Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR687738
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR687738/1
Regeling vervallen per 01-01-2024
Verordening op de heffing en de invordering van leges Leiderdorp 2023
Geldend van 23-12-2022 t/m 31-12-2023
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges Leiderdorp 2023De raad van de gemeente Leiderdorp;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2022;
gezien het advies van het Politiek Forum van 12 december 2022;
gelet op het bepaalde in artikel gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
b e s l u i t:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van leges Leiderdorp 2023
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
kwartier : een aaneengesloten periode van 15 minuten;
- b.
dag : de periode van 00.00 tot 24.00, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- c.
week : een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- d.
maand : het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- e.
jaar : het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- f.
kalenderjaar : de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam “leges” worden rechten geheven:
- a.
voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
voor het verrichten van handelingen ten behoeven van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
Een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende Tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van heffing van leges of kosteloos moeten worden verleend.
- c.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor het plaatsen van vergunningsplichtige zonnepanelen;
- d.
een conceptaanvraag, dan wel vergunning, betrekking hebbende op de aanvraag voor een activiteit met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten zoals bedoeld in artikel 2.3.6 van de tarieventabel.
- e.
voor het in behandeling nemen van een aanvraag op basis van de APV artikelen 2.10 (Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan voor zover het driehoeks-reclameborden betreft), 2:25 (Evenementen), 5:14 (Venten), 5:18 (Standplaatsvergunning):
indien de aanvraag wordt ingediend door een non-profit organisatie (uitgezonderd politieke partijen) die blijkens haar statuten alsmede gelet op de ingediende aanvraag, geen individueel, persoonlijk of groepswinstoogmerk heeft en waarbij de doelstellingen van de non-profitorganisatie van maatschappelijke, sociale, pedagogische, sportieve, charitatieve en of culturele aard zijn.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende Tarieventabel.
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de Tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende
schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiking van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen dertig (30) dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn,
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en die de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 2.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 3.
onderdeel 1.4.5 (verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
hoofdstuk 15 (kansspelen);
- 1.
-
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijzigingen van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De “Legesverordening 2022” van 20 december 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de Legesverordening 2021 gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
-
3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
-
5. De in Titel 2 genoemde bijlage (NEN norm 2580) wordt bekendgemaakt door ter inzage legging in het gemeentehuis te Leiderdorp.
-
6. Deze verordening kan worden aangehaald als: “Legesverordening Leiderdorp 2023”.
Ondertekening
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Leiderdorp op 19 december 2022,
de griffier,
mevrouw E. van der Voorde
de voorzitter,
mevrouw L.M. Driessen-Jansen
Bijlage 1. Tarieventabel behorende bij de Verordening leges 2023
Indeling tarieventabel |
|
Titel 1 Algemene dienstverlening |
|
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand |
|
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen |
|
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen |
|
Hoofdstuk 5 Gereserveerd |
|
Hoofdstuk 6 Gereserveerd |
|
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken |
|
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie |
|
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken |
|
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief |
|
Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014 |
|
Hoofdstuk 12 Leegstandswet |
|
Hoofdstuk 13 Gereserveerd |
|
Hoofdstuk 14 Gereserveerd |
|
Hoofdstuk 15 Kansspelen |
|
Hoofdstuk 16 Telecommunicatie |
|
Hoofdstuk 17 Verkeer en vervoer |
|
Hoofdstuk 18 Diversen |
|
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning |
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen |
|
Hoofdstuk 2 Conceptaanvraag |
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning |
|
Hoofstuk 4 Vermindering |
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf |
|
Hoofstuk 6 Buiten behandeling stellen aanvraag omgevingsvergunning |
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten |
|
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking |
|
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
|
Hoofstuk 1 Horeca |
|
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten |
|
Hoofdstuk 3 Overige APV activiteiten |
|
Hoofdstuk 4 Prostitutiebedrijven |
|
Hoofdstuk 5 Huisvestingswet 2014 |
|
Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet |
|
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
Titel 1 Algemene dienstverlening |
|
|
||||||
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand |
|
|
||||||
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, het registreren van een partnerschap in de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op: |
|
|
|||||
1.1.1.1 |
Maandag tot en met vrijdag in het gemeentehuis of op een door de gemeente aangewezen locatie buiten het gemeentehuis: van 09.00 uur tot 16.00 uur, een en ander conform het reglement Burgerlijke Stand |
€ |
380,60 |
|||||
1.1.1.2 |
Maandag tot en met vrijdag buiten de tijden gelegen tussen 09.00 en 16.00 uur, alsmede op zaterdag en op een dag dat het gemeentehuis gesloten is, of op een door de gemeente aangewezen locatie buiten het gemeentehuis, een en ander conform het reglement Burgerlijke Stand |
€ |
685,60 |
|||||
1.1.1.3 1 |
In afwijking van de rubriek 1.1.1.1 bedraagt het tarief voor de voltrekking van een huwelijk of het registreren van een partnerschap tussen personen waarvan er tenminste één ingezetene is van de gemeente Leiderdorp, in het gemeentehuis (beperkte ceremonie) gedurende de tijden zoals is opgenomen in het reglement burgerlijke stand |
€ |
kosteloos |
|||||
1.1.1.4 |
In afwijking van de rubriek 1.1.1.1 bedraagt het tarief voor de voltrekking van een huwelijk of het registreren van een partnerschap in het gemeentehuis (beperkte ceremonie) gedurende de tijden zoals opgenomen in het reglement burgerlijke stand |
€ |
188,50 |
|||||
1.1.1.5 |
De tarieven vermeld onder 1.1.1.1, 1.1.1.2 en 1.1.1.4 worden bij wijziging van de reservering betreffende het tijdstip, de datum en/of de locatie voor het voltrekken van het huwelijk of het registreren van een partnerschap, verhoogd met |
€ |
31,25 |
|||||
1.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op: |
|
|
|||||
1.1.2.1 |
Maandag tot en met vrijdag in het gemeentehuis of op een door de gemeente aangewezen locatie buiten het gemeentehuis: van 09.00 uur tot 16.00 uur, een en ander conform het reglement Burgerlijke Stand |
€ |
380,60 |
|||||
1.1.2.2 |
Maandag tot en met vrijdag buiten de tijden gelegen tussen 09.00 en 16.00 uur, alsmede op zaterdag en op een dag dat het gemeentehuis gesloten is, of op een door de gemeente aangewezen locatie buiten het gemeentehuis, een en ander conform het reglement Burgerlijke Stand |
€ |
685,60 |
|||||
1.1.2.3 |
De tarieven vermeld onder 1.1.2.1 en 1.1.2.2 worden bij wijziging van de reservering betreffende het tijdstip, de datum en/of de locatie voor het voltrekken van het huwelijk of het registreren van een partnerschap, verhoogd met |
€ |
31,25 |
|||||
1.1.3 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek |
€ |
380,60 |
|||||
1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek |
€ |
380,60 |
|||||
1.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
€ |
|
|||||
1.1.5.1 |
een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering |
€ |
20,95 |
|||||
1.1.5.2 |
een trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering |
€ |
42,05 |
|||||
1.1.6 2 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand is van toepassing het ten tijde van de aanvraag geldende tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
|
|
|||||
1.1.7 |
Het tarief bedraagt voor het van gemeentewege ter beschikking stellen van getuigen bij een voltrekking van een huwelijk of het registreren van een partnerschap, per getuige |
€ |
19,30 |
|||||
1.1.8 |
Het tarief bedraagt voor: |
|
|
|||||
1.1.8.1 |
de benoeming tot trouwambtenaar (Babs) voor de voltrekking van één huwelijk of de registratie van één partnerschap zonder beëdiging door de rechtbank |
€ |
37,95 |
|||||
1.1.8.2 |
de benoeming tot trouwambtenaar (Babs) voor de voltrekking van één huwelijk of de registratie van één partnerschap met beëdiging door de rechtbank |
€ |
114,05 |
|||||
1.1.9 |
Voor het op verzoek toezenden van afschriften en uittreksels als bedoeld in dit hoofdstuk worden de tarieven verhoogd met de portokosten conform het geldende tarief van PostNL. |
|
|
|||||
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
|
||||||
1.2 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
|
|||||
1.2.1 |
van een nationaal paspoort: |
|
|
|||||
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
|||||
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
|||||
1.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort) geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
|||||
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
|||||
1.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
|||||
1.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
|||||
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
|||||
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
|||||
1.2.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
|
|
|||||
1.2.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
|||||
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
|||||
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
|||||
1.2.6 |
voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
|||||
1.2.7 |
voor het bezorgen van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde document, zijnde een toeslag op de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemde bedragen |
€ |
17,30 |
|||||
1.2.8 |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
€ |
34,90 |
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen |
|
|
||||||
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs het tarief zoals dat is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met de rijkskostencomponent (het bedrag dat de gemeenten moeten afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs), afgerond naar beneden op vijf cent |
|
|
|||||
1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met het bedrag conform de door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde RDW rijbewijstarieven voor 2020, afgerond naar beneden op vijf cent |
|
|
|||||
1.3.3 |
Voor het verstrekken van een formulier voor het aanvragen van een verklaring van geschiktheid als bedoeld in artikel 98 van het Reglement Rijbewijzen (gezondheidsverklaring) is van toepassing het ten tijde van de aanvraag geldende tarief zoals dat door het CBR is vastgesteld onder goedkeuring van de Minister van Infrastructuur en Milieu. |
|
|
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen |
|
|
||||||
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
|
|||||
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|||||
1.4.2.1 |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ |
8,70 |
|||||
1.4.3 |
Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
|
|||||
1.4.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|||||
1.4.4.1 |
tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking |
€ |
8,70 |
|||||
1.4.5 5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 10, lid 2 Regeling basisregistratie personen |
|
|
|||||
1.4.6 |
tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200 |
€ |
8,70 |
|||||
1.4.7 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de (gemeentelijke) basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ |
20,00 |
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 5 Gereserveerd |
|
|
||||||
Hoofdstuk 6 Gereserveerd |
|
|
||||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken |
|
|
||||||
1.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
|||||
1.7.1.1 |
een afschrift van de gemeentebegroting (Programmabegroting) |
€ |
71,05 |
|||||
1.7.1.2 |
een afschrift van de gemeenterekening (Programmarekening) |
€ |
37,70 |
|||||
1.7.1.3 |
een afschrift van de Voorjaarsnota of de Najaarsnota |
€ |
19,30 |
|||||
1.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|||||
1.7.2.1 |
tot het verstrekken van: |
|
|
|||||
1.7.2.1.1 |
een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina |
€ |
0,25 |
|||||
1.7.2.1.2 |
een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina |
€ |
0,25 |
|||||
1.7.2.2 |
tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar: |
|
|
|||||
1.7.2.2.1 |
op de verslagen van de raadsvergaderingen, inclusief portokosten |
€ |
49,00 |
|||||
1.7.2.2.2 |
op de stukken behorende bij de raadsvergaderingen, inclusief portokosten |
€ |
49,00 |
|||||
1.7.2.2.3 |
op de agenda van de raadsvergaderingen, inclusief portokosten |
€ |
12,30 |
|||||
1.7.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
|||||
1.7.3.1 |
een afschrift van het verslag van een vergadering, per pagina |
€ |
0,25 |
|||||
1.7.3.1.1 |
een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering, per pagina |
€ |
0,25 |
|||||
1.7.3.2 |
tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar: |
|
|
|||||
1.7.3.2.1 |
op verslagen van een vergadering(en) (inclusief agenda), inclusief portokosten |
€ |
13,45 |
|||||
1.7.3.2.2 |
op de stukken behorende bij een vergadering, inclusief portokosten |
€ |
49,00 |
|||||
1.7.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
|||||
1.7.4.1 |
een afschrift van de Algemene Plaatselijke Verordening (inclusief de geldende wijzigingsverordeningen) |
€ |
14,50 |
|||||
1.7.4.2 |
een afschrift van de Bouwverordening (inclusief de geldende wijzigingsverordeningen) |
€ |
100,50 |
|||||
1.7.4.3 |
een afschrift van een andere dan de onder 1.7.4.1 en 1.7.4.2 genoemde verordeningen, inclusief de geldende wijzigingsverordeningen |
€ |
14,50 |
|||||
1.7.5 |
Voor het op verzoek toezenden van stukken en afschriften als bedoeld in dit hoofdstuk worden de tarieven verhoogd met de portokosten conform het geldende tarief van PostNL, behoudens indien bij het tarief is vermeld dat het bedrag daarvan inclusief portokosten is. |
|
|
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie |
|
|
||||||
1.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|||||
1.8.1.1 |
tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan: |
|
|
|||||
1.8.1.1.1 |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde |
€ |
0,25 |
|||||
1.8.1.1.2 |
in formaat A3, per bladzijde |
€ |
0,50 |
|||||
1.8.1.2 |
tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per stuk |
€ |
20,60 |
|||||
|
vermeerderd met |
€ |
2,75 |
|||||
|
voor elke dm2 waarmee de oppervlakte van de kaart, tekening of lichtdruk het A1 formaat (84x59cm) te boven gaat. |
|
|
|||||
1.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit: |
|
|
|||||
1.8.2.1 |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres respectievelijk per gebouw |
€ |
12,15 |
|||||
1.8.2.2 |
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet |
€ |
23,50 |
|||||
1.8.2.3 |
de inschrijving in het Rijksmonumentenregister bedoeld in de artikelen 3.3 lid 5 van de Erfgoedwet, per inschrijving |
€ |
12,15 |
|||||
1.8.2.4 |
het Rijksmonumentenregister bedoeld in de artikelen 3.3 lid 5 van de Erfgoedwet, per monument |
€ |
12,15 |
|||||
1.8.2.5 |
het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die Wet. |
€ |
12,15 |
|||||
1.8.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van: |
€ |
|
|||||
1.8.3.1 |
het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres |
€ |
12,15 |
|||||
1.8.3.2 |
het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie |
€ |
12,15 |
|||||
1.8.3.3 |
het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat |
€ |
12,15 |
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken |
|
|
||||||
1.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|||||
1.9.1 7 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag van een natuurlijke persoon het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 1 van de “Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden” |
|
|
|||||
1.9.2 |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening of een foto en voor het waarmerken van bescheiden |
€ |
12,15 |
|||||
1.9.3 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het bezit van het Nederlanderschap |
€ |
8,70 |
|||||
1.9.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot verlof tot uitstel van begrafenis of crematie |
€ |
9,10 |
|||||
1.9.5 |
Het tarief bedraagt voor een laissez-passer voor lijken ten behoeve van het vervoer van een lijk naar het buitenland |
€ |
9,10 |
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief |
|
|
||||||
1.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ |
20,00 |
|||||
1.10.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: |
|
|
|||||
1.10.3 |
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|||||
|
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 1.10.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|||||
1.10.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het uitlenen van archiefbescheiden |
€ |
30,50 |
|||||
1.10.5 |
Voor het op verzoek toezenden van afschriften en uittreksels als bedoeld in dit hoofdstuk worden de tarieven verhoogd met de portokosten conform het geldende tarief van PostNL. |
|
|
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014 |
|
|
||||||
1.11 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|||||
1.11.1 |
van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 |
€ |
113,50 |
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 12 Leegstandwet |
|
|
||||||
1.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|||||
1.12.1.1 |
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van een leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ |
258,05 |
|||||
1.12.1.2 |
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van een woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet |
€ |
85,85 |
|||||
1.12.2 |
Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.12.1.1 en 1.12.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. |
|
|
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 13 Gereserveerd |
|
|
||||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 14 Gereserveerd |
|
|
||||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 15 Kansspelen |
|
|
||||||
1.15.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
|
|||||
1.15.1.1 |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat, zoals is opgenomen in artikel 3 Speelautomatenbesluit 2000 |
|
|
|||||
1.15.1.2 |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat zoals is opgenomen in artikel 3 Speelautomatenbesluit 2000 en voor iedere volgende kansspelautomaat zoals is opgenomen in artikel 3 Speelautomatenbesluit 2000 |
|
|
|||||
1.15.1.3 |
voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd zoals is opgenomen in artikel 3 Speelautomatenbesluit 2000 |
|
|
|||||
1.15.1.4 |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat zoals is opgenomen in artikel 3 Speelautomatenbesluit 2000 en voor iedere volgende kansspelautomaat zoals is opgenomen in artikel 3 Speelautomatenbesluit 2000 |
|
|
|||||
1.15.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ |
175,75 |
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 16 Telecommunicatie |
|
|
||||||
1.16.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit of vergunning, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden: |
|
|
|||||
1.16.1.1 |
indien het betreft tracés tot 250 m1 |
€ |
349,95 |
|||||
1.16.1.2 |
indien het betreft tracés vanaf 250 m1 tot 1500 m1 |
€ |
425,00 |
|||||
1.16.1.3 |
indien het betreft tracés vanaf 1500 m1 tot 5000 m1 |
€ |
574,90 |
|||||
1.16.1.4 |
indien het betreft tracés vanaf 5000 m1 en meer, per m1 tracé |
€ |
0,10 |
|||||
1.16.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 25 m1 |
€ |
120,35 |
|||||
1.16.3 |
Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in 1.16.1 genoemde bedrag per overleg verhoogd met |
€ |
449,90 |
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 17 Verkeer en vervoer |
|
|
||||||
1.17 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
|
|||||
1.17.1 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ |
89,55 |
|||||
1.17.2 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ |
89,55 |
|||||
1.17.3.1 |
een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer met medisch advies |
€ |
122,85 |
|||||
1.17.3.2 |
een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer zonder medisch advies |
€ |
85,95 |
|||||
1.17.3.3 |
een second opinion door de GGD ter zake van een aanvraag voor een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer |
|
Tarief door GGD in rekening gebracht |
|||||
1.17.4 |
een vergunning voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats |
€ |
75,80 |
|||||
1.17.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
|
|||||
1.17.5.1 |
voor het aanleggen of verplaatsen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats |
€ |
380,60 |
|||||
1.17.5.2 |
voor het vervangen van het onderbord (kenteken) van een individuele gehandicaptenparkeerplaats |
€ |
37,85 |
|||||
1.17.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
|
|||||
1.17.6.1 |
een ontheffing om gevaarlijke stoffen buiten de aangewezen wegen of weggedeelten te transporteren, ingevolge artikel 28 Wet vervoer gevaarlijke stoffen |
€ |
265,55 |
|||||
1.17.6.2 |
een verlenging van een eerder verleende ontheffing als bedoeld in rubriek 1.17.6.1 |
€ |
88,20 |
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 18 Diversen |
|
|
||||||
1.18.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|||||
1.18.1.1 |
tot het verkrijgen van een vergunning teneinde te mogen vissen in wateren die bij de gemeente in eigendom of beheer zijn |
€ |
9,10 |
|||||
1.18.1.2 |
tot het verkrijgen van een ontheffing ingevolge artikel 4:6, tweede lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening (geluidhinder) |
€ |
197,15 |
|||||
1.18.1.3 |
tot het verkrijgen van een ontheffing ingevolge artikel 4:18, derde lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening (recreatief nachtverblijf buiten kampeerterrein) |
€ |
197,15 |
|||||
1.18.1.4 |
tot het verkrijgen van een vergunning voor de plaatsing op gemeentegrond van driehoeksborden met aankondigingen van tijdelijke activiteiten |
€ |
89,75 |
|||||
1.18.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
€ |
|
|||||
1.18.2.1 |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina A4-formaat |
€ |
0,50 |
|||||
1.18.2.2 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
|
|||||
1.18.2.2.1 |
per pagina op papier van A4-formaat |
€ |
0,25 |
|||||
1.18.2.2.2 |
per pagina op papier van A3-formaat |
€ |
0,50 |
|||||
1.18.2.3 |
kopieën van kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.18.2.1 en 1.18.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk |
€ |
20,60 |
|||||
vermeerderd met |
€ |
2,75 |
||||||
voor elke dm2 waarmee de oppervlakte van de kaart, tekening of lichtdruk het A1 formaat (84x59cm) te boven gaat; |
|
|
||||||
1.18.2.4 |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ |
88,20 |
|||||
1.18.2.5 |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ |
12,15 |
|||||
1.18.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
|
|||||
1.18.3.1 |
het in exploitatie nemen van een kindercentrum als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang, waarvoor een onderzoek door de GGD benodigd is |
€ |
1.404,70 |
|||||
1.18.3.2 |
het in exploitatie nemen van een gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang, waarvoor een onderzoek door de GGD benodigd is |
€ |
1.404,70 |
|||||
1.18.3.3 |
het bieden van een voorziening voor gastouderopvang (door gastouders) als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet kinderopvang, waarvoor een onderzoek door de GGD benodigd is |
€ |
602,00 |
|||||
1.18.3.4 |
het bieden van een voorziening voor gastouderopvang indien een reeds geregistreerde voorziening voor gastouderopvang op een ander adres op gaat vangen en sprake is van een verkort inspectiebezoek |
€ |
492,05 |
|||||
1.18.4 |
Het tarief bedraagt voor een optie voor de Nederlandse nationaliteit of een aanvraag tot naturalisatie, zoals deze opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, dan wel recentelijk is gewijzigd. |
|
|
|||||
1.18.5 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om tegemoetkoming van schade als bedoeld in artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening (planschade) bedraagt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6.4, derde lid, Wet ruimtelijk ordening |
|
|
|||||
1.18.6 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het plaatsen van een laadlocatie |
€ |
112,20 |
|||||
|
|
|
||||||
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning |
|
|
||||||
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen |
|
|
||||||
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
|
|
|||||
2.1.1.1 |
Gebruiksoppervlakte: De gebruiksoppervlakte berekend volgens de NEN norm 2580. |
|
|
|||||
2.1.1.2 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
|
|
|||||
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|
|
|||||
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
|
|
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 2 Conceptaanvraag |
|
|
||||||
2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
|||||
2.2.1 |
een conceptaanvraag in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is |
€ |
280,85 |
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning |
|
|
||||||
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
|||||
|
|
|
||||||
2.3.1 |
Bouwactiviteiten |
|
|
|||||
2.3.1.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
|
|||||
|
per gebruiksoppervlakte (GO) berekend volgens de NEN norm 2580: |
|
|
|||||
2.3.1.2 |
vervallen |
|
|
|||||
2.3.1.3 |
In afwijking van hetgeen is bepaald in art. 2.3.1.3.2 bedraagt het minimumtarief voor de woonfunctie betreffende grondgebonden woningen dan wel woningen in een woongebouw (appartement, flatwoning) en voor een niet benoemde categorie niet zijnde gebruiksfunctie dan wel voor een bouwwerk geen gebouw zijnde waarbij geen sprake is van een wijziging van het aantal m2, berekend volgens de NEN norm 2580 |
€ |
167,65 |
|||||
2.3.1.3.1 |
Woonfunctie betreffende grondgebonden woningen alsmede woningen in een woongebouw (appartement, flatwoning) voor de eerste 500 m2 GO |
€ |
37,90 |
|||||
2.3.1.3.1.1 |
Voor het aantal m2 boven de eerste 500m2 |
€ |
11,45 |
|||||
2.3.1.3.2 |
overige gebruiksfunctie per m2 GO: |
|
|
|||||
2.3.1.3.2.1 |
voor de eerste 500 m2 |
€ |
37,90 |
|||||
2.3.1.3.2.2 |
voor het aantal m2 boven de eerste 500 m2 |
€ |
11,45 |
|||||
2.3.1.3.4 |
In afwijking van hetgeen hiervoor is bepaald in de artikelen 2.3.1.3.1 tot en met 2.3.1.3.2.2 is het maximum legesbedrag voor de bouwactiviteit gesteld op: |
€ |
217.505,80 |
|||||
2.3.1.3.5 |
In afwijking van rubriek 2.3.1.3.1 tot en met 2.3.1.3.3 geldt voor de bestaande gebruiksoppervlakte waar de bouwactiviteit betrekking op heeft, een tarief van 25% van de in de genoemde rubrieken vermelde tarieven, mits de uitwendige scheidingsconstructies niet worden gewijzigd. |
|
|
|||||
|
|
|
||||||
|
Welstandstoets |
|
|
|||||
2.3.1.4 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een welstandstoets noodzakelijk is: |
€ |
175,80 |
|||||
|
|
|
||||||
|
Verplicht advies agrarische commissie |
|
|
|||||
2.3.1.5 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|||||
|
|
|
||||||
|
Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
|||||
2.3.1.6 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: |
€ |
91,65 |
|||||
|
|
|
||||||
|
Beoordeling aanvullende gegevens |
|
|
|||||
2.3.1.7 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen: |
€ |
263,80 |
|||||
|
|
|
||||||
2.3.1.8 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvraag die betrekking heeft op locatie welke volgens het bestemmingsplan is gelegen binnen een gebied met cultuurhistorische waarde waardoor advies van de Erfgoeddienst noodzakelijk is: |
€ |
167,65 |
|||||
|
|
|
||||||
|
Aanlegactiviteiten |
|
|
|||||
2.3.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ |
1.668,85 |
|||||
|
|
|
||||||
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
|
|
|||||
2.3.3 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: |
|
|
|||||
2.3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ |
527,10 |
|||||
2.3.3.2.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking), waarvan de gebruiksoppervlakte van het object waar het betrekking op heeft niet meer dan 200 m2 bedraagt: |
€ |
643,20 |
|||||
2.3.3.2.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking), wat gepaard gaat met een functiewijziging en waarvan de gebruiksoppervlakte van het object waar het betrekking op heeft meer dan 200 m2 bedraagt: |
€ |
1.921,10 |
|||||
2.3.3.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
€ |
2.811,50 |
|||||
2.3.3.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) |
€ |
643,20 |
|||||
2.3.3.5 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ |
1.417,25 |
|||||
2.3.3.6 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ |
2.811,50 |
|||||
2.3.3.7 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ |
2.811,50 |
|||||
2.3.3.8 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ |
696,05 |
|||||
|
|
|
||||||
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit |
|
|
|||||
2.3.4 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
|
|||||
2.3.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ |
527,10 |
|||||
2.3.4.2.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking), waarvan de gebruiksoppervlakte van het object waar het betrekking op heeft niet meer dan 200 m2 bedraagt: |
€ |
643,20 |
|||||
2.3.4.2.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking), wat gepaard gaat met een functiewijziging en waarvan de gebruiksoppervlakte van het object waar het betrekking op heeft meer dan 200 m2 bedraagt: |
€ |
1.921,10 |
|||||
2.3.4.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
€ |
2.811,50 |
|||||
2.3.4.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) |
€ |
643,20 |
|||||
2.3.4.5 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ |
1.417,25 |
|||||
2.3.4.6 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ |
2.811,50 |
|||||
2.3.4.7 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ |
2.811,50 |
|||||
2.3.4.8 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ |
697,15 |
|||||
|
|
|
||||||
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
|
|
|||||
2.3.5 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ |
299,60 |
|||||
2.3.5.1 |
Per m2, waarbij de netto-vloeroppervlakte wordt bepaald volgens de NEN-norm 2580, vermeerderd |
|
|
|||||
2.3.5.1.1 |
voor de netto-vloeroppervlakte tussen 0 m2 en 1501 m2 met |
€ |
2,55 |
|||||
2.3.5.1.2 |
voor de netto-vloeroppervlakte tussen 1501 m2 en 5001 m2 met |
€ |
1,45 |
|||||
2.3.5.1.3 |
en voor de netto-vloeroppervlakte uitgaande boven 5000 m2 met |
€ |
0,50 |
|||||
|
|
|
||||||
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
|
|
|||||
2.3.6 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens de erfgoedverordening van de gemeente Leiderdorp aangewezen monument, waarvoor op grond van die erfgoedverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
|
|
|||||
2.3.6.1 |
vervallen |
|
|
|||||
2.3.6.2 |
vervallen |
|
|
|||||
2.3.6.3 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van de erfgoedverordening Leiderdorp een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
€ |
134,00 |
|||||
2.3.6.4 |
‘Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2 en 3 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuw advies van de Erfgoeddienst noodzakelijk is: |
€ |
113,60 |
|||||
|
|
|
||||||
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|
|||||
2.3.7 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief |
€ |
594,85 |
|||||
|
|
|
||||||
|
Aanleggen of veranderen weg |
|
|
|||||
2.3.8 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening Leiderdorp een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo: |
€ |
579,85 |
|||||
|
|
|
||||||
|
Uitweg/inrit |
|
|
|||||
2.3.9 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ |
409,90 |
|||||
|
|
|
||||||
|
Kappen |
|
|
|||||
2.3.10 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 5, eerste lid, van de Verordening op de beplantingen in Leiderdorp 2009 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
|
|||||
2.3.10.1 |
per boom |
€ |
70,15 |
|||||
|
met een maximum van |
€ |
421,20 |
|||||
2.3.10.2 |
per andere houtopstand |
€ |
421,20 |
|||||
|
|
|
||||||
|
Opslag van roerende zaken |
|
|
|||||
2.3.11 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
|
|
|||||
2.3.11.1 |
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: |
€ |
409,90 |
|||||
2.3.11.2 |
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: |
€ |
409,90 |
|||||
|
|
|
||||||
|
Natura 2000-activiteiten |
|
|
|||||
2.3.12 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
527,10 |
|||||
|
|
|
||||||
|
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) |
|
|
|||||
2.3.13 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
527,10 |
|||||
|
|
|
||||||
|
Andere activiteiten |
|
|
|||||
2.3.14 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
|
|
|||||
2.3.14.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|||||
2.3.14.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ |
92,05 |
|||||
2.3.14.2.1 |
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|||||
2.3.14.2.2 |
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|||||
|
|
|
||||||
|
Omgevingsvergunning in twee fasen |
|
|
|||||
2.3.15 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
|
|||||
2.3.15.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
|
|
|||||
2.3.15.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
|
|
|||||
|
|
|
||||||
|
Beoordeling bodemrapport |
|
|
|||||
2.3.16 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: |
|
|
|||||
2.3.16.1 |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|||||
2.3.16.2 |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|||||
|
|
|
||||||
|
Advies |
|
|
|||||
2.3.17.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|||||
2.3.17.1 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|||||
2.3.17.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk (3) en hoofdstuk 2 bedraagt het tarief, indien een externe toetsing dient plaats te vinden op het deelaspect ten behoeve van de ingediende aanvraag omgevingsvergunning, tenzij voor het kostenverhaal in samenspraak met de aanvrager in een andere regeling is voorzien: |
|
|
|||||
|
Voor het deelaspect bodem |
€ |
119,20 |
|||||
|
|
|
||||||
|
Verklaring van geen bedenkingen |
|
|
|||||
2.3.18 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|
|
|||||
2.3.18.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|||||
2.3.18.2 |
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|||||
2.3.18.3 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1 of 2.3.18.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 4 Vermindering |
|
|
||||||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan om een conceptaanvraag als bedoeld in Hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in Hoofdstuk 3. |
|
|
|||||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17.1 en 2.3.17.2 en 2.3.18. De vermindering bedraagt: |
|
|
|||||
2.4.2.1 |
bij 5 tot 10 activiteiten: |
|
2% |
|||||
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
|
|||||
2.4.2.2 |
bij 10 tot 15 activiteiten: |
|
3% |
|||||
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
|
|||||
2.4.2.3 |
bij 15 of meer activiteiten: |
|
5% |
|||||
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges. |
|
|
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 5 Teruggaaf |
|
|
||||||
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten en de planologische afwijking: |
|
|
|||||
2.5.1 |
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten en planologische afwijking, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
|||||
2.5.1.1 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan |
|
70% |
|||||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
|
|
||||||
2.5.1.2 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en binnen 4 weken na het in behandeling nemen ervan |
|
60% |
|||||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
|
|
||||||
2.5.1.3 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken na het in behandeling nemen ervan |
|
50% |
|||||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
||||||
2.5.2 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten en de planologische afwijking. |
|
|
|||||
2.5.2.1 |
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 maand na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
|
50% |
|||||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
||||||
2.5.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- planologische afwijking of sloopactiviteiten |
|
|
|||||
2.5.3.1 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, planologische afwijking of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
50% |
|||||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
||||||
2.5.3.2 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
|
|||||
2.5.4 |
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
|
|
|||||
2.5.4.1 |
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17.1 en 2.3.17.2 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. |
|
|
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 6 Buiten behandeling stellen aanvraag omgevingsvergunning |
|
|
||||||
2.6 |
Voor het buiten behandeling stellen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten en de planologische afwijking als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.3.6 en 2.3.7 is de aanvrager leges verschuldigd, nadat de aanvrager in de gelegenheid is gesteld om de aanvraag aan te vullen conform art. 4:5 Awb. |
|
|
|||||
2.6.1 |
Indien de aanvraag buiten behandeling wordt gesteld, bedraagt het tarief 50% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges met een minimum van € 75,00 en een maximum van € 250,00. |
|
|
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
|
|
||||||
2.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ |
321,05 |
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten |
|
|
||||||
2.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening |
€ |
3.848,35 |
|||||
2.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening |
€ |
2.748,80 |
|||||
2.8.3 |
In geval behandeling van onder 2.8.1 en 2.8.2 genoemde aanvraag eerst mogelijk is nadat de gemeente het bestemmingsplan. wijzigingsplan of uitwerkingsplan heeft opgesteld of heeft laten opstellen, dan wel aanvullend extern onderzoek moet worden uitgevoerd of extern advies ingewonnen dient te worden, worden extra leges geheven tot het bedrag van de aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college is opgesteld. Het college maakt de begroting binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag bekend. Nadat de begroting is uitgebracht wordt een aanvraag in behandeling genomen op de tiende werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor de tiende werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking |
|
|
||||||
2.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: |
€ |
151,70 |
|||||
|
|
|
||||||
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
|
|
||||||
Hoofdstuk 1 Horeca |
|
|
||||||
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet |
€ |
459,25 |
|||||
3.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet |
€ |
68,80 |
|||||
3.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een wijziging als bedoeld in artikel 30a lid 2 van de Alcoholwet |
€ |
68,80 |
|||||
3.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ |
63,15 |
|||||
3.1.5 |
Het tarief bedraagt tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ |
228,75 |
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten |
|
|
||||||
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft: |
€ |
|
|||||
3.2.1.1 |
B- evenement, zie artikel 2:24 lid 3, sub b van de Algemene plaatselijke verordening |
€ |
409,90 |
|||||
3.2.1.2 |
C- evenement, zie artikel 2:24 lid 3, sub c van de Algemene plaatselijke verordening |
€ |
849,25 |
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 3 Overige APV activiteiten |
|
|
||||||
3.3 |
Het recht bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|||||
3.3.1 |
voor een vergunning voor het innemen van een standplaats voor de verkoop van goederen als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening |
|
|
|||||
3.3.1.1 |
Voor één dag |
€ |
45,20 |
|||||
3.3.1.2 |
gedurende één dag in de week per jaar |
€ |
117,70 |
|||||
3.3.1.3 |
gedurende twee dagen in de week per jaar |
€ |
147,15 |
|||||
3.3.1.4 |
gedurende drie of meer dagen per week per jaar |
€ |
176,70 |
|||||
3.3.1.4.1 |
van een vergunning als bedoeld in artikel 5:15, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (ventvergunning) voor één dag |
€ |
45,20 |
|||||
3.3.1.4.2 |
van een vergunning als bedoeld in artikel 5:15, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (ventvergunning) niet zijnde één dag |
€ |
68,15 |
|||||
3.3.1.5.1 |
van een vergunning als bedoeld in artikel 5:13, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (collectevergunning) voor één dag |
€ |
45,20 |
|||||
3.3.1.5.2 |
van een vergunning als bedoeld in artikel 5:13, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (collectevergunning) niet zijnde één dag |
€ |
68,15 |
|||||
3.3.1.6 |
van een vergunning als bedoeld in artikel 2:72 van de Algemene plaatselijke verordening (aanwezigheid en verkoop van vuurwerk) |
€ |
356,95 |
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 4 Prostitutiebedrijven |
|
|
||||||
3.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
|||||
3.4.1 |
een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.4.2: |
|
|
|||||
3.4.1.1 |
voor een seksinrichting |
€ |
1.604,55 |
|||||
3.4.1.2 |
voor een escortbedrijf |
€ |
684,10 |
|||||
3.4.2 |
wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3:15, vierde lid, van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
|
|||||
3.4.2.1 |
voor een seksinrichting |
€ |
175,75 |
|||||
3.4.2.2 |
voor een escortbedrijf |
€ |
175,75 |
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 5 Huisvestingswet 2014 |
|
|
||||||
3.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|||||
3.5.1 |
van een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014 |
€ |
304,55 |
|||||
3.5.2 |
van een vergunning voor het samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014 |
€ |
304,55 |
|||||
3.5.3 |
van een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014 |
€ |
304,55 |
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet |
|
|
||||||
3.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|||||
3.6.1.1 |
voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenverordening 2013 |
€ |
132,35 |
|||||
3.6.1.2 |
tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 3.6.1.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander |
€ |
132,35 |
|||||
3.6.1.3 |
tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 3.6.1.1 bedoelde ontheffing |
€ |
132,35 |
|||||
|
|
|
||||||
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
|
|
||||||
3.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ |
132,35 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl