Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening Hondenbelasting 2023

Geldend van 03-06-2023 t/m 31-12-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023

Intitulé

Verordening Hondenbelasting 2023

De raad van de gemeente Nissewaard;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 november 2022;

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie Bestuur van 22 november 2022;

besluit vast te stellen:

de Verordening Hondenbelasting 2023.

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam ‘hondenbelasting’ wordt een belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

Artikel 3 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 4 Belastingtarieven

  • 1. De belasting bedraagt voor de eerste hond € 80,18.

  • 2. De belasting bedraagt voor iedere volgende hond € 210,95.

  • 3. In afwijking in zoverre van de voorgaande leden bedraagt de belasting voor honden, gehouden in een kennel, € 685,56 per kennel. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt onder een kennel verstaan een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren, bestemd en gebruikt voor het fokken van honden voor de verkoop of aflevering van nakomelingen.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing van de zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede termijn één maand later. Op deze termijnen is de Algemene termijnenwet niet van toepassing.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 en in afwijking van het eerste lid kan de aanslag worden betaald door automatische incasso. Het bedrag moet worden betaald in gelijke termijnen. Het aantal termijnen is gelijk aan twaalf min het aantal kalendermaanden dat vooraf is gegaan aan de maand die in de dagtekening van de aanslag is vermeld, met dien verstande dat het aantal termijnen ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand die in de dagtekening van de aanslag is vermeld, en elke volgende termijn telkens een maand later.

  • 3. Betaling door automatische incasso is niet mogelijk als:

    • a.

      het totaalbedrag van het aanslagbiljet gemeentelijke belastingen waarop de aanslag voorkomt hoger is dan € 25.000,-;

    • b.

      de aanslag wordt opgelegd in een later jaar dan het belastingjaar waarop zij betrekking heeft;

  • 4. De burgemeester en wethouders kunnen de deelname aan de automatische incasso weigeren, als er omstandigheden worden geconstateerd of vermoed, die het regelmatig verloop van de termijnbetalingen belemmeren of zouden kunnen belemmeren.

  • 5. Burgemeester en wethouders beëindigen de automatische incasso als:

    • a.

      de automatische incasso gedurende twee opeenvolgende maanden niet slaagt;

    • b.

      de belastingschuldige surseance van betaling heeft aangevraagd, in staat van faillissement is gesteld, naar het buitenland vertrekt of dreigt te vertrekken, of als er anderszins omstandigheden worden geconstateerd die een regelmatig verloop van de incasso zouden kunnen belemmeren.

Artikel 9 Vrijstellingen

  • 1. In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.

  • 2. De belasting wordt niet geheven voor honden:

    • a.

      die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden;

    • b.

      die zijn opgeleid tot en dienen als assistentiehond en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden;

    • c.

      die in opleiding zijn tot blindengeleidehond of assistentiehond als bedoeld onder a. en b. onder de voorwaarde dat de opleiding wordt verzorgd door erkende organisaties;

    • d.

      die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren;

    • e.

      die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden;

    • f.

      die worden gehouden door ambtenaren van politie voor het verrichten van opsporingen.

    • g.

      waarvan de houder geen ingezetene van de gemeente is en die niet langer dan 90 dagen in de gemeente verblijven.

Artikel 10 Kwijtschelding

  • 1. Bij de invordering van de belasting, genoemd in artikel 4, eerste lid, wordt aan de belastingschuldige die niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar een belastingaanslag te betalen volledige kwijtschelding verleend van het in te vorderen bedrag.

  • 2. Bij de berekening van de betalingscapaciteit van de belastingschuldige wordt in afwijking van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 uitgegaan van 100% van de bijstandsnorm volgens de Participatiewet.

  • 3. In afwijking van artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt het totale bedrag aan financiële middelen, bedoeld in dat onderdeel, verhoogd met:

    • a.

      € 2.000 voor de belastingschuldige en zijn echtgenoot,

    • b.

      75% van het bedrag genoemd onder a voor een alleenstaande, en

    • c.

      90% van het bedrag genoemd onder a voor een alleenstaande ouder.

Artikel 11 Intrekking oude verordening

De Verordening hondenbelasting 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14 genoemde datum van ingang van de heffing.

Artikel 12 Overgangsrecht

De Verordening hondenbelasting 2022 blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich vóór de in artikel 14 genoemde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

Artikel 14 Datum van ingang van de heffing

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Hondenbelasting 2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nissewaard van 7 december 2022.

de griffier,

S.J.M. Mackaij

de voorzitter,

F. van Oosten

Toelichting Verordening hondenbelasting 2023

Artikel 9 Vrijstellingen

In de tabel hieronder is opgenomen:

  • -

    het onderdeel van artikel 9, tweede lid, waarin de facultatieve vrijstelling is opgenomen

  • -

    de omschrijving van de facultatieve vrijstelling

  • -

    de motivering van de facultatieve vrijstelling

Omschrijving

Motivering

a

honden die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden;

Ontzien van houders van honden die in hoofdzaak worden gehouden om een essentiële functie te vervullen

b

honden die zijn opgeleid tot en dienen als assistentiehond en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden;

Ontzien van houders van honden die in hoofdzaak worden gehouden om een essentiële functie te vervullen

c

honden die in opleiding zijn tot blindengeleidehond of assistentiehond als bedoeld onder a. en b. onder de voorwaarde dat de opleiding wordt verzorgd door erkende organisaties;

Ontzien van houders van honden die in hoofdzaak worden gehouden om een essentiële functie te vervullen

d

honden die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren;

De houder houdt de hond niet voor het gezelschap en heeft de intentie de hond van de hand te doen

e

honden die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden;

Ontzien van houders van honden die worden gehouden vanwege de band met de onmisbare moederhond

f

honden die worden gehouden door ambtenaren van politie voor het verrichten van opsporingen;

Algemeen belang. Opsporing vermiste personen.

g

honden waarvan de houder geen ingezetene van de gemeente is en die niet langer dan 90 dagen in de gemeente verblijven.

Efficiency.