Regeling vervallen per 01-01-2024

‎Verordening lijkbezorgingsrechten 2023

Geldend van 20-12-2022 t/m 31-12-2023

Intitulé

‎Verordening lijkbezorgingsrechten 2023

De raad besluit

Vast te stellen de navolgende Verordening lijkbezorgingsrechten 2023.

Verordening lijkbezorgingsrechten 2023

Artikel 1. Definitites.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: de begraafplaats ’t Heijlige Lant;

  • b.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as.

  • g.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • h.

    particulier kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijke of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van kinderlijken tot de leeftijd van twaalf jaar;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen met de as van overleden kinderen tot de leeftijd van twaalf jaar;

    • 3.

      het doen verstrooien van as.

  • i.

    algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van kinderlijken tot de leeftijd van twaalf jaar;

  • j.

    particulier urnengraf of urnenkelder: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het doen verstrooien van as.

  • k.

    algemeen urnengraf of urnenkelder: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • l.

    particulier horizontaal of verticaal urnenelement: een horizontaal (liggend en gekoppeld onderdeel uitmakend van een ‘muur’) of verticaal (rechtop staand) urnenelement waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • m.

    algemeen horizontaal of verticaal urnenelement: een horizontaal (liggend en gekoppeld onderdeel uitmakend van een ‘muur’) of verticaal (rechtop staand) urnenelement bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • n.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • o.

    verstrooiingsplaats: de plaats waarop as wordt verstrooid;

  • p.

    gedenkteken: gedenkteken op een graf, een urnengraf, een urnenkelder, een horizontaal urnenelement, een verticaal urnenelement, de herdenkingszuil, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • q.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier kindergraf, een particulier urnengraf/-kelder, een particulier horizontaal of verticaal urnenelement of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • r.

    herdenkingszuil: een zuil bij de verstrooiingsplaats, waarop een gedenkplaatje kan worden aangebracht met de naam van de overledene, waarvan de as op de verstrooiingsplaats is uitgestrooid.

Artikel 2. Belastbaar feit.

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3. Belastingplicht.

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4. Uitsluitende rechten tot begraven van lijken.

1.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het voor een

 
 
 

periode van 30 jaren in een particulier graf doen begraven en

 
 
 

begraven houden van lijken van personen van 12 jaar of ouder

 
 
 

of het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of

 
 
 

zonder urnen of het doen verstrooien van as van overledenen

 
 
 

wordt geheven

1.712,00

 
 
 
 

2.

Voor het verlengen van het onder 1. genoemde uitsluitend

 
 
 

recht wordt voor elke periode van 10 jaren geheven

685,00

 
 
 
 

3.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het voor een

 
 
 

periode van 30 jaren in een particulier kindergraf doen begraven

 
 
 

en begraven houden van lijken van kinderen van 1 jaar of ouder,

 
 
 

doch jonger dan 12 jaar of het doen bijzetten en bijgezet houden

 
 
 

van asbussen met of zonder urnen of het doen verstrooien van

 
 
 

as van overledenen wordt geheven

1.284,00

 
 
 
 

4.

Voor het verlengen van het onder 3. genoemde uitsluitend

 
 
 

recht wordt voor elke periode van 10 jaren geheven

514,00

 
 
 
 

5.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het voor een

 
 
 

periode van 30 jaren in een particulier kindergraf doen begraven

 
 
 

en begraven houden van lijken van kinderen beneden de leef-

 
 
 

tijd van 1 jaar of van een doodgeboren kind en/of onvoldragen

 
 
 

vrucht of het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen

 
 
 

met of zonder urnen of het doen verstrooien van as van

 
 
 

overledenen wordt geheven

643,00

 
 
 
 

6.

Voor het verlengen van het onder 5. genoemde uitsluitend recht

 
 
 

wordt voor elke periode van 10 jaren geheven

256,00

 
 
 
 

7.

Indien, bij begraving in een particulier graf of een particulier

 
 
 

kindergraf waarop een uitsluitend recht is gevestigd, de

 
 
 

resterende termijn van dit uitsluitend recht minder bedraagt dan

 
 
 

de wettelijke termijn van 10 jaar waarbinnen een graf niet

 
 
 

geroerd mag worden, wordt een recht geheven berekend naar

 
 
 

€ 59,65 per jaar of gedeelte van een jaar, dat het graf niet

 
 
 

geroerd mag worden, maar er geen uitsluitend recht meer is

 
 
 

gevestigd.

 
 

Artikel 5. Uitsluitende rechten tot bijzetten van asbussen.

1.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het voor een

 
 
 

periode van 30 jaren in een particulier urnengraf of een

 
 
 

particuliere urnenkelder doen bijzetten en bijgezet houden van

 
 
 

asbussen met of zonder urnen of het doen verstrooien van as

 
 
 

van overledenen wordt geheven

856,00

 
 
 
 

2.

Voor het verlengen van het onder 1. genoemde uitsluitend

 
 
 

recht wordt voor elke periode van 10 jaren geheven

342,00

 
 
 
 

3.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het voor een

 
 
 

periode van 30 jaren in een particulier horizontaal urnen-

 
 
 

element of een particulier verticaal urnenelement doen bij-

 
 
 

zetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen

 
 
 

wordt geheven

856,00

 
 
 
 

4.

Voor het verlengen van het onder 3. genoemde uitsluitend

 
 
 

recht wordt voor elke periode van 10 jaren geheven

342,00

Artikel 6. Uitsluitende rechten op gedenkplaatsen.

1.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het voor een

 
 
 

periode van 30 jaren op een particuliere gedenkplaats doen

 
 
 

plaatsen en geplaatst houden van een gedenkteken wordt

 
 
 

geheven

868,00

 
 
 
 

2.

Voor het verlengen van het onder 1. genoemde uitsluitend

 
 
 

recht wordt voor elke periode van 10 jaren geheven

342,00

Artikel 7. Begraven van lijken.

1.

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar

 
 
 

of ouder in een particulier graf wordt geheven

 
 
 

voor de 1e inlage

1.451,00

 

voor de 2e inlage

1.510,00

 
 
 
 

2.

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of

 
 
 

ouder in een algemeen graf voor 1 inlage wordt geheven

1.451,00

 
 
 
 

3.

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of

 
 
 

ouder in een algemeen graf voor 2 inlagen wordt geheven

939,00

 
 
 
 

4.

Voor het verlengen van de graftermijn van een algemeen graf

 
 
 

voor een persoon van 12 jaar of ouder wordt voor

 
 
 

een periode van 10 jaren geheven

685,00

 

elke periode van 5 jaren geheven

342,00

 
 
 
 

5.

Voor het begraven van een lijk van een kind van 1 jaar of ouder,

 
 
 

doch jonger dan 12 jaar in een particulier kindergraf wordt geheven

 
 
 

voor de 1e inlage

1.062,00

 

voor de 2e inlage

1.124,00

 
 
 
 

6.

Voor het begraven van een lijk van een kind van 1 jaar of ouder,

 
 
 

doch jonger dan 12 jaar in een algemeen kindergraf wordt geheven

1.062,00

 
 
 
 

7.

Voor het verlengen van de graftermijn van een algemeen kinder-

 
 
 

graf voor een kind van 1 jaar of ouder, doch jonger dan 12 jaar

 
 
 

wordt voor

 
 
 

een periode van 10 jaren geheven

514,00

 

elke periode van 5 jaren geheven

256,00

 
 
 
 

8.

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden de leeftijd

 
 
 

van 1 jaar of van een doodgeboren kind en/of onvoldragen

 
 
 

vrucht in een particulier kindergraf wordt geheven

 
 
 

voor de 1e inlage

531,00

 

voor de 2e inlage

591,00

 
 
 
 

9.

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden de leeftijd

 
 
 

van 1 jaar of van een doodgeboren kind en/of onvoldragen

 
 
 

vrucht in een algemeen kindergraf wordt geheven

531,00

 
 
 
 

10.

Voor het verlengen van de graftermijn van een algemeen kinder-

 
 
 

graf voor een kind beneden de leeftijd van 1 jaar of van een

 
 
 

doodgeboren kind en/of onvoldragen vrucht in een algemeen

 
 
 

kindergraf wordt voor

 
 
 

een periode van 10 jaren geheven

256,00

 

elke periode van 5 jaren geheven

128,00

 
 
 
 

11.

De in het eerste tot en met het tiende lid genoemde rechten,

 
 
 

met uitzondering van de leden vier, zeven en tien, worden

 
 
 

verhoogd met 100%, indien het begraven geschiedt op zon-

 
 
 

dagen, algemeen erkende christelijke en nationale feest-

 
 
 

dagen en nieuwjaarsdag.

 
 
 
 
 
 

12.

De in het elfde lid genoemde toeslag is niet verschuldigd, in-

 
 
 

dien het begraven geschiedt op last van de daartoe bevoegde

 
 
 

overheid.

 
 

Artikel 8. Bijzetten van asbussen.

1.

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een

 
 
 

particulier graf wordt geheven

 
 
 

voor de 1e inlage

€ 

747,00

 

voor elke volgende inlage

€ 

747,00

 
 
 
 

2.

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een

 
 
 

particulier urnengraf wordt geheven

 
 
 

voor de 1e inlage

€ 

747,00

 

voor elke volgende inlage

€ 

747,00

 
 
 
 

3.

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een

 
 
 

algemeen urnengraf wordt geheven

€ 

747,00

 
 
 
 

4.

Voor het verlengen van de graftermijn van een algemeen

 
 
 

urnengraf wordt voor

 
 
 

een periode van 10 jaren geheven

€ 

342,00

 

elke periode van 5 jaren geheven

€ 

172,00

 
 
 
 

5.

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een

 
 
 

particuliere urnenkelder wordt geheven

 
 
 

voor de 1e inlage

€ 

1.090,00

 

voor elke volgende inlage

€ 

776,00

 
 
 
 

6.

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een

 
 
 

algemene urnenkelder wordt geheven

€ 

1.090,00

 
 
 
 

7.

Voor het verlengen van de graftermijn van een algemene

 
 
 

urnenkelder wordt voor

 
 
 

een periode van 10 jaren geheven

€ 

342,00

 

elke periode van 5 jaren geheven

€ 

172,00

 
 
 
 

8.

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een

 
 
 

particulier horizontaal urnenelement of een particulier verticaal

 
 
 

urnenelement wordt geheven

 
 
 

voor de 1e inlage

1.204,00

 

voor elke volgende inlage

€ 

701,00

 
 
 
 

9.

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een

 
 
 

algemeen horizontaal urnenelement of een algemeen verticaal

 
 
 

urnenelement wordt geheven

1.204,00

 
 
 
 

10.

Voor het verlengen van de termijn van een algemeen urnen-

 
 
 

element wordt voor

 
 
 

een periode van 10 jaren geheven

€ 

342,00

 

elke periode van 5 jaren geheven

€ 

172,00

 
 
 
 

11.

De in het eerste tot en met het tiende lid genoemde rechten,

 
 
 

met uitzondering van de leden vier, zeven en tien, worden

 
 
 

verhoogd met 100%, indien het bijzetten geschiedt op zon-

 
 
 

dagen, algemeen erkende christelijke en nationale feest-

 
 
 

dagen en nieuwjaarsdag.

 
 
 
 
 
 

12.

De in het elfde lid genoemde toeslag is niet verschuldigd, in-

 
 
 

dien het bijzetten geschiedt op last van de daartoe bevoegde

 
 
 

overheid.

 
 

Artikel 9. Verstrooien.

1.

Voor het verstrooien van de as van een overledene op het

 
 
 

verstrooiingsveld, een particulier graf, een particulier urnengraf

 
 
 

of een particuliere urnenkelder wordt geheven

134,00

 
 
 
 

2.

Het in het eerste lid genoemde recht wordt verhoogd met

 
 
 

100%, indien het verstrooien geschiedt op zondagen, algemeen

 
 
 

erkende christelijke en nationale feestdagen en nieuwjaars-

 
 
 

dag.

 
 
 
 
 
 

3.

De in het tweede lid genoemde toeslag is niet verschuldigd, in-

 
 
 

dien het verstrooien geschiedt op last van de daartoe bevoegde

 
 
 

overheid.

 
 

Artikel 10. Inschrijven en overboeken uitsluitende rechten.

Voor het inschrijven en het overboeken van het recht van een

 
 

particulier graf, een particulier urnengraf, een particuliere urnen-

 
 

kelder, een particulier horizontaal urnenelement, een verticaal urnen-

 
 

element of een particuliere gedenkplaats in een daartoe bestemd

 
 

register wordt geheven

€ 

6,95

Artikel 11. Plaatsen gedenkteken.

Voor een vergunning voor het plaatsen van een gedenkteken op

 
 

een graf, een urnengraf, een urnenkelder, een horizontaal urnen-

 
 

element, een verticaal urnenelement, de herdenkingszuil, een

 
 

gedenkplaats of een verstrooiingsplaats wordt geheven

22,65

Artikel 12. Opgraven van lijken.

1.

Voor het opgraven van een lijk of de overblijfselen van een lijk

 
 
 

uit een graf wordt, behalve wanneer dit op rechterlijk bevel

 
 
 

geschiedt, geheven

471,00

 
 
 
 

2.

Voor het na opgraving weer begraven van een lijk of de

 
 
 

overblijfselen van een lijk in een ander graf op de begraafplaats

 
 
 

wordt, naast het hiervoor onder 1. vermelde bedrag, een recht

 
 
 

geheven als bedoeld in de artikelen 4 en/of 7 en/of 10.

 
 
 
 
 
 

3.

In afwijking van het in het eerste lid bepaalde, is geen recht

 
 
 

voor het opgraven van een lijk verschuldigd, indien tot

 
 
 

ruiming is besloten en in verband daarmede opgraving zou

 
 
 

moeten plaatsvinden, en alsdan de rechthebbende of de

 
 
 

erfgenamen de wens te kennen geven de overblijfselen van het

 
 
 

lijk en de kist te herbegraven in een ander graf. Alsdan wordt

 
 
 

voor het opnieuw begraven een recht geheven als bedoeld in de

 
 
 

artikelen 4 en/of 7 en/of 10.

 
 

Artikel 13. Wegnemen van asbussen.

1.

Voor het wegnemen van een asbus met of zonder urn uit een

 
 
 

particulier graf, een urnengraf of een urnenkelder wordt, behalve

 
 
 

wanneer dit op rechterlijk bevel geschiedt, geheven

434,00

 
 
 
 

2.

Voor het na wegnemen weer terugplaatsen van een asbus met

 
 
 

of zonder urn in een ander(e) particulier graf, urnengraf, urnen-

 
 
 

kelder, horizontaal urnenelement of verticaal urnenelement op

 
 
 

de begraafplaats wordt, naast het hiervoor onder 1. vermelde

 
 
 

bedrag, een recht geheven als bedoeld in de artikelen 5 en/of 8

 
 
 

en/of 10.

 
 
 
 
 
 

3.

In afwijking van het in het eerste lid bepaalde, is geen recht

 
 
 

voor het wegnemen van een asbus met of zonder urn

 
 
 

verschuldigd, indien tot ruiming is besloten en in verband

 
 
 

daarmede wegneming zou moeten plaatsvinden, en alsdan de

 
 
 

rechthebbende of de erfgenamen de wens te kennen geven de

 
 
 

asbus met of zonder urn opnieuw bij te zetten in een ander(e)

 
 
 

particulier graf, urnengraf, urnenkelder, horizontaal urnenelement

 
 
 

of verticaal urnenelement. Alsdan wordt voor het opnieuw bij-

 
 
 

zetten een recht geheven als bedoeld in de artikelen 5 en/of

 
 
 

8 en/of 10.

 
 

Artikel 14. Wegnemen van asbussen uit horizontaal of verticaal urnenelement.

1.

Voor het wegnemen van een asbus met of zonder urn uit een

 
 
 

horizontaal urnenelement of een verticaal urnenelement

 
 
 

wordt, behalve wanneer dit op rechterlijk bevel geschiedt,

 
 
 

geheven

296,00

 
 
 
 

2.

Voor het na wegnemen weer terugplaatsen van een asbus met

 
 
 

of zonder urn in een ander(e) particulier graf, urnengraf, urnen-

 
 
 

kelder, horizontaal urnenelement of verticaal urnenelement op

 
 
 

de begraafplaats wordt, naast het hiervoor onder 1. vermelde

 
 
 

bedrag, een recht geheven als bedoeld in de artikelen 5 en/of 8

 
 
 

en/of 10.

 
 
 
 
 
 

3.

In afwijking van het in het eerste lid bepaalde, is geen recht

 
 
 

voor het wegnemen van een asbus met of zonder urn

 
 
 

verschuldigd, indien tot ruiming is besloten en in verband

 
 
 

daarmede wegneming zou moeten plaatsvinden, en alsdan de

 
 
 

rechthebbende of de erfgenamen de wens te kennen geven de

 
 
 

asbus met of zonder urn opnieuw bij te zetten in een ander(e)

 
 
 

particulier graf, urnengraf, urnenkelder, horizontaal urnenelement

 
 
 

of verticaal urnenelement. Alsdan wordt voor het opnieuw bij-

 
 
 

zetten een recht geheven als bedoeld in de artikelen 5 en/of

 
 
 

8 en/of 10.

 
 

Artikel 15. Wijze van heffing.

De rechten als bedoeld in artikelen 4 tot en met 14 worden geheven door middel van een gedagtekende nota of andere schriftuur.

Artikel 16. Termijn van betaling.

De rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de nota of andere schriftuur.

Artikel 17. Ontstaan van de belastingschuld.

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van

het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 18. Kwijtschelding.

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 19. Overgangsrecht.

  • 1. De “Verordening lijkbezorgingsrechten 2022” van 7 december 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 20, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 20, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de lijkbezorgingsrechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 20. Inwerkingtreding.

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 21 Citeertitel.

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening lijkbezorgingsrechten 2023”.

Ondertekening

de griffier,

drs. W.R. (Wouter) Bosch

de voorzitter,

mr. H.B. (Huub) Hieltjes