Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2023

Geldend van 22-12-2022 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2023

De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 2022;

gelet op artikel 229 eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2023.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    haven: alle havens, kaden en verdere inrichtingen ten behoeve van de scheepvaart waaronder begrepen de openbare aanlegplaatsen in de openbare wateren “Sliksloot” en de Hollandsche IJssel, die bij de gemeente Krimpen aan den IJssel in eigendom, beheer of onderhoud zijn, een en ander zoals is aangegeven op de bij de ‘Havenverordening gemeente Krimpen aan den IJssel 2013’ behorende kaarten;

  • b.

    vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen van of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam een geheel uitmakende voorwerpen;

  • c.

    vrachtschip: een vaartuig dat hoofdzakelijk en regelmatig wordt gebezigd c.q. gebezigd gaat worden voor het vervoer van goederen;

  • d.

    woonschip: een schip dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt als, of te oordelen naar de constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd als hoofdverblijf ten behoeve van het dag- en/of nachtverblijf door een of meerdere personen;

  • e.

    schipper: degene die op het schip het gezag uitoefent of degene die hem vervangt dan wel als schipper optreedt. Indien noch de schipper noch diens plaatsvervanger aanwezig is wordt de eigenaar of gebruiker van het schip aangemerkt als schipper;

  • f.

    havenmeester: degene die als zodanig door het college van burgemeester en wethouders is aangewezen, alsmede diens plaatsvervanger;

  • g.

    verplaatsing: de in volumen uitgedrukte waterverplaatsing van een vaartuig tussen het vlak van de grootste toegelaten diepgang en het vlak van inzinking van het ledige vaartuig, zoals deze blijkt uit de bij het vaartuig behorende geldige meetbrief;

  • h.

    m3: een kubieke meter zoetwaterverplaatsing;

  • i.

    oppervlakte: het product van de grootste lengte en breedte, zoals deze blijkt uit de bij het vaartuig behorende geldige meetbrief;

  • j.

    verblijf: gebruik of genot als bedoeld in artikel 2;

  • k.

    kwartaal, jaar: kalenderkwartaal, kalenderjaar;

  • l.

    gemeenteambtenaar: de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet.

  • m.

    Green Award Certificaat: een geldend document dat aangeeft dat het vaartuig voldoet aan het Reglement Green Award Binnenvaart en aan het Programma van Eisen Green Award Binnenvaart. Dit certificaat wordt uitgegeven door het bureau Green Award als uitvoeringsorgaan van de Stichting Green Award. Vaartuigen met een Green Award certificaat hebben tijdens inspectie aangetoond dat ze voldoen aan bovenwettelijke eisen op het gebied van milieu, veiligheid en kwaliteit.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam “havengeld” wordt een recht geheven ter zake van het gebruik van de haven, als bedoeld in artikel 1, ten behoeve van de scheepvaart door of met vaartuigen en het genot van de met het gebruik samenhangende diensten.

  • 2. Belastingplichtig is de gezagvoerder, de schipper, de eigenaar of gebruiker van het vaartuig.

Artikel 3 Vrijstellingen

  • 1. Geen havengeld wordt geheven van:

    • a.

      rijksvaartuigen, voor zover bij wet of algemene maatregel van bestuur vrijstelling is voorgeschreven;

    • b.

      hospitaalschepen en andere vaartuigen, in dienst zijnde voor het vervoeren van zieken en lichamelijk gebrekkigen;

    • c.

      roeiboten, behorende bij vaartuigen.

  • 2. Geen havengeld wordt geheven over de dagen waarop:

    • -

      in het geval van uitzonderlijk hoge waterstand het gebruik maken van de havenfaciliteiten, in het bijzonder van de kade, niet of nagenoeg niet mogelijk is, of

    • -

      in het geval van ijsgang de bedrijfs¬uitoefening door de binnenscheepvaart niet of nagenoeg niet mogelijk is,

    een en ander naar de omstandigheden beoordeeld door de gemeenteambtenaar na ingewonnen advies van de havenmeester. De in dit lid bedoelde vrijstelling geldt niet voor de door middel van abonnement per kwartaal of jaar geheven havengelden.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1. Als grondslag voor de berekening van het havengeld geldt:

    • a.

      voor vrachtschepen, de verplaatsing overeenkomstig de van kracht zijnde geldige meetbrief of daarmede krachtens wettelijke bepalingen gelijkgestel¬de documenten, een en ander met inachtneming van dezelfde voet van herleiding, als krachtens wettelijke bepalingen door het rijk is voorgeschreven;

      bij gemis van een meetbrief kan de op de ijkplaat aangeduide verplaat-sing tot grondslag voor de heffing dienen;

    • b.

      voor alle overige vaartuigen, de oppervlakte.

  • 2. Bij gebreke van een geldige meetbrief of daarmede gelijk te stellen document, bij weigering om zulk een stuk te vertonen of bij weigering om toe te laten dat vaartuigen worden gemeten, wordt de verplaatsing dan wel de oppervlakte van die vaartuigen door de gemeenteambtenaar geschat.

Artikel 5 Tarieven

  • 1. De bedragen genoemd in lid 2 onder a, c, d en e van deze tabel zijn inclusief de eventueel verschuldigde omzetbelasting. Het bedrag genoemd in lid 2 onder b is exclusief omzetbelasting

  • 2. Het havengeld bedraagt voor:

    a.

    vrachtschepen, per m3 verplaatsing:

    voor zeven aaneengesloten dagen of een gedeelte daarvan

    0,135

    bij abonnement:

    voor een kwartaal

    1,416

    voor een jaar

    4,970

    b.

    woonschepen, per m2 oppervlakte, bij een abonnement voor een jaar

    5,206

    c.

    alle overige vaartuigen (waaronder sleep- en passagiersboten, bij het ontbreken van de tonnage) per m2 oppervlakte:

    voor zeven aaneengesloten dagen of een gedeelte daarvan

    0,135

    bij abonnement:

    voor een kwartaal

    1,416

    voor een jaar

    4,970

    d.

    Vrachtschepen met een geldig ‘Green Award certificaat’ per m3 verplaatsing:

    voor zeven aaneengesloten dagen of een gedeelte daarvan

    0,122

    bij abonnement: voor een kwartaal

    1,275

    voor een jaar

    4,473

    e.

    alle overige vaartuigen met een geldig ‘Green Award certificaat’(waaronder sleep- en passagiersboten, bij het ontbreken van de tonnage) per m2 oppervlakte:

    voor zeven aaneengesloten dagen of een gedeelte daarvan

    0,122

    voor een kwartaal

    1,275

    voor een jaar

    4,473

    f.

    een aaneengesloten periode gelegen tussen vrijdag 12.00 uur en maandag daaraanvolgende 12.00 uur: 50% van de onder a, c, d en e genoemde tarieven.

  • 3. Bij een ononderbroken verblijf van langer dan zeven dagen is voor elke daarop volgende zeven aaneengesloten dagen of gedeelte daarvan, opnieuw havengeld verschuldigd volgens de in lid 2 vermelde weektarieven.

  • 4. Indien het havengeld bij wijze van abonnement per kwartaal of jaar wordt geheven en het verblijf voortgang vindt, dan is op de eerste werkdag van het nieuwe kwartaal of van het nieuwe jaar opnieuw havengeld voor een kwartaal of jaar verschuldigd.

Artikel 5a Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5b Ontstaan van de belastingschuld

Het havengeld is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is bij aanvang van de belastingplicht.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1. Het havengeld wordt geheven bij wege van aanslag, een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur waarop het bedrag van de verschuldigde belasting is vermeld.

  • 2. Het havengeld moet worden voldaan op het tijdstip, waarop het in artikel 2 bedoelde gebruik of genot wordt aangevangen, echter met dien verstande, dat de belastingplicht eerst aanvangt twee uren na dat het in artikel 2 bedoelde gebruik of genot is aangevangen

  • 3. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de in het derde lid genoemde aanslag worden betaald in één termijn, welke vervalt op de 28e dag na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 4. Indien het bedrag van de verschuldigde belasting niet kan worden vastgesteld op het tijdstip, waarop het gebruik of genot aanvangt, wordt het havengeld geheven bij wege van aanslag en moet in afwijking van het eerste lid, de belasting worden voldaan in één termijn welke vervalt op de 28e dag na de dagtekening van de aanslag.

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de leden 3 en 4 gestelde termijnen.

Artikel 7 Kwijtschelding

Bij de invordering van havengelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8 Heffing naar tijdsgelang

  • 1. Indien de belastingplichtige kiest voor heffing van het havengeld bij wijze van een kwartaal- of jaarabonnement, wordt geen ontheffing verleend van havengeld dat reeds is geheven over een periode die binnen de abonnementsperiode valt.

  • 2. Indien havengeld bij wijze van abonnement voor een kwartaal is geheven, wordt bij tussentijdse beëindiging van het gebruik geen ontheffing verleend.

  • 3. Indien havengeld bij wijze van abonnement voor een jaar is geheven, wordt bij tussentijdse beëindiging van het gebruik ontheffing verleend over zoveel volle kwartalen als er na de beëindiging resteren.

Artikel 9 Reparatie van het vaartuig

  • 1. Indien aan het vaartuig, met inbegrip van de voortbewegingsinrichting of enig onderdeel daarvan, reparatiewerkzaamheden worden uitgevoerd, wordt op verzoek ontheffing verleend van 50% van de in artikel 5 onder a, c, d en e genoemde tarieven.

  • 2. Bij het verzoek om ontheffing dient de belastingplichtige, voor de periode dat recht op ontheffing bestaat, een door of vanwege de reparateur ondertekende verklaring te overleggen, waaruit blijkt dat gedurende die periode aan het betreffende vaartuig reparatiewerkzaamheden zijn of worden verricht.

  • 3. Zonder bewijs van reparatie als bedoeld in het tweede lid wordt geen ontheffing verleend.

Artikel 10 Vervanging van het vaartuig

  • 1. Een abonnement kan voor de verdere duur waarvoor het geldt, van kracht worden verklaard op een vervangend vaartuig, mits het vervangende vaartuig wordt gebruikt door dezelfde belastingplichtige en de vervanging een gevolg is van schipbreuk, brand, afkeuring of herstelling.

  • 2. Indien bij toepassing van het eerste lid het vervangende vaartuig een grotere waterverplaatsing heeft dan het vervangen vaartuig, moet bijbetaling plaats hebben van het verschil tussen het voor het vervangen vaartuig geheven havengeld en het havengeld dat verschuldigd is wegens abonnement voor een vaartuig met een waterverplaatsing gelijk aan het vervangende vaartuig.

    De berekening van het bij te betalen bedrag vindt plaats respectievelijk over zoveel twaalfde of derde gedeelten van dit verschil als er nog niet verstreken maanden in het betrokken jaar of kwartaal, na het tijdstip van vervanging, overblijven.

  • 3. Bij vervanging van een vaartuig door een vaartuig met minder waterverplaatsing wordt geen ontheffing van havengeld verleend.

Artikel 11 Veranderingen aan het vaartuig

  • 1. Indien veranderingen worden aangebracht aan een vaartuig waarvoor havengeld bij abonnement wordt geheven en dit vaartuig als gevolg daarvan een grotere waterverplaatsing heeft verkregen dan waarvoor abonnement is verleend, moet bijbetaling plaatshebben van het verschil tussen het voor het vaartuig geheven havengeld en het havengeld dat verschuldigd is wegens een abonnement voor een vaartuig met een waterverplaatsing gelijk aan het veranderde vaartuig.

    De berekening van het bij te betalen bedrag vindt plaats, respectievelijk over zoveel twaalfde of derde gedeelten van dit verschil als er nog niet verstreken maanden in het betrokken jaar of kwartaal, na het tijdstip van de gereedgekomen verandering, overblijven.

  • 2. Bij een verandering, die tot minder waterverplaatsing heeft geleid dan waarvoor het abonnement geldt, wordt geen ontheffing van havengeld verleend.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening op de heffing en invordering havengelden 2022" van 16 december 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor de in het derde lid genoemde datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening havengelden 2023”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel in zijn openbare vergadering van 15 december 2022.

De griffier,

De voorzitter,