Verordening op het presidium van de raad

Geldend van 17-12-2022 t/m heden

Intitulé

Verordening op het presidium van de raad

De raad van de gemeente Enschede;

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 19 september 2022

gelet op artikel 83 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende Verordening op het presidium van de raad,

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    raad: de raad van de gemeente Enschede;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Enschede;

  • c.

    presidium: een commissie als bedoeld in artikel 83, lid 1, van de Gemeentewet bestaande uit fractievoorzitters;

  • d.

    griffie: de griffie van de raad;

  • e.

    fractie: een fractie als bedoeld in het Reglement van Orde van de raad;

  • f.

    fractievoorzitter: een voorzitter van een fractie als bedoeld in het Reglement van Orde van de raad;

  • g.

    voorzitter: voorzitter van de raad;

  • h.

    plaatsvervangend voorzitter: degene die door de raad met de waarneming van het voorzitterschap van de raad is belast bij verhindering of ontstentenis van de burgemeester;

  • i.

    (klein)Presidiumvoorzitter: degene die door het (klein) presidium uit zijn midden is aangewezen als voorzitter;

  • j.

    klein presidium: een subcommissie van het presidium als bedoeld in het bepaalde in art 6 van deze regeling.

Artikel 2

  • 1. Er is een door de raad ingestelde commissie, genaamd presidium.

  • 2. Het presidium heeft tot taak:

    • a.

      de procedurele en procesmatige aansturing van de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      de raming en het beheer van de financiële middelen van de raad als bestuursorgaan;

    • c.

      het adviseren over afdoening van klachten over de raad en zijn leden, de medewerkers van de raadsgriffie, en over de behandeling van overige verzoeken aan de raad die niet in de reguliere stukkenstroom opgenomen kunnen worden.

  • 3. Voor de vergaderingen van het presidium is het door de raad vastgestelde Reglement van Orde van toepassing, met uitzondering van art. 14 (aanwezigheid publiek en pers), art. 15 (spreekrecht derden) en art. 22 (spreektermijnen).

Artikel 3

  • 1. Het presidium bestaat uit de fractievoorzitters in de raad alsmede de plaatsvervangend raadsvoorzitter.

  • 2. Elk lid van het presidium heeft één stem in het presidium.

  • 3. Elk lid van het presidium wijst een raadslid aan dat hem bij zijn afwezigheid in het presidium vervangt.

  • 4. De voorzitter van de raad neemt deel aan de vergaderingen van het presidium als adviseur, maar is geen lid van het presidium.

  • 5. Het presidium wijst uit zijn midden een presidiumvoorzitter aan, niet zijnde de burgemeester

  • 6. Het presidium wordt bijgestaan door de griffier en een door hem aangewezen secretaris.

  • 7. Het presidium kan zich laten bijstaan door adviseurs.

Artikel 4

  • 1. Het lidmaatschap van het presidium geldt, behoudens de situaties hieronder vermeld, voor een zittingsperiode van de raad.

  • 2. De leden van het presidium treden af zodra de zittingsperiode van de raad verstreken is of als zij geen voorzitter meer zijn van de fractie in de raad dan wel ophouden lid te zijn van de raad.

  • 3. Het lidmaatschap van het presidium eindigt voorts op eigen verzoek of door ontslag.

  • 4. Wie ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats tot lid wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene moest aftreden in wiens plaats hij is gekomen.

Artikel 5

  • 1. Het presidium heeft alle bevoegdheden van de raad, die voor de vervulling van zijn taken nodig zijn, tenzij het bevoegdheden betreft als bedoeld in artikel 156, lid2 van de Gemeentewet.

  • 2. Het presidium vervult andere taken die hem door de raad worden opgedragen binnen het raam van zijn taken.

  • 3. Als het presidium oordeelt dat een voorstel van het college aan de raad niet voldoet aan de eisen die daaraan in het vastgestelde format worden gesteld, kan het presidium het voorstel terugsturen naar het college. Het presidium vermeldt de reden voor terugzending en bepaalt tevens binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 6

  • 1. Het presidium kan uit zijn midden op grond van deze verordening een sub-commissie instellen, genaamd Klein Presidium, dat door het presidium belast wordt met voorbereidende en uitvoerende werkzaamheden in het kader van de presidiumtaken, waaronder in elk geval het feitelijk beheer van de planning van de raad en zijn commissies, alsmede de ontwikkeling van het planningsinstrumentarium waaronder de termijnagenda en de raadsagenda.

  • 2. Het klein presidium heeft geen bevoegdheid tot het nemen van besluiten.

  • 3. Het klein presidium bestaat uit vier leden uit het midden van het presidium, waarbij zoveel mogelijk sprake is van een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde groeperingen.

  • 4. Het klein presidium wijst uit zijn midden een (KP)voorzitter aan.

  • 5. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de raad zijn adviseur van het klein presidium, ontvangen de vergaderstukken en hebben een staande uitnodiging om de vergaderingen bij te wonen.

  • 6. Het klein presidium wordt bijgestaan door de raadsgriffier en een door hem aan te wijzen secretaris vanuit de griffie.

  • 7. De loco-gemeentesecretaris en de directeur van de concernstaf zijn ambtelijk adviseur van het klein presidium, ontvangen de vergaderstukken en wonen de vergaderingen bij.

  • 8. De artikelen 3, 4, 7, 8, 9, 10, 13, 16 lid 1 en 18 van deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing op het klein presidium waarbij moet worden gelezen voor ‘presidium’ ‘klein presidium’.

Artikel 7

Het presidium heeft bij de uitoefening van zijn taak de beschikking over de griffier en de griffie.

Artikel 8

De vergaderingen van het presidium worden voorbereid door de presidiumvoorzitter en de griffier.

Artikel 9

Alle van het presidium uitgaande stukken worden door de voorzitter en griffier getekend.

Artikel 10

  • 1. De griffier is verantwoordelijk voor het beheer van de archiefbescheiden van het presidium.

  • 2. Het beheer van de bescheiden vindt plaats met in achtneming van de Archiefwet 1995 en de Archiefverordening 2009.

  • 3. De griffier draagt er zorg voor dat de archiefbescheiden bij opheffing van het presidium of anderszins worden overgebracht naar het gemeentearchief.

Artikel 11

  • 1. Het presidium vergadert vier tot zes maal per jaar en voorts zo dikwijls de presidiumvoorzitter het nodig oordeelt, of tenminste twee leden hem, onder opgaaf van redenen, schriftelijk daarom verzoeken.

  • 2. Indien het vereiste aantal leden om een vergadering verzoekt, belegt de presidiumvoorzitter deze binnen een week nadat het schriftelijk verzoek hem heeft bereikt.

Artikel 12

  • 1. De presidiumvoorzitter bepaalt in overleg met de griffier dag, uur en plaats van de vergadering van het presidium.

  • 2. De uitnodigingen voor de vergadering worden, behoudens in gevallen van spoed, tenminste twee werkdagen van tevoren aan de leden van het presidium toegezonden. Zij vermelden zoveel mogelijk de te behandelen agendapunten.

  • 3. Het presidium kan steeds over andere niet op de agenda vermelde zaken beraadslagen en besluiten.

Artikel 13

  • 1. De vergaderingen van het presidium zijn in beginsel openbaar.

  • 2. Indien en voor zover het presidium vergadert in het kader van de regeling van de werkzaamheden van de raad vindt de vergadering achter gesloten deuren plaats.

  • 3. Het verslag van een besloten vergadering en de stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd, worden door het presidium ter inzage gelegd voor de raad.

Artikel 14

  • 1. Het presidium kan geen besluiten nemen, indien blijkens de presentielijst niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. Indien in een vergadering om de in het vorige lid vermelde reden op het daarvoor bepaalde tijdstip geen besluiten kunnen worden genomen, zal de presidiumvoorzitter binnen vier dagen daarna de leden voor een volgende vergadering oproepen. De vergadering wordt gehouden, ongeacht het aantal leden dat is opgekomen. In deze vergadering kan alleen worden beraadslaagd en besloten over zaken, die op de agenda van de oorspronkelijke vergadering stonden vermeld.

Artikel 15

Alle besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. Op stemmingen zijn de artikelen 27 tot en met 32 van de Gemeentewet overeenkomstig van toepassing.

Artikel 16

  • 1. Het presidium is voor zijn handelingen en zijn beleid verantwoording schuldig aan de raad en geeft hem alle verlangde inlichtingen.

  • 2. Voor zover besluiten van het presidium financiële verplichtingen inhouden of kunnen inhouden, doet het presidium onmiddellijk mededeling van zijn besluiten aan het college en aan de raad. Een besluit als in dit lid bedoeld, wordt geacht van kracht te zijn wanneer het college binnen vier weken nadat zij de mededeling daarvan hebben ontvangen, tegen de genomen beslissing geen schriftelijk bezwaar bij het presidium hebben ingebracht of te kennen hebben gegeven dat naar hun oordeel een raadsbesluit vereist is.

  • 3. Het vorige lid is niet van toepassing op besluiten met financiële gevolgen, waaruit geen hogere uitgaven voortvloeien dan reeds in de gemeentebegroting zijn uitgetrokken.

Artikel 17

  • 1. Jaarlijks zendt het presidium volgens de daarvoor door het college opgestelde planning de financiële gegevens aan het college, opdat voor de voor de raad benodigde budgetten in de begroting en meerjarenraming kunnen worden opgenomen.

  • 2. Jaarlijks zendt het presidium volgens de daarvoor door het college opgestelde planning de financiële gegevens aan het college, opdat over de besteding van de onder beheer van het presidium vallende budgetten in de jaarrekening verantwoording wordt afgelegd.

Artikel 18

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de presidiumvoorzitter.

Artikel 19

Deze verordening treedt in werking op de dag nadat deze bekend is gemaakt.

Artikel 20

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening op het presidium van de raad van de gemeente Enschede’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 december 2022.

De griffier, R.M. Jongedijk

de voorzitter, R.W. Bleker