Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR686823
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR686823/1
Regeling vervallen per 01-01-2024
Verordening op de heffing en de invordering van leges gemeente Someren 2023
Geldend van 21-12-2022 t/m 30-06-2023
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges gemeente Someren 2023De raad van de gemeente Someren;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 november 2022;
gelet op:
de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;
de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
b e s l u i t :
vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van leges gemeente Someren 2023
Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
- c.
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;
- b.
dienstverleningen, waarvoor niet meer dan € 1,00 verschuldigd is;
- c.
het verstrekken van een omgevingsvergunning waarbij toepassing is gegeven aan artikel 43, tweede lid, van de Woningwet
- d.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald
- e.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;.
Artikel 5 Tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, dan wel een elektronische mededeling.
Artikel 7 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
Van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
Een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
hoofdstuk 2 reisdocumenten;
hoofdstuk 3 rijbewijzen;
onderdeel 1.4.7 (papieren verstrekking uit BRP);
hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens);
onderdelen 1.9.1 (verklaring omtrent gedrag);
hoofdstuk 16 (kansspelen).
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 12 Citeertitel en inwerkingtreding
- 1.
De “Legesverordening 2022” van 22 december 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, vierde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, vierde lid opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
- 3.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 4.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023
- 5.
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening Someren 2023’
Ondertekening
Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Someren van 15 december 2022,
de raadsgriffier, de voorzitter,
J. Oostdijk D. Blok
Tarieventabel, behorende bij legesverordening 2023
Inhoudsopgave
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlands identiteitskaart
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief
Hoofdstuk 11 Niet van toepassing
Hoofdstuk 12 Leegstandswet
Hoofdstuk 13 Niet van toepassing
Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen
Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet
Hoofdstuk 16 Kansspelen
Hoofdstuk 17 Kinderopvang
Hoofdstuk 18 Kabels en leidingen
Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 20 Diversen
Titel 2 Fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
Hoofdstuk 4 Vermindering
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
Hoofdstuk 9 Sloopmelding
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
Titel 3 Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1 Horeca
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
Hoofdstuk 3 Brandveiligheid
Hoofdstuk 4 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Titel 1 Algemene dienstverlening
Artikel |
Omschrijving |
Verkooptarief |
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand |
||
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op: (De Legesverordening van het jaar waarin de aangifte wordt gedaan is van toepassing.) |
|
1.1.1.1 |
zaterdag, zondag en erkende christelijke dagen, en dagen waarop het gemeentehuis is gesloten |
|
1.1.1.1.1 |
a. intern |
€ 825,15 |
1.1.1.1.2 |
b. extern |
€ 926,30 |
1.1.1.2 |
Dinsdagochtend om 9:15 uur en om 9:30 uur |
gratis |
1.1.1.3 |
Op maandag, woensdag, donderdag en vrijdag de gehele dag en op dinsdag op de overige uren |
|
1.1.1.3.1 |
a. intern |
€ 447,55 |
1.1.1.3.2 |
b. extern |
€ 548,70 |
1.1.2 |
vervallen |
|
1.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
1.1.3.1 |
een trouwboekje of partnerschapboekje |
€ 42,10 |
1.1.3.2 |
een duplikaat van een trouwboekje of partnerschapsboekje |
€ 42,10 |
1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, ongeacht het resultaat van die naspeuring, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 20,20 |
1.1.5 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
|
1.1.6 |
Het tarief bedraagt voor een annulering of wijziging voor het voltrekken van een huwelijk of registreren van een partnerschap zonder plausibele reden |
€ 57,00 |
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlands identiteitskaart |
||
1.2 |
Het tarief bedraagt voor verrichten van handelingen ten behoeve van van een aanvraag: |
|
1.2.1 |
van een nationaal paspoort: |
|
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 77,85 |
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 58,85 |
1.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1 (zakenpaspoort) |
|
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 77,85 |
1.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 58,85 |
1.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 77,85 |
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 58,85 |
1.2.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: |
€ 58,85 |
1.2.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 70,35 |
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 37,95 |
1.2.6 |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon. |
€ 34,25 |
1.2.7 |
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1. tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
€ 53,00 |
1.2.8 |
Het tarief voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een tweede paspoort bedraagt hetzelfde als voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een eerste paspoort zoals hiervoor aangegeven. |
|
1.2.9 |
De toeslag bij bezorging van een reisdocument of Nederlandse identiteitskaart bedraagt |
€ 16,70 |
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen |
||
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ 44,65 |
1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ 34,10 |
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen |
||
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan verstrekkingen van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.4.2.1 |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ 11,90 |
1.4.2.2 |
voor het verrichten van een nasporing in het persoonskaartenarchief, ongeacht het resultaat van die opsporing, per kwartier of gedeelte daarvan |
€ 20,20 |
1.4.3 |
Voor de toepassing van onderdeel 4.4 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekkingen van één of meer gegevens over één persoon die niet zijn genomen in de basisregistratie personen (aangehaakte gegevens). |
|
1.4.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van (aangehaakte) persoonsgegevens, per verstrekking: |
€ 11,90 |
1.4.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een geselecteerde computeruitdraai uit de basisregistratie (panden- en personenregister) |
€ 68,10 |
1.4.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bewijs van opneming in de basisregistratie, -voor één persoon: |
€ 11,90 |
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister |
||
1.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet |
€ 11,90 |
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens |
||
1.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens: |
|
1.6.1.1 |
bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit: |
|
1.6.1.1.1 |
ten hoogste 100 pagina’s, per pagina |
€ 0,25 |
1.6.1.1.1.1 |
met een maximum per bericht van |
€ 5,60 |
1.6.1.1.2 |
meer dan 100 pagina’s |
€ 25,20 |
1.6.1.2 |
bij verstrekking anders dan op papier |
€ 5,60 |
1.6.1.3 |
dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking |
€ 25,20 |
1.6.2 |
Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd. |
|
1.6.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens |
€ 5,10 |
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken |
||
1.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.7.1.1 |
een exemplaar van de programmabegroting, de bijbehorende bijlagen en het investeringsprogramma (met uitzondering van de onder 1.7.1.2 genoemde stukken) |
€ 38,00 |
1.7.1.2 |
een exemplaar van de productenbegroting, de bijbehorende bijlagen en het investeringsprogramma |
€ 54,40 |
1.7.1.3 |
een exemplaar van het (financieel) jaarverslag met de bijbehorende bijlagen |
€ 88,00 |
1.7.1.4 |
een exemplaar van het burgerjaarverslag |
€ 13,45 |
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie |
||
1.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.8.1.1 |
Tot het verlenen van bijstand bij het raadplegen van kadastrale gegevens voor elk kwartier of gedeelte daarvan, al dan niet gepaard gaande met de afgifte van een afdruk uit deze kadastrale stukken. |
€ 20,20 |
1.8.1.2 |
Vermeerderd met het tarief voor het raadplegen van on-line informatie via de kadastrale balie van de actuele gegevens van het Kadaster. De vooraf aan de aanvrager kenbaar te maken tarieven zijn of worden door het Kadaster vastgesteld. |
|
1.8.1.3 |
Tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen |
€ 31,30 |
1.8.1.4 |
het verstrekken van een taxatieverslag en/of afschrift van een beschikking/aanslagbiljet gemeentelijke belastingen in het kader van de Wet waardering onroerende zaken, niet zijnde ten behoeve van bezwaar- en beroepsprocedures. |
€ 6,40 |
1.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel per adres of object uit: |
|
1.8.2.1 |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen |
€ 6,75 |
1.8.3 |
Indien de gegevens in dit hoofdstuk per post of per fax worden toegezonden, worden de kosten verhoogd met |
€ 3,35 |
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken |
||
1.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.9.1 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag conform het gestelde in: Regeling leges en afdracht vergoeding afgifte verklaring omtrent gedrag voor natuurlijke en rechtspersonen |
€ 41,35 |
1.9.2 |
vervallen |
|
1.9.3 |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening of document |
€ 11,90 |
1.9.4 |
Indien de gegevens in dit hoofdstuk per post of per fax worden toegezonden, worden de kosten verhoogd met |
€ 3,35 |
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief |
||
1.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 20,20 |
1.10.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
1.10.2.1 |
een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina op A-4 formaat, |
€ 0,55 |
1.10.2.1.1 |
op A-3 formaat |
€ 1,20 |
1.10.2.1.2 |
op A-2 formaat |
€ 3,60 |
1.10.2.1.3 |
op A-1 formaat |
€ 6,10 |
1.10.2.1.4 |
op A-0 formaat |
€ 12,20 |
1.10.2.2 |
een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk |
€ 6,40 |
1.10.3 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek verstrekken van digitale bestanden, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 20,20 |
Hoofdstuk 11 Niet van toepassing |
||
1.11.1 |
vervallen |
|
Hoofdstuk 12 Leegstandswet |
||
1.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.12.1 |
Tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Leegstandswet |
€ 244,20 |
1.12.2 |
Tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandswet |
€ 80,95 |
Hoofdstuk 13 Niet van toepassing |
||
1.13.1 |
vervallen |
|
Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen |
||
1.14 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
1.14.1 |
een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 6 van de Marktverordening Someren 2005 |
€ 12,65 |
1.14.2 |
het verstrekken van een vergunning voor een incidentele standplaats, als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening |
€ 12,65 |
1.14.3 |
het verstrekken van een vergunning voor een vaste standplaats, als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening |
€ 43,70 |
Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet |
||
1.15 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet |
€ 121,55 |
Hoofdstuk 16 Kansspelen |
||
1.16.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
1.16.1.1 |
voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd |
€ 226,50 |
1.16.1.2 |
voor twee of meer speelautomaten, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd, voor de eerste speelautomaat |
€ 226,50 |
1.16.1.2.1 |
en voor iedere volgende speelautomaat |
€ 136,00 |
1.16.1.3 |
indien het enkel een administratieve aanpassing/ wijziging is van een bestaande aanwezigheidsvergunning |
nihil |
Hoofdstuk 17 Kinderopvang |
||
1.17 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 1.45 Wet Kinderopvang (Wko) voor: |
|
1.17.1 |
Het in exploitatie nemen van een kindercentrum of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid, Wko |
€ 1.009,10 |
1.17.2 |
Het in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid, Wko |
€ 570,15 |
1.17.3 |
Voor het in afwijking van artikel 1.17.2 in behandeling nemen van een voorziening voor gastouderopvang, waarbij de houder van de voorziening, de gastouder, al in het landelijk register is opgenomen met een andere voorziening én er een inspectie heeft plaatsgevonden van die gastouder in de afgelopen drie jaar óf waarbij het opvangadres al is geregistreerd als adres waar een voorziening voor gastouderopvang is gevestigd én er een inspectie plaatsgevonden heeft van het opvangadres in de afgelopen drie jaar. |
€ 466,90 |
Hoofdstuk 18 Kabels en leidingen |
||
1.18.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning, als bedoeld in artikel 2.2, en voor een aanvraag voor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 3.2, van de Verordening Ondergrondse Infrastructuur Someren 2018, waarbij de sleuflengte < 100 m1 is of een montagegat c.q. lasgat met een oppervlakte van > 2 m2 |
€ 205,74 |
1.18.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning, als bedoeld in artikel 2.2, en voor een aanvraag voor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 3.2, van de Verordening Ondergrondse Infrastructuur Someren 2018, waarbij de sleuflengte ≥ 100 m1 is |
€ 411,49 |
1.18.3 |
Het tarief genoemd in 1.18.1 en 1.18.2 wordt verhoogd met een bedrag per strekkende meter sleuflengte, voor zover binnen de bebouwde kom gelegen, van |
€ 1,98 |
1.18.4 |
Het tarief genoemd onder 1.18.1 en 1.18.2 wordt vermeerderd met een bedrag per strekkende meter sleuflengte, voor zover buiten de bebouwde kom gelegen, van; |
|
1.18.4.1 |
over de eerste 2.000 m1, een bedrag van |
€ 1,40 |
1.18.4.2 |
over de lengte langer dan 2.000 m1, maar kleiner dan 10.000 m1, een bedrag van |
€ 0,85 |
1.18.4.3 |
over de lengte van 10.000 m1 of meer een bedrag van |
€ 0,72 |
1.18.5 |
Voor degene aan wie leges als bedoeld onder 1.18.1, 1.18.2, 1.18.3 of 1.18.4 in rekening is gebracht, bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen, óf als de gemeente de aanvraag weigert of buiten behandeling stelt. De teruggaaf bedraagt 50%. |
|
Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer |
||
1.19 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.19.1 |
voor het verstrekken van een ontheffing voor langzaam verkeer zonder kenteken, als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ 38,00 |
1.19.2 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 96,90 |
1.19.3 |
tot het verkrijgen van een ontheffing van de parkeerschijfzone, als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 geldig vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2024 |
€ 75,25 |
Hoofdstuk 20 Diversen |
||
1.20.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.20.1.1 |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 5,05 |
1.20.1.2 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
1.20.1.2.1 |
op A-4 formaat, |
€ 0,55 |
1.20.1.2.2 |
op A-3 formaat |
€ 1,20 |
1.20.1.2.3 |
op A-2 formaat |
€ 3,60 |
1.20.1.2.4 |
op A-1 formaat |
€ 6,10 |
1.20.1.2.5 |
op A-0 formaat |
€ 12,20 |
1.20.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van computeruitdraaien van gegevens, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, |
|
1.20.1.3.1 |
per pagina op A-4 formaat |
€ 0,55 |
1.20.1.4 |
kaarten en tekeningen al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.20.1.1 en 1.20.1.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, |
|
1.20.1.4.1 |
per kaart of tekening op papier van A-4 formaat |
€ 0,55 |
1.20.1.4.2 |
per kaart of tekening op papier van A-3 formaat |
€ 1,20 |
1.20.1.4.3 |
per kaart of tekening op papier van A-2 formaat |
€ 3,60 |
1.20.1.4.4 |
per kaart of tekening op papier van A-1 formaat |
€ 6,10 |
1.20.1.4.5 |
per kaart of tekening op papier van A-0 formaat |
€ 12,20 |
1.20.2.1 |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 40,40 |
1.20.2.2 |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 6,35 |
1.20.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een plattegrond van de gemeente |
€ 2,70 |
1.20.4 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek verstrekken van digitale bestanden, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 20,20 |
1.20.5 |
Bij verzending per post van de in dit hoofdstuk gevraagde stukken worden de leges verhoogd met |
€ 3,35 |
Titel 2 Fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning
Artikel |
Omschrijving |
Vast tarief |
Variabel tarief |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen |
|||
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
||
Aanlegkosten |
|||
2.1.1.1 |
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; |
||
bouwkosten |
|||
2.1.1.2 |
De som van de prijzen per eenheid exclusief 21% omzetbelasting zoals die zijn opgenomen in de door de gemeenteraad vastgestelde ROEB-lijst (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht). De tarieventabel en de ROEB-lijst zijn beide onderdeel van de verordening. Voor zover deze vastgestelde lijst niet voorziet in een passende hoofdcategorie (vetgedrukt in de lijst) wordt onder bouwkosten dan verstaan, de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2020 (u.A.V. 2012) voor het uit te voeren werk, exclusief 21% omzetbelasting. In dit laatste geval zullen de overgelegde gegevens getoetst worden aan hun wettelijke kaders. Bij de vastststelling van de bouwkosten worden deze afgerond op hele bedragen van € 1.000,00 met dien verstande dat bedragen tot en met € 500,00 naar beneden worden afgerond en bedragen hoger dan € 500,00 naar boven. |
||
Sloopkosten |
|||
2.1.1.3 |
Niet van toepassing |
||
Wabo |
|||
2.1.1.4 |
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
||
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
||
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
||
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag |
|||
2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
2.2.1 |
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is |
€ 290,45 |
|
2.2.2 |
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is indien dit project slecht vergunbaar is op basis van een bestemmingsplanherziening of projectbesluit |
€ 1.936,40 |
|
2.2.3 |
de leges zoals vermeld bij 2.2.1 worden bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project in mindering gebracht op de leges zoals vermeld in hoofdstuk 3, mits deze aanvraag binnen één jaar na afronding van het vooroverleg wordt ingediend. |
||
2.2.4 |
Indien binnen 6 maanden na de principe uitspraak zoals vermeld in 2.2.2 een aanvraag zoals bedoeld in artikel 2.3.3.4, 2.3.3.6, 2.3.3.7, 2.3.3.9, 2.3.4.3 en 2.3.4.9 is opgestart die in overeenstemming is met de principe uitspraak en waarbij er tussentijds geen wijzigingen in de wetgeving en /of provinciaal beleid hebben plaatsgevonden wordt het volgende bedrag in mindering gebracht op de genoemde procedures |
€ 968,20 |
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning |
|||
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
||
Bouwactiviteiten |
|||
2.3.1.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief in verhouding tot de vastgestelde bouwkosten, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||
2.3.1.1.1 |
indien de bouwkosten € 15.000,00 of minder bedragen: |
€ 483,00 |
|
2.3.1.1.2 |
indien de bouwkosten € 15.001,00 tot en met € 25.000,00 bedragen: |
€ 483,00 |
|
2.3.1.1.2.1 |
voor elk geheel bedrag van € 1.000,00 boven € 15.000,00; vermeerderd met |
€ 37,15 |
|
2.3.1.1.3 |
indien de bouwkosten € 25.001,00 tot en met € 45.000,00 bedragen: |
€ 855,25 |
|
2.3.1.1.3.1 |
voor elk geheel bedrag van € 1.000,00 boven € 25.000,00; vermeerderd met |
€ 32,30 |
|
2.3.1.1.4 |
indien de bouwkosten € 45.001,00 tot en met € 90.000,00 bedragen: |
€ 1.613,65 |
|
2.3.1.1.4.1 |
voor elk geheel bedrag van € 1.000,00 boven € 45.000,00; vermeerderd met |
€ 27,90 |
|
2.3.1.1.5 |
indien de bouwkosten € 90.001,00 tot en met € 300.000,00 bedragen: |
€ 2.689,45 |
|
2.3.1.1.5.1 |
voor elk geheel bedrag van € 1.000,00 boven € 90.000,00; vermeerderd met |
€ 23,45 |
|
2.3.1.1.6 |
indien de bouwkosten € 300.001,00 of meer bedragen: |
€ 7.638,05 |
|
2.3.1.1.6.1 |
voor elk geheel bedrag van € 1.000,00 boven € 300.000,00; vermeerderd met |
€ 19,20 |
|
Achteraf ingediende aanvraag |
|||
2.3.1.2 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit verhoogd met; |
10,000% |
|
2.3.1.2.1 |
een max. van |
€ 1.290,95 |
|
Verplicht advies agrarische adviescommissie |
|||
2.3.1.3 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische adviescommissie wordt beoordeeld: |
€ 976,80 |
|
Beoordeling bodemrapport |
|||
2.3.1.4 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: |
||
2.3.1.4.1 |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport |
€ 453,20 |
|
2.3.1.4.2 |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport |
€ 453,20 |
|
2.3.1.5 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1, indien krachtens wettelijk voorschrift (artikel 3.2, lid 7 van het Bouwbesluit) een akoestisch rapport ter beoordeling van de benodigde geluidwering is vereist, bedraagt het tarief voor het aanleveren van rekenkundige uitgangspunten voor industrielawaai; |
€ 1.019,70 |
|
Beoordeling aanvullende c.q. gewijzigde gegevens |
|||
2.3.1.6 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende of gewijzigde gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al is vergund minimaal: (indien er sprake is van extra bouwkosten worden deze conform artikel 2.3.1 in rekening gebracht) |
€ 148,40 |
|
Aanlegactiviteiten |
|||
2.3.2.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 407,75 |
|
2.3.2.2 |
Onderdeel 2.3.1.4 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel 2.3.2.1 bedoelde aanvraag. |
||
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit |
|||
2.3.3 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2: |
||
2.3.3.1 |
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (binnenplanse afwijking): (3.6 wro) naast het op grond van de onderdelen 2.3.1.1 of 2.3.2.1 verschuldigde bedrag; |
€ 626,10 |
|
2.3.3.2 |
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse kleine afwijking, 3.23 wro): naast het op grond van de onderdelen 2.3.1.1 of 2.3.2.1 verschuldigde bedrag; |
€ 779,90 |
|
2.3.3.3 |
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo van het exploitatieplan is afgeweken: |
€ 626,10 |
|
2.3.3.4 |
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening wordt toegepast (buitenplanse afwijking; projectbesluit ): naast het op grond van de onderdelen 2.3.1.1 of 2.3.2.1 verschuldigde bedrag, voor; |
||
2.3.3.4.1 |
Woningbouw, tuin, groen, en verkeer in het stedelijk gebied |
€ 5.378,90 |
|
2.3.3.4.2 |
Alle andere plannen in het stedelijk gebied |
€ 8.068,35 |
|
2.3.3.4.3 |
Woningbouw, natuur, groen en bos plannen in het buitengebied |
€ 5.378,90 |
|
2.3.3.4.4 |
Alle andere plannen in het buitengebied |
€ 10.757,85 |
|
2.3.3.5 |
vervallen |
||
2.3.3.6 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens provinciale verordening gegeven regels is afgeweken: naast het op grond van de onderdelen 2.3.1.1 of 2.3.2.1 verschuldigde bedrag voor; |
||
2.3.3.6.1 |
Woningbouw, tuin, groen, en verkeer in het stedelijk gebied |
€ 5.378,90 |
|
2.3.3.6.2 |
Alle andere plannen in het stedelijk gebied |
€ 8.068,35 |
|
2.3.3.6.3 |
Woningbouw, natuur, groen en bos plannen in het buitengebied |
€ 5.378,90 |
|
2.3.3.6.4 |
Alle andere plannen in het buitengebied |
€ 10.757,85 |
|
2.3.3.7 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gegeven regels is afgeweken: naast het op grond van de onderdelen 2.3.1.1 of 2.3.2.1 verschuldigde bedrag voor; |
||
2.3.3.7.1 |
Woningbouw, tuin, groen, en verkeer in het stedelijk gebied |
€ 5.378,90 |
|
2.3.3.7.2 |
Alle andere plannen in het stedelijk gebied |
€ 8.068,35 |
|
2.3.3.7.3 |
Woningbouw, natuur, groen en bos plannen in het buitengebied |
€ 5.378,90 |
|
2.3.3.7.4 |
Alle andere plannen in het buitengebied |
€ 10.757,85 |
|
2.3.3.8 |
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo van een voorbereidingsbesluit is afgeweken: naast het op grond van de onderdelen 2.3.1.1 of 2.3.2.1 verschuldigde bedrag; |
€ 626,10 |
|
2.3.3.9 |
Planologische wijziging van het bestemmingsplan conform binnenplanse wijziging op grond van artikel 3.6 lid 1.a van de Wro. |
€ 3.765,20 |
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit |
|||
2.3.4 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||
2.3.4.1 |
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (binnenplanse afwijking): (3.6 wro) |
€ 626,10 |
|
2.3.4.2 |
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse kleine afwijking) (3.23 wro) |
€ 779,90 |
|
2.3.4.3 |
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse afwijking, projectbesluit): |
||
2.3.4.3.1 |
Woningbouw, tuin, groen, en verkeer in het stedelijk gebied |
€ 5.378,90 |
|
2.3.4.3.2 |
Alle andere plannen in het stedelijk gebied |
€ 8.068,35 |
|
2.3.4.3.3 |
Woningbouw, natuur, groen en bos plannen in het buitengebied |
€ 5.378,90 |
|
2.3.4.3.4 |
Alle andere plannen in het buitengebied |
€ 10.757,85 |
|
2.3.4.4 |
vervallen |
||
2.3.4.5 |
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo van het exploitatieplan is afgeweken: |
€ 626,10 |
|
2.3.4.6 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.1, derde of vijfde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens provinciale verordening, onderscheidenlijk provinciale verklaring gegeven regels is afgeweken: |
€ 626,10 |
|
2.3.4.7 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.3, derde of vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, onderscheidenlijk ministeriële verklaring gegeven regels is afgeweken: |
€ 626,10 |
|
2.3.4.8 |
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo van een voorbereidingsbesluit is afgeweken: |
€ 626,10 |
|
2.3.4.9 |
Planologische wijziging van het bestemmingsplan conform binnenplanse wijziging op grond van artikel 3.6 lid 1.a van de Wro. |
€ 3.765,20 |
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
|||
2.3.5 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 242,05 |
|
2.3.5.1 |
Het onder 2.3.5 genoemde bedrag wordt verhoogd met een toeslag als hieronder aangegeven voor een bouwwerk, waarop de vergunning betrekking heeft. |
||
2.3.5.2 |
De verhoging, als bedoeld onder 2.3.5.1 bedraagt: |
||
2.3.5.3 |
voor een inrichting met een oppervlakte tot en met 500 m² per m² |
€ 1,20 |
|
2.3.5.4 |
voor een inrichting met een oppervlakte vanaf 501 m² tot en met 2.000 m², |
€ 839,15 |
|
2.3.5.4.1 |
verhoogd met: per m² boven de 500 m² |
€ 0,60 |
|
2.3.5.5 |
voor een inrichting met een oppervlakte vanaf 2.001 m² tot en met 5.000 m², |
€ 1.828,80 |
|
2.3.5.5.1 |
verhoogd met: per m² boven de 2.000 m² |
€ 0,20 |
|
2.3.5.6 |
voor een inrichting met een oppervlakte vanaf 5.001 m² tot en met 50.000 m², |
€ 2.366,75 |
|
2.3.5.6.1 |
verhoogd met: per m² boven de 5.000 m² |
€ 0,05 |
|
2.3.5.7 |
voor een inrichting met een oppervlakte van meer dan 50.001 m², |
€ 4.195,55 |
|
2.3.5.7.1 |
verhoogd met: per m² boven de 50.000 m² |
||
2.3.5.8 |
Indien de vergunningverlening betrekking heeft op een inrichting met een tijdelijk karakter, zoals een tent e.d., bedragen de leges 10% van de onder 2.3.5 en 2.3.5.2 berekende bedragen. |
||
2.3.5.9 |
Indien een aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk met een beperkte instandhoudingtermijn van maximaal 5 jaar, is 50% van de onder 2.3.5 en 2.3.5.2 berekende bedragen verschuldigd. |
||
2.3.5.10 |
Indien een aanvraag betrekking heeft op een uitbreiding van de inrichting, wordt de verhoging als bedoeld onder 2.3.5.2, uitsluitend berekend over de oppervlakte van de uitbreiding. |
||
2.3.5.11 |
Indien een aanvraag betrekking heeft op een gewijzigd gebruik van de gehele inrichting, is 50% van het overeenkomstig 2.3.5 vermelde bedrag, verhoogd met het onder 2.3.5.2 berekende bedrag, verschuldigd. |
||
2.3.5.12 |
Indien een aanvraag betrekking heeft op een gewijzigd gebruik van een gedeelte van de inrichting, worden de leges berekend als bedoeld in het vorige lid, met dien verstande dat de verhoging uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het gewijzigd gedeelte. |
||
2.3.5.13 |
Voor een kennisgeving van het besluit tot opheffing van het staken van het gebruik van een gebouw ingevolge artikel 17 van de Woningwet en/of strijdig gebruik van een inrichting ingevolge de Brandbeveiligingsverordening 2012 van gemeente Someren, is 25% van het overeenkomstig 2.3.5 vermelde bedrag, verhoogd met het onder 2.3.5.2 berekende bedrag, verschuldigd, met dien verstande, dat de verhoging uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het gesloten gedeelte. |
||
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
|||
2.3.6.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, en artikel 2.2 eerste lid onder b van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||
2.3.6.1.1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument: |
€ 42,50 |
|
2.3.6.1.2 |
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 42,50 |
|
2.3.6.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 42,50 |
|
2.3.6.3 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een omgevingsvergunning voor het onderdeel bouw voor werkzaamheden die enkel vanwege de monumentenstatus vergunningplichtig zijn, worden geen leges zoals vermeld in artikel 2.3.1 geheven. |
||
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|||
2.3.7.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk, in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 279,75 |
|
Beoordeling bodemrapport |
|||
2.3.7.2 |
Onderdeel 2.3.1.4 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel 2.3.7.1 bedoelde aanvraag. |
||
Asbesthoudende materialen |
|||
2.3.7.3 |
Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.7.1 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is: |
€ 146,30 |
|
Aanleggen of veranderen weg |
|||
2.3.8 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 407,75 |
|
Uitweg/inrit |
|||
2.3.9 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor ingevolge artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening of een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en eerste lid onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 407,75 |
|
Kappen |
|||
2.3.10 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor ingevolge artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 192,55 |
|
Handelsreclame |
|||
2.3.10.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame bedoeld in artikel 2.2. en eerste lid onder h van de Wabo met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.15 van de Algemene plaatselijk verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief |
€ 113,00 |
|
Opslag van roerende zaken |
|||
2.3.11 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
||
2.3.11.1 |
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: |
€ 146,30 |
|
2.3.11.2 |
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: |
€ 146,30 |
|
Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000 gebied) |
|||
2.3.12.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het besluit Ruimtelijke Ordening en in artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de n die onderdelen bedoelde activiteiten |
€ 465,75 |
|
2.3.12.2 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b van het besluit omgevingsrecht (flora- en fauna activiteit) en het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder k, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten |
€ 465,75 |
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet |
|||
2.3.13 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief |
€ 352,90 |
|
Andere activiteiten |
|||
2.3.14 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
||
2.3.14.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 323,85 |
|
2.3.14.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 323,85 |
|
2.3.14.2.1 |
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning; |
€ 323,85 |
|
2.3.14.2.2 |
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||
Omgevingsvergunning in twee fasen |
|||
2.3.15 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||
2.3.15.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
||
2.3.15.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
||
Advies |
|||
2.3.16.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
2.3.16.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||
Verklaring van geen bedenkingen |
|||
2.3.17.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
||
2.3.17.1.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven wordt aangesloten bij de in titel 2 van toepassing zijnde tarieven: |
||
2.3.17.1.2 |
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
2.3.17.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||
Hoofdstuk 4 Vermindering |
|||
2.4.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3, mits deze aanvraag binnen één jaar na afronding van het vooroverleg wordt ingediend. |
||
2.4.2 |
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3 wordt verlaagd met 50% indien de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een tijdelijke woonunit betrekking heeft op het voorzien in een tijdelijke woonbehoefte die vanwege een calamiteit is ontstaan. |
||
Hoofdstuk 5 Teruggaaf |
|||
2.5.1 |
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. Indien de aanvraag wordt ingetrokken voor het verlenen van de vergunning bedraagt de teruggaaf: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
60,000% |
|
2.5.2 |
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in hoofdstuk 3 van deze titel, op verzoek van de gemeente intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. Indien de aanvraag wordt ingetrokken voor het verlenen van de vergunning bedraagt de teruggaaf: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
100,000% |
|
2.5.3 |
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag om intrekking is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
25,000% |
|
2.5.4 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
25,000% |
|
2.5.5 |
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend. |
||
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning |
|||
2.6 |
vervallen |
||
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
|||
2.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ 146,30 |
|
2.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het wijzigen van de te naamstelling van een vergunning zoals genoemd in Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning |
€ 58,45 |
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten |
|||
2.8.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening voor |
||
2.8.1.1.1 |
Woningbouw, tuin, groen, en verkeer in het stedelijk gebied |
€ 5.378,90 |
|
2.8.1.1.2 |
Alle andere plannen in het stedelijk gebied |
€ 8.068,35 |
|
2.8.1.1.3 |
Woningbouw, natuur, groen en bos plannen in het buitengebied |
€ 5.378,90 |
|
2.8.1.1.4 |
Alle andere plannen in het buitengebied |
€ 10.757,85 |
|
2.8.1.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder a van de Wro. (binnenplanse wijzigingsbevoegdheid) |
€ 3.765,20 |
|
2.8.1.3.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek om een principe-uitspraak over het verlenen van medewerking van uitwerking, wijziging herziening van een bestemmingsplan. (principe verzoek) |
€ 1.936,40 |
|
2.8.1.3.2 |
Indien binnen 6 maanden na de principe uitspraak een aanvraag zoals bedoeld in artikel 2.8.1.1 en 2.8.1.2 is opgestart die in overeenstemming is met de principe uitspraak en waarbij er tussentijds geen wijzigingen in de wetgeving en /of provinciaal beleid hebben plaatsgevonden wordt het volgende bedrag in mindering gebracht op de genoemde procedures |
€ 968,20 |
|
2.8.1.4 |
Indien als gevolg van 2.8.1.1 en 2.8.1.2 door het college van burgemeester en wethouders een verzoek om vaststelling van een hogere grenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder moet worden beoordeeld, wordt overeenkomstig de artikelen 2.8.1.1 of 2.8.1.2 het berekende bedrag verhoogd met |
€ 920,90 |
|
2.8.1.5 |
Het onder 2.8.1.1 of 2.8.1.2 genoemde bedrag wordt verhoogd met het bedrag van de (externe) advieskosten en benodigde ontheffingen, blijkend uit een begroting die door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
2.8.1.6 |
Het onder 2.8.1.1 of 2.8.1.2 genoemde bedrag wordt verhoogd met 10% indien de grondslag van het ingediende plan wordt verlaten |
||
2.8.1.7 |
Indien de procedures genoemd onder 2.8.1.1.1 respectievelijk 2.8.1.1.3 niet afzonderlijk worden behandeld, maar in gezamenlijk verband (veegplan) of deelgebied plan dan worden de legeskosten onder 2.8.1.1.1 respectievelijk 2.8.1.1.3 verminderd tot een bedrag van: De vermindering zoals opgenomen in artikel 2.8.1.3.2 vindt niet plaats bij toepassing van dit artikel. |
€ 3.765,20 |
|
2.8.1.8 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.8.1.1 en 2.8.1.2 wordt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag wordt ingediend als gevolg van een door de gemeente uitgevoerde controle, niet zijnde een controle die gerelateerd is aan het project actualisatie bestemmingsplan buitengebied, verhoogd met |
€ 650,85 |
|
2.8.1.9 |
Indien de aanvraag onder 2.8.1.1, of 2.8.1.2 slechts betrekking heeft op een, naar de omstandigheden beoordeeld, kleinschalige wijziging in het bestemmingsplan, zoals: - toepassing van het NAF-beleid; - toepassing van de LIR; - het verzoek van het bestemmen van een bestaande tuin buiten het bouwblok en/of bestemmingsvlak; - het verzoek van het bestemmen van een bestaande paardenbak buiten het bouwblok en/of bestemmingsvlak; - wijziging bestemmingsvlak met tegenprestatie ten behoeve van bestaande legale voorzieningen buiten het bouwvlak; - alternatieve beplantingsplannen voor bestaande landschappelijke inpassingsplichten; dan worden de legeskosten onder 2.8.1.1 en 2.8.1.2 verminderd tot een bedrag van |
€ 976,80 |
|
Hoofdstuk 9 Sloopmelding |
|||
2.9.1 |
vervallen |
||
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking |
|||
2.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: |
€ 323,85 |
Titel 3 Europese dienstenrichtlijn
Artikel |
Omschrijving |
Verkooptarief |
Hoofdstuk 1 Horeca |
||
3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning: |
|
3.1.1 |
ingevolge de Alcoholwet |
€ 864,90 |
3.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een horeca exploitatievergunning als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening. |
€ 385,10 |
3.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ 55,95 |
3.1.4 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van: |
|
3.1.4.1 |
a. een melding van een wijziging van een leidinggevende bedraagt: |
€ 234,55 |
3.1.4.2 |
b. het wijzigen van een inrichting bedraagt: |
€ 234,55 |
3.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing(sluitingsuur) als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening geldig voor één etmaal: |
€ 57,00 |
3.1.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing(sluitingsuur) als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening voor één vaste dag per week gedurende één kalenderjaar: |
€ 2.366,75 |
3.1.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing geluidhinder buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of van het Besluit als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening: |
€ 12,45 |
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten |
||
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening. |
€ 91,45 |
3.2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening |
€ 12,45 |
3.2.3 |
Doorberekening van de leges |
|
3.2.3.1 |
Indien de aanvraag wordt ingediend door een lokale stichting/vereniging op het gebied van sport en cultuur: 25% doorberekening van de onder 3.2.1 bedoelde leges. |
|
3.2.3.2 |
Indien de aanvraag wordt ingediend door een lokale ondernemersvereniging: 50% doorberekening van de onder 3.2.1 bedoelde leges. |
|
3.2.3.3 |
Indien de aanvraag wordt ingediend door een evenementenorganisatie anders dan bedoeld in 3.2.3.1 en 3.2.3.2:100% doorberekening van de onder 3.2.1 bedoelde leges. |
|
Hoofdstuk 3 Brandveiligheid |
||
3.3.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
3.3.1.1 |
een gebruiksvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik, als bedoeld in artikel 2.lid 1 van de Brandbeveilingingsverordening 2012) |
€ 400,15 |
3.3.2 |
Het onder 3.3.1.1 genoemde bedrag wordt verhoogd met de bedragen genoemd in 3.3.3 indien en voor zover deze op de inrichting, waarop de vergunning betrekking heeft, van toepassing zijn. |
|
3.3.3 |
De verhoging, als bedoeld onder 3.3.2 bedraagt: |
|
3.3.3.1 |
voor een inrichting met een oppervlakte tot en met 500 m² per m² |
€ 1,95 |
3.3.3.2 |
voor een inrichting met een oppervlakte vanaf 501 m² tot en met 2.000 m² |
€ 1.398,55 |
3.3.3.2.1 |
verhoogd per m² boven de 500 m² met: |
€ 1,10 |
3.3.3.3 |
voor een inrichting met een oppervlakte vanaf 2.001 m² tot en met 5.000 m² |
€ 3.012,20 |
3.3.3.3.1 |
verhoogd per m² boven de 2.000 m² met: |
€ 0,30 |
3.3.3.4 |
voor een inrichting met een oppervlakte vanaf 5.001 m² tot en met 50.000 m², |
€ 3.872,80 |
3.3.3.4.1 |
verhoogd per m² boven de 5.000 m² met: |
€ 0,10 |
3.3.3.5 |
voor een inrichting met een oppervlakte van meer dan 50.001 m², |
€ 6.885,00 |
3.3.3.5.1 |
verhoogd per m² boven de 50.000 m² met: |
|
3.3.4 |
Indien de vergunningverlening betrekking heeft op een inrichting met een tijdelijk karakter, zoals een tent e.d., bedragen de leges 10% van de onder 3.3.1.1 en 3.3.3 berekende bedragen. |
|
3.3.5 |
Indien de vergunningverlening betrekking heeft op een bouwwerk met een beperkte instandhoudingtermijn van maximaal 5 jaar, is 50% van de onder 3.3.1.1 en 3.3.3 berekende bedragen verschuldigd. |
|
3.3.6 |
Indien een aanvraag om een gebruiksvergunning betrekking heeft op een uitbreiding van de inrichting, wordt de verhoging als bedoeld onder 3.3.3, uitsluitend berekend over de oppervlakte van de uitbreiding. |
|
3.3.7 |
Indien een gebruiksvergunning betrekking heeft op een gewijzigd gebruik van de gehele inrichting, is 50% van het overeenkomstig 3.3.1.1 vermelde bedrag, verhoogd met het onder 3.3.3 berekende bedrag, verschuldigd. |
|
3.3.8 |
Indien een gebruiksvergunning betrekking heeft op een gewijzigd gebruik van een gedeelte van de inrichting, worden de leges berekend als bedoeld in het vorige lid, met dien verstande dat de verhoging uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het gewijzigd gedeelte. |
|
3.3.9 |
Voor een kennisgeving van het besluit tot opheffing van het staken van het gebruik van een gebouw ingevolge artikel 17 van de Woningwet en/of strijdig gebruik van een inrichting ingevolge de Brandbeveiligingsverordening 2012 van gemeente Someren, is 25% van het overeenkomstig 3.3.1.1 vermelde bedrag, verhoogd met het onder 3.3.3 berekende bedrag, verschuldigd, met dien verstande, dat de verhoging uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het gesloten gedeelte. |
|
3.3.10 |
Het tarief voor het overdragen van een gebruiksvergunning naar een andere gebruiker bedraagt |
€ 98,10 |
Hoofdstuk 4 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
||
3.4.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 78,95 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl