Hemelwaterverordening gemeente Voerendaal 2022

Geldend van 30-12-2022 t/m heden

Intitulé

Hemelwaterverordening gemeente Voerendaal 2022

De raad van de gemeente Voerendaal:

Gezien het voorstel van het college de dato 1 november 2022 strekkende tot de vaststelling van een verordening afvoer hemelwater Voerendaal 2022;

Gelet op het artikel 10.32a van de wet Milieubeheer en artikel 149 en 156 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

Vast te stellen de:

Hemelwaterverordening gemeente Voerendaal 2022

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In de verordening wordt verstaan onder:

  • bergingsvoorziening: voorzieningen die bedoeld zijn om regenwater tijdelijk of langdurig vast te houden.

  • college: het college van burgemeester en wethouders van Voerendaal.

  • infiltratie: het proces waarbij hemelwater wegzakt in de bodem.

  • infiltratievoorziening: een vorm van een bergingsvoorziening om opgevangen hemelwater te infiltreren.

  • K-waarden: het vermogen van de bodem om water of bodemlucht door te laten, wordt aangegeven met de zogeheten doorlatendheidscoëfficiënt (K).

  • plangebied: het hele gebied binnen een ontwikkeling waarvoor een omgevingsvergunning of bestemmingsplanwijziging wordt aangevraagd.

  • waterberging: zie bergingsvoorziening.

  • verhard oppervlak: oppervlak voorzien van verhardingen (o.a. daken, bestratingen, verharde terreinen, etc.), zodanig dat hemelwater van dit oppervlak niet in de bodem kan infiltreren.

Paragraaf 2 Waterberging

Artikel 2 Verplichting tot waterberging

  • 1. Met het oog op het beperken van wateroverlast wordt in het gehele grondgebied van de gemeente Voerendaal geen hemelwater van plangebieden met een nieuw en vervangend verhard oppervlak van meer dan 200 m², in een openbaar riool geloosd, tenzij een bergingsvoorziening is aangebracht en in stand gehouden.

  • 2. De minimale capaciteit van de bergingsvoorziening is:

    • 80 liter per m² (bui die valt in 120 minuten) van het verhard oppervlak (horizontaal gemeten).

  • 3. De bergingsvoorziening wordt zo ontworpen en in stand gehouden dat deze tussen 24 uur en 48 uur weer voor 100% beschikbaar is. Het in de bergingsvoorziening opgevangen hemelwater wordt geïnfiltreerd. Is infiltratie volgens de in artikel 2 lid 5 opgenomen criteria niet mogelijk dan kan vertraagd worden afgevoerd naar het gemeentelijk riool.

  • 4. Uitvoering van een infiltratieonderzoek naar de doorlatendheid van de bodem is verplicht bij initiatieven met nieuw en vervangend verhard oppervlak > 200 m2. Aan dit onderzoek worden de volgende eisen gesteld:

    • K-waarden dienen in het veld c.q. middels laboratoriumproeven gemeten te worden.

    • Het infiltratieonderzoek dient inzicht te geven in de laagopbouw en bijbehorende doorlatendheid van de bodem tot een diepte van minimaal 10,0 m-mv.

    • Het infiltratieonderzoek dient inzicht te geven in de grondwaterstand d.m.v. meting (peilbuis).

  • 5. Het aanbrengen van een infiltratievoorziening als bergingsvoorziening is verplicht bij:

    • Een K-waarde ≥ 0,1 m/dag en;

    • Een grondwaterstand dieper dan 1,0 m-mv.

  • 6. Bergen en vertraagd afvoeren is toegestaan bij:

    • Een k-waarde < dan 0,1 m/dag en/of

    • Een grondwaterstand hoger dan 1,0 m-mv.

  • 7. De hoeveelheid hemelwater die na vulling van de bergingsvoorziening niet kan worden opgevangen omdat de voorziening de maximale capaciteit heeft bereikt, kan worden geloosd in het openbare riool of in de openbare ruimte. Hiervoor geldt onderstaande verplichte voorkeursvolgorde:

    • Oppervlaktewatersysteem

    • Regenwaterriool

    • Gemengd riool

  • Aansluiten op een vuilwaterriool is niet toegestaan.

  • 8. Een infiltratievoorziening wordt bij voorkeur voorzien van een bodempassage, het toepassen van uitlogende materialen is niet toegestaan.

  • 9. Het college kan gemotiveerd afwijken van de verplichting om een bergingsvoorziening aan te brengen, voor zover het aanbrengen van de bergingsvoorziening redelijkerwijs niet mogelijk is. Deze motivering maakt integraal onderdeel uit van de omgevingsvergunning.

Artikel 3 Maatwerkvoorschrift

Het college kan maatwerkvoorschriften stellen over de inrichting en het beheer van de bergingsvoorziening.

Paragraaf 3 Overige bepalingen

Artikel 4 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen of groep van personen.

Artikel 5 Overgangsrecht

Artikel 2 is niet van toepassing op (principe)verzoeken om wijziging van het bestemmingsplan of aanvragen om omgevingsvergunning die worden ingediend voor de formele inwerkingtreding van deze verordening en waarop schriftelijk door het college is medegedeeld, dat er (onder voorwaarden) mee kan worden ingestemd. Op dergelijke verzoeken en aanvragen is artikel 2 slechts niet van toepassing gedurende de termijn waarvoor de principemedewerking is afgegeven.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de 8e dag na die van bekendmaking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “hemelwaterverordening gemeente Voerendaal 2022”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 december 2022

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOERENDAAL

namens dezen,

de griffier,

Toelichting

Artikel 2

Lid 1 en 2

Via de regel om bij nieuw en vervangend oppervlak te voorzien in een minimale waterbergingscapaciteit van 80 mm per m² verhard oppervlak, wordt hemelwater langer vastgehouden op eigen terrein. Op die manier wordt de belasting op de openbare riolering geleidelijk aan teruggebracht. Een capaciteit van 80 liter per m2 betekent dat voor een perceel met een totaal verhard oppervlak van bijvoorbeeld 1000 m² (horizontaal gemeten) moet worden voorzien in een vorm van bergingsvoorziening met een totale capaciteit van 1000 maal 80 liter, dit is 80.000 liter of 80 m³.

Lid 3

De bergingsvoorziening dient binnen 24 tot 48 uur weer beschikbaar te zijn, zodat opeenvolgende regenbuien wederom geborgen kunnen worden in de bergingsvoorziening.

Lid 7

Bij extreme neerslag, die de verplichte waterbergingscapaciteit in het betreffende werkingsgebied te boven gaat, kan gebruik worden gemaakt van de gemeentelijke voorzieningen voor inzameling en transport van afvalwater. Bij voorkeur wordt het overtollige regenwater dan geloosd in het openbare hemelwaterstelsel. Het derde lid maakt duidelijk dat de bergingsvoorziening niet bedoeld is om alle mogelijke regenbuien op te vangen. De gemeente zorgt voor openbare voorzieningen als noodoverloop. Dit artikellid geeft invulling aan de wettelijke zorgplicht die de gemeente heeft voor het verwerken van hemelwater, als dat redelijkerwijs niet van de perceeleigenaar kan worden gevergd.

Lid 9

Het is niet zo dat de hemelwaterverordening situaties die niet voldoen aan de waterbergingseis uit het eerste lid zonder meer verbiedt. Er zijn situaties denkbaar waarin het realiseren van de voorgeschreven hoeveelheid bergingsvoorziening erg lastig is, of zelfs onmogelijk. De aanwezigheid van mijndrempels in de nabijheid van het plangebied kan een reden zijn om af te wijken van de verordening. Een initiatiefnemer kan, in dit soort gevallen, een vrijstelling aanvragen om geen bergingsvoorziening te hoeven aanleggen. Dit is in lijn met de opdracht in art. 10.32a lid 2 Wm om geen lozingsverbod in te stellen als van de perceeleigenaar redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer kan worden gevergd. Deze motivering maakt dan wel integraal onderdeel uit van de omgevingsvergunning.

Artikel 3

In dit artikel is geregeld dat het college een maatwerkvoorschrift kan stellen over de inrichting en het beheer van een bergingsvoorziening. Bij beheermaatregelen valt te denken aan bijvoorbeeld de manier van onderhouden van afvoerleidingen of infiltratiekratten, deze kunnen verstopt raken. Met een maatwerkvoorschrift kan de gemeente specifieke voorschriften geven over de inrichting en het beheer van een bergingsvoorziening in concrete situaties. Het maatwerkvoorschrift is een besluit waartegen rechtsbescherming open staat.

Artikel 4

In artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt aangegeven dat onder toezichthouder wordt verstaan: een natuurlijk persoon, die bij of krachtens een wettelijk voorschrift is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Een persoon die aangewezen is als toezichthouder beschikt in beginsel over alle in afdeling 5.2 van de Awb opgenomen bevoegdheden.

Artikel 5

Ruimtelijke initiatieven kennen vaak een lange doorlooptijd. Een overgangsregeling is daarom van belang om duidelijkheid en rechtszekerheid te bieden aan initiatiefnemers en belanghebbenden. (Principe)verzoeken om wijziging van het bestemmingsplan of aanvragen om omgevingsvergunning die worden ingediend voor de formele inwerkingtreding van de verordening en waarop schriftelijk door het college is medegedeeld, dat er (onder voorwaarden) mee kan worden ingestemd, hoeven niet te voldoen aan de eisen zoals opgenomen in artikel 2. Dit geldt alleen voor de termijn waarvoor de principemedewerking is afgegeven. Deze termijn bedraagt één jaar. Als de aanvraag om omgevingsvergunning gedurende deze termijn niet wordt ingediend, vervalt de principemedewerking.