Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR686923
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR686923/1
Regeling vervallen per 01-01-2024
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023
Geldend van 31-12-2022 t/m 26-06-2023
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023De raad van de gemeente Leusden;
gelezen het voorstel van het college d.d. 8 november 2022, nummer 62710;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
b e s l u i t :
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
‘maand’: het tijdvak dat loopt van de eerste dag in een kalendermaand tot de eerste dag in de volgende kalendermaand;
- d.
‘kwartaal’: een aaneengesloten periode van drie maanden;
- e.
‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de eerste dag in een kalenderjaar tot de eerste dag in het volgende kalenderjaar;
- f.
‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en bijbehorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
de afgifte van verklaringen van onvermogen;
- b.
verzoeken om ontheffing, vrijstelling of teruggaaf van plaatselijke belastingen;
- c.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (exploitatieovereenkomst) zijn of worden verhaald;
- d.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, lid 3 van de Crisis- en herstelwet.
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, lid 1 van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in lid 1 van dit artikel gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van rechten ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening en bijbehorende tarieventabel, indien deze wijzigingen:
- 1.
van zuiver redactionele aard zijn;
- 2.
noodzakelijk zijn als gevolg van vlak voorafgaand aan of tijdens het belastingjaar door Rijksregelgeving aangebrachte wijzigingen in de leges die betrekking hebben op:
- a.
reisdocumenten;
- b.
rijbewijzen;
- c.
verklaringen omtrent het gedrag.
- a.
Artikel 11 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De Legesverordening 2022, vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in lid 3 van dit artikel genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
-
4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2023’.
Ondertekening
Aldus besloten door de raad van de gemeente Leusden in zijn openbare vergadering van 15 december 2022,
B. Schouten
griffier
G.J. Bouwmeester
voorzitter
Bijlage 1 Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2023
gemeente Leusden
Indeling tarieventabel
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
Paragraaf 1.5 Overige publiekszaken
Paragraaf 1.6 Algemene en juridische zaken
Paragraaf 1.7 Telecommunicatie
Paragraaf 1.8 Verkeer en vervoer
Paragraaf 1.9 Diversen
Hoofdstuk 2 Dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Paragraaf 1 Begripsomschrijvingen
Paragraaf 2 Voorfase
Paragraaf 3 Omgevingsvergunning
Paragraaf 4 Vermindering
Paragraaf 5 Teruggaaf
Paragraaf 6 Intrekking omgevingsvergunning
Paragraaf 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Paragraaf 8 Bestemmingswijziging zonder activiteiten
Paragraaf 9 In dit hoofdstuk niet benoemde beschikking
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de Dienstenrichtlijn en niet vallend onder Hoofdstuk 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Paragraaf 3.3 Evenementen
Paragraaf 3.4 Kinderopvang
Paragraaf 3.5 Winkeltijdenwet
Paragraaf 3.6 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
|
|
|
|
Artikel 1.1 Huwelijk of geregistreerd partnerschap |
|
||
Het tarief bedraagt: |
|
||
a. |
voor het voltrekken van een huwelijk, het sluiten van een geregistreerd partnerschap of een omzetting met ceremonie: |
|
|
|
1. |
op maandag tot en met vrijdag, van 8.30 tot 18.00 uur: |
€ 345,00 |
|
2. |
op alle overige tijdstippen als bedoeld in onderdeel a.1.: |
€ 604,00 |
|
3. |
op de tijdstippen voor gratis trouwen, zoals genoemd op de gemeentelijke website, niet zijnde op een algemeen erkende feestdag, in het gemeentehuis, zonder toespraak: |
€ 0,00 |
|
4. |
voor een eenvoudige plechtigheid, op de tijdstippen zoals genoemd op de gemeentelijke website, zonder toespraak: |
€ 174,00 |
|
5. |
voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk zonder ceremonie, aan de balie in het gemeentehuis: |
€ 84,40 |
|
|
|
|
b. |
voor het gebruik maken van de dienstverlening van een gemeentelijke bode bij het voltrekken van een huwelijk of het sluiten van een geregistreerd partnerschap op een andere locatie dan in het gemeentehuis: |
€ 93,00 |
|
c. |
voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige bij het voltrekken van een huwelijk of het sluiten van een geregistreerd partnerschap, per getuige: |
€ 28,80 |
|
|
|
|
|
Artikel 1.2 Overige Burgerlijke stand |
|
||
Het tarief bedraagt: |
|
||
a. |
voor het benoemen en laten beëdigen bij de rechtbank van een eenmalige buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (inclusief de dienstverlening en instructie door een gemeentelijk babs): |
€ 515,00 |
|
b. |
voor het verstrekken van een trouwboekje/partnerschapsboekje of duplicaat hiervan, in een normale uitvoering: |
€ 32,25 |
|
c. |
voor het verstrekken van een trouwboekje/partnerschapsboekje of duplicaat hiervan, in een lederen uitvoering: |
€ 47,60 |
|
d. |
voor het verstrekken van een livestream link met opgenomen huwelijk/geregistreerd partnerschap in de raadzaal van het gemeentehuis: |
€ 52,50 |
|
e. |
indien de aanvragers zonder plausibele reden binnen 7 dagen voor de huwelijksvoltrekking op partnerschapsregistratie annuleren, of niet verschijnen voor de voltrekking van een huwelijk of partnerschap: |
€ 172,50 |
|
|
|
|
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
|
|
|
|
Artikel 1.3 Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
||
a. |
van een nationaal paspoort: |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 77,87 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 58,89 |
b. |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a. (zakenpaspoort): |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 77,87 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 58,89 |
c. |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 77,87 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 58,89 |
d. |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: |
€ 58,89 |
|
|
|
|
|
Artikel 1.4 Nederlandse identiteitskaart |
|
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
||
a. |
van een Nederlandse Identiteitskaart: |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 70,38 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 37,99 |
b. |
van een vervangende Nederlandse Identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: |
€ 34,29 |
|
|
|
|
|
Artikel 1.5 Spoedlevering |
|
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag |
|
||
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.3 en 1.4 onder a. genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: |
€ 53,01 |
||
|
|
|
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
|
|
|
Artikel 1.6 Rijbewijzen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
€ 44,65 |
|
|
|
|
Artikel 1.7 Spoedlevering |
|
|
Het tarief genoemd in artikel 1.6 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met: |
€ 34,10 |
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
|
|
|
Artikel 1.8 Definitie |
|
|
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd, dan wel één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
|
|
|
|
Artikel 1.9 Verstrekking van gegevens |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt: |
|
a. |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 15,70 |
b. |
voor het afsluiten van een abonnement tot het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar |
|
1. van 0 tot 25 verstrekkingen: |
€ 138,00 |
|
2. van 25 tot 100 verstrekkingen: |
€ 387,00 |
|
3. van 100 tot 200 verstrekkingen: |
€ 602,00 |
|
4. voor elk volgend honderdtal: |
€ 214,00 |
|
c. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van een afschrift uit de basisregistratie personen: |
€ 15,70 |
d. |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek verstrekken van een afschrift van de persoonslijst: |
€ 15,70 |
e. |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
€ 25,10 |
|
|
|
Artikel 1.10 Schriftelijke verstrekking |
|
|
In afwijking van artikel 1.9 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
€ 7,50 |
|
|
|
|
Artikel 1.11 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier of gedeelte daarvan: |
€ 15,70 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 1.5 Overige publiekszaken
|
|
|
Artikel 1.12 Legalisatie en overige verklaringen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
|
a. |
de legalisatie van een handtekening: |
€ 15,70 |
b. |
de waarmerking van een origineel officieel document door de gemeente afgegeven: |
€ 5,45 |
d. |
het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: |
€ 41,35 |
e. |
overige verklaringen, in het bijzonder belang van de aanvrager: |
€ 15,70 |
|
|
|
Artikel 1.13 Wet rechten burgerlijke stand |
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijk stand. |
|
|
Artikel 1.14 Parkeervergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het afgeven van een vergunning of een ontheffing op grond van de Parkeerverordening 1998: |
€ 21,00 |
|
|
|
Paragraaf 1.6 Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en bijzondere wetten
|
|
|
|||
Artikel 1.15 APV |
|
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
||||
|
|
|
|||
|
a. |
Algemeen |
|||
|
|
Een vergunning of aanvulling/wijziging op een verleende vergunning op verzoek van de aanvrager, ontheffing, kennisgeving of vrijstelling van enigerlei bepaling van de APV voor zover niet al bij een ander nummer van deze tabel genoemd: |
€ 49,60 |
||
|
b. |
Collectevergunning |
|
||
|
1. |
Een vergunning voor een collecte als bedoeld in artikel 5:13 van de APV: |
€ 24,80 |
||
|
2. |
Indien de collectevergunning deel uitmaakt van een evenementenvergunning, wordt het tarief van onderdeel b.1. verminderd met 50% |
|
||
|
|
|
|||
|
c. |
Ontheffing geluidshinder |
|
||
|
Een ontheffing geluidshinder als bedoeld in artikel 4:6 van de APV: |
€ 23,70 |
|||
|
|
|
|||
Artikel 1.16 Wet op de Kansspelen |
|
||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van: |
|
|||
|
a. |
een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de Kansspelen (loterijvergunning e.d.): |
€ 32,40 |
||
|
b. |
een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de Kansspelen (prijsvraagvergunning): |
€ 32,40 |
||
|
c. |
een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen en artikel 2:40 van de APV (kansspelautomaten): |
|
||
|
|
1. |
voor onbepaalde tijd, voor één kansspelautomaat |
€ 56,50 |
|
|
|
2. |
voor onbepaalde tijd, voor twee kansspelautomaten: |
|
|
|
|
|
|
€ 56,50 |
|
|
|
|
|
€ 34,00 |
|
|
|
|
|||
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|||
|
a. |
een aanvraag tot het verlenen van een exploitatievergunning, als bedoeld in artikel 2 van de Speelautomatenhalverordening Leusden 2015: |
€ 2.322,00 |
||
|
b. |
een aanvraag tot wijziging van de exploitatievergunning als bedoeld in onderdeel 2.a.: |
€ 186,20 |
||
|
|
|
|||
Artikel 1.17 Luchtvaartwetgeving |
|
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van: |
|
||||
|
1. |
een verklaring van geen bezwaar voor het doen opstijgen van een luchtvaartuig zoals bedoeld in de Regeling Toezicht Luchtvaart: |
|
||
|
|
|
€ 32,40 |
||
|
|
|
€ 49,40 |
||
|
|
|
|||
Artikel 1.18 Wet open overheid |
|
||||
Voor het verstrekken van kopieën van documenten op grond van artikel 8.6, tweede lid, van de Wet open overheid worden leges geheven. De tariefstelling voor de kopieën is overeenkomstig artikel 1.22. |
|
||||
|
|
|
|||
Artikel 1.19 Zondagswet |
|
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 3 lid 3 en artikel 4, lid 4 van de Zondagswet: |
€ 11,70 |
Paragraaf 1.7 Telecommunicatie
Werkzaamheden in verband met aanleg, instandhouding of opruiming van kabels.
Artikel 1.20 Telecommunicatiewet en kabels en leidingen |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid van de Telecommunicatiewet, dan wel een melding of vergunning voor het aanleggen, verleggen of onderhouden van kabels en leidingen als bedoeld in de Leidingenverordening en Telecomverordening van de gemeente Leusden, voor tracés: |
|
|
|
a. |
tot en met 25 meter: |
€ 245,00 |
|
b. |
van 26 meter tot en met 250 meter: |
€ 491,00 |
|
c. |
vanaf 251 meter tot en met 500 meter: |
€ 736,00 |
|
d. |
indien het aantal strekkende meters groter is dan 500 meter wordt de aanvrager om aanvullende informatie gevraagd om een begroting te maken van de kosten. Na schriftelijke goedkeuring zal de aanvraag in behandeling genomen worden. |
|
2. |
Het tarief van onderdeel 1. wordt verhoogd: |
|
|
|
a. |
indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, met: |
€ 82,40 |
|
b. |
indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, met: |
€ 46,30 |
|
c. |
indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
3. |
Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 2.c. is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
|
|
Paragraaf 1.8 Verkeer
|
|
|
|
Artikel 1.21 Wegenverkeerswetgeving |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|
a. |
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: |
€ 41,20 |
|
b. |
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen: |
€ 47,30 |
|
c. |
tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer: |
€ 118,40 |
|
d. |
tot het verstrekken van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in onderdeel 1.c.: |
€ 37,50 |
|
|
|
|
2. |
Het tarief bedraagt: |
|
|
|
a. |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in artikel 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: |
€ 47,30 |
|
b. |
voor het inrichten van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in artikel 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: |
€ 307,00 |
|
c. |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een onderbord (kenteken) bij een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats: |
€ 69,00 |
|
|
|
Paragraaf 1.9 Diversen
Artikel 1.22 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, beschikkingen, stukken of uittreksels |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het vervaardigen en afgeven van: |
|
||
a. |
gewaarmerkte afschriften of uittreksels van stukken, voor zover daarvoor niet elders in de tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per bladzijde of gedeelte daarvan |
€ 6,00 |
|
b. |
fotokopieën van een beleidsnota of –notitie, overige stukken, kaarten, bouw- en constructietekeningen voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
|
|
1. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde: |
€ 0,30 |
|
2. |
in formaat A3, per bladzijde: |
€ 0,50 |
|
3. |
in formaat A2 of groter, per bladzijde: |
€ 2,00 |
|
4. |
en voor zover van toepassing te vermeerderen met voor verleende hulp voor raadpleging van het gemeentearchief, voor ieder daaraan te besteden kwartier of gedeelte daarvan: |
€ 19,30 |
|
Aan de aanvrager wordt, voordat het bepaalde met betrekking tot de raadpleging van het gemeentearchief wordt toegepast, medegedeeld of deze bepaling van toepassing is. |
|
|
c. |
een beschikking op een aanvraag, een vergunning of een ontheffing, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 49,60 |
|
d. |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per bladzijde of gedeelte daarvan: |
€ 21,00 |
Artikel 1.23 Digitale stukken |
|
||
Het tarief bedraagt voor: |
|
||
het op aanvraag vervaardigen en langs digitale weg verstrekken van bestanden uit gemeentelijke automatiseringsprogramma’s (niet zijnde basisregistraties), voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per bestand: |
€ 5,70 |
|
|
en voor zover van toepassing te vermeerderen voor raadpleging dan wel gebruikmaking van gemeentelijke automatiseringsprogramma’s, per kwartier of gedeelte daarvan: |
€ 19,30 |
|
|
Aan de aanvrager wordt, voordat het bepaalde met betrekking tot de raadpleging dan wel gebruikmaking van automatiseringsprogramma’s wordt toegepast, medegedeeld of deze bepaling van toepassing is. |
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 1.24 Gemeentearchief |
|
||
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 19,30 |
|
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
Hoofdstuk 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Paragraaf 1 Begripsomschrijvingen
1.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder |
|
1.1.1 |
aanlegkosten: |
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stct. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting daarin niet begrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in dit hoofdstuk onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; |
|
1.1.2 |
bouwkosten: |
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stct. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; |
|
1.1.3 |
sloopkosten: |
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, exclusief omzetbelasting. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; |
|
1.1.4 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
|
1.1.5 |
Bor: Besluit omgevingsrecht |
|
1.2 |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|
1.3 |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
|
Paragraaf 2 Voorfase
2. |
Omgevingsoverleg ‘verkennen initiatief’ Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief |
|
a. voor de verkenning op de kansrijkheid (intake): |
€ 250,00 |
|
b. voor het vervolgoverleg (omgevingstafel): |
€ 1.000,00 |
|
c. voor elk volgend (omgevingstafel)overleg: |
€ 250,00 |
|
verhoogd per in te schakelen/betrokken adviseur met |
€ 100,00 |
|
tot een maximale hoogte van: |
€ 1.000,00 |
|
d. indien een stedenbouwkundig advies en of een landschappelijk advies moet worden ingewonnen worden de leges verhoogd met de kostprijs van deze adviezen, met een maximale hoogte per advies van: |
€ 1.000,00 |
Paragraaf 3 Omgevingsvergunning
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in deze paragraaf en paragraaf 4 van dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
|
|
3.1 |
Bouwactiviteiten |
|
3.1.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
3.1.1.1 |
indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen: |
€ 111,00 |
vermeerderd met: |
2,77% |
|
van de bouwkosten; |
|
|
3.1.1.2 |
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: |
€ 442,00 |
vermeerderd met: |
2,61% |
|
van de bouwkosten; |
|
|
3.1.1.3 |
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: |
€ 724,00 |
vermeerderd met: |
2,56% |
|
van de bouwkosten; |
|
|
3.1.1.4 |
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen: |
€ 1.001,00 |
vermeerderd met: |
2,54% |
|
van de bouwkosten; |
|
|
3.1.1.5 |
indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen: |
€ 1.559,00 |
vermeerderd met: |
2,52% |
|
van de bouwkosten; |
|
|
3.1.1.6 |
indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen: |
€ 2.954,00 |
vermeerderd met: |
2,50% |
|
van de bouwkosten, met een maximum van: |
€ 300.000,00 |
|
|
|
|
3.1.1.7 |
De onder 3.1 berekende leges worden naar beneden afgerond op een veelvoud van € 1,00. |
|
|
|
|
|
Extra welstandstoets |
|
3.1.2 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is: |
€ 625,00 |
|
|
|
|
Verplicht advies agrarische commissie |
|
3.1.3 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: |
€ 88,50 |
|
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag |
|
3.1.4 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: |
150% |
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. |
|
|
|
|
|
Beoordeling aanvullende gegevens |
|
3.1.5 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen: |
€ 0,00 |
|
|
|
3.2 |
Aanlegactiviteiten |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 102,00 |
|
|
|
3.3 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ 358,00 |
3.3.1.1 |
met dien verstande dat indien de bouwkosten minder dan € 5.000 bedragen het tarief wordt teruggebracht naar: |
50% |
|
van de op grond van onderdeel 3.3.1 verschuldigde leges |
|
3.3.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking): |
€ 460,00 |
3.3.2.1 |
met dien verstande dat indien de bouwkosten minder dan € 5.000 bedragen het tarief wordt teruggebracht naar: |
50% |
|
van de op grond van onderdeel 3.3.2 verschuldigde leges |
|
3.3.2.2 |
bij toepassing van Bijlage 2, artikel 4, lid 9 en 11 Bor: |
€ 2.922,00 |
3.3.2.3 |
bij functiewijziging naar wonen: |
€ 1.462,00 |
|
vermeerderd met een bedrag van: |
€ 1.124,00 |
|
per woning. |
|
3.3.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
€ 3.517,00 |
3.3.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ 192,80 |
3.3.5 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ 587,40 |
3.3.6 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ 587,40 |
3.3.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 587,40 |
3.3.8 |
Bij een buitenplanse afwijking als bedoeld in onderdeel 3.3.3 is een digitale verbeelding vereist overeenkomstig de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012. Indien de aanvrager dit product niet zelf bekostigt, worden de leges verhoogd met de kostprijs van de verbeelding, met een maximale hoogte van: |
€ 800,00 |
|
|
|
3.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
3.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ 358,00 |
3.4.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking): |
€ 460,00 |
3.4.2.1 |
bij toepassing van Bijlage 2, artikel 4, lid 9 en 11 Bor: |
€ 2.922,00 |
3.4.2.2 |
bij functiewijziging naar wonen: |
€ 1.462,00 |
|
vermeerderd met een bedrag van: |
€ 1.124,00 |
|
per woning |
|
3.4.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
€ 3.517,00 |
3.4.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ 242,00 |
3.4.5 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ 733,80 |
3.4.6 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ 733,80 |
3.4.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 733,80 |
3.4.8 |
Bij een buitenplanse afwijking als bedoeld in onderdeel 3.4.3 is een digitale verbeelding vereist overeenkomstig de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012. Indien de aanvrager dit product niet zelf bekostigt, worden de leges verhoogd met de kostprijs van de verbeelding, met een maximale hoogte van: |
€ 800,00 |
|
|
|
3.5 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.502,00 |
|
|
|
3.6 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
|
3.6.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening Leusden 2012 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
3.6.1.1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: |
€ 0,00 |
3.6.1.2 |
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 0,00 |
3.6.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening Leusden 2012 aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 0,00 |
|
|
|
|
|
|
3.7 |
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 162,70 |
|
|
|
3.8 |
Aanleggen of veranderen weg |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene Plaatselijke Verordening Leusden een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 174,00 |
|
|
|
3.9 |
Uitweg/inrit |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene Plaatselijke Verordening Leusden een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 174,00 |
|
|
|
3.10 |
Aansluiting op het openbaar riool |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aansluitvergunning voor het tot stand brengen c.q. wijzigen en in stand houden van een aansluiting op het openbaar riool: |
€ 196,00 |
|
|
|
3.11 |
Kappen |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene Plaatselijke Verordening Leusden of de Bomenverordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 17,10 |
|
|
|
3.12 |
Opslag van roerende zaken |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente Leusden, waarvoor op grond van een bepaling in de Algemene Plaatselijke Verordening Leusden een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
3.12.1 |
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: |
€ 31,90 |
3.12.2 |
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: |
€ 31,90 |
|
|
|
3.13 |
Natura 2000-activiteiten |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 88,50 |
|
|
|
3.14 |
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 88,50 |
|
|
|
3.15 |
Andere activiteiten |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van deze paragraaf bedoeld en die activiteit of handeling: |
|
3.15.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 32,00 |
3.15.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
3.15.2.1 |
als het een gemeentelijke verordening betreft |
€ 32,00 |
3.15.2.2 |
als het een provinciale of waterschap verordening betreft |
€ 32,00 |
|
|
|
3.16 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
3.16.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze paragraaf voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
|
3.16.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze paragraaf voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
|
|
|
|
3.17 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
3.17.1 |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
|
3.17.1.1 |
als het een historisch bodemonderzoeksrapport betreft conform de NEN5725 (recentste versie): |
€ 69,50 |
3.17.1.2 |
als het een bodemonderzoeksrapport betreft als bedoeld in de indieningsvereisten in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (MOR), aangeleverd zonder digitaal Sikb-0101 xml-bestand (recentste versie): |
€ 224,00 |
3.17.1.3 |
als het een bodemonderzoeksrapport betreft als bedoeld in de indieningsvereisten in de MOR, aangeleverd met ook een digitaal Sikb-0101 xml-bestand (recentste versie): |
€ 181,50 |
3.17.1.4 |
als het een ander bodemonderzoeksrapport betreft aangeleverd zonder digitaal Sikb-0101 xml-bestand (recentste versie): |
€ 224,00 |
3.17.1.5 |
als het een ander bodemonderzoeksrapport betreft aangeleverd met ook een digitaal Sikb-0101 xml-bestand (recentste versie): |
€ 181,50 |
3.17.2 |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 139,00 |
3.17.3 |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 139,00 |
3.17.4 |
voor de beoordeling van een rapport betreffende de stikstof uitstoot: |
€ 139,00 |
3.17.5 |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 2.060,00 |
3.17.6 |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 139,00 |
|
|
|
3.18 |
Procedure hogere grenswaarde (geluid) |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om ontheffing hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, inclusief beoordeling van een geluidrapport: |
€ 834,00 |
|
|
|
|
|
|
3.19 |
Advies |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: |
€ 88,50 |
|
|
|
|
Stedenbouwkundig en/of landschappelijk advies |
|
3.19.1 |
Indien, naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders, een stedenbouwkundig en/of een landschappelijk advies moet worden ingewonnen, en de aanvrager dit advies niet zelf bekostigt, worden de leges verhoogd met de kostprijs van deze adviezen, met een maximale hoogte per advies van: |
€ 1.000,00 |
|
|
|
3.20 |
Verklaring van geen bedenkingen |
|
3.20.1 |
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|
3.20.1.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ 88,50 |
3.20.1.2 |
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ 88,50 |
|
|
|
3.21 |
Werkzaamheden en advisering voor Vrom defensie-inrichtingen |
|
|
Bij werkzaamheden en advisering voor defensie-inrichtingen is de DVO Wabo Vrom defensie inrichtingen en bijbehorende productcatalogus van toepassing. |
|
|
|
|
Paragraaf 4 Vermindering
4.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in paragraaf 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in paragraaf 3. |
|
|
|
|
4.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 3.18 en 3.19. De vermindering bedraagt: |
|
4.2.1 |
bij 5 tot 10 activiteiten: |
5% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges. |
|
4.2.2 |
bij 10 tot 15 activiteiten: |
10% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges. |
|
4.2.3 |
bij 15 of meer activiteiten: |
15% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges. |
|
|
|
|
4.3 |
Vermindering als gevolg van de ambitie in de Transitievisie Warmte om het verduurzamen van woningen en gebouwen te stimulerenVoor de activiteiten als bedoeld in de onderdelen 3.1 en 3.3 bestaat aanspraak op vermindering van leges wanneer uit de aanvraag blijkt dat een bestaande woning wordt geïsoleerd en dat de omgevingsvergunning nodig is om de isolatie te realiseren in verband met de uitbreiding van het bouwvolume door het isolatiemateriaal. De vermindering wordt toegekend mits een isolatiewaarde Rc van 3,5 of meer voor de betreffende bouwdelen wordt bereikt, en bedraagt: van de voor die activiteiten verschuldigde leges. |
50% |
Paragraaf 5 Teruggaaf
5.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.2, 3.6 en 3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
5.1.1 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 3 weken na het in behandeling nemen ervan: |
75% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
5.1.2 |
indien de aanvraag (reguliere procedure) wordt ingetrokken na 3 weken en binnen 7 weken na het in behandeling nemen ervan: |
50% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
5.1.3 |
indien de aanvraag (uitgebreide procedure) wordt ingetrokken na 3 weken en binnen 25 weken na het in behandeling nemen ervan: |
50% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
|
|
|
5.2 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.2, 3.6 en 3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 3 jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
5.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
5.3.1 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.2, 3.6 of 3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
5.3.2 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
|
|
|
5.4 |
Teruggaaf als gevolg van de ambitie in de Duurzaamheidsagenda om het energieneutraal renoveren van woningen en gebouwen te stimuleren |
|
|
Voor de activiteiten als bedoeld in de onderdelen 3.1 en 3.3 bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges wanneer de aanvrager aantoont dat er energieneutraal is gerenoveerd. Dit kan bijvoorbeeld door het overleggen van een bevestiging van het verwijderen van de gasaansluiting of door een aangepast energiecontract. |
|
|
|
|
5.4.1 |
De teruggaaf bedraagt van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in geval van renovatie van een bestaande woning zodat er geen gasaansluiting meer aanwezig is in de woning. |
50% |
|
|
|
5.4.2 |
De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges tot een maximum van € 15.000 voor het totale project in geval van renovatie van een complex woningen waarbij woningen zonder gasaansluiting worden gerealiseerd. |
50% |
5.4.3 |
De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges tot een maximum van € 15.000 in geval van renovatie van een bestaand bedrijfsgebouw zodat er geen gasaansluiting meer aanwezig is in het bedrijfsgebouw. |
50% |
|
|
|
5.4.4 |
Onder ‘een complex woningen’ wordt voor de toepassing van onderdeel 5.4.2 verstaan: een bouwplan of ontwikkeling die in het kader van deze onderdelen als een eenheid moet worden beschouwd, gelet op de bouwkundige en perceelindeling, het opdrachtgeverschap, de eigendom, functie(s), bedoeling en het karakter van het (ver)bouwplan. Verschillende omgevingsvergunningen of aanvragen om een omgevingsvergunning kunnen deel uitmaken van één project. |
|
5.5 |
Teruggaaf in geval van sanering van asbestdaken ter versnelling van de duurzaamheid |
|
|
Voor de sloopactiviteiten als bedoeld in onderdeel 3.7 bestaat aanspraak op teruggaaf van leges indien de sloopactiviteiten (tevens) de sanering van een of meerdere asbestdaken betreffen. De teruggaaf bedraagt: |
100% |
|
van de op grond van dit onderdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
|
|
5.6 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan € 25,00 wordt niet teruggegeven. |
|
|
|
|
5.7 |
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 3.18 en 3.19 wordt geen teruggaaf verleend. |
|
Paragraaf 6 Intrekking omgevingsvergunning
6. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is: |
€ 0,00 |
Paragraaf 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
7. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ 182,10 |
Paragraaf 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
8.1 8.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening: |
€ 3.517,00 |
8.1.2 |
het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening: |
€ 3.517,00 |
8.2 |
Indien, naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders, een stedenbouwkundig en/of een landschappelijk advies moet worden ingewonnen, en de aanvrager dit advies niet zelf bekostigt, worden de leges verhoogd met de kostprijs van deze adviezen, met een maximale hoogte per advies van: |
€ 1.000,00 |
Paragraaf 9 In dit hoofdstuk niet benoemde beschikking
9. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde beschikking: |
€ 49,60 |
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de Dienstenrichtlijn en niet vallend onder Hoofdstuk 2
Paragraaf 3.1 Horeca
|
|
|
|
Artikel 3.1 Uitoefenen horecabedrijf |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
|
a. |
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 448,00 |
|
b. |
een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet betreffende het bijschrijven van een persoon als leidinggevende: |
€ 41,80 |
|
c. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet: |
€ 41,80 |
|
d. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet: |
€ 41,80 |
|
e. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 41,80 |
|
|
|
|
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een exploitatievergunning zoals bedoeld in artikel 2:28 van de APV |
|
|
|
a. |
voor inrichtingen die vallen onder de Alcoholwet: |
€ 185,70 |
|
b. |
voor inrichtingen die niet vallen onder de Alcoholwet: |
€ 319,40 |
|
|
|
|
3. |
Het tarief genoemd in 2.a. en 2.b. wordt verhoogd indien gelijktijdig bij het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een exploitatievergunning dit eveneens een terras omvat, met: |
€ 66,50 |
|
4. |
Het tarief genoemd in 2.a. en 2.b. wordt verhoogd indien gelijktijdig bij het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een exploitatievergunning dit eveneens een aanvraag betreft om af te wijken van het algemeen geldende sluitingsuur, met: |
€ 66,50 |
|
|
|
|
|
5. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een exploitatievergunning ten behoeve van: |
|
|
|
a. |
een terras: |
€ 66,50 |
|
b. |
het afwijken van het algemeen geldende sluitingsuur: |
€ 66,50 |
|
c. |
het aantreden van nieuwe leidinggevenden: |
€ 41,80 |
|
|
|
|
6. |
Indien reeds vrijstelling is verleend van het verbod tot het exploiteren van een horecabedrijf zonder vergunning, bedraagt het tarief ten behoeve van |
|
|
|
het afwijken van het algemeen geldende sluitingsuur: |
€ 66,50 |
|
|
|
|
|
7. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van het sluitingsuur: |
€ 41,80 |
|
|
|
|
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Artikel 3.2 Vergunning seksbedrijf
|
|
|
|
Artikel 3.2 Vergunning seksbedrijf |
|
||
Het tarief bedraagt: |
|
||
a. |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de APV |
|
|
|
1. |
voor een seksinrichting: |
€ 670,00 |
|
2. |
voor een escortbedrijf: |
€ 670,00 |
b. |
voor wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3:15 van de APV: |
€ 166,00 |
|
|
|
|
Paragraaf 3.3 Evenementen
Artikel 3.3 Organiseren evenement
|
|
|
|
Artikel 3.3 Organiseren evenement |
|
||
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de APV, indien het betreft: |
|
|
|
1. |
een klein evenement vallend onder de behandelclassificatie A, zoals bedoeld in de HEV: procesmodel evenementenveiligheid, en waarbij (schriftelijke) instemming van de lokale hulpdiensten voldoende is: |
€ 49,60 |
|
2. |
een middelgroot evenement vallend onder de behandelclassificatie A, zoals bedoeld in de HEV: procesmodel evenementenveiligheid, en waarbij bespreking met de hulpdiensten in het BPG-overleg noodzakelijk is of een calamiteitenplan opgesteld moet worden: |
€ 97,10 |
|
3. |
een evenement vallend onder de behandelclassificatie B, zoals bedoeld in de HEV: procesmodel evenementenveiligheid: |
€ 204,20 |
|
4. |
een evenement vallend onder de behandelclassificatie C, zoals bedoeld in de HEV: procesmodel evenementenveiligheid: |
€ 406,80 |
|
5. |
een herdenkingsplechtigheid, een niet-commercieel evenement in het kader van een nationale feestdag of landelijke activiteit, of een evenement waarvan de opbrengst ten goede komt aan enig ideëel doel, ongeacht de van toepassing zijnde behandelclassificatie: |
€ 29,30 |
b. |
Indien de aanvraag betrekking heeft op een evenement als bedoeld in a.1. t/m a.4., dat gedurende twee of meerdere aaneengesloten dagen gehouden wordt, bedraagt het tarief: op basis van de van toepassing zijnde behandelclassificatie |
150% |
|
c. |
Indien de aanvraag betrekking heeft op een meerjarige vergunning voor een evenement als bedoeld in artikel 3.3.1.1 t/m 3.3.1.3, bedraagt het tarief: van de op basis van de van toepassing zijnde behandelclassificatie verschuldigde leges. |
150% |
|
d. |
Indien de aanvraag betrekking heeft op een jaarvergunning voor meerdere evenementen als bedoeld in artikel 3.3.1.1, bedraagt het tarief: van de op grond van dat artikel verschuldigde leges |
150% |
|
e. |
Onverminderd het bepaalde in artikel 3.3.1 bedraagt het tarief, indien de in dat artikel bedoelde aanvraag niet wordt ingediend voor de daarvoor geldende termijn als bedoeld in artikel 2:25 lid 7 van de APV: van de op basis van de van toepassing zijnde behandelclassificatie verschuldigde leges |
150% |
|
f. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de APV: |
€ 49,60 |
|
|
|
|
Paragraaf 3.4 Standplaatsen
Artikel 3.4 Standplaatsvergunning 1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor een standplaats als bedoeld in artikel 5:18 van de APV, geldig voor: |
|||
|
a. |
minder dan drie dagen: |
€ 32,40 |
|
b. |
drie dagen of meer, maar minder dan twaalf dagen: |
€ 49,40 |
|
c. |
twaalf dagen of meer, maar niet langer dan één jaar: |
€ 82,60 |
|
|
|
|
Paragraaf 3.5 Kinderopvang
Artikel 3.5 Kinderopvang en peuterspeelzalen |
|
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
|
|||
het in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang of buitenschoolse opvang) of gastouderbureau als bedoeld in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: |
€ 1.169,00 |
|
|||
het bieden van gastouderopvang als bedoeld in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: |
€ 441,00 |
|
|||
Indien de in a.1. bedoelde aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na het in behandeling nemen ervan, bedraagt de teruggaaf: |
75% |
|
|||
van de op grond van dit artikel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
|
|
|||
Indien de in a.1. bedoelde aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van tien weken na het in behandeling nemen ervan, of wordt afgewezen op grond van de inspectie voor aanvang exploitatie, bedraagt de teruggaaf: |
50% |
|
|||
van de op grond van dit artikel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
Paragraaf 3.6 Winkeltijdenwet
Artikel 3.6 Ontheffing winkeltijden |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet: |
€ 32,40 |
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
|
|
|
Artikel 3.7 Niet benoemd besluit op een aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 49,60 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl