Verordening marktgelden en promotiegeld 2023

1. Onder de naam ‘marktgelden’ worden rechten geheven voor het toewijzen van een in te nemen standplaats op de weekmarkt voor handelswaren.

2. Onder de naam ‘promotiegeld’ wordt een recht geheven voor met de markthandel verband houdende handelingen, zoals reclame- en promotieactiviteiten.

1. De rechten worden geheven naar de volgende maatstaven en tarieven:

• a.

  voor een standplaats in te nemen door een standplaatshouder of een demonstrateur bedraagt het marktgeld € 4,86 per dag per strekkende meter;

• b.

  voor een standplaats in te nemen door een standwerker bedraagt het marktgeld € 15,67 per dag;

• c.

  van de standplaatshouder, standwerker of demonstrateur wordt promotiegeld geheven ten bedrage van € 1,25 per dag.

2. Bij de berekening van de rechten worden gedeelten van vierkante of strekkende meters buiten beschouwing gelaten.

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de gelden worden voldaan:

• a.

  bij uitreiking van de nota: op het moment van uitreiken van de nota;

• b.

  bij toezending van de nota: binnen een maand na de dagtekening van de nota.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

a. jaar: kalenderjaar;

b. kwartaal: kalenderkwartaal;

c. maand: kalendermaand;

d. dag: een tijdvak van vierentwintig opeenvolgende uren, aanvangende te 0.00 uur;

e. gemeentegrond: de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond;

f. dagplaats; een plaats die per dag wordt toegewezen;

g. vaste plaats; een plaats die voor onbepaalde tijd wordt toegewezen.

1. Onder de naam “marktgeld” worden rechten geheven voor het innemen of het doen innemen van een standplaats, dan wel het hebben van een vaste plaats op als markt aangewezen gemeentegrond, zoals bedoeld in de Marktverordening Nissewaard 2015 en het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten.

2. Onder de naam ‘promotiegeld’ wordt een recht geheven voor met de markthandel verband houdende handelingen, zoals reclame- en promotieactiviteiten.

1. De rechten voor plaatsen op als markt aangewezen gemeentegrond worden geheven per plaats voor zover gebruik wordt gemaakt van een marktkraam of verkoopwagen. Voor zover gebruik wordt gemaakt van een marktkraam worden de rechten geheven naar de frontbreedte van de plaats in strekkende meters.

2. De vermelde dagtarieven worden uitsluitend toegepast ten aanzien van dagplaatsen. De vermelde jaar-, kwartaal- en maandtarieven worden uitsluitend toegepast ten aanzien van vaste plaatsen.

3. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een eenheid van tijd of afmeting voor een geheel gerekend.

1. Het recht voor dagplaatsen op de als markt aangewezen gemeentegrond bedraagt per dag per strekkende meter frontbreedte: € 2,57

2. Het recht voor vaste standplaatsen op de als markt aangewezen gemeentegrond bedraagt per kwartaal per strekkende meter frontbreedte: € 28,65

3. Het promotiegeld bedraagt per dag: € 1,25

1. De rechten zijn verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht.

2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de rechten ingeval er wordt geheven naar jaar- of kwartaaltarieven, verschuldigd voor zoveel kalendermaanden als er na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden in het belastingtijdvak overblijven.

3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat indien er is geheven naar een jaar- of kwartaaltarief, aanspraak op ontheffing voor zoveel kalendermaanden als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald, ingeval de kennisgeving:

• a.

  mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

• b.

  schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen een maand na de dagtekening van de kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.