd blijft. |
|
|
2.3.5.4 |
Indien een aanvraag, het wijzigen van een programma van eisen (PVE) of een andere wijziging van ondergeschikte aard betreft waarvoor goedkeuring van het college van burgemeester en wethouders is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten |
€ |
387,15 |
2.3.5.5 |
Het tarief voor een aanvraag tot overschrijving van een verleende omgevingsvergunning brandveilig gebruik op naam van een ander bedraagt, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten |
€ |
63,75 |
2.3.5.6 |
vervallen |
|
|
|
|
|
|
2.3.6 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening 2010 Gemeente Oegstgeest aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
|
2.3.6.1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: |
€ |
387,15 |
2.3.6.2 |
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ |
387,15 |
2.3.6.3 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening 2010 Gemeente Oegstgeest aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
387,15 |
|
|
|
|
2.3.7 |
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|
2.3.7.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
|
2.3.7.1.1 |
indien de sloopkosten meer bedragen dan € 25.000 |
€ |
387,15 |
2.3.7.1.2 |
vermeerderd met 0,30% van de sloopkosten met een maximum van: |
€ |
1.027,25 |
|
|
|
|
2.3.8 |
Aanleggen of veranderen weg |
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
193,55 |
|
|
|
|
2.3.9 |
Uitweg/inrit |
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
387,15 |
|
|
|
|
2.3.10 |
Kappen |
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Bomenverordening Oegstgeest 2019, versie 2 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
193,55 |
|
|
|
|
2.3.11 |
Natura 2000-activiteiten |
|
|
2.3.11.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
2.3.11.2 |
vervallen |
|
|
|
|
|
|
2.3.12 |
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) |
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|
|
|
|
2.3.13 |
Andere activiteiten |
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
|
|
2.3.13.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
142,20 |
2.3.13.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
387,15 |
2.3.13.3 |
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. |
|
|
2.3.13.4 |
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
|
|
|
2.3.14 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
|
2.3.14.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
|
|
2.3.14.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
|
|
|
|
|
|
2.3.15 |
Beoordeling bodemrapport |
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: |
|
|
2.3.15.1 |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport |
€ |
935,70 |
2.3.15.2 |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport worden de leges verhoogd met het door een (externe) deskundige aan de gemeente in rekening gebrachte kosten voor advies. |
|
|
|
|
|
|
2.3.16 |
Advies |
|
|
2.3.16.1 |
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
2.3.16.2 |
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
|
|
|
2.3.17 |
Verklaring van geen bedenkingen |
|
|
2.3.17.1 |
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|
|
2.3.17.1.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ |
558,15 |
2.3.17.1.2 |
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
2.3.17.1.3 |
Indien een begroting als bedoeld in subsubonderdeel 2.3.17.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering |
|
|
|
2.4.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. |
|
|
2.4.2 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17. De vermindering bedraagt: |
|
|
2.4.2.1 |
bij 5 tot 10 activiteiten: |
|
2% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
|
2.4.2.2 |
bij 10 tot 15 activiteiten: |
|
3% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
|
2.4.2.3 |
bij 15 of meer activiteiten: |
|
5% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf |
|
|
|
2.5.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
2.5.1.1 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan |
|
70% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
|
|
|
2.5.1.2 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 7 weken na het in behandeling nemen ervan |
|
50% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
|
|
|
2.5.1.3 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 7 weken en binnen 52 weken na het in behandeling nemen ervan |
|
30% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
|
|
|
|
|
2.5.2 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
|
30% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
|
|
|
|
|
2.5.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
|
2.5.3.1 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
30% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
|
|
|
|
|
2.5.4 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
|
Een bedrag minder dan |
€ |
238,60 |
|
wordt niet teruggegeven. |
|
|
|
|
|
|
2.5.5 |
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning |
|
|
|
2.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is: |
€ |
180,55 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
|
|
|
2.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project, die voldoet aan de van toepassing zijnde regelgeving (zoals het bestemmingsplan), worden de oorspronkelijk geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is voor de nieuw ingediende aanvraag, met dien verstande dat zij niet minder bedragen dan |
€ |
238,60 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten |
|
|
|
2.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening de aan aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking |
|
|
|
2.90 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: |
€ |
238,60 |
|
|
|
|
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder Titel 2 |
|
|
|
Hoofdstuk 1 Horeca |
|
|
|
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
3.1.1.1 |
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet |
€ |
450,87 |
3.1.1.2 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet |
€ |
78,80 |
3.1.1.3 |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet |
€ |
176,90 |
3.1.1.4 |
een aanvraag tot het wijzigen van de alcoholvergunning als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, en artikel 30 van de Alcoholwet |
€ |
78,80 |
3.1.1.5 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ |
110,80 |
3.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
|
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:28b van de Algemene Plaatselijke Verordening (terrasvergunning) |
€ |
256,05 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten |
|
|
|
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een A-evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening |
€ |
67,75 |
3.2.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een B-evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening |
€ |
330,85 |
3.2.2.2 |
Het onder 3.2.2.1 genoemde bedrag wordt, indien een veiligheidsadvies (inclusief vooroverleg met de hulpdiensten) nodig is voor een B-evenement, verhoogd met |
€ |
201,57 |
3.2.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een C-evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening |
€ |
604,72 |
3.2.3.2 |
vervallen |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven |
|
|
|
3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
3.3.1 |
tot het verlenen van een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
|
3.3.1.1 |
voor een seksinrichting |
€ |
1.616,28 |
3.3.1.2 |
voor een escortbedrijf |
€ |
689,31 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Huisvestingswet |
|
|
|
3.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
3.4.1. |
tot het verlenen van een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014 |
€ |
238,03 |
3.4.2 |
tot het verlenen van een vergunning voor het samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014 |
€ |
235,11 |
3.4.3 |
tot het verlenen van een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingsweg 2014 |
€ |
897,18 |
3.4.4 |
tot het verlenen van een vergunning voor het omzetten van een woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingsweg 2014 |
€ |
897,18 |
3.4.5 |
tot het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014 |
€ |
238,03 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Brandbeveiligingsverordening |
|
|
|
3.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening |
€ |
122,88 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Vervallen |
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6A Overige markten |
|
|
|
3.6A |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van artikel 5:18, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Oegstgeest 2013 |
|
|
3.6A.1 |
tot het verlenen van een vaste-standplaatsvergunning (een of meer dagen wekelijks gedurende het hele jaar) |
€ |
144,05 |
3.6A.1.1 |
vervallen |
|
|
3.6A.1.2 |
vervallen |
|
|
3.6A.2 |
tot het verlenen van een dagplaatsvergunning (niet zijnde vaste-standplaatsvergunning), |
€ |
79,67 |
3.6A.3 |
tot het overschrijven van een vaste-standplaatsvergunning op naam van een ander |
€ |
63,28 |
3.6A.4 |
tot het toestaan van vervanging van de vaste standplaatsvergunninghouder |
€ |
63,28 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Winkeltijdenwet |
|
|
|
3.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
3.7.1 |
tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet |
€ |
67,17 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 Voorwerpen op de openbare weg |
|
|
|
3.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing, dan wel vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg |
€ |
122,88 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
|
|
|
398 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking |
€ |
59,08 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl