Regeling vervallen per 01-01-2024

VERORDENING RETRIBUTIE EN PRECARIOBELASTING 2023

Geldend van 17-12-2022 t/m 31-12-2023

Intitulé

VERORDENING RETRIBUTIE EN PRECARIOBELASTING 2023

De raad van de gemeente Waalre;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 november 2022, nr. 2022-99

gelet op het bepaalde in de artikelen 228, 229, 229a en 229b van de Gemeentewet

Besluit vast te stellen:

Verordening retributie en precariobelasting 2023

Artikel 1 Begripsbepaling

Deze verordening verstaat onder:

Begrippen:

  • a. ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b. ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c. ‘maand’: het tijdvak dat loopt van de dag in een kalendermaand tot en met de 1e dag in de volgende kalendermaand;

  • d. ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de 1e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e. kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Toepassingen:

  • a. bij de berekening van de verschuldigde bedragen wordt een gedeelte van een m2 voor een hele m2 gerekend.

  • b. bij de toepassing van de in de artikelen van deze verordening bepaalde tarieven voor een week wordt in totaal per maand niet meer geheven dan dat bij de toepassing van het tarief voor een maand zou zijn verschuldigd.

  • c. bij de toepassing van de in de artikelen van deze verordening bepaalde tarieven voor een maand wordt in totaal per jaar niet meer geheven dan dat bij de toepassing van het tarief voor een jaar zou zijn verschuldigd bij open ruimten tussen op de grond geplaatste, neergelegde of opgetaste goederen/zaken, die aan de belastingplichtige toebehoren, wordt voor de berekening van het recht geacht door die goederen/zaken in gebruik te zijn genomen.

Artikel 2 belastbaar feit

Onder de naam van retributie en precariobelasting wordt een recht geheven voor:

  • a. ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare eredienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

  • b. ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

Artikel 3 Belastingplicht

Het recht genoemd in artikel 6 van deze verordening wordt geheven van degene, die de vereiste vergunning heeft verkregen, van de opvolger in die vergunning of van:

  • 1. degene, door wie of op wiens last oppervlakte is ingenomen of aan de openbare dienst is onttrokken.

  • 2. degene, die het genot heeft door het hebben van door hem of op zijn last aangebrachte inrichtingen of voorwerpen.

  • 3. degene, door wie of wiens last inrichtingen, voorwerpen, goederen of waren zijn geplaatst of aangebracht.

Artikel 4 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar en loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 6 belastingtarieven

Wegens het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentewerken, bezittingen of inrichtingen en wegens het hebben van de navolgende goederen/zaken of voorwerpen onder, op of boven de openbare dienst bestemde gemeentegrond of voor de openbare dienst bestemd gemeentewater, wordt een recht geheven als volgt:

  • 1. Benzine- en andere pompinstallaties, putten, tanks en toebehoren:

  • a. voor een benzine- of pompinstallatie met inbegrip van leidingentank en vulput, per jaar € 56,40.

  • b. Voor een vul- of aftapput, met inbegrip van leidingen per jaar € 19,10.

  • c. Voor een tank van 6.000 liter inhoud of minder, met inhoud van leidingen en vul put, per jaar € 38,70 voor elke 1.000 liter inhoud of gedeelte daarvan per jaar € 7,60 met een maximum van € 56,40.

  • 2. Het uitstallen van waren voor het –niet ter gelegenheid van de kermis- uitstallen van waren en het innemen van een standplaats met een kraam, wagen, fiets, mand of dergelijk voorwerp tot verkoop van waren per m2 per week of gedeelte daarvan € 0,25 per maand € 0,80 euro per jaar € 7,60.

  • 3. In- of uitritten benzinepompen:

  • a. Voor een in- of uitrit of verlaagd trottoir ten behoeve van ten hoogste drie benzine en/of andere aftappunten per jaar € 150,70.

  • b. voor een in- of uitrit of verlaagd trottoir ten behoeve van méér dan drie benzine en/of andere aftappunten, per jaar € 302,40.

  • c. Het recht genoemd onder a. en b. wordt niet geheven, indien de aftappunten uitsluitend worden gebezigd voor eigen gebruik, mits de eigenaar en/of de gebruiker gedoogt, dat bij de aftappunten vanwege en op kosten van de gemeente het opschrift “uitsluitend voor eigen gebruik” wordt aangebracht. Onder in- of uitrit wordt verstaan: elk ten dienst van het perceel of erf met het oog op het rijverkeer speciaal aangebrachte verandering of versterking in de bedekking van de openbare grond.

Artikel 7 Vrijstellingen

Geen recht wordt geheven:

  • a. voor voorwerpen of werken, welke bij de gemeente of haar instellingen in gebruik zijn, met uitzondering van eigendommen, welke aan derden zijn of zullen worden verhuurd of in beheer en exploitatie zijn of zullen worden gegeven.

  • b. voor particuliere werken of inrichtingen waarvan de belanghebbenden zich het recht bij overeenkomst hebben voorbehouden, alsmede in het geval dat de verplichting tot betaling van de rechten het gevolg zou zijn van een op verzoek of op bevel van het gemeentebestuur ingetreden wijziging van de bestaande toestand.

Artikel 8 Ontheffing

Voor voorwerpen en inrichtingen waarvoor het recht per jaar is vastgesteld en die in de loop van het jaar zijn verwijderd wordt, op een daartoe ingediend schriftelijk verzoek, ontheffing verleend over zoveel gedeelten als er nog volle kalenderkwartalen in het belastingjaar zijn.

Artikel 9 Termijn van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 19990, moeten de rechten worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgende op die van de dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de rechten in deze verordening wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeesters en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

De ‘Retributie en Precariobelasting 2002’ vastgesteld bij raadsbesluit van 11 december 2001, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Retributie en Precariobelasting 2023’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Waalre in de openbare vergadering van 13 december 2022.

De raad van de gemeente Waalre,

de griffier, de voorzitter,

W.A. Ernes M.F. Oosterveer