Aanwijzingsbesluit belastingplichtigen waterschapsbelastingen 2022

Geldend van 23-12-2022 t/m heden

Intitulé

Aanwijzingsbesluit belastingplichtigen waterschapsbelastingen 2022

De ambtenaar belast met de heffing van waterschapsbelastingen van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht;

Overwegende dat het wenselijk is nadere regels te stellen met betrekking tot het aanwijzen van belastingplichtigen voor de watersysteemheffing, zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing in keuzesituaties;

Gelet op:

  • de hoofdstukken XVI, XVII, XVIIB en XVIII van de Waterschapswet;

  • hoofdstuk 7 van de Waterwet;artikel 2 van de Verordening Watersysteemheffing Amstel, Gooi en Vecht;

  • artikel 4, lid 1 en 2 onder a van de Verordening Zuiveringsheffing Amstel, Gooi en Vecht;

  • artikel 4, lid 1 en 2 onder a van de Verordening Verontreinigingsheffing Amstel, Gooi en Vecht;

Besluit;

Vast te stellen het volgende Aanwijzingsbesluit belastingplichtigen waterschapsbelastingen 2022.

Toelichting

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich mee dat meer natuurlijke of niet-natuurlijke personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject of belastbaar feit. In de gevallen waarin dat voorkomt wordt de aanslag (verplicht) ten name van één van de belastingplichtigen gesteld, aangezien de aanslag niet mag worden verdeeld over de belastingplichtigen. In deze gevallen hanteert het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam zal ontvangen. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en een doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering van de waterschapsbelastingen én wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.

De in de in dit besluit ten aanzien van de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. De criteria moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

Het Waterschap is een wettelijk afnemer van de diverse Basisregistraties c.q. Landelijke Voorzieningen. Daarom is het volgen van de gegevens in de Basisregistraties en/of Landelijke Voorzieningen niet alleen verplicht, maar ook doelmatig c.q. doeltreffend. Zodoende kan als gevolg van de verplichte afname ook gekomen worden tot een andere keuze dan de voorkeursvolgorde aangeeft.

Artikel 1

Voor de watersysteemheffing gebouwd, natuurterreinen en ongebouwd wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een kadastraal perceel de aanslag op naam gesteld van:

  • 1.1

    Degene die, gelet op artikel 119, lid 2 van de Waterschapswet en artikel 2, leden 4 en 5 van de Verordening Watersysteemheffing Amstel, Gooi en Vecht, het zakelijk recht geniet dat de hoogste voorrang heeft in de aanwijzing als belastingplichtige. In afnemende volgorde betreft dat:

    • 1.1.1

      de vruchtgebruiker dan wel de gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;

    • 1.1.2

      de opstaller, voor zover dat recht niet uitsluitend is gevestigd ten behoeve van de aanleg en/of het onderhoud van ondergrondse dan wel bovengrondse leidingen;

    • 1.1.3

      de erfpachter;

    • 1.1.4

      de eigenaar of de appartementsgerechtigde;

    • 1.1.5

      degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

  • 1.2

    Als er meerdere personen hetzelfde, belastingplicht veroorzakende, zakelijk recht genieten, degene die:

    • 1.2.1

      volgens de beschikbare gegevens in Nederland woont of gevestigd is;

    • 1.2.2

      als er meerdere personen in Nederland wonen of gevestigd zijn: degene die grootste aandeel uitgedrukt in procenten in het genotsrecht heeft;

    • 1.2.3

      als er meerdere personen in Nederland wonen of gevestigd zijn die een gelijk aandeel in het genotsrecht hebben: een natuurlijk persoon boven een rechtspersoon;

    • 1.2.4

      Als er meerdere natuurlijke personen in Nederland wonen of gevestigd zijn die een gelijk aandeel in het genotsrecht hebben: degene die de oudste is in leeftijd.

    • 1.2.5

      Als er meerdere natuurlijke personen in Nederland wonen of gevestigd zijn die een gelijk aandeel in het genotsrecht hebben én op dezelfde dag geboren zijn: degene die in alfabetische volgorde van de achternaam, en;

    • 1.2.6

      als 1.2.5 geen uitsluitsel biedt van de voornaam, degene die als eerste genoemd zou worden.

Artikel 2

Voor de watersysteemheffing ingezetenen, de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing voor particulieren wordt de aanslag op naam gesteld van:

  • 2.1.1

    Degene die, volgens de Basisregistratie Personen, het langst op het betreffende adres gevestigd is;

  • 2.1.2

    Degene die, volgens de Basisregistratie Personen, het oudste is in leeftijd.

Artikel 3

Voor de zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing voor particulieren wordt, in geval dat de woonruimte wel gebruikt wordt, maar uit de Basisregistratie Personen (BRP) blijkt dat er niemand op het adres van deze woonruimte staat ingeschreven, de aanslag op naam gesteld van de eigenaar van de woonruimte, aan te wijzen met toepassing van artikel 1, die in dat geval als gebruiker van de woonruimte wordt aangemerkt.

Voor de zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing voor bedrijven wordt op gelijke wijze gehandeld, met dien verstande dat niet aan de informatie uit de BRP, maar aan de informatie in het Handelsregister (KvK) wordt getoetst.

Artikel 4

Als de aanslagen voor verschillende waterschapsbelastingen verenigd worden op één aanslagbiljet, wordt dit aanslagbiljet in onderstaande volgorde te naam gesteld van:

  • 4.1

    De belastingplichtige zoals aangewezen in artikel 1;

  • 4.2

    De belastingplichtige zoals aangewezen in artikel 2 en/of artikel 3.

Artikel 5

Van het in de artikelen 1, 2, 3 en 4 bepaalde kan door de heffingsambtenaar in voorkomende gevallen en naar zijn oordeel c,q, op grond van hem moverende redenen worden afgeweken. Bijvoorbeeld op grond van de geautomatiseerde verwerking van gegevens.

De voorkeursvolgorde is erop gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen. Met het oog hierop kan (dus) ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

Artikel 7

Met het in werking treden van dit besluit wordt het Aanwijzingsbesluit belastingplichtigen waterschapsbelastingen 2019, vastgesteld op 15 oktober 2019, ingetrokken. Het Aanwijzingsbesluit belastingplichtigen waterschapsbelastingen 2019 blijft echter van kracht voor de heffing en invordering van aanslagen die zijn vastgesteld vóór inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 8

Dit besluit kan worden aangehaald als: Aanwijzingsbesluit belastingplichtigen waterschapsbelastingen 2022.

Ondertekening

Amsterdam, 15 december 2022

de ambtenaar belast met de heffing

Ingrid de Boer – de Wolf.