Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR687776
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR687776/2
Regeling vervallen per 01-01-2024
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023
Geldend van 02-01-2023 t/m 30-06-2023
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023De raad van de gemeente Dalfsen,
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2022, nummer 1510,
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onder h, en artikel 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet, en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet,
b e s l u i t:
vast te stellen de “Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023”
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023
Artikel 1. Begripsbepalingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2. Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3. Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4. Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor het in behandeling nemen van aanvragen van:
- a.
verklaringen omtrent inkomen en vermogen;
- b.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- c.
de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een aanvraag om subsidie uit de gemeentekas;
- d.
in de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen die na tevoren reeds verleend, doch vervallen respectievelijk ingetrokken te zijn andermaal verleend worden en die welke dienen ter vervanging van dezelfde doch voor bepaalde proeftijd verleende vergunningen, één en ander indien geen uitbreiding of verandering van de oorspronkelijke aanvraag heeft plaatsgehad, noch geheel of gedeeltelijk terugbetaling heeft plaatsgevonden van de voor de eerste vergunning geheven leges;
- e.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- f.
een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen voor een object met een monumentenstatus waarvoor geldt dat indien het object geen monumentenstatus bezat eveneens geen leges verschuldigd waren;
- g.
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlenging of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.
- 2.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
- 3.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6. Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijk kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7. Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- a.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid van dit artikel gestelde termijnen.
Artikel 8. Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9. Vermindering of teruggaaf
- 1.
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst, wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
- 2.
Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.
Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 2.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 3.
onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 4.
onderdeel 1.9.4 (naturalisatie- en optieverzoeken);
- 1.
- c.
betrekking heeft op de ROEB-lijst zoals beschreven in artikel 2.1.1.2 van de tarieventabel;
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11. Nadere regels
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12. Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De "Legesverordening 2022” van 20 december 2021 (en eventuele wijzigingen) wordt ingetrokken met ingang van de in lid 3 van dit artikel genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Legesverordening 2023’.
TARIEVENTABEL
Tarieventabel, behorende bij de “Legesverordening 2023”.
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
1.1.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap op: |
||
1.1.1.1 |
werkdagen op de maandag- en dinsdagochtend om 9.00 uur, indien de voltrekking plaatsvindt in de trouwzaal van het gemeentehuis |
€ |
0,00 |
1.1.1.2 |
werkdagen indien de voltrekking plaatsvindt in het gemeentehuis of het servicepunt Nieuwleusen of het ‘olde gemientehus’ Nieuwleusen |
€ |
420,65 |
1.1.1.3 |
werkdagen indien de voltrekking plaatsvindt op een door de aanvragers bepaalde locatie naar keuze niet zijnde de door de gemeente hiertoe aangewezen ruimten |
€ |
533,80 |
1.1.1.4 |
zaterdag op de tijden zoals genoemd in het Reglement burgerlijke stand : |
||
1.1.1.4.1 |
zaterdag indien de voltrekking plaatsvindt in het gemeentehuis of het servicepunt Nieuwleusen of het ‘olde gemientehus’ Nieuwleusen |
€ |
795,15 |
1.1.1.4.2 |
zaterdag indien de voltrekking plaatsvindt op een door de aanvragers bepaalde locatie naar keuze niet zijnde de door de gemeente hiertoe aangewezen ruimten |
€ |
698,15 |
1.1.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het huwelijk of de registratie van een partnerschap: |
||
1.1.2.1 |
indien het huwelijk of de registratie van een partnerschap vanaf het registreren van de datum tot 1 maand vóór het tijdstip van voltrekking wordt geannuleerd |
€ |
161,05 |
1.1.2.2 |
indien het huwelijk of de registratie van een partnerschap binnen 1 maand vóór het tijdstip van voltrekking wordt geannuleerd |
€ |
241,60 |
1.1.2.3 |
indien het gratis huwelijk of de registratie van een partnerschap vanaf het registreren van de datum tot 1 maand vóór het tijdstip van voltrekking wordt geannuleerd |
€ |
40,25 |
1.1.2.4 |
indien het gratis huwelijk of de registratie van een partnerschap binnen 1 maand vóór het tijdstip van voltrekking wordt geannuleerd |
€ |
80,55 |
1.1.2.5 |
Eenmalig kan de voltrekkingsdatum, het tijdstip of de locatie tot 3 maanden voor het huwelijk of de registratie van een partnerschap kosteloos gewijzigd worden, daarna wordt het volgende tarief aan wijzigingskosten in rekening gebracht |
€ |
72,50 |
1.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen, per getuige |
€ |
37,95 |
1.1.4 |
Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van: |
||
1.1.4.1 |
een trouwboekje of een partnerschapsboekje |
€ |
40,05 |
1.1.4.2 |
een duplicaat van het trouw- of het partnerschapsboekje |
€ |
40,05 |
1.1.5 |
Het tarief bedraagt ter zake van het doen van nasporingen in de registers van de Burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ |
18,45 |
1.1.6 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
€ |
15,70 |
1.1.7 |
Het tarief genoemd in artikel 1.1.3 wordt verhoogd met het bedrag van indien de voltrekking plaatsvindt tussen 17.00 en 20.00 uur. |
€ |
82,90 |
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
1.2. |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
||
1.2.1 |
van een nationaal paspoort : |
||
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
77,85 |
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
58,85 |
1.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): |
||
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
77,85 |
1.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
58,85 |
1.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
||
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
77,85 |
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
58,85 |
1.2.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ |
58,85 |
1.2.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
||
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
70,35 |
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
37,95 |
1.2.6 |
voor een vervangende Nederlandse identiteitskaart van een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
€ |
34,25 |
1.2.7 |
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
€ |
53,00 |
1.2.8 |
De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 worden vermeerderd met: |
||
1.2.8.1 |
voor het laten bezorgen van één reisdocument voor één persoon op het huisadres of het werkadres bedraagt het tarief |
€ |
16,70 |
1.2.8.2 |
voor het gelijktijdig laten bezorgen van meerdere reisdocumenten voor een gezin of samenlevingsvorm op hetzelfde adres en op hetzelfde tijdstip bedraagt het tarief vanaf het tweede document, per document |
€ |
3,40 |
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
1.3.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ |
44,65 |
1.3.2 |
Vervallen |
|
|
1.3.3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een spoedaanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs wordt vermeerderd met een bedrag van |
€ |
34,10 |
1.3.4 |
De tarieven genoemd in de onderdelen 1.3.1 en 1.3.3 worden vermeerderd met: |
||
1.3.4.1 |
voor het laten bezorgen van één rijbewijs voor één persoon op het huisadres of het werkadres bedraagt het tarief |
€ |
16,70 |
1.3.4.2 |
voor het gelijktijdig laten bezorgen van meerdere rijbewijzen voor een gezin of samenlevingsvorm op hetzelfde adres en op hetzelfde tijdstip bedraagt het tarief vanaf het tweede document, per document |
€ |
3,40 |
1.3.4.3 |
Aanvraag om een gezondheidsverklaring CBR |
€ |
41,00 |
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen in het kader van de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
||
1.4.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.4.2.1 |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ |
7,75 |
1.4.2.2
|
het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het eenmalig verstrekken van een overzicht door middel van het geautomatiseerde systeem: |
|
|
tot 100 verstrekkingen |
€ |
73,45 |
|
voor elke verstrekking meer dan 100, per verstrekking |
€ |
0,60 |
|
1.4.3 |
Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
|
1.4.4 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.4.4.1 |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ |
7,75 |
1.4.5 |
Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ |
22,80 |
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister
1.5.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer, bedoeld in artikel D4 van de Kieswet (Stb. 1989, 423) |
€ |
7,75 |
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens
[Vervallen, i.v.m. inwerkingtreding AVG]
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken
1.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||
1.7.2 |
een exemplaar van een andere dan Algemene plaatselijke verordening, met uitzondering van de in deze verordening afzonderlijk genoemde verordeningen |
€ |
18,35 |
1.7.3 |
een exemplaar van de door de gemeenteraad vastgestelde verordening of door het College van Burgemeester en Wethouders vastgestelde nadere regelen, per pagina |
€ |
0,65 |
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie
[vervallen]
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
1.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.9.1 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag |
€ |
41,35 |
1.9.2 |
tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn |
€ |
15,70 |
1.9.3 |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ |
6,95 |
1.9.4 |
voor naturalisatie- en optieverzoeken: |
||
1.9.4.1 |
optie; enkelvoudig |
€ |
206,00 |
1.9.4.2 |
optie; gemeenschappelijk |
€ |
351,00 |
1.9.4.3 |
optie; medeopterende minderjarige |
€ |
23,00 |
1.9.4.4 |
naturalisatie; enkelvoudig; standaard |
€ |
970,00 |
1.9.4.5 |
naturalisatie; gemeenschappelijk; standaard |
€ |
1.238,00 |
1.9.4.6 |
naturalisatie; enkelvoudig; verlaagd |
€ |
722,00 |
1.9.4.7 |
naturalisatie; gemeenschappelijk; verlaagd |
€ |
991,00 |
1.9.4.8 |
naturalisatie; mee naturaliserende minderjarige |
€ |
143,00 |
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief
1.10.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen een digitaal afschrift of digitale kopie van een in het gemeentearchief berustend stuk |
€ |
17,00 |
1.10.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.10.2.1 |
indien het origineel op papier een A3 formaat heeft of kleiner, per pagina |
€ |
0,35 |
1.10.2.2 |
indien het origineel op papier een groter formaat heeft dan A3, per pagina |
€ |
2,95 |
Hoofdstuk 11 Winkeltijdenwet
1.11.1 |
Verplaatst naar Titel 3 |
|
|
Hoofdstuk 12 Kansspelen
1.12 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000 (Stb. 2000, 223) |
|
|
1.12.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ |
26,85 |
Hoofdstuk 13 Telecommunicatie
1.13.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag, als bedoeld in artikel 2.2 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur |
€ |
512,40 |
1.13.1.1 |
indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestrating, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, wordt het tarief zoals bedoeld in artikel 1.13.1, per strekkende meter sleuf vermeerderd met |
€ |
2,75 |
1.13.1.2 |
indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, wordt het tarief, zoals bedoeld in artikel 1.13.1, per strekkende meter sleuf vermeerderd met |
€ |
2,20 |
1.13.1.3 |
indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, wordt het tarief verhoogd met |
€ |
53,90 |
1.13.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard , als bedoeld in artikel 2.2 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur zoals verder uitgewerkt in artikel 1.4 van de Nadere regels kabels en leidingen gemeente Dalfsen |
€ |
104,75 |
1.13.1.5 |
indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, wordt het tarief verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
1.13.1.6 |
indien een begroting als bedoeld in 1.13.1.4. is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde dag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
1.13.1.7 |
indien het betreft werkzaamheden buiten de bebouwde kom, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, en bij een kabellengte van 40.000 meter of meer wordt het tarief zoals bedoeld in artikel 1.13.1 verhoogd met het bedrag, blijkend uit een ter zake opgestelde begroting door het college van burgemeester en wethouders. Voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding wordt dit bedrag aan de melder meegedeeld. |
|
|
Hoofdstuk 14 Verkeer en Vervoer
1.14 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.14.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ |
56,95 |
1.14.2 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ |
60,90 |
1.14.3 |
tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 22 lid 1 WVGS |
€ |
189,35 |
1.14.4 |
tot het verlenging van reeds verkregen ontheffing op grond van artikel 22 lid 1 WVGS |
€ |
95,10 |
1.14.5 |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ |
115,60 |
1.14.6 |
tot het verkrijgen van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) bij verlies of diefstal |
€ |
31,35 |
1.14.7 |
tot het verkrijgen van een toekenning om een gehandicaptenparkeerplaats incl. plaatsing en bebording |
€ |
249,15 |
Hoofdstuk 15 Diversen
|
Ander sluitingsuur / geluidhinder |
||
1.15.1 |
Verplaatst naar Titel 3 |
|
|
1.15.2 |
Verplaatst naar Titel 3 |
|
|
|
Bemiddeling kalligraferen |
||
1.15.3 |
Vervallen per 01-01-2016 |
|
|
|
Klokken |
||
1.15.4 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het luiden van de klokken, eigendom van de burgerlijke Gemeente Dalfsen |
€ |
47,75 |
|
In deze titel niet benoemde vergunningen, ontheffing of andere beschikking |
||
1.15.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ |
128,40 |
|
Collectevergunning |
||
1.15.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een inzamel- of collectevergunning als bedoeld in artikel 5.13 van de Algemene Plaatselijke Verordening Dalfsen |
€ |
41,65 |
1.15.6.1 |
Indien: |
|
|
a. |
een aanvrager zijn aanvraag om vergunning als bedoeld onder 1.15.6, intrekt terwijl deze reeds in ontvangst is genomen door de gemeente, wordt 20% van het tarief van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht. |
20% |
|
b. |
op een aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 1.15.6 afwijzend wordt beschikt, wordt op verzoek teruggaaf van de geheven leges verleend van |
|
15% |
|
Ontheffing recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen (kamperen) |
||
1.15.6.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing van het verbod tot recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen als bedoeld in artikel 4:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening Dalfsen |
€ |
127,10 |
|
Standplaatsvergunning |
||
1.15.6.3 |
Verplaatst naar Titel 3 |
|
|
|
Marktvergunning |
||
1.15.6.4 |
Verplaatst naar Titel 3 |
|
|
|
Terrasvergunning |
||
1.15.6.5 |
Verplaatst naar Titel 3 |
|
|
Hoofdstuk 16 Leegstandwet
1.16 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.16.1 |
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ |
128,40 |
1.16.2 |
tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet |
€ |
84,85 |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
2.1.1.1 |
aanlegkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen], of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen. |
2.1.1.2 |
bouwkosten: alle bouwkosten van het bouwen en of verbouwen, inclusief de afwerking, op basis van marktprijzen, exclusief 21% omzetbelasting, zoals deze marktprijzen zijn opgenomen in de ROEB-lijst (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht), bijgevoegd als bijlage 1 bij deze verordening. Wijzigingen op de ROEB-lijst kunnen door het college van burgemeester en wethouders van toepassing worden verklaard voor deze verordening. Voor zover deze vastgestelde lijst niet voorziet in een passende hoofdcategorie (vetgedrukt in de lijst) wordt onder bouwkosten dan verstaan, de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen. In dit laatste geval zullen de overgelegde gegevens getoetst worden aan hun wettelijke kaders. |
2.1.1.3 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
2.1.1.4 |
zonnepark: een zonnepark is een grondgebonden zonne-energiesysteem met een minimale opwekking van 0,5 MW (circa 0,6 ha) voor zonneparken wordt voor het vaststellen van de bouwleges onder artikelen 2.3.1.1.1 tot en met 2.3.1.1.8 uitgegaan van 25% van de totale bouwkosten zoals omschreven in artikel 2.1.1.2 |
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
2.2.1 |
om vooroverleg / beoordeling van een conceptaanvraag in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is |
€ |
353,25 |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
2.3.1 Bouwactiviteiten
2.3.1.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||
2.3.1.1.1 |
indien de bouwkosten niet meer dan € 1.000 bedragen |
€ |
244,70 |
2.3.1.1.2
|
bij bouwkosten van € 1.000 of meer, doch minder dan € 10.000 |
€ |
367,10 |
vermeerderd met van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 1.000,00 te boven gaat |
|
1,8402% |
|
2.3.1.1.3
|
bij bouwkosten van € 10.000 of meer, doch minder dan € 50.000 |
€ |
611,85 |
vermeerderd met van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 10.000 te boven gaat |
|
1,8252% |
|
2.3.1.1.4
|
bij bouwkosten van € 50.000 of meer, doch minder dan € 100.000 |
€ |
2.039,15 |
vermeerderd met van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 50.000 te boven gaat |
|
1,8178% |
|
2.3.1.1.5
|
bij bouwkosten van € 100.000 of meer, doch minder dan € 250.000 |
€ |
4.241,40 |
vermeerderd met van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 100.000 te boven gaat |
|
1,8145% |
|
2.3.1.1.6
|
bij bouwkosten van € 250.000 of meer, doch minder dan € 500.000 |
€ |
8.791,85 |
vermeerderd met van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 250.000 te boven gaat |
|
1,8105% |
|
2.3.1.1.7
|
bij bouwkosten van € 500.000 of meer, doch minder dan € 1.000.000 |
€ |
16.470,35 |
vermeerderd met van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 500.000 te boven gaat |
|
1,8033% |
|
2.3.1.1.8
|
bij bouwkosten van € 1.000.000 of meer |
€ |
28.573,15 |
vermeerderd met van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 1.000.000 te boven gaat tot een maximum van € 100.000 |
|
1,6248% |
|
|
Verhoging |
||
2.3.1.1.9 |
De bedragen van de artikelen 2.3.1.1 tot en met 2.3.1.1.8 en 2.3.6.1 worden verhoogd met € 50. Als minimaal 2 dagen voor de aanvang van de bouw- of sloopactiviteiten meldingskaartje 1 door het college van burgemeester en wethouders is ontvangen wordt € 25 terugbetaald aan de aanvrager van de leges. Als minimaal 1 dag voor de voltooiing van de bouw- of sloopactiviteiten meldingskaartje 2 door het college van burgemeester en wethouders is ontvangen wordt de resterende € 25 terugbetaald aan de aanvrager van de leges. |
€ |
50,00 |
|
Welstandstoets |
||
2.3.1.2 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief verhoogd met de advieskosten van de welstandscommissie van “Het Oversticht”. Deze bedragen, minimaal € 90,00, ongeacht of deze al dan niet gevolgd wordt door het verlenen van een omgevingsvergunning, waarvoor overigens de normale leges als boven vermeld onverkort verschuldigd zijn, over de bouwkosten bepaald overeenkomstig 2.1.1.2. |
|
|
a. |
€ 0 tot € 230.000 |
|
3,0 ‰ |
b. |
€ 230.000 tot € 455.000 |
|
0,5 ‰ |
c. |
€ 455.000 tot € 680.000 |
|
0,25 ‰ |
d. |
€ 680.000 of meer |
|
0,125 ‰ |
2.3.1.2.1 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.1.2 wordt het tarief van de welstand genoemd in artikel 2.3.1.2 extra verhoogd met 150 % zijnde de advieskosten van de monumentencommissie van “Het Oversticht”. Deze bedragen, minimaal € 90,00, ongeacht of deze al dan niet gevolgd wordt door het verlenen van een omgevingsvergunning, waarvoor overigens de normale leges als boven vermeld onverkort verschuldigd zijn, over de bouwkosten bepaald overeenkomstig 2.1.1.2. Deze verhoging geldt alleen voor aanvragen waarbij sprake is van een advies van de monumentencommissie van “Het Oversticht”. |
|
150% |
|
Verplicht advies agrarische commissie |
||
2.3.1.3 |
Vervallen |
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag |
||
2.3.1.4 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit verhoogd met 40 % van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. |
|
40% |
2.3.2 Aanlegactiviteiten
2.3.2 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo , uitgezonderd een omgevingsvergunning die betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
875,10 |
2.3.2.1 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de aanlegactiviteit verhoogd met 50 % van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. |
50% |
2.3.3 Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
Aanvraag principeverzoek |
||
2.3.3 |
Vervallen per 1-1-2022 (zie onderdeel 2.8.1) |
||
2.3.3.1 |
Vervallen per 1-1-2022 (zie onderdeel 2.8.2) |
||
2.3.3.1.1 |
Vervallen per 1-1-2022 (zie onderdeel 2.8.2.1) |
||
2.3.3.2 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||
2.3.3.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) bedraagt het verschuldigde bedrag |
€ |
432,10 |
2.3.3.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) bedraagt het verschuldigde bedrag |
€ |
432,10 |
2.3.3.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) in combinatie met een (voor)ontwerpbestemmingsplan voor hetzelfde plan, waartegen geen (inspraak)reacties of zienswijzen of opmerkingen zijn ingekomen, bedraagt het verschuldigde bedrag |
€ |
3.534,20 |
2.3.3.5 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) bedraagt het verschuldigde bedrag |
€ |
8.185,95 |
2.3.3.6 |
Voor een zonnepark en een inbreidingslocatie, die binnen de lijst van de Notitie Inbreidingslocaties valt, bedraagt het verschuldigde bedrag voor een ambtelijke haalbaarheidstoets voorafgaand aan een aanvraag onder artikel 2.3.3.5 |
€ |
1.153,10 |
2.3.3.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) bedraagt het verschuldigde bedrag |
€ |
1.042,25 |
2.3.3.8 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) vermeerderd met het bedrag |
€ |
8.185,95 |
2.3.3.9 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) vermeerderd met het bedrag |
€ |
8,185,95 |
2.3.3.10 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): bedraagt het verschuldigde bedrag |
€ |
1.042,25 |
2.3.3.11 |
Indien voor een wijziging, ontheffing, afwijking of vaststelling van het bestemmingsplan of bij een omgevingsvergunning volgens artikel 3.1 of 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening of artikel 2.12 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zoals omschreven in de artikelen 2.3.3.2 tot en met 2.3.3.10 (advies-en/of beoordelings)werkzaamheden moeten worden verricht (onderzoek, externe adviezen stedenbouwkundige opzet) worden de in 2.3.3.2 tot en met 2.3.3.10 genoemde bedragen verhoogd met een bedrag van schriftelijk aan de aanvrager meegedeelde advieskosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt het verschil gerestitueerd. |
|
|
2.3.3.12 |
Als een aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.3.4, 2.3.3.4.1, 2.3.3.5 is voorafgegaan door een principeverzoek als bedoeld in artikel 2.8.2, worden de voor artikel 2.8.2 geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag als bedoeld in 2.3.3.4, 2.3.3.4.1, 2.3.3.5. Het bedrag van vermindering bedraagt het verschil in het tarief genoemd in de artikelen 2.8.1 en 2.8.2. Voorwaarde is dat de aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.3.4, 2.3.3.4.1, 2.3.3.5 binnen 12 maanden is ingediend nadat de uitspraak op het principeverzoek als bedoeld in artikel 2.8.2 is gedaan en het dezelfde ontwikkeling betreft of slechts ondergeschikt is gewijzigd. |
|
|
2.3.3.13 |
[Vervallen] |
|
|
2.3.3.14 |
Als een aanvraag waarbij een verantwoording groepsrisico moet worden gemaakt in het kader van een omgevingsvergunning (al dan niet met afwijking), uitwerking, wijziging of herziening van een bestemmingsplan wordt het onder 2.3.3.11 bedoelde tarief verhoogd met |
€ |
342,85 |
2.3.3.15 |
Als een aanvraag waarbij de verbeelding (plankaart) moet worden aangepast in het kader van een omgevingsvergunning (al dan niet met afwijking), wordt het onder 2.3.3.2 t/m 2.3.3.4 en 2.3.4.2 t/m 2.3.4.4 bedoelde tarief verhoogd met |
€ |
423,30 |
2.3.4 Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
Aanvraag principeverzoek |
||
2.3.4 |
Vervallen per 1-1-2022 (zie onderdeel 2.8.1) |
||
2.3.4.1 |
Vervallen per 1-1-2022 (zie onderdeel 2.8.2) |
||
2.3.4.1.1 |
Vervallen per 1-1-2022 (zie onderdeel 2.8.2.1) |
||
|
Aanvraag omgevingsvergunning |
||
2.3.4.2 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
|
2.3.4.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) bedraagt het verschuldigde bedrag |
€ |
802,40 |
2.3.4.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) voor het gebruiken van de bedrijfswoning van een voormalig (agrarisch) bedrijf voor ‘wonen’ bedraagt het verschuldigde bedrag |
€ |
1.086,85 |
2.3.4.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) bedraagt het verschuldigde bedrag |
€ |
802,40 |
2.3.4.5 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) bedraagt het verschuldigde bedrag |
€ |
8.185,95 |
2.3.4.5.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) in combinatie met een (voor)ontwerpbestemmingsplan voor hetzelfde plan, waartegen geen (inspraak)reacties of zienswijzen of opmerkingen zijn ingekomen, bedraagt het verschuldigde bedrag |
€ |
3.499,15 |
2.3.4.6 |
Voor een zonnepark en een inbreidingslocatie, die binnen de lijst van de Notitie Inbreidingslocaties valt, bedraagt het verschuldigde bedrag voor een ambtelijke haalbaarheidstoets voorafgaand aan een aanvraag onder artikel 2.3.4.5 |
€ |
1.153,10 |
2.3.4.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) bedraagt het verschuldigde bedrag |
€ |
1.647,65 |
2.3.4.8 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) vermeerderd met het bedrag |
€ |
8.185,95 |
2.3.4.9 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) vermeerderd met het bedrag |
€ |
8.185,95 |
2.3.4.10 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) bedraagt het verschuldigde bedrag |
€ |
1.606,70 |
2.3.4.11 |
Vervallen per 1-1-2022 (zie onderdeel 2.8.3.a) |
||
2.3.4.12 |
Indien voor een wijziging, ontheffing, afwijking of vaststelling van het bestemmingsplan of bij een omgevingsvergunning volgens artikel 3.1 of 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening of artikel 2.12 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zoals omschreven in de artikelen 2.3.4.2 tot en met 2.3.4.10 (advies-en/of beoordelings)werkzaamheden moeten worden verricht (onderzoek, externe adviezen stedenbouwkundige opzet) worden de in 2.3.4.2. tot en met 2.3.4.10 genoemde bedragen verhoogd met een bedrag van schriftelijk aan de aanvrager meegedeelde advieskosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt het verschil gerestitueerd. |
|
|
2.3.4.13 |
Als een aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.4.4, 2.3.4.5, 2.3.4.5.1, is voorafgegaan door een principeverzoek als bedoeld in artikel 2.8.2 worden de voor artikel 2.8.2 geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag als bedoeld in 2.3.4.4, 2.3.4.5, 2.3.4.5.1. Het bedrag van vermindering bedraagt het verschil in het tarief genoemd in de artikelen 2.8.1 en 2.8.2. Voorwaarde is dat de aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.4.4, 2.3.4.5, 2.3.4.5.1 binnen 12 maanden is ingediend nadat de uitspraak op het principeverzoek als bedoeld in artikel 2.8.2 is gedaan en het dezelfde ontwikkeling betreft of slechts ondergeschikt is gewijzigd. |
|
|
|
Verhoging in verband met Wet geluidhinder |
||
2.3.4.14 |
Vervallen per 1-1-2022 (zie onderdeel 2.8.7) |
|
|
2.3.4.15 |
Vervallen per 1-1-2022 (zie onderdeel 2.8.8) |
|
|
2.3.4.16 |
Vervallen per 1-1-2022 (zie onderdeel 2.8.8.a – nieuw nummer) |
|
|
2.3.4.17 |
Vervallen per 1-1-2022 (zie onderdeel 2.8.11) |
||
|
Achteraf ingediende aanvraag |
||
2.3.4.18 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.4.2 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de nieuwe gebruikssituatie verhoogd, met 50% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. |
|
50% |
|
Aanpassing op de verbeelding |
||
2.3.4.19 |
Als een aanvraag waarbij de verbeelding (plankaart) moet worden aangepast in het kader van een omgevingsvergunning (al dan niet met afwijking), wordt het onder 2.3.3.2 t/m 2.3.3.4 en 2.3.4.2 t/m 2.3.4.4 bedoelde tarief verhoogd met |
€ |
423,30 |
2.3.5 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
2.3.5 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
|
2.3.5.1 |
11 tot en met 25 personen verblijven |
€ |
1.170,05 |
2.3.5.2 |
26 tot en met 100 personen verblijven |
€ |
1,754,90 |
2.3.5.3 |
meer dan 100 personen verblijven |
€ |
2.339,80 |
2.3.5.4 |
Indien een aanvraag betrekking heeft op het wijzigen van een omgevingsvergunning voor de activiteit brandveilig gebruik dan bedraagt het tarief |
€ |
268,90 |
2.3.6 Sloopactiviteiten bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht of bestemmingsplan
2.3.6.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
405,75 |
2.3.7 Aanleggen of veranderen weg
2.3.7 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
43,05 |
2.3.8 Uitweg/inrit
[Vervallen]
2.3.9 Kappen
2.3.9 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening, artikel 4.11, lid 1 tot en met 13, van de Algemene plaatselijke verordening of een bestemmingsplan, een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, of artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
141,80 |
|
Achteraf ingediende aanvraag |
||
2.3.9.1 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.9 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, verhoogd met 100 % van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. |
€ |
283,60 |
2.3.10 Opslag van roerende zaken
2.3.10 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
|
2.3.10.1 |
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo |
€ |
126,20 |
2.3.10.2 |
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo |
€ |
126,20 |
2.3.11 Natura 2000-activiteiten
2.3.11.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
615,50 |
2.3.12 Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)
2.3.12 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
106,95 |
2.3.13 Andere activiteiten
2.3.13 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
|
|
2.3.13.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
43,05 |
2.3.13.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
43,05 |
2.3.13.3 |
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
43,05 |
2.3.13.4 |
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
2.3.14 Omgevingsvergunning in twee fasen
2.3.14 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
|
2.3.14.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
|
|
2.3.14.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
|
|
2.3.15 Beoordeling bodemrapport
[Vervallen]
2.3.16 Advies
2.3.16.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
2.3.16.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
2.3.17 Verklaring van geen bedenkingen
2.3.17.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|
|
2.3.17.1.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ |
2.378,75 |
2.3.17.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
2.3.17.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
2.4.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen, indien binnen 12 maanden, een aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3 is ingediend. |
||
2.4.2 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan drie activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17. De vermindering bedraagt: |
|
|
2.4.2.1 |
bij 3 tot 5 activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
5% |
2.4.2.2 |
bij 5 tot 10 activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
10% |
2.4.2.3 |
bij 10 of meer activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges. |
|
15% |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
2.5.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
||
2.5.1.1
|
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 (2.3.1.1 t/m 2.3.1.1.8) , 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges (exclusief Leges Welstand). |
|
|
De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
50% |
|
2.5.2 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
||
2.5.2.1
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 (2.3.1.1 t/m 2.3.1.1.8), 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. (excl. Leges Welstand) |
|
|
De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
10% |
|
2.5.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
||
2.5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 (2.3.1.1 t/m 2.3.1.1.8), 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. (Excl. Leges Welstand) |
|
|
De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
25% |
|
2.5.3.2 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
|
2.5.3.3 |
Ingeval het college besluit niet mee te werken aan de aanvraag zoals bedoeld in artikel 2.3.3.5 en 2.3.4.5 bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges van 50% van het bedrag als genoemd in de artikelen 2.3.3.5 en 2.3.4.5. |
|
|
2.5.4 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
||
2.5.4.1 |
Een bedrag minder dan € 35 wordt niet teruggegeven. |
|
|
2.5.5 |
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
||
2.5.5.1 |
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend. |
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
2.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is: |
€ |
43,80 |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
2.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project |
€ |
228,60 |
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
Aanvraag principeverzoek |
||
2.8.1 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een principe uitspraak van het college tot het al dan niet willen verlenen van medewerking aan een omgevingsvergunning (al dan niet met afwijking), uitwerking, wijziging of herziening van een bestemmingsplan in de zin van de Wet ruimtelijke ordening bedraagt het tarief |
€ |
549,60 |
2.8.2 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een principe uitspraak van het college tot het al dan niet willen verlenen van medewerking aan een omgevingsvergunning (al dan niet met afwijking), uitwerking, wijziging of herziening van een bestemmingsplan in de zin van de Wet ruimtelijke ordening met toepassing van Sloop voor Kansen, VAB-beleid, boerenerf wonen, Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving of inbreidingslocaties in de categorie ‘stedenbouwkundige visie van toepassing’ bedraagt het tarief |
€ |
1.173,75 |
2.8.2.1 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ambtelijke beoordeling over de haalbaarheid van een planologische maatregel voorafgaand aan een verzamelplan bedraagt het tarief |
€ |
304,75 |
|
Stedenbouwkundige visie |
||
2.8.3 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het opstellen van een stedenbouwkundige visie volgens de notitie inbreidingslocaties geldt het vaste bedrag van |
€ |
3.488,75 |
Voorbereidingsbesluit |
|||
2.8.3.a |
Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het nemen van een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening |
€ |
1.407,25 |
Bestemmingsplannen |
|||
2.8.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening voor een normale ontwikkeling |
€ |
10.428,60 |
2.8.4.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening voor een grote ontwikkeling |
€ |
12.973,90 |
2.8.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening voor een normale ontwikkeling waarvan is overeengekomen dat deze wordt opgenomen in een “verzamelplan” |
€ |
6.580,00 |
2.8.4.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening voor een grote ontwikkeling waarvan is overeengekomen dat deze wordt opgenomen in een “verzamelplan” |
€ |
8.348,75 |
2.8.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, respectievelijk artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening. |
€ |
7.069,95 |
2.8.6 |
Indien voor een wijziging, uitwerking, ontheffing, afwijking of vaststelling van het bestemmingsplan of bij een omgevingsvergunning volgens artikel 3.1 of 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening of artikel 2.12 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zoals omschreven in de artikelen 2.8.4 tot en met 2.8.5 (advies- en/of beoordelings)werkzaamheden moeten worden verricht (onderzoek, externe adviezen stedenbouwkundige opzet), worden de in 2.8.4 tot en met 2.8.5 genoemde bedragen verhoogd met een bedrag van schriftelijk aan de aanvrager meegedeelde advieskosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt het verschil gerestitueerd. |
|
|
Wet geluidhinder |
|||
2.8.7 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag waarbij het noodzakelijk is de gevelbelasting ten gevolge van wegverkeer-, railverkeer en/of industrielawaai te beoordelen dan wel waarvoor verzoek tot ontheffing moet worden ingediend wordt: |
||
a. |
voor het beoordelen of voldaan kan worden aan de voorkeursgrenswaarden van artikel 82, lid 1 Wet geluidhinder bij verbouw/uitbreiding van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen vermeerderd met |
€ |
158,65 |
b. |
voor het beoordelen of voldaan kan worden aan de voorkeursgrenswaarden van artikel 82,lid 1 Wet geluidhinder bij nieuwbouw van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen vermeerderd met |
€ |
182,95 |
c. |
voor aanvragen waarvoor een procedure voor een hogere grenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder moet worden gevolgd vermeerderd met het bedrag onder a en b |
€ |
1.998,20 |
d. |
het tarief als bedoeld onder a en b wordt bij woongebouwen per wooneenheid verhoogd met |
€ |
55,55 |
2.8.8 |
Indien een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd in het kader van een bestemmingsplanherziening/-wijziging/-afwijking, dan wel een aanvraag om een omgevingsvergunning bouwactiviteit wordt het onder 2.8.7 bedoelde tarief verhoogd met de werkelijke kosten door een externe adviseur aan de gemeente in rekening gebracht. Voorafgaande aan de opdrachtverstrekking wordt hiervan aan betrokkenen een begroting overlegd. De aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
2.8.8.a |
Indien een besluit Hogere grenswaarden Wet geluidhinder ingeschreven moet worden in het Kadaster en hiervoor op basis van de verplichting van artikel 110i Wet geluidhinder een onderzoek moet worden uitgevoerd wordt het onder 2.8.7 of 2.8.8 bedoelde tarief verhoogd met de werkelijke kosten door een externe adviseur aan de gemeente in rekening gebracht. Voorafgaande aan de opdrachtverstrekking wordt hiervan aan betrokkenen een begroting overlegd. De aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||
2.8.9 |
Als een aanvraag als bedoeld in de artikelen 2.8.4 tot en met 2.8.5, is voorafgegaan door een principeverzoek als bedoeld in artikel 2.8.2, worden de voor artikel 2.8.2. geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag als bedoeld in artikelen 2.8.4 tot en met 2.8.5. Het bedrag van vermindering bedraagt het verschil in het tarief genoemd in de artikelen 2.8.2 en 2.8.1. Voorwaarde is dat de aanvraag als bedoeld in artikelen 2.8.4 tot en met 2.8.5 binnen 12 maanden is ingediend nadat de uitspraak op het principeverzoek als bedoeld in artikel 2.8.2 is gedaan en het dezelfde ontwikkeling betreft of slechts een ondergeschikte wijziging is. |
|
|
2.8.10 |
Als een aanvraag als bedoeld in de artikelen 2.8.4 tot en met 2.8.5, een provinciaal belang betreft en de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening (afwijking van provinciale regelgeving) worden de leges vermeerderd met |
€ |
8.328,45 |
2.8.11 |
Als een aanvraag waarbij een verantwoording groepsrisico moet worden gemaakt in het kader van een omgevingsvergunning ( al dan niet met afwijking), uitwerking, wijziging of herziening van een bestemmingsplan wordt het onder 2.8.6 bedoelde tarief verhoogd met |
€ |
348,85 |
|
Teruggaaf |
||
2.8.12 |
Ingeval het college of de raad besluiten niet mee te werken aan de aanvraag zoals bedoeld in artikelen 2.8.4 tot en met 2.8.5 bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges van 50% van het bedrag als genoemd in de artikelen 2.8.4 tot en met 2.8.5. |
|
|
Hoofdstuk 9 Sloopmelding
[Vervallen]
Hoofdstuk 10 overschrijving omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen
[Vervallen]
Hoofdstuk 11 Ontheffing op basis omgevingsverordening Overijssel
2.11 |
Indien voor het behandelen van een aanvraag om een vergunning, een aanvraag om ontheffing op basis van de Omgevingsverordening Overijssel noodzakelijk is wordt het desbetreffende legesbedrag verhoogd met het bedrag van |
€ |
754,20 |
Hoofdstuk 12 In deze titel niet benoemde beschikking
2.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking |
€ |
128,40 |
Hoofdstuk 13 Uitgestelde betaling zonneparken
2.13.1 |
Het percentage van de bouwleges onder artikel 2.3.1 dat in rekening wordt gebracht voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een zonnepark bedraagt |
|
50% |
2.13.2 |
Het percentage van de bouwleges onder artikel 2.3.1 dat in rekening wordt gebracht, 26 weken na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning, bedraagt |
|
50% |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1 Horeca
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet |
€ |
402,45 |
3.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet |
€ |
105,90 |
3.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ |
57,45 |
3.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel bij de vergunning op grond van artikel 30a van de Alcoholwet |
€ |
105,90 |
3.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 2:28 van de APV (aanvraag vergunning exploitatie openbare inrichting) |
€ |
402,45 |
3.1.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een structurele ontheffing schenktijden op grond van de APV (artikel 2:34b lid 5) |
€ |
57,45 |
3.1.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een incidentele ontheffing schenktijden op grond van de APV (artikel 2:34b lid 5) |
€ |
57,45 |
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen
[Vervallen]
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening |
€ |
3.002,00 |
3.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening |
€ |
208,40 |
Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening
[Vervallen]
Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
3.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ |
128,40 |
Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet
3.6 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
3.6.1 |
tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet |
€ |
128,40 |
3.6.2 |
tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander |
€ |
128,40 |
3.6.3 |
tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing |
€ |
128,40 |
Hoofdstuk 7 Kinderopvang
3.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
||
3.7.1 |
het in exploitatie nemen van een kindercentrum (kinderdagopvang en/of buitenschoolse opvang) als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid en artikel 1.46 eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen |
€ |
990,70 |
3.7.2 |
het in exploitatie nemen van een gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid en artikel 1.46 eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen |
€ |
990,70 |
3.7.3 |
het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid en artikel 1.46 eerste lid van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen |
€ |
318,90 |
Hoofdstuk 8 Diversen
|
Ander sluitingsuur |
||
3.8.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een ander sluitingsuur op grond van artikel 2.29 lid 4 van de Algemene plaatselijke verordening of op grond van de beleidsregel evenementen |
€ |
65,50 |
|
Geluidshinder |
||
3.8.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing geluidhinder op grond van artikel 4.6 van de Algemene plaatselijke verordening of een ontheffing geluidhinder op grond van art. 8.3 van het Bouwbesluit 2012 voor nachtelijke werkzaamheden binnen, bijv. het vlinderen van een betonvloer. |
€ |
65,50 |
|
Standplaatsvergunning |
||
3.8.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening Dalfsen |
€ |
128,40 |
|
Marktvergunning |
||
3.8.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een marktvergunning als bedoeld in artikel 5:50 van de Algemene Plaatselijke Verordening Dalfsen |
€ |
128,40 |
|
Terrasvergunning |
||
3.8.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een terrasvergunning als bedoeld in artikel 2:28a van de Algemene Plaatselijke Verordening Dalfsen |
€ |
128,40 |
|
Zondagswet |
||
3.8.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 3 lid 1 en artikel 4 lid 1 van de Zondagswet |
€ |
65,50 |
Ondertekening
Aldus besloten door de raad van de gemeente Dalfsen in zijn openbare vergadering van 19 december 2022.
De raad voornoemd,
de voorzitter, de griffier,
drs. E. van Lente drs. J. Leegwater
Bijlage 1 ROEB-lijst (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht) 2023
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl