Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden gemeente Westerkwartier 2023

Geldend van 22-12-2022 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden gemeente Westerkwartier 2023

De raad van de gemeente Westerkwartier;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2022;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden gemeente Westerkwartier 2023

Artikel 1. Belastbaar feit

Onder de naam "marktgeld" wordt een recht geheven voor het innemen van een standplaats op de daarvoor aangewezen marktterreinen en voor het genot van geleverde diensten die met de standplaats verband houden.

Artikel 2. Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van degene die een standplaats in gebruik heeft.

Artikel 3. Maatstaf van heffing

  • 1. Het marktgeld wordt geheven naar de frontbreedte van de standplaats in strekkende meters en voor het gebruik van de elektriciteitsvoorziening voor kleinverbruik of grootverbruik.

  • 2. Onder kleinverbruik wordt verstaan: elektriciteitsverbruik van geringe omvang zoals voor verlichting en apparatuur met een gering stroomverbruik.

    Onder grootverbruik wordt verstaan: elektriciteitsverbruik dat niet valt onder het kleinverbruik zoals gebruik voor bakken, koken, koelen en verwarmen.

Artikel 4. Tarieven

  • 1. Het marktgeld bedraagt voor een standplaats op de markt te Marum per strekkende meter frontbreedte of gedeelte daarvan:

    • a.

      per marktdag € 0,76;

    • b.

      per jaar voor één marktdag in de twee weken € 19,20;

    • c.

      per jaar voor één marktdag in de week € 37,60.

  • 2. Het marktgeld bedraagt voor een standplaats op de markt te Grootegast en Zuidhorn per strekkende meter frontbreedte of gedeelte daarvan:

    • a.

      per marktdag € 1,02;

    • b.

      per jaar voor één marktdag in de twee weken € 25,60;

    • c.

      per jaar voor één marktdag in de week € 50,17.

  • 3. Het marktgeld bedraagt voor een standplaats op de markt te Leek per strekkende meter frontbreedte of gedeelte daarvan:

    • a.

      per marktdag € 1,53;

    • b.

      per jaar voor één marktdag in de twee weken € 38,40;

    • c.

      per jaar voor één marktdag in de week € 75,26.

  • 4. Het marktgeld bedraagt voor het gebruik van de elektriciteitsvoorziening bij kleinverbruik op de markt te Marum, Grootegast, Zuidhorn en Leek:

    • a.

      per marktdag € 1,25

    • b.

      per jaar voor één marktdag in de twee weken € 31,25

    • c.

      per jaar voor één marktdag in de week € 62,50

  • 5. Het marktgeld bedraagt voor het gebruik van de elektriciteitsvoorziening bij grootverbruik op de markt te Marum, Grootegast, Zuidhorn en Leek:

    • a.

      per marktdag € 2,50

    • b.

      per jaar voor één marktdag in de twee weken € 62,50

    • c.

      per jaar voor één marktdag in de week € 125,00

Artikel 5. Belastingtijdvak

Indien het marktgeld per jaar wordt geheven is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

In de overige gevallen is het belastingtijdvak een dag.

Artikel 6. Wijze van heffing

  • 1. Het marktgeld wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. In afwijking van lid 1 kan de het marktgeld dat per marktdag wordt geheven, eveneens geheven worden door middel van een mondelinge dan wel schriftelijke gedagtekende kennisgeving.

Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Het marktgeld dat per marktdag wordt geheven is verschuldigd bij aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Het marktgeld dat per jaar wordt geheven is verschuldigd bij het begin van het kalenderjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar aanvangt, is het marktgeld dat per jaar wordt geheven verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt, bestaat aanspraak op vermindering van het marktgeld dat per jaar wordt geheven over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8. Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, dat aanslagen tot € 30,00, moeten worden betaald in één termijn. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen aangemerkt als één belastingbedrag.

  • 3. In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9. Kwijtschelding

Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.

Artikel 11. Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening Marktgelden gemeente Westerkwartier 2020’ van 11 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Marktgelden gemeente Westerkwartier 2023’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Westerkwartier in de openbare vergadering van

14 december 2022,

A. van der Tuuk, voorzitter

O. de Vries, griffier