Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR687161
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR687161/1
Regeling vervallen per 01-01-2024
Verordening precariobelasting 2023
Geldend van 01-01-2023 t/m 31-12-2023
Intitulé
Verordening precariobelasting 2023De raad van de gemeente Waalwijk heeft het voorstel over de belastingverordeningen 2023 van het college van burgemeester en wethouders van 27 september 2022 gelezen en besluit, gelet op artikel 228 van de Gemeentewet, de volgende verordening vast te stellen:
”Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2023”
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: een periode van 24 uren, aanvangend om 00.00 uur, of een gedeelte daarvan.
- b.
week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen.
- c.
maand: een kalendermaand.
- d.
jaar: een kalenderjaar.
- e.
vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een natuurlijk persoon of rechtspersoon één of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.
- f.
horecaconcentratiegebied: het horecaconcentratiegebied zoals bedoeld in de regeling Horecabeleid Gemeente Waalwijk.
- g.
non-profit-organisatie: een organisatie zonder winstoogmerk.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam “precariobelasting” wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
De belasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Artikel 4 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
- a.
voorwerpen, onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, waarvan de aanwezigheid krachtens wettelijk voorschrift of anderszins moet worden gedoogd;
- b.
voorwerpen, onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, waarvoor uit andere hoofde betaling aan de gemeente moet geschieden;
- c.
wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond A.N.W.B. en van andere overeenkomstige instellingen;
- d.
naamborden en naamplaten aan de gevel, waarvan de grootste afmeting niet meer bedraagt dan 0,5 (strekkende dan wel vierkante) meter en waarop niet méér vermeld staat dan de naam van de bewoner en het uitgeoefende beroep of bedrijf;
- e.
bouwkundige luifels;
- f.
rijwielrekken;
- g.
voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;
- h.
voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, die daar gehouden worden door een non-profit organisatie;
- i.
voorwerpen, onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, door een persoon of organisatie die van de gemeente structureel subsidie volgens artikel 4:21, 1e lid Awb ontvangt;
- j.
voorwerpen, onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, die daar gehouden worden door een algemeen nut beogende instelling (ANBI).
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
- 1.
Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.
- 2.
Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting, tenzij anders is bepaald, berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen.
- 3.
De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.
- 4.
Indien sprake is van een terras is de heffingsmaatstaf, in afwijking van het tweede lid, de gehele oppervlakte van dit terras, met inbegrip van de ruimte tussen het terrasmeubilair.
- 5.
Indien de gemeente een terrasvergunning heeft verleend is de heffingsmaatstaf de gehele oppervlakte van het terras, met inbegrip van de ruimte tussen het terrasmeubilair, zoals vastgelegd in de vergunning, tenzij blijkt dat in werkelijkheid meer of minder vierkante meters worden ingenomen.
- 6.
Indien sprake is van een bouwterrein is de heffingsmaatstaf, in afwijking van het tweede lid, de gehele oppervlakte van dit bouwterrein, met inbegrip van de ruimte tussen de aldaar geplaatste voorwerpen.
- 7.
Indien sprake is van een bouwterrein en de gemeente heeft ter zake van de bouw een omgevingsvergunning verleend, is de heffingsmaatstaf de gehele oppervlakte van de bouwplaats, zoals opgenomen in de bouwplaatstekening die behoort bij de omgevingsvergunning, met inbegrip van de ruimte tussen de aldaar geplaatste voorwerpen, zoals vastgelegd in de vergunning, tenzij blijkt dat in werkelijkheid meer of minder vierkante meters worden ingenomen.
- 8.
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.
- 9.
In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting:
-
a. indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;
-
b. indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand;
-
c. indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een jaartarief, maar geen dag- week- of maandtarief is opgenomen, een gedeelte van een jaar gelijkgesteld met een jaar;
-
d. indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.
-
Artikel 7 Belastingtijdvak
- 1.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar- overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
- 2.
Wanneer geen vergunning is verleend, is het belastingtijdvak de aaneengesloten periode binnen het kalenderjaar gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.
- 3.
Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het belastingtijdvak het kalenderjaar waarin het belastbare feit zich voordoet.
- 4.
In de andere gevallen dan hiervoor genoemd, is het belastingtijdvak het kwartaal, de maand, de week of de dag waarin het belastbare feit zich voordoet, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.
Artikel 8 Wijze van heffing
- 1.
De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven.
- 2.
In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld
- 1.
In de gevallen bedoeld in artikel 7, eerste en derde lid, is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak.
- 2.
In de gevallen bedoeld in artikel 7, tweede en vierde lid, is de precariobelasting verschuldigd bij het einde van het belastingtijdvak.
- 3.
Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
- 1.
De precariobelasting moet in één termijn worden betaald, binnen 30 dagen na de dagtekening van de aanslag of factuur
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.
Artikel 11 Kwijtschelding
Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend. De factuur of aanslag moet dus altijd worden betaald.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting. Dit zijn dan besluiten van het college waarin deze verordening verder wordt uitgewerkt. Wanneer deze besluiten zijn genomen zijn ze terug te vinden op de websites lokaleregelgeving.overheid.nl en www.waalwijk.nl.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De ‘Verordening precariobelasting 2022’ van 11 november 2021 en de wijziging daarop, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2023, trekken wij in met ingang van 1 januari 2023, maar blijven gelden voor de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening precariobelasting 2023’.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 november 2022.
Ondertekening
DE RAAD VAN DE GEMEENTE WAALWIJK
de griffier, de voorzitter,
Jeske W.M. Louer, Sacha C.A.M. Ausems
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING PRECARIOBELASTING 2023
Nummer |
Omschrijving |
Eenheid |
Tarief 2023 |
Oud tarief 2022 |
|
|
|
|
|
000 |
ALGEMEEN TARIEF |
|
|
|
000.01.01 |
Gebruik van gemeentegrond voor de openbare dienst bestemd, voor zover daarvoor in deze of enige andere verordening geen bijzonder tarief is opgenomen |
Per m2 per week of gedeelte van een week |
€ 6,00
|
€ 5,70 |
000.01.02 |
Als hiervoor |
Per m2 per jaar |
€ 311,35 |
€ 296,55 |
010 |
MATERIALEN T.B.V. BOUW- OF SLOOPWERKEN |
|
|
|
010.01 |
Gebruik van gemeentegrond voor materialen t.b.v. bouw- of sloopwerken zoals grond, puin, keten, loodsen, schaftwagens containers, werktuigen, stellingen of steigers e.d. |
Per m2 per dag wanneer meer dan 12 m2 in gebruik wordt genomen |
€ 0,10
|
€ 0,10 |
010.02 |
Gebruik van gemeentegrond voor materialen t.b.v. bouw- of sloopwerken zoals grond, puin, keten, loodsen, schaftwagens, containers, werktuigen, stellingen of steigers e.d. |
Per in gebruik name van ten hoogste 12 m2, het volgende vaste bedrag:
|
|
|
Korter dan 1 week Vanaf 1 week tot en met 1 maand Elke daarop volgende maand, per maand |
€ 0,00 € 28,25 € 56,55 |
€ 0,00 € 26,95 € 35,90 |
||
010.03 |
Het aanslagbedrag wat op grond van dit hoofdstuk (010) wordt berekend wordt niet hoger vastgesteld dan € 50.000 |
|
|
|
|
|
|
|
|
020 |
BUIZEN EN KOKERS |
|
|
|
020.01 |
Buis of koker, niet bestemd voor de afvoer van huis- of hemelwater of fecaliën naar het gemeenteriool |
Per m1 per jaar |
€ 3,90
|
€ 3,70 |
020.02 |
Voor een voorwerp, vermeld onder 020.01 is een minimum bedrag verschuldigd |
Per jaar |
€ 19,40
|
€ 18,50
|
|
|
|
|
|
030 |
BEERPUTTEN, BAKKEN, ENZOVOORTS |
|
|
|
030.01 |
Beerput, bak of andere verzamelplaats van stoffen |
Per stuk per jaar |
€ 32,75
|
€ 31,20 |
|
|
|
|
|
040 |
OPENDRAAIENDE DEUREN, HEKKEN, LUIKEN ZONNESCHERMEN, MARKIEZEN, ZONNEBLINDEN, ENZOVOORTS |
|
|
|
040.01 |
Opendraaiende deuren, hekken, luiken, zonneschermen, markiezen of zonneblinden en dergelijke objecten |
Per object per m1 per jaar |
€ 42,35
|
€ 40,35 |
|
|
|
|
|
050 |
VERKOPINGEN AAN OF OP DE OPENBARE WEG |
|
|
|
050.01 |
Verkopingen op of aan de openbare weg waardoor deze door het publiek wordt ingenomen hoe verhoudt zich dat tot marktgelden |
Per dag |
€ 32,75
|
€ 31,20 |
|
|
|
|
|
060 |
UITSTALLEN VAN GOEDEREN |
|
|
|
060.01 |
Uitstallen van ten verkoop of verhuur of anderszins aangeboden goederen |
Per m2 per jaar
|
€ 120,05
|
€ 114,30 |
060.02 |
Een opvangsluis voor winkelwagens |
Per m2 per jaar |
€ 198,65
|
€ 189,20 |
|
|
|
|
|
070 |
AUTOMATEN |
|
|
|
070.01 |
Automatische weeg-, verkoop- of andere toestellen |
Per stuk per jaar |
€ 120,05 |
€ 114,30 |
|
|
|
|
|
080 |
VOORWERPEN VOOR RECLAMEDOELEINDEN |
|
|
|
080.01 |
Tot reclame dienende spandoeken, lichtbakken, neoncontouren, lantaarns, uithangborden, uithangtekens, uitstalkasten, gevelborden, gevelplaten, driehoek borden en andere tot reclame dienende voorwerpen |
Per stuk per jaar |
€ 32,45
|
€ 30,90 |
090 |
PALEN, MASTEN, ENZOVOORTS |
|
|
|
090.01 |
Paal of mast of een ander verbindingsmiddel buiten verband van een steiger |
Per stuk per jaar |
€ 48,70
|
€ 46,35 |
090.02 |
Schamppaal |
Per stuk per jaar |
€ 9,65
|
€ 9,20 |
Nummer |
Omschrijving |
|
|
|
100 |
POMPINSTALLATIE |
|
|
|
100.01.01 |
Benzine-, olie-, lucht- en/of waterpompinstallatie of een soortgelijke inrichting |
Voor één installatie per jaar |
€ 434,00
|
€ 413,30 |
100.01.02 |
Boven het onder 100.01.01 genoemde tarief is voor elke volgende pompinstallatie op of bij hetzelfde perceel een tarief verschuldigd |
Per installatie per jaar |
€ 310,80
|
€ 296,00 |
100.02.01 |
Brandstoftank, inclusief leidingen en vulputje |
Per tank per jaar |
€ 611,80
|
€ 582,65 |
100.02.02 |
Uitsluitend een vulputje met een daarop aansluitende leiding |
Per stuk per jaar |
€ 43,20
|
€ 41,15 |
100.02.03 |
Een verplaatsbare pompinstallatie |
Per stuk per jaar |
€ 194,20
|
€ 184,95
|
|
|
|
|
|
170 |
TERRASSEN |
|
|
|
170.01 |
Voor het innemen van een door de gemeente aangewezen dan wel gedoogde vaste plaats op gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, ten behoeve van het uitoefenen van een horeca-functie: |
|
|
|
170.01.01 |
Indien het terras is gelegen in het horeca-concentratiegebied |
Per m2 per jaar |
€ 28,85 |
€ 27,45 |
170.01.02 |
Indien het terras is gelegen buiten het horeca-concentratiegebied |
Per m2 per jaar |
€ 11,55 |
€ 11,00 |
|
|
|
|
|
180 |
Evenementen |
|
|
|
180.1 |
Voor het innemen van een door de gemeente aangewezen plaats op de gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, ten behoeve van een categorie A evenement, wordt de precariobelasting bepaald op het hiernaast genoemde vaste bedrag per evenement, ongeacht de werkelijke gedurende de tijdens de duur van het evenement gebruikte gemiddelde oppervlakte. |
Per evenement |
€ 288,40 |
€ 274,65 |
180.2 |
Voor het innemen van een door de gemeente aangewezen plaats op de gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, ten behoeve van een categorie B evenement, wordt de precariobelasting bepaald op het hiernaast genoemde vaste bedrag per evenement, ongeacht de werkelijke gedurende de duur van het evenement gebruikte gemiddelde oppervlakte. |
Per evenement |
€ 576,90 |
€ 549,45 |
180.3 |
Voor het innemen van een door de gemeente aangewezen plaats op de gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, ten behoeve van een categorie C evenement, wordt de precariobelasting bepaald op het hiernaast genoemde vaste bedrag per evenement, ongeacht de werkelijke gedurende de duur van het evenement gebruikte gemiddelde oppervlakte. |
Per evenement |
€1.153,80 |
€1.098,90 |
Behoort bij het raadsbesluit van 10 november 2022 tot vaststelling van de Verordening precariobelasting 2023.
De griffier,
Jeske W.M. Louer
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl