Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2023

Geldend van 22-12-2022 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2023

De raad van de gemeente Sint-Michielsgestel;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 2022;

gelet op artikel 228 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2023

Artikel 1. Voorwerp van belasting; belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt ter zake van het hebben van voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond een belasting geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.

Artikel 2. Definities

Deze verordening verstaat onder:

- jaar: kalenderjaar;

- kwartaal: een kalenderkwartaal;

- maand: een kalendermaand;

- week: een kalenderweek;

- dag als bedoeld in artikel 6 van deze verordening: een kalenderdag;

- dag als bedoeld in artikel 4 en 5 van deze verordening en in de bij deze verordening behorende tarieventabel: een periode van acht achtereenvolgende uren;

- standplaats: een met vergunning ingenomen plaats met kramen, wagens, manden of andere voorwerpen van waren en/of voor het uitstallen van goederen op de openbare grond, voor de verkoop van waren op een van de locaties waarop het standplaatsenbeleid van toepassing is.

Artikel 3. Belastingplicht

De belasting wordt geheven van:

a. degene die één of meer voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft;

b. de vergunninghouder, die op basis van een vergunning gerechtigd is tot het innemen van een standplaats, indien de bij onderdeel a genoemde belastingplichtige niet bekend is.,

Artikel 4. Heffingsmaatstaf en tarief

  • 1. De belasting wordt geheven naar het aantal eenheden, bepaald en berekend aan de hand van de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het bepaalde in dit artikel, artikel 5 en van de in de tabel gegeven aanwijzingen.

  • 2. Bij het hebben van voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt de oppervlakte bepaald conform het gestelde in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 3. Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een eenheid van oppervlakte voor een geheel gerekend.

  • 4. Voor de toepassing van de verordening wordt een gedeelte van een jaar, kwartaal, maand, week of dag respectievelijk aangemerkt als een heel jaar, kwartaal, hele maand, week of dag.

Artikel 5. Belastingtijdvak

Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het belastingtijdvak het kalenderjaar waarin de voorwerpen aanwezig zijn. In de overige gevallen is het belastingtijdvak het kwartaal, de maand, de week of de dag waarin de voorwerpen aanwezig zijn, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.

Artikel 6. Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde belasting

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht.

  • 2. In het geval een tarief per jaar wordt berekend en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel driehonderd vijfenzestigste gedeelten van de voor het belastingtijdvak verschuldigde belasting als er in het belastingtijdvak, na het tijdstip waarop de belastingplicht aanvangt, nog volle dagen overblijven.

  • 3. In het geval een tarief per jaar wordt berekend en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt ontheffing verleend voor zoveel driehonderd vijfenzestigste gedeelten van de voor het belastingtijdvak verschuldigde belasting als er in het belastingtijdvak, na het tijdstip waarop de belastingplicht eindigt, nog volle dagen overblijven.

Artikel 7. Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota, aanslag of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8. Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de belasting worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 7:

a. mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

b. schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel

ingeval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de

kennisgeving.

2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9. Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van deze verordening is 1 januari 2023.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening precariobelasting 2023’.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering 15 december 2022;

De gemeenteraad van Sint-Michielsgestel,

de griffier, de voorzitter,

N.A. Hoogerbrug-van de Ven H.J. Looijen

Ondertekening

Tarieventabel 2023 precariobelasting

Tarieventabel, behorende bij de Verordening precariobelasting 2023.

Onderdeel

Omschrijving

Eenheid

Tarief

1

Standplaatsen

1.1

Voor het innemen van een standplaats zoals bedoeld in artikel 2 van de Verordening precariobelasting 2023 wordt geheven

1.1.1

voor een vaste standplaats op een bepaalde wekelijkse dag of een gedeelte daarvan

1.1.1.1

per jaar, exclusief stroomafname

per strekkende meter

€ 69,50

1.1.1.2

per jaar voor de stroomafname

€ 81,00

1.1.2

voor een tijdelijke standplaats op een bepaalde wekelijkse dag of een gedeelte daarvan

1.1.2.1

per dag of een gedeelte daarvan

€ 7,00

Behoort bij raadsbesluit van 15 december 2022.

Mij bekend,

de griffier,

mevrouw N.A. Hoogerbrug – van de Ven