Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR687561
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR687561/1
Regeling vervallen per 01-01-2024
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023
Geldend van 01-01-2023 t/m 09-06-2023
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023De raad van de gemeente Sint-Michielsgestel;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 2022;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023
Artikel 1 Definities
-
a. ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
-
b. ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
-
c. ‘maand’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
-
d. ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
-
e. ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:
-
a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
-
b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart
-
of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
b. diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
c. het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota, aanslag of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
a. van zuiver redactionele aard zijn;
b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen, artikelen of onderdelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
-
1. paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
-
2. paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
-
3. artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
-
4. artikel 1.25, onderdeel a (verklaring omtrent het gedrag);
-
5. artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
c. een gevolg zijn van externe tarieven, welke één op één worden doorberekend als onderdeel van de gemeentelijke dienstverlening, zoals:
Hoofdstuk 2
Onderdeel 2.3.1.3 (verplicht advies agrarische commissie)
Een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijzigingen van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
-
1. De ‘Legesverordening 2022’ van 9 december 2021, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 18 januari 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2023’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering 15 december 2022.
De gemeenteraad van Sint-Michielsgestel,
de griffier,
N.A. Hoogerbrug-van de Ven
de voorzitter,
H.J. Looijen
Tarieventabel 2023 leges
Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2023.
Hoofdstuk 1 |
Algemene dienstverlening |
|
Paragraaf 1.1 |
Burgerlijke stand |
|
Artikel 1.1 |
Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap danwel omzetting |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel het omzetten van een registratie van een partnerschap in een huwelijk: |
|
a. |
voor een flitshuwelijk/-registratie van een partnerschap |
€ 267,50 |
b. |
voor een ceremonieel huwelijk/ ceremoniële registratie van een partnerschap of een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op maandag tot en met donderdag |
€ 534,05 |
c. |
voor een ceremonieel huwelijk/ ceremoniële registratie van een partnerschap of een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op vrijdag |
€ 640,45 |
d. |
voor een ceremonieel huwelijk/ ceremoniële registratie van een partnerschap of een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op zaterdag |
€ 854,25 |
2. |
Het tarief genoemd in lid 1 onderdeel b, c en d wordt, indien de voltrekking plaatsvindt na 17.00 uur, verhoogd met |
€ 213,80 |
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek: |
|
a. |
van degenen wiens huwelijk wordt voltrokken of wiens partnerschap wordt geregistreerd om een eenmalige trouwlocatie te benoemen |
€ 213,80 |
b. |
om een locatie als vaste trouwlocatie te benoemen |
€ 213,80 |
Artikel 1.2 |
Gereserveerd: Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
|
Artikel 1.3 |
Gereserveerd: Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis |
|
Artikel 1.4 |
Gereserveerd: Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis |
|
Artikel 1.5 |
Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag: |
|
a. |
als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden: |
€ 160,10 |
b. |
als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden: |
€ 213,80 |
Artikel 1.6 |
Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
|
|
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige: |
€ 53,70 |
Artikel 1.7 |
Annuleren of wijzigen datum |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van 5 weken voorafgaand aan die gereserveerde datum: |
€ 53,70 |
Artikel 1.8 |
Trouwboekje of partnerschapsboekje |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
a. |
een trouwboekje of partnerschapsboekje: |
€ 53,70 |
Paragraaf 1.2 |
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
Artikel 1.9 |
Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
a. |
een nationaal paspoort: |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 77,85 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 58,85 |
b. |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort): |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 77,85 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 58,85 |
c. |
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 77,85 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 58,85 |
d. |
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: |
€ 58,85 |
Artikel 1.10 |
Nederlandse identiteitskaart |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
a. |
een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 70,35 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 37,95 |
b. |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: |
€ 34,25 |
Artikel 1.11 |
Modaliteiten |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag |
|
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: |
€ 53,01 |
Paragraaf 1.3 |
Rijbewijzen |
|
Artikel 1.12 |
Rijbewijzen |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
€ 44,65 |
2. |
Voor het verstrekken van een formulier voor het aanvragen van een verklaring van geschiktheid als bedoeld in artikel 98 van het Reglement Rijbewijzen (gezondheidsverklaring) is van toepassing het ten tijde van de aanvraag geldende tarief zoals dat door het CBR is vastgesteld onder goedkeuring van de minister van Infrastructuur en Milieu |
|
Artikel 1.13 |
Modaliteiten |
|
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt: |
|
a. |
bij een spoedlevering vermeerderd met: |
€ 34,10 |
Paragraaf 1.4 |
Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens |
|
Artikel 1.14 |
Definities |
|
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
Artikel 1.15 |
Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 12,35 |
b. |
tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200): |
€ 12,35 |
Artikel 1.16 |
Gereserveerd: Verstrekking van aangehaakte gegevens |
|
Artikel 1.17 |
Schriftelijke verstrekking |
|
|
In afwijking van artikel 1.15 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
€ 7,50 |
Artikel 1.18 |
Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
|
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 23,20 |
|
Paragraaf 1.5 |
Bestuursstukken |
|
Artikel 1.19 |
Afschriften van bestuursstukken |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
a. |
een afschrift van de programmabegroting en de financiële begroting of het bijlagenboek van de programmabegroting en de financiële begroting |
€ 88,80 |
b. |
een afschrift van het jaarverslag en de jaarrekening of het bijlagenboek behorende bij het jaarverslag en de jaarrekening |
€ 88,80 |
c. |
een afschrift van de overige planning- en controle documenten |
€ 88,80 |
d. |
een afschrift van de Algemene plaatselijke verordening met toelichting |
€ 69,20 |
e. |
een afschrift van de Bouwverordening met toelichting |
€ 69,20 |
f. |
een afschrift van een verordening |
€ 14,45 |
2. |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsplan is het tarief het bedrag zoals dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is meegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
3. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.20 |
Gereserveerd: Abonnement op bestuursstukken |
|
Paragraaf 1.6 |
Vastgoedinformatie |
|
Artikel 1.21 |
Plan- of kaartinformatie |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22 lid 1, onderdeel b |
|
a. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde: |
€ 3,40 |
b. |
in formaat A3, per bladzijde: |
€ 4,55 |
c. |
in formaat A2 of groter, per bladzijde: |
€ 5,00 |
d. |
in digitale vorm: |
€ 13,80 |
Artikel 1.22 |
Informatie uit registers |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit: |
|
a. |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object: |
€ 13,00 |
b. |
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet: |
€ 13,00 |
c. |
een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet: |
€ 13,00 |
d. |
het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed |
€ 13,00 |
2. |
De tarieven onder artikel 1.21 en 1.22 lid 1 worden voor elk kwartier of gedeelte daarvan, waarmee de tijdsbesteding het eerste kwartier te boven gaat verhoogd met |
€ 23,20 |
Artikel 1.23 |
Gereserveerd: Informatie uit adressenbestanden |
|
Paragraaf 1.7 |
Overige publiekszaken |
|
Artikel 1.24 |
Gereserveerd: Gemeentegarantie |
|
Artikel 1.25 |
Overige publiekszaken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: |
€ 41,35 |
b. |
tot het legaliseren van een handtekening: |
€ 12,35 |
c. |
voor een optie voor de Nederlandse nationaliteit of een aanvraag tot naturalisatie, conform de tariefstelling zoals deze zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, dan wel recentelijk is gewijzigd. |
|
Paragraaf 1.8 |
Gemeentearchief |
|
Artikel 1.26 |
Naspeuringen in gemeentearchief |
|
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 23,20 |
|
Artikel 1.27 |
Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.28 |
Gereserveerd: Uitlenen archiefbescheiden |
|
Paragraaf 1.9 |
Bijzondere wetten |
|
Artikel 1.29 |
Gereserveerd: Huisvestingswet 2014 |
|
Artikel 1.30 |
Leegstandwet |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: |
€ 100,20 |
b. |
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet: |
€ 49,55 |
2. |
Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend. |
|
Artikel 1.31 |
Wet op de kansspelen |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 34,00 |
c. |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd |
€ 226,50 |
d. |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 226,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 136,00 |
2. |
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden. |
|
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning): |
€ 79,50 |
Artikel 1.32 |
Telecommunicatiewet |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit of vergunning, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden: |
|
a. |
indien het betreft tracés tot 500 m1 |
€ 395,60 |
b. |
indien het betreft tracés vanaf 501 m1 tot 2.000 m1 |
€ 795,40 |
c. |
indien het betreft tracés vanaf 2.001m1 tot 3.000 m1 |
€ 1.295,35 |
d. |
voor een tracé met een lengte van meer dan 3.000 m1 of meer blijkt het bedrag, van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de netbeheerder meegedeelde kosten, uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld |
|
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 25 m1 |
€ 87,80 |
3. |
Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in artikel 1.32 lid 1 genoemde bedrag per overleg verhoogd met |
€ 410,10 |
4. |
Indien met betrekking tot een aanvraag onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, blijkt het bedrag, van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de netbeheerder meegedeelde kosten, uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld |
|
5. |
indien een begroting als bedoeld in artikel 1.32 lid 1 onderdeel d of artikel 1.32 lid 4 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan netbeheerder ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.33 |
Wegenverkeerswetgeving |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: |
€ 34,05 |
b. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen: |
€ 34,05 |
c. |
tot het verkrijgen of verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) : |
|
- indien een medische keuring nodig is |
€ 128,00 |
|
- indien geen medische keuring nodig is |
€ 76,50 |
|
d. |
tot het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats |
€ 121,85 |
e. |
tot het verplaatsen van een gehandicaptenparkeerplaats (als gevolg van bijvoorbeeld een verhuizing) |
€ 121,85 |
f. |
tot het wijzigen van de bebording van een gehandicaptenparkeerplaats vanwege wijziging van het kenteken van het voertuig dat daar geparkeerd wordt |
€ 53,15 |
2. |
Indien van gemeentewege een medisch advies moet worden aangevraagd, wordt het bedrag van artikel 1.33, lid 1, onderdeel d verhoogd met het bedrag van de kosten van de medische keuring. Dit bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. Voor de aanvraag worden geen leges berekend als de aanvraag voor de vijfde werkdag na het meedelen van voornoemd bedrag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 1.10 |
Diversen |
|
Artikel 1.34 |
Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
a. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 2,10 |
b. |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 31,50 |
c. |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 2,15 |
d. |
kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
1. |
in formaat A4, per bladzijde: |
€ 0,40 |
2. |
in een ander formaat, per bladzijde: |
€ 0,55 |
4. |
in digitale vorm: |
€ 13,80 |
Artikel 1.35 |
Diverse vergunningen of beschikkingen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
om een vergunning als bedoeld in artikel 2.72 van de Algemene plaatselijke verordening voor het afleveren van consumentenvuurwerk |
€ 114,65 |
b. |
tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing op grond van de Algemene plaatselijke verordening, voor zover in dit hoofdstuk niet apart genoemd, per beschikking |
€ 35,10 |
Hoofdstuk 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Paragraaf 2.1 Begripsomschrijvingen en berekening van bouwkosten
2.1.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
2.1.1.1 |
bouwkosten: |
|
2.1.1.1.1 |
de kosten, exclusief omzetbelasting, berekend volgens het bij deze tarieventabel behorende “Overzicht bouwkosten ten behoeve van berekeningen voor de bouwleges-toets, vastgesteld in ROEB-overleg 6 september 2022”. |
|
2.1.1.1.2 |
als de bouwkosten niet volgens het in 2.1.1.1.1 genoemde overzicht berekend kunnen worden, het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt of indien nog geen sprake is van een aangegane verplichting, de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; |
|
2.1.1.2 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
|
2.1.2 |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|
2.1.3 |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
Paragraaf 2.2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
2.2.1 |
tot het houden van vooroverleg waarbij toetsing plaatsvindt van: bestemmingsplan / voorbereidingsbesluit en/of artikel 2 en/of 3 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (vergunningsvrij bouwen) en/of artikel 4 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (kruimelgevallen) |
€ 23,00 |
2.2.2 |
om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning 25% van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld met een minimum van |
€ 173,00 |
2.2.3 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in rubriek 2.2.1 c.q. rubriek 2.2.2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, dan worden de voor het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning als bedoeld in paragraaf 2.3. |
Paragraaf 2.3 Omgevingsvergunning
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in deze paragraaf en paragraaf 2.2. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
2.3.1 |
Bouwactiviteiten |
|
2.3.1.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief indien de bouwkosten: |
|
2.3.1.1.1 |
minder dan € 50.000 bedragen, 3,8% van die bouwkosten met een minimum van |
€ 209,00 |
2.3.1.1.2 |
€ 50.000 bedragen of meer, doch minder dan € 100.000 |
€ 1.900,00 |
vermeerderd met 3,12% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 50.000 te boven gaan |
||
2.3.1.1.3 |
€ 100.000 bedragen of meer, doch minder dan € 250.000 |
€ 3.460,00 |
vermeerderd met 2,55% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 100.000 te boven gaan |
||
2.3.1.1.4 |
€ 250.000 bedragen of meer, doch minder dan € 500.000 |
€ 7.285,00 |
vermeerderd met 2,05% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 250.000 te boven gaan |
||
2.3.1.1.5 |
€ 500.000 of meer bedragen |
€ 12.410,00 |
vermeerderd met 1,28% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 500.000 te boven gaan |
||
2.3.1.1.6 |
Deze bepaling is vervallen op 1 januari 2022 (tekst tot 1 januari 2022: Het tarief dat voortvloeit uit de berekening genoemd in 2.3.1.1.1 tot en met 2.3.1.1.5 wordt verminderd met 10% als de aanvraag mede dient te worden getoetst aan het bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 van de Wro) |
|
2.3.1.1.7 |
n.v.t. |
|
2.3.1.1.8 |
Indien voor een aanvraag Omgevingsvergunning bouwen ook een aanvraag voor de subsidieregeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE ) noodzakelijk is om het project te kunnen realiseren, hoeven de tarieven genoemd onder 2.3.1 Bouwactiviteiten pas betaald te worden als positief beschikt is op de aanvraag SDE. Hiervan worden projecten voor windenergie uitgezonderd. |
|
Welstandstoets |
||
2.3.1.2 |
Indien de aanvraag als bedoeld in 2.3.1 ter toetsing wordt voorgelegd aan de gemeentelijke welstandscommissie of ambtelijk wordt getoetst aan de welstandsnota, wordt het overeenkomstig in rubriek 2.3.1.1.1 t/m 2.3.1.1.5 berekende bedrag per advies/toetsing verhoogd met, indien de bouwkosten |
|
2.3.1.2.1 |
minder bedragen dan € 500.001, 0,076% van die bouwkosten met een minimum van € 59,00; |
|
2.3.1.2.2 |
€ 500.001 bedragen of meer, doch minder dan € 1.000.001, |
€ 615,00 |
2.3.1.2.3 |
€ 1.000.001 bedragen of meer, doch minder dan € 1.500.001, |
€ 748,00 |
2.3.1.2.4 |
€ 1.500.001 bedragen of meer, doch minder dan € 2.000.001, |
€ 881,00 |
2.3.1.2.5 |
€ 2.000.001 bedragen of meer, doch minder dan € 2.500.001, |
€ 1.020,00 |
2.3.1.2.6 |
€ 2.500.001 bedragen of meer, doch minder dan € 5.000.001, |
€ 1.228,00 |
2.3.1.2.7 |
€ 5.000.001 bedragen of meer, doch minder dan € 7.500.001, |
€ 1.554,00 |
2.3.1.2.8 |
€ 7.500.001 bedragen of meer, doch minder dan € 10.000.001, |
€ 1.870,00 |
2.3.1.2.9 |
€ 10.000.001 bedragen of meer, doch minder dan € 12.500.001, |
€ 2.211,00 |
2.3.1.2.10 |
€ 12.500.001 bedragen of meer, doch minder dan € 15.000.001, |
€ 2.510,00 |
2.3.1.2.11 |
€ 15.000.001 bedragen of meer, doch minder dan € 17.500.001, |
€ 2.830,00 |
2.3.1.2.12 |
€ 17.500.001 bedragen of meer |
€ 3.199,00 |
Verplicht advies agrarische commissie |
||
2.3.1.3.1 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie wordt beoordeeld (AAB advies) |
€ 825,00 |
2.3.1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 2.3.1.3.1 wordt per bedrijfsbezoek verhoogd met |
€ 65.00 |
Beoordeling aanvullende gegevens |
||
2.3.1.4 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen verhoogd met 10% |
|
2.3.2 |
Aanlegactiviteiten |
|
2.3.2.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 292,00 |
2.3.2.2 |
Indien de aanvraag betrekking heeft op een aanlegactiviteit in de zin van een landschapselement, zoals gedefinieerd in het bestemmingsplan Buitengebied, of een kikker-/paddenpoel betreft, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag een externe toetsing is geweest: |
€ 211,00 |
|
indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag géén externe toetsing is geweest: |
€ 583,00 |
|
2.3.2.3 |
Indien de aanvraag betrekking heeft op een aanlegactiviteit in de zin van het rooien van laanbeplanting, bedraagt het tarief |
€ 59,00 |
2.3.3 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1: |
||
2.3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ 655,00 |
2.3.3.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): |
€ 655,00 |
2.3.3.3 |
vervallen |
|
2.3.3.4 |
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): |
€ 655,00 |
2.3.3.5 |
indien de aanvraag betrekking heeft op artikel 3.6a Wro, een wijzigingsplan, of artikel 3.6b Wro, een uitwerkingsplan, voor het landelijk gebied |
€ 5.310,00 |
2.3.3.6 |
indien de aanvraag betrekking heeft op artikel 3.6 lid 1a Wro, een wijzigingsplan, of artikel 3.6 lid 1b Wro, een uitwerkingsplan voor het stedelijk gebied, artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) of bestemmingsplan (art. 3.1 Wro) het bedrag, zoals dat middels een anterieure overeenkomst, als bedoeld in hoofdstuk 6, Wro, in rekening wordt gebracht. |
|
2.3.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||
2.3.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ 655,00 |
2.3.4.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): |
€ 655,00 |
2.3.4.3 |
vervallen |
|
2.3.4.4 |
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): |
€ 655,00 |
2.3.4.5 |
indien de aanvraag betrekking heeft op artikel 3.6a Wro, een wijzigingsplan, of artikel 3.6b Wro, een uitwerkingsplan, voor het landelijk gebied |
€ 5.310,00 |
2.3.4.6 |
indien de aanvraag betrekking heeft op artikel 3.6 lid 1a Wro, een wijzigingsplan, of artikel 3.6 lid 1b Wro, een uitwerkingsplan voor het stedelijk gebied, artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) of bestemmingsplan (art. 3.1 Wro) het bedrag, zoals dat middels een anterieure overeenkomst, als bedoeld in hoofdstuk 6, Wro, in rekening wordt gebracht. |
|
2.3.5 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
|
2.3.5.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 225,00 |
2.3.5.2 |
Met dien verstande dat het bedrag in 2.3.5.1 wordt verhoogd voor een inrichting met een oppervlakte tussen: |
|
0 m2 of meer, doch minder dan 500 m2 |
€ 154,00 |
|
500 m2 of meer, doch minder dan 2.000 m2 |
€ 522,00 |
|
2.000 m2 of meer, doch minder dan 5.000 m2 |
€ 1.272,00 |
|
5.000 m2 of meer, doch minder dan 50.000 m2 |
€ 1.760,00 |
|
boven 50.000 m2 |
€ 2.674,00 |
|
2.3.6 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten |
|
2.3.6.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.6.1.1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument |
€ 564,00 |
2.3.6.1.2 |
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht |
€ 564,00 |
2.3.6.2 |
vervallen |
|
2.3.6.3 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens de gemeentelijke erfgoed-verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van artikel 11 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
|
2.3.6.3.1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een gemeentelijk monument |
€ 564,00 |
2.3.6.3.2 |
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een gemeentelijk monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht |
€ 564,00 |
2.3.7 |
Planologische sloopvergunning |
|
2.3.7.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief: |
|
2.3.7.1.1 |
in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo: |
|
2.3.7.1.1.1 |
Bij 10 m3 tot 100 m3 af te voeren sloopmateriaal |
€ 167,00 |
2.3.7.1.1.2 |
Bij meer dan 100 m3 af te voeren sloopmateriaal |
€ 206,00 |
2.3.8 |
Tijdelijke woonunit bij ver- ,her- en nieuwbouw van een woning |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een tijdelijke woonunit bij ver-, her- en nieuwbouw van een woning bedraagt het tarief, in afwijking van het bepaalde in 2.3.1 (bouwactiviteiten 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo) en 2.3.3.2 (planologische afwijking 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 van de Wabo) |
€ 647,00 |
|
2.3.9 |
Uitweg/inrit |
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 59,00 |
|
2.3.10 |
Kappen |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de provinciale bomenverordening of artikel 2 van de Bomenverordening Sint-Michielsgestel, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk: |
€ 59,00 |
|
2.3.11 |
Opslag van roerende zaken |
|
vervallen |
||
2.3.12 |
Natura 2000-activiteiten |
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 211,00 |
|
2.3.13 |
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) |
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 211,00 |
|
2.3.14 |
Andere activiteiten |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
||
2.3.14.1 |
vervallen |
|
2.3.14.2 |
betreft het in behandeling nemen van een verzoek tot het starten van een procedure ter vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, bedraagt het tarief |
€ 1.015,00 |
2.3.14.2.1 |
indien de aanvraag als bedoeld in 2.3.14.2 betrekking heeft op meer dan één geluidsgevoelige bestemming, dan wordt het tarief verhoogd met € 87,00 per geluidsgevoelige bestemming waarmee de aanvraag het aantal van één geluidsgevoelige bestemming te boven gaat |
|
2.3.14.3 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.14.3.1 |
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning; |
|
2.3.14.3.2 |
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
2.3.14.3.3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
2.3.14.3.3.1 |
een ontheffing bouwlawaai op grond van artikel 8.3 van het Bouwbesluit 2012 bedraagt |
€ 272,00 |
2.3.14.3.3.2 |
een ontheffing trillingsterkte op grond van artikel 8.4 van het Bouwbesluit 2012 bedraagt |
€ 272,00 |
2.3.14.3.4 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk wordt het tarief, indien een aanvraag om een omgevingsvergunning moet worden getoetst aan de Interim Verordening Ruimte van de provincie Noord Brabant, verhoogd met |
€ 1.208,00 |
2.3.14.3.5 |
Onverminderd het bepaalde in rubriek 2.3.14.3.4 wordt het tarief, indien een aanvraag om een omgevingsvergunning niet hoeft te worden getoetst aan de nadere regels Interim Verordening Ruimte van de provincie Noord Brabant, verhoogd met |
€ 600,00 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
||
2.3.15 |
Deze bepaling is vervallen op 1 januari 2019. |
|
2.3.15.1 |
Deze bepaling is vervallen op 1 januari 2019. |
|
2.3.15.2 |
Deze bepaling is vervallen op 1 januari 2019. |
|
Beoordeling bodemrapport |
||
2.3.16 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: |
|
2.3.16.1 |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport |
€ 151,00 |
2.3.16.2 |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport |
€ 302,00 |
Advies |
||
2.3.16.3 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2.3.16.4 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.3 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
2.3.17 |
Verklaring van geen bedenkingen |
|
2.3.17.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo, het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2.3.17.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
2.3.18 |
Algemene verzoeken |
|
2.3.18.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek/initiatief waarvan de verwachting is dat dit niet zal leiden tot een dienstverlening als bedoeld in 2.3.3 en 2.3.4 |
€ 1.301,00 |
2.3.18.2 |
Indien uit een ambtelijk onderzoek (Quick-scan) blijkt, dat aan het verzoek/initiatief medewerking kan worden verleend, worden de legeskosten als bedoeld in 2.3.18.1 in mindering gebracht op de betreffende planprocedurekosten. |
Paragraaf 2.4 Vermindering
Deze paragraaf is niet van toepassing.
Paragraaf 2.5 Teruggaaf
2.5.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7 intrekt, terwijl deze al in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||
2.5.1.1 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan |
75% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
||
2.5.1.2 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken op een later tijdstip dan in 2.5.1.1 bedoeld na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning doch vóór het verlenen van de vergunning, waarbij deze aanvraag op aanvraag wordt ingetrokken |
50% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
||
2.5.1.3 |
vervallen |
|
2.5.1.4 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken op verzoek van het bevoegd gezag |
100% |
2.5.2 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. |
||
De teruggaaf bedraagt |
10% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
||
2.5.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
2.5.3.1 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. |
|
De teruggaaf bedraagt |
25% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
||
2.5.3.2 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij een rechterlijke uitspraak. |
|
2.5.4 |
Ter zake van de berekende bedragen ingevolge onderdeel 2.3.1 Bouwactiviteiten wordt een teruggaaf verleend van: 25% als door renovatie van een bestaande woning een EI-waarde (Energie-Index) van 0,6 of lager wordt gerealiseerd (energielabel A); 100% als door renovatie van een bestaande woning een EI-waarde (Energie-Index) van 0 of lager wordt gerealiseerd (nul op de meter woning). |
|
2.5.5 |
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
|
2.5.5.1 |
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend. |
Paragraaf 2.6 Intrekking omgevingsvergunning
2.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is |
€ 121,00 |
Paragraaf 2.7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
2.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project |
€ 121,00 |
Paragraaf 2.8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
Deze paragraaf is niet van toepassing.
Paragraaf 2.9 Bouwvergunning eerste of tweede fase op grond van oude wetgeving
Deze paragraaf is niet van toepassing.
Paragraaf 2.10 In dit hoofdstuk niet benoemde beschikking
2.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde beschikking |
€ 121,00 |
Hoofdstuk 3 |
Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2 |
|
Paragraaf 3.1 |
Horeca |
|
Artikel 3.1 |
Gereserveerd: Exploitatie openbare inrichting |
|
Artikel 3.2 |
Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 448,30 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet: |
€ 40,25 |
c. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet: |
€ 81,05 |
d. |
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet: |
€ 81,05 |
e. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 40,25 |
Paragraaf 3.2 |
Gereserveerd: Seksbedrijven |
|
Artikel 3.3 |
Gereserveerd: Vergunning seksbedrijf |
|
Artikel 3.4 |
Gereserveerd: Wijzigen vergunning seksbedrijf |
|
Paragraaf 3.3 |
Winkeltijdenwet |
|
Artikel 3.5 |
Ontheffing winkeltijden |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet: |
€ 44,40 |
b. |
wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing: |
€ 44,40 |
Paragraaf 3.4 |
Organiseren evenement of markt |
|
Artikel 3.6 |
Organiseren evenement |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening voor het organiseren van een evenement met een te verwachten bezoekersaantal van: |
|
a. |
minder dan 1.000 |
€ 127,00 |
b. |
1.000 of meer |
€ 232,00 |
Artikel 3.7 |
Gereserveerd: Organiseren markt |
|
Paragraaf 3.5 |
Standplaatsen |
|
Artikel 3.8 |
Gereserveerd: Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt |
|
Artikel 3.9 |
Gereserveerd: Overige administratieve dienstverlening markt |
|
Artikel 3.10 |
Gereserveerd: Losse standplaatsen |
|
Paragraaf 3.6 |
Gereserveerd: Huisvestigingswet 2014 |
|
Artikel 3.11 |
Gereserveerd: Vergunning onttrekken woonruimte |
|
Artikel 3.12 |
Gereserveerd: Vergunning samenvoegen woonruimte |
|
Artikel 3.13 |
Gereserveerd: Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte |
|
Artikel 3.14 |
Gereserveerd: Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten |
|
Artikel 3.15 |
Gereserveerd: Splitsvergunning |
|
Artikel 3.16 |
Gereserveerd: Toeristische verhuur |
|
Artikel 3.17 |
Gereserveerd: Verhuurvergunning opkoopbescherming |
|
Paragraaf 3.7 |
In dit hoofdstuk niet benoemd besluit |
|
Artikel 3.18 |
Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 31,50 |
Paragraaf 3.8 |
Kinderopvang |
|
Artikel 3.19 |
Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen |
|
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om toestemming voor het in exploitatie nemen van een kindercentrum, gastouderbureau, gastouderopvang of peuterspeelzaal als bedoeld in artikel 1.45 en 2.2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen bedraagt: |
|
a. |
indien de aanvraag betrekking heeft op gastouderopvang: |
|
1. |
waarbij voor de behandeling van de aanvraag volledige toetsing door de GGD noodzakelijk is |
€ 623,90 |
2. |
waarbij voor de behandeling van de aanvraag verkorte toetsing door de GGD noodzakelijk is |
€ 510,30 |
3. |
waarbij voor de behandeling van de aanvraag geen toetsing door de GGD noodzakelijk is |
€ 49,05 |
b. |
indien de aanvraag betrekking heeft op een gastouderbureau |
€ 1.518,50 |
c. |
indien de aanvraag betrekking heeft op een kindercentrum, kinderopvang, buitenschoolse opvang of peuterspeelzaal |
€ 1.394,55 |
d. |
indien op de aanvraag als bedoeld in artikel 3.19 lid 3 afwijzend wordt beschikt, bestaat aanspraak op teruggaaf van een bedrag van |
€ 894,55 |
Behoort bij raadsbesluit van 15 december 2022.
Mij bekend,
de raadsgriffier,
mevrouw N.A. Hoogerbrug – van de Ven
Bijlage - Overzicht als bedoeld in onderdeel 2.1.1.1.1 van de tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2023
R |
egionaal |
||||
O |
verleg |
||||
E |
indhoven |
||||
B |
ouwtoezicht |
||||
Overzicht bouwkosten ten behoeve van berekeningen voor de bouwleges-toets |
|||||
Vastgesteld in ROEB-overleg 6 september 2022. |
|||||
2023 |
2023 |
||||
De vermelde prijzen gelden per eenheid zoals vermeld |
excl. BTW |
incl. 21% BTW |
eenheid |
||
(euro) |
(euro) |
(bruto) |
|||
1. |
WONINGEN |
||||
1.1 |
Rijtjeswoningen |
244,00 |
295,24 |
per m3 |
|
1.2 |
Halfvrijstaande woningen |
295,00 |
356,95 |
per m3 |
|
1.3 |
Vrijstaande woningen / appartementen |
329,00 |
398,09 |
per m3 |
|
1.4 |
Bungalows |
352,00 |
425,92 |
per m3 |
|
1.5 |
Woonwagens (nieuw en verplaatst) |
221,00 |
267,41 |
per m3 |
|
1.6 |
(Tijdelijke) woonunit |
221,00 |
267,41 |
per m3 |
|
1.7 |
Recreatiewoning |
221,00 |
267,41 |
per m3 |
|
2. |
WONINGUITBREIDINGEN EN VERBOUWINGEN |
||||
2.1 |
Uitbreiding woonruimte / dakopbouw |
335,00 |
405,35 |
per m3 |
|
2.2 |
Uitbreiding bergruimte / garage |
148,00 |
179,08 |
per m3 |
|
2.3 |
Kelder |
306,00 |
370,26 |
per m3 |
|
2.4 |
Serre |
663,00 |
802,23 |
per m2 |
|
2.5 |
Verandering woonruimte (inpandig) |
153,00 |
185,13 |
per m3 |
|
2.6 |
Dakkapel |
1.270,00 |
1.536,70 |
per m1 |
|
2.7 |
Gevelwijziging |
686,00 |
830,06 |
per m2 |
|
2.8 |
Nieuw dak |
136,00 |
164,56 |
per m2 |
|
3. |
BIJGEBOUWEN |
||||
3.1 |
Berging/garage met plat dak |
153,00 |
185,13 |
per m3 |
|
3.2 |
Berging/garage met kapconstructie |
142,00 |
171,82 |
per m3 |
|
3.3 |
Carport / Overkapping |
182,00 |
220,22 |
per m2 |
|
3.4 |
Tuinhuisje (prefab) |
170,00 |
205,70 |
per m2 |
|
3.5 |
Zwembad |
227,00 |
274,67 |
per m3 |
|
4. |
TUIN en STRAATMEUBILAIR |
||||
4.1 |
Houten schutting/pergola |
80,00 |
96,80 |
per m1 |
|
4.2 |
Gemetselde tuinmuur |
142,00 |
171,82 |
per m1 |
|
4.3 |
Schotelantenne |
1.145,00 |
1.385,45 |
per st. |
|
4.4 |
Hout + metselwerk tuinmuur |
108,00 |
130,68 |
per m1 |
|
4.5 |
Gaashekwerk |
57,00 |
68,97 |
per m1 |
|
5. |
BEDRIJFSHALLEN |
||||
- Gemetselde wandconstructie: |
|||||
geldt voor gehele pand (geen opsplitsing) |
|||||
5.1 |
Bedrijfshal hoogte tot en met 3 m |
114,00 |
137,94 |
per m3 |
|
5.2 |
Bedrijfshal hoogte tussen 3 en 6 m |
68,00 |
82,28 |
per m3 |
|
5.3 |
Tussenvloer in de hal extra |
153,00 |
185,13 |
per m2 |
|
5.4 |
Bedrijfskantoor in de hal |
233,00 |
281,93 |
per m3 |
|
- Systeembouw: |
|||||
geldt voor gehele pand (geen opsplitsing) |
|||||
5.5 |
Hal hoogte tot en met 6 m |
68,00 |
82,28 |
per m3 |
|
5.6 |
Hal hoogte tussen 6 tot en met 9 m |
57,00 |
68,97 |
per m3 |
|
5.7 |
Hal hoger dan 9 m, opp. kleiner dan 5.000 m2 |
51,00 |
61,71 |
per m3 |
|
5.8 |
Hal hoger dan 9 m, opp. tussen 5.000 en 10.000 m2 |
51,00 |
61,71 |
per m3 |
|
5.9 |
Hal hoger dan 9 m, opp. tussen 10.000 en 20.000 m2 |
46,00 |
55,66 |
per m3 |
|
5.10 |
Hal hoger dan 9 m, opp. Groter dan 20.000 m2 |
46,00 |
55,66 |
per m3 |
|
5.11 |
Tussenvloer in de hal extra |
97,00 |
117,37 |
per m2 |
|
5.12 |
Kantoorvloer in de hal extra |
148,00 |
179,08 |
per m2 |
|
5.13 |
Open loods |
148,00 |
179,08 |
per m2 |
|
5.14 |
Semi-permanente unit |
233,00 |
281,93 |
per m3 |
|
5.15 |
Romneyloods |
32,00 |
38,72 |
per m3 |
|
6. |
OVERIGE GEBOUWEN |
||||
6.1 |
Kantoor |
329,00 |
398,09 |
per m3 |
|
6.2 |
Showroom |
193,00 |
233,53 |
per m3 |
|
6.3 |
Winkel |
329,00 |
398,09 |
per m3 |
|
6.4 |
Bouwmarkt |
148,00 |
179,08 |
per m3 |
|
6.5 |
Horeca |
301,00 |
364,21 |
per m3 |
|
6.6 |
Sporthal |
295,00 |
356,95 |
per m3 |
|
6.7 |
Kleedgebouwen |
272,00 |
329,12 |
per m3 |
|
6.8 |
Scholen / kinderdagverblijven |
261,00 |
315,81 |
per m3 |
|
6.9 |
Noodscholen |
216,00 |
261,36 |
per m3 |
|
6.10 |
Zorgfunctie (kleinschalig) |
391,00 |
473,11 |
per m3 |
|
6.11 |
Interne wijzigingen overige gebouwen |
114,00 |
137,94 |
per m3 |
|
6.12 |
Gevelwijzigingen overige gebouwen |
692,00 |
837,32 |
per m2 |
|
7. |
TUINBOUWKAS |
||||
7.1 |
Verwarmde kas |
51,00 |
61,71 |
per m2 |
|
7.2 |
Onverwarmde kas |
34,00 |
41,14 |
per m2 |
|
8. |
VARKENSSTAL |
||||
8.1 |
Stal fokzeugen en biggen (traditioneel metselwerk) |
454,00 |
549,34 |
per m2 |
|
8.2 |
Stal voor vleesvarkens ( traditioneel metselwerk) |
420,00 |
508,20 |
per m2 |
|
8.3 |
Stal voor fokzeugen (groepshuisvesting op stro) |
295,00 |
356,95 |
per m2 |
|
* Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een tariefreductie van |
60,00 |
72,60 |
per m2 |
||
9. |
KOEIENSTAL |
||||
9.1 |
Stal voor vleeskalveren (traditioneel metselwerk) |
408,00 |
493,68 |
per m2 |
|
9.2 |
Grupstal (traditioneel metselwerk) |
329,00 |
398,09 |
per m2 |
|
9.3 |
Ligboxenstal (traditioneel metselwerk) |
352,00 |
425,92 |
per m2 |
|
* Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een tariefreductie van |
60,00 |
72,60 |
per m2 |
||
9.4 |
Gedeelte voor melkinrichting, installatie en tank |
697,00 |
843,37 |
per m2 |
|
10. |
KIPPENSTAL |
||||
10.1 |
Vleeskuikens (traditioneel metselwerk) |
340,00 |
411,40 |
per m2 |
|
10.2 |
Legkippen (traditioneel metselwerk) |
363,00 |
439,23 |
per m2 |
|
* Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een tariefreductie van |
60,00 |
72,60 |
per m2 |
||
10.3 |
Extra kosten legbatterijen/mestverwijdering |
108,00 |
130,68 |
per m2 |
|
11. |
PAARDENSTAL |
||||
11.1 |
Paardenstal (traditioneel metselwerk) |
686,00 |
830,06 |
per m2 |
|
11.2 |
Manege (rijhal) (traditioneel metselwerk) |
335,00 |
405,35 |
per m2 |
|
* Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een tariefreductie van |
60,00 |
72,60 |
per m2 |
||
12. |
OVERIGE ARGRARISCHE BEDRIJFSGEBOUWEN |
||||
12.1 |
Opslagloods agrarische (spouwmuur traditioneel) |
244,00 |
295,24 |
per m2 |
|
12.2 |
Opslagloods (houten gevels) |
131,00 |
158,51 |
per m2 |
|
12.3 |
Opslagloods (beton gevels) |
131,00 |
158,51 |
per m2 |
|
12.4 |
Prefab werktuigen/opslagloods (stalen gevels) |
108,00 |
130,68 |
per m2 |
|
12.5 |
Prefab veldschuur open (stalen gevels) |
63,00 |
76,23 |
per m2 |
|
12.6 |
Aardappelloods (incl. kelderventilatie + inrichting) |
374,00 |
452,54 |
per m2 |
|
12.7 |
Champignonkwekerij (incl. basisinrichting) |
675,00 |
816,75 |
per m2 |
|
12.8 |
Nertsen |
165,00 |
199,65 |
per m1 |
|
13. |
MEST SILO / KELDER |
||||
13.1 |
Bovengronds van staal en/of hout systeembouw |
45,00 |
54,45 |
per m3 |
|
13.2 |
Mest kelder (losse kelder) |
153,00 |
185,13 |
per m2 |
|
13.3 |
Sleufsilo |
278,00 |
336,38 |
per m1 |
|
14. |
(PARKEER)KELDER |
||||
14.1 |
Gedeeltelijk boven- of ondergronds |
199,00 |
240,79 |
per m3 |
|
14.2 |
Geheel ondergronds |
267,00 |
323,07 |
per m3 |
|
14.3 |
Geheel bovengronds |
125,00 |
151,25 |
per m3 |
|
14.4 |
(Parkeer)kelder onder gebouw |
131,00 |
158,51 |
per m3 |
Behoort bij raadsbesluit van 15 december 2022.
Mij bekend,
de raadsgriffier,
mevrouw N.A. Hoogerbrug – van de Ven
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl