Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR686662
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR686662/1
Regeling vervallen per 01-01-2025
Verordening op de heffing en invordering van Lijkbezorgingsrechten 2023
Geldend van 20-12-2022 t/m 31-12-2024
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van Lijkbezorgingsrechten 2023De raad van de gemeente Westvoorne;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 november 2022;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
B E S L U I T:
vast te stellen de ‘Verordening op de heffing en invordering van Lijkbezorgingsrechten 2023’
Artikel 1: Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- -
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
- -
algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;
- -
asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
- -
begraafplaatsen: de begraafplaatsen in de kernen Oostvoorne en Rockanje;
- -
graf: een zandgraf of een keldergraf;
- -
grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;
- -
grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;
- -
particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;
- -
particuliere verstrooiingsplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om daarop as te doen verstrooien;
- -
particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- •
het doen begraven en begraven houden van lijken;
- •
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- •
het doen verstrooien van as;
- •
- -
particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- •
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- •
het doen verstrooien van as;
- •
- -
particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- -
urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;
- -
verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid.
Artikel 2: Belastbaar feit
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.
Artikel 3: Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 4: Maatstaf van heffingen belastingtarief
-
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 5: Belastingjaar
-
1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
-
2. Met betrekking tot de rechten genoemd in artikel 13 lid c t/m g van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.
Artikel 6: Wijze van heffing
-
1. De onderhoudsrechten, bedoeld in artikel 13 lid b van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.
-
2. Andere rechten als die bedoeld in artikel 13 lid b van de tarieventabel worden geheven middel van gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.
Artikel 7: Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
-
1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in artikel 13 lid b t/m g van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de rechten bedoeld in artikel 13, lid b van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak wijzigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in artikel 13, lid b van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,--.
-
4. Belastingbedragen van minder dan € 9,-- worden niet geheven.
-
5. Voor de toepassing van de bepalingen in het derde en vierde lid, wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen aangemerkt als één belastingbedrag
Artikel 8: Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten dan die als bedoeld in artikel 13 lid b t/m g van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 9: Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten betaald op het tijdstip waarop de in artikel 2 bedoelde diensten worden aangevraagd.
-
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid moeten de rechten als bedoeld in artikel 13 lid c t/m g van de tarieventabel worden betaald binnen 14 dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.
-
3. In afwijking van de voorgaande leden moeten de rechten als bedoeld in artikel 13 lid b van de tarieventabel worden betaald uiterlijk drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet. In afwijking hiervan geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische be-talingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
-
4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in lid 1 t/m 3 gestelde termijn.
Artikel 10: Kwijtschelding
Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11: Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De “Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2022" van 22 december 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.
-
4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
-
5. Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening lijkbezorgingsrechten 2023".
Ondertekening
Aldus besloten in de vergadering van 14 december 2022
De raad voornoemd,
de griffier,
de voorzitter,
Bijlage 1. Tarieventabel behorende bij de verordening op de heffing en invordering van Lijkbezorgingsrechten 2023
Nr |
Omschrijving |
|
Tarieven 2023 |
Tarieven 2022 |
1. |
Het begraven van het stoffelijk overschot, c.q. het bijzetten van een asbus van een persoon van 12 jaar en daarboven, per begraving |
€ |
1.273,45 |
1.214,00 |
|
|
|
|
|
2. |
Het begraven van het stoffelijk overschot, c.q. het bijzetten van een asbus van een kind beneden het jaar van een doodgeboren kind, per begraving |
€ |
316,75 |
302,00 |
|
|
|
|
|
3. |
Het begraven van het stoffelijk overschot, c.q. het bijzetten van een asbus van een kind van 1 tot 12 jaar, per begraving |
€ |
633,55 |
604,00 |
3.a. |
Het begraven van een asbus, per begraving |
€ |
346,15 |
330,00 |
|
|
|
|
|
4. |
De verlening van het recht om in een bepaalde urnennis een asbus te doen bijzetten, per verlening |
€ |
253,85 |
242,00 |
|
|
|
|
|
5. |
Het verstrooien van de as van een overledene op de daartoe aangewezen strooivelden op de algemene begraafplaatsen, per verlening: met familie: |
€ |
174,10 |
166,00 |
|
zonder familie: |
€ |
115,35 |
110,00 |
|
|
|
|
|
6. |
Voor het begraven van stoffelijke overschotten, c.q. het bijzetten van de as van levenloos geboren of kort na de geboorte overleden zuigelingen van een meervoudige geboorte, die in een kist worden begraven, c.q. waarvan de as in een asbus wordt geborgen, wordt het grafrecht eenmaal geheven, terwijl geen recht wordt geheven voor het begraven van stoffelijke overschotten, c.q. het bijzetten van de as van kinderen, die kort na de geboorte overleden, in een kist met hun overleden moeder worden begraven, c.q. waarvan de as met die van de moeder wordt geborgen in een asbus. |
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
Voor het begraven van het stoffelijk overschot, het bijzetten, begraven, van een asbus of het verstrooien van as, buiten de gewone uren, waarop de begraafplaatsen voor die doeleinden zijn opengesteld, wordt het recht als vermeld in deze tabel onder de nummers 1 t/m 5 verhoogd met 50%. Onder de gewone uren worden verstaan de volgende uren: maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 11.30 uur maandag t/m vrijdag van 13.00 tot 16.30 uur zaterdag van 8.00 tot 11.30 uur. |
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
De heffing voor het begraven, c.q. het bijzetten buiten de gewone uren zal niet worden toegepast, indien dit geschiedt op last van het bevoegd gezag. |
|
|
|
|
|
|
|
|
9. |
De verlening van het recht om stoffelijke overschotten in een bepaald graf te doen begraven
|
€ |
1.792,70 |
1.709,00 |
|
€ |
2.841,70 |
2.709,00 |
|
9.a |
De verlening van het recht om asbussen in een bepaald graf te doen begraven gedurende een tijdvak van 25 jaar in een eigen graf voor 2 urnen, per verlening |
€ |
894,75 |
853,00 |
|
|
|
|
|
10. |
De verlening van het recht om 1 asbus in een bepaalde urnennis te doen bijzetten gedurende een tijdvak van 25 jaar in een eigen urnennis, per verlening |
€ |
894,75 |
853,00 |
|
|
|
|
|
11. |
De verlenging van het recht, met een tijdvak van 10 jaar, Van de onder 9., 9.a. en 10. genoemde tijdvakken
|
€ |
720,65 |
687,00 |
|
|
€ |
1137,10 |
1.084,00 |
|
|
€ |
361,90 |
345,00 |
|
|
€ |
361,90 |
345,00 |
|
|
|
|
|
12. |
Het inschrijven of overboeken van een graf, een grafkelder of een urnennis in een daartoe bestemd register, per inschrijving of overboeking |
€ |
5,20 |
5,00 |
|
|
|
|
|
13. |
Het plaatsen van een gedenkteken en onderhoud van een graf of urnennis.
|
€ |
102,80 |
98,00 |
|
|
€ |
128,20 |
122,24 |
|
|
€ |
2.391,35 |
2.279,65 |
|
|
€ |
1.194,10 |
1.138,35 |
|
|
€ |
1.194,25 |
1.138,50 |
|
|
€ |
1.194,25 |
1.138,50 |
|
|
€ |
970,30 |
925,00 |
|
|
€ |
490,90 |
468,00 |
|
|
€ |
134,25 |
128,00 |
|
|
|
|
|
14. |
Het recht, op verzoek van rechthebbende, voor het ruimen van een eigen graf, indien daarvoor ander kisten behoeven te worden verplaatst, per verlening |
€ |
934,65 |
891,00 |
|
|
|
|
|
15. |
Boven het in deze tabel onder 1., 2. en 3. vermelde bedrag wordt het recht voor het lichten en overbrengen van een stoffelijk overschot uit het ene naar het andere graf op een der algemene begraafplaatsen, |
|
|
|
|
€ |
934,65 |
891,00 |
|
|
€ |
1292,35 |
1.232,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
16. |
Boven het in deze tabel onder 4 vermelde bedrag wordt het recht voor het lichten en overbrengen van een asbus uit de ene naar de andere urnennis, op een der algemene begraafplaatsen, per verlening |
€ |
230,75 |
220,00 |
|
|
|
|
|
17. |
Het recht voor het gebruik van de aula: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
€ |
240,20 |
229,00 |
|
|
€ |
57,65 |
55,00 |
|
|
€ |
115,35 |
110,00 |
18. |
Het tarief bedraagt voor het doen schouwen van een stoffelijk over- schot door een gemeentelijke lijkschouwer als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging: |
|
|
|
|
a. indien de schouwing plaats vindt op werkdagen tussen 8.00 en 20.00 uur |
€ |
91,25 |
87,00 |
|
b. indien de schouwing plaats vindt op werkdagen tussen 20.00 en 8.00 uur, op zaterdagen, zon- of feestdagen |
€ |
155,25 |
148,00 |
|
c. voor het doen van een uitwendige lijkschouwing door een gemeentelijke lijkschouwer, voor zover het betreft het opmaken van een verslag met aandachtspunten naar aanleiding van een melding van een geval van euthanasie of hulpverlening bij zelfdoding |
€ |
207,70 |
198,00 |
Aldus besloten in de vergadering van 14 december 2022
De raad voornoemd,
de griffier,
de voorzitter,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl