Beleidsregels Kader: Minimale vereisten peuter-kleutergroepen

Geldend van 20-12-2022 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Kader: Minimale vereisten peuter-kleutergroepen

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeente Leeuwarden

Overwegende dat steeds meer IKC’s peuter-kleutergroepen zien als een manier om de soepele overgang en ononderbroken ontwikkellijn van kinderen te bevorderen. De belangstelling voor peuter-kleutergroepen groeit, maar de huidige wettelijke kaders bieden weinig ruimte. Met deze gemeentelijke richtlijnen willen we de mogelijkheid bieden om op vier pilotlocaties te experimenteren met peuter-kleutergroepen.

Gelet op:

  • in aanvulling op en ter nadere uitwerking van de Algemene Subsidieverordening gemeente Leeuwarden 2018 (ASVL) en de Regeling subsidie Kansen voor Kinderen 2023;

  • gelet op de ASVL artikel 2;

  • gelet op de Gemeentewet artikel 156

  • gelet op artikel 1:3 lid 4 en Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Besluiten

te treffen de

Beleidsregels Kader: Minimale vereisten peuter-kleutergroepen

Artikel 1 Organisatorische randvoorwaarden voor het realiseren van peuter-kleutergroepen

  • 1. De kinderopvangorganisatie voldoet aan de eisen van de Wet Kinderopvang en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

  • 2. De basisschool is door de Inspectie van het onderwijs minimaal als voldoende beoordeeld;

  • 3. Het IKC heeft een gezamenlijke pedagogische en educatieve visie op het jonge kind;

  • 4. Het IKC heeft een beleidskader voor de peuter-kleutergroep en geeft daarin antwoord op de volgende vragen:

    • a.

      Hoe ziet de peuter-kleutergroep eruit?

  • i. Criteria om in de peuter-kleutergroep te komen.

  • ii. Proces van in- en uitstroom.

  • iii. Betrokkenheid van ouders.

    • a.

      Waarom ziet de peuter-kleutergroep er zo uit?

  • i. Welke meerwaarde heeft deze peuter-kleutergroep voor dit IKC?

  • ii. De pedagogische en educatieve aanpak op hooflijnen (afgeleid van de visie op het jonge kind)

    • a.

      Welke doelen worden met de peuter-kleutergroep nagestreefd?

  • i. Beoogde resultaten en effecten.

  • ii. Evaluatiecriteria.

    • a.

      Hoe worden deze doelen gemonitord?

  • i. Op welke manier controleren jullie of de doelen ook worden bereikt?

  • 5. De peuter-kleutergroep is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de voorschool en basisschool: de twee partijen leggen op papier vast hoe de verantwoordelijkheden zijn verdeeld.

  • 6. Na een jaar evalueren voor- en vroegschool gezamenlijk de doelstellingen en de (afspraken over) de werkwijze en samenwerking en koppelen dit terug naar de gemeente.

Artikel 2 Pedagogische randvoorwaarden

  • 1. Een veilige groep door vaste begeleiders, een vaste groep kinderen, herkenbare groepsruimte en vaste routines;

  • 2. Een speelleeromgeving die aansluit bij het ontwikkelingsniveau van kinderen en waar zij zich spelenderwijs kunnen ontwikkelen;

  • 3. Coaching van professionals door pedagogisch coach en onderbouwcoördinator/ intern begeleider met als doel de pedagogische en educatieve kwaliteit en de doorgaande lijn te borgen.

Artikel 3 Eisen aan de peuter-kleutergroepen

  • 1. De voor- en vroegschool maken gezamenlijk een beleidskader zoals beschreven onder 4. van de organisatorische randvoorwaarden en sturen een kopie hiervan naar de gemeente.

  • 2. Ouders geven toestemming voor deelname van hun kind in een peuter-kleutergroep.

  • 3. Minimumleeftijd voor het instromen is 3 jaar en 6 maanden. Maximumleeftijd voor de uitstroom is 5 jaar. Daarbij wordt altijd gekeken naar de ontwikkelleeftijd en behoefte van het kind.

  • 4. De groep bestaat - conform de Wet Kinderopvang - uit maximaal 16 kinderen.

  • 5. Op de peuter-kleutergroep staat minimaal één onderwijsprofessional en één professional van de kinderopvang. De onderwijsprofessional heeft als specialisatie ‘het jonge kind’, de pedagogisch medewerker is VVE-gecertificeerd.

  • 6. Er wordt gewerkt aan de doorgaande lijn naar de reguliere groep 1: wat heeft dit kind nodig om goed te kunnen starten in groep 1.

  • 7. De ontwikkeling van kinderen in de peuter- en kleutergroep wordt intensief gevolgd en besproken en het aanbod wordt afgestemd op hun ontwikkeling en eventuele ondersteuningsbehoefte.

  • 8. Een peuter kan binnen een redelijke termijn terug naar een reguliere stamgroep in de opvang, als blijkt dat de peuter-kleutergroep niet passend is.

  • 9. De doelstellingen en de (afspraken over) de werkwijze en samenwerking worden door de voor- en vroegschool gezamenlijk geëvalueerd. De resultaten worden teruggekoppeld naar de gemeente.

  • 10. IKC’s dienen medewerking te verlenen aan evaluaties, effectmetingen en kennisuitwisseling van de pilot wanneer hen dat gevraagd wordt.

Artikel 4 Proces

  • 1. De volgende IKC’s nemen deel aan de pilot peuter-kleutergroepen:

  • a. IKC Kinderkoepel (Sinne)

  • b. IKC Prins Constantijn (Sinne)

  • c. IKC Sint Thomas (Sinne)

  • 2. Daarnaast is ruimte voor 2 extra IKC’s, door loting te bepalen. Het maximaal aantal deelnemende IKC’s is 5.

  • 3. Wanneer bovenstaande IKC’s voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld onder het kopje ‘Eisen aan de peuter-kleutergroepen’, wordt voor deze vier IKC’s op een overtreding rondom de samenstelling van de stamgroep niet gehandhaafd (art. 1.50b Wet Kinderopvang jo. art. 7 en art. 9 Besluit Kwaliteit Kinderopvang). Het college van B&W behoudt zich op basis van de Wet kinderopvang het recht de peuter-kleutergroep te beëindigen wanneer er zorgen zijn over de veiligheid en kwaliteit. Het Kwaliteitsteam VVE/werkgroep 0-6, waarin ook de lector op het gebied van het jonge kind van NHL/Stenden vertegenwoordigd is, beoordeelt het beleidskader peuter-kleutergroepen en monitort de voortgang.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag, volgend op de dag waarop de colleges en de burgemeesters van de gemeenten deze regeling op de gebruikelijke wijze bekend hebben gemaakt.

Artikel 6 Citeerwijze

Deze Beleidsregel wordt aangehaald als ‘Kader: Minimale vereisten peuter-kleutergroepen’.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college, gehouden op 13 december 2022