Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR685720
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR685720/2
Regeling vervallen per 01-01-2024
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023 (Legesverordening 2023)
Geldend van 05-07-2023 t/m 31-12-2023
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023 (Legesverordening 2023)De raad van de gemeente Aa en Hunze
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze van 8 november 2022;
gelet op:
- -
artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h van de Gemeentewet,
- -
artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet,
- -
artikel 2, tweede lid van de Paspoortwet en
- -
artikel 7 van de Paspoortwet
b e s l u i t :
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023(Legesverordening 2023)
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- -
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- -
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n–1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- -
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- -
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n–1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- -
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2 Belastbaar feit
-
1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
- a.
-
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- c.
de stukken en legalisatie van handtekeningen op stukken betreffende militaire zaken;
- d.
de agenda’s voor de vergaderingen van de raad, zowel met als zonder bijbehorende voorstellen, als deze worden gevraagd ten behoeve van de pers of als deze worden gevraagd ten behoeve van een in de gemeente Aa en Hunze gevestigde politieke formatie. Aan een politieke formatie zullen ten hoogste 5 exemplaren kosteloos worden verstrekt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
-
3. In afwijking van artikel 4:90, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, wordt ingeval van contante betaling geen kwitantie afgegeven.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
hoofdstuk 1, paragraaf 1.2 (reisdocumenten);
- 2.
hoofdstuk 1, paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
hoofdstuk 1, paragraaf 1.4 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
hoofdstuk 1, paragraaf 1.7, artikel 1.26 a (Verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
hoofdstuk 1, paragraaf 1.9, artikel 1.30 (Kansspelen).
- 1.
Een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
De “Legesverordening 2022”, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2021 en voor het laatst gewijzigd bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van 21 december 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in het artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2023’.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Aa en Hunze, gehouden op
1 december 2022.
De griffier,
Mr. E.P. van Corbach.
De voorzitter,
A.W. Hiemstra.
Bijlage 1: Tarieventabel, behorende bij de ‘Legesverordening 2023’, geldend vanaf 1 januari 2023
Indeling tarieventabel
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse Identiteitskaart
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Paragraaf 1.10 Diversen
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING/OMGEVINGSVERGUNNING
Paragraaf 2.1 Begripsomschrijvingen
Paragraaf 2.2 Principeverzoek/beoordeling conceptaanvraag
Paragraaf 2.3 Omgevingsvergunning
Paragraaf 2.4 Vermindering
Paragraaf 2.5 Teruggaaf
Paragraaf 2.6 Intrekking omgevingsvergunning
Paragraaf 2.7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Paragraaf 2.8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
Paragraaf 2.9 Wijziging ten naamstelling
Paragraaf 2.10 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Paragraaf 3.3 Overige openbare inrichtingen
Paragraaf 3.4 Ventvergunning
Paragraaf 3.5 Muziekvergunning
Paragraaf 3.6 Evenementenvergunning
Paragraaf 3.7 Marktstandplaatsen
Paragraaf 3.8 Winkeltijdenwet
Paragraaf 3.9 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap gemeentehuis |
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op: |
|
|
a. |
Maandagmorgen en dinsdagmorgen om 09.30 uur |
€ 0,00 |
b. |
Maandagmorgen en dinsdagmorgen om 10.30 en 11.30 uur |
€ 365,65 |
c. |
Maandagmiddag en dinsdagmiddag tussen 13.00 en 16.30 uur |
€ 365,65 |
d. |
Woensdag, donderdag en vrijdag tussen 09.30 uur en 16.30 uur |
€ 365,65 |
e. |
Maandag tot en met vrijdag tussen 17.00 en 21.00 uur |
€ 547,90 |
f. |
Zaterdag, zondag en algemeen erkende feestdagen |
€ 697,00 |
Artikel 1.2 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap andere locatie |
|
Als de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap plaatsvindt op een andere locatie dan het gemeentehuis dan wordt het tarief bedoeld in artikel 1.1 verhoogd met |
€ 0,00 |
Artikel 1.3 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk gemeentehuis |
|
|
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op: |
|
|
a. |
Maandag, dinsdag, woensdag of donderdag |
€ 56,45 |
b. |
Vrijdag |
€ 365,65 |
c. |
Zaterdag, zondag en algemeen erkende feestdagen |
€ 697,00 |
Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in een huwelijk andere locatie |
|
Als het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk plaatsvindt op een andere locatie dan het gemeentehuis dan wordt het tarief bedoeld in artikel 1.3 verhoogd met |
€ 0,00 |
Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag: |
|
|
a. |
als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden: |
€ 122,25 |
b. |
als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden: |
€ 243,35 |
Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
|
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige: |
€ 34,95 |
Artikel 1.7 Luiden van de klok |
|
Het tarief bedraagt voor het luiden van de klok |
€ 26,15 |
Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
|
a. |
een trouwboekje of partnerschapsboekje in een geprinte uitvoering: |
€ 32,65 |
b. |
een trouwboekje of partnerschapsboekje in een gekalligrafeerde uitvoering: |
€ 45,45 |
c. |
Een bijschrijving van kinderen (kalligrafie) per kind |
€ 6,90 |
d. |
Een gekalligrafeerde wijziging in een trouwboekje of partnerschapsboekje |
€ 6,90 |
Artikel 1.9 Annuleren |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een huwelijk of een registratie van het partnerschap te annuleren |
€ 100,00 |
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Artikel 1.10 Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
||
a. |
een nationaal paspoort: |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 77,75 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 58,80 |
b. |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort): |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 77,75 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 58,80 |
c. |
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 77,75 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 58,80 |
d. |
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: |
€ 58,80 |
Artikel 1.11 Nederlandse identiteitskaart |
|
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
||
a. |
een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 70,30 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 37,95 |
b. |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: |
€ 34,25 |
Artikel 1.12 Modaliteiten |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
|
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.10 en 1.11, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: |
€ 52,95 |
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Artikel 1.13 Rijbewijzen |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
€ 48,15 |
Artikel 1.14 Modaliteiten |
|
||
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.13 wordt: |
|
|
|
a. |
bij een spoedlevering vermeerderd met: |
€ 34,10 |
2. |
Voor de afgifte van het formulier Eigen verklaring (voor Verklaring van geschiktheid) wordt het door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen in overleg met het ministerie van Verkeer en Waterstaat vastgestelde bedrag in rekening gebracht. |
|
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Artikel 1.15 Definities |
|
|
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
2. |
Voor de toepassing van artikel 1.17 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
Artikel 1.16 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
||
a. |
Tot het verstrekken van een uittreksel basisregistratie personen via de website |
€ 0,00 |
|
b. |
Tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 8,65 |
|
c. |
Tot het verstrekken van een internationaal uittreksel, per verstrekking: |
€ 11,65 |
|
b. |
Tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar: |
|
|
|
1. |
voor 100 verstrekkingen: |
€ 112,95 |
|
2. |
voor 500 verstrekkingen: |
€ 377,35 |
|
3. |
voor 1.000 verstrekkingen: |
€ 565,30 |
|
4. |
voor 5.000 verstrekkingen: |
€ 1.886,65 |
|
5. |
voor 10.000 verstrekkingen: |
€ 3.774,35 |
Artikel 1.17 Verstrekking van aangehaakte gegevens |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
||
a. |
Tot het verstrekken van een uittreksel basisregistratie personen via de website |
€ 0,00 |
|
b. |
Tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 8,65 |
|
c. |
Tot het verstrekken van een internationaal uittreksel, per verstrekking: |
€ 11,65 |
|
b. |
Tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar: |
|
|
|
1. |
voor 100 verstrekkingen: |
€ 112,95 |
|
2. |
voor 500 verstrekkingen: |
€ 377,35 |
|
3. |
voor 1.000 verstrekkingen: |
€ 565,30 |
|
4. |
voor 5.000 verstrekkingen: |
€ 1.886,65 |
|
5. |
voor 10.000 verstrekkingen: |
€ 3.774,35 |
Artikel 1.18 Schriftelijke verstrekking |
|
In afwijking van de artikelen 1.16 en 1.17 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
€ 7,50 |
Artikel 1.19 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 14,55 |
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Artikel 1.20 Afschriften van bestuursstukken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
a. |
een afschrift van de gemeentebegroting: |
€ 69,85 |
b. |
een afschrift van de gemeenterekening: |
€ 37,80 |
c. |
een afschrift van de gemeenterekening met bijbehorende bijlagen: |
€ 82,65 |
Artikel 1.21 Afschrift algemeen plaatselijke verordening |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van de algemeen plaatselijke verordening, per exemplaar: |
€ 30,90 |
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Artikel 1.22 Plan- of kaartinformatie |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger: |
|
|
a. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde: |
€ 0,25 |
b. |
in formaat A3, per bladzijde: |
€ 0,50 |
Artikel 1.23 Lichtdruk |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een lichtdruk van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger, per dm² lichtdruk |
€ 4,10 |
Artikel 1.24 Informatie uit registers |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit: |
|
|
a. |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object: |
€ 4,45 |
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Artikel 1.25 Overige publiekszaken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
Tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: |
€ 41,35 |
b. |
Tot het legaliseren van een handtekening: |
€ 113,35 |
c. |
Tot het bewijs van in leven zijn: |
€ 8,65 |
d. |
Tot het verstrekken van iedere andere verklaring omtrent een persoon: |
€ 8,65 |
e. |
Tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap, dat niet bestemd is om als reisdocument te dienen: |
€ 8,65 |
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 14,55 |
Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit het gemeentearchief |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
a. |
Een afschrift of fotokopie vaneen in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina: |
€ 0,25 |
b. |
Een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: |
€ 6,90 |
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Artikel 1.28 Leegstandwet |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
|
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: |
€ 93,20 |
|
b. |
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet: |
€ 93,20 |
Artikel 1.29 Wet op de kansspelen |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
|
|
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
|
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 34,00 |
Artikel 1.30 Telecommunicatiewet en overige kabels en leidingen |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, dan wel een aanvraag voor een vergunning voor het aanleggen van overige kabels en/of leidingen |
|
|
|
a. |
Tot 20 meter |
€ 50,00 |
|
b. |
Vanaf 20 meter |
€ 400,00 |
Artikel 1.31 Wegenverkeerswetgeving |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
a. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: |
€ 43,05 |
b. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen: |
€ 43,05 |
c. |
verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW): |
€ 81,85 |
d. |
verlenging van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW): |
€ 61,40 |
Paragraaf 1.10 Diversen
Artikel 1.32 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
||
a. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 4,10 |
|
b. |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 8,65 |
|
c. |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 8,65 |
|
d. |
Kaarten, tekeningen en lichtdrukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk |
€ 4,10 |
|
e. |
kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
|
|
1. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde: |
€ 0,25 |
|
2. |
in formaat A3, per bladzijde: |
€ 0,50 |
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING/OMGEVINGSVERGUNNING
Paragraaf 2.1. Begripsomschrijvingen
Artikel 2.1 Begripsomschrijvingen |
|
|
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
|
a. |
Aanlegkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt.2012,1567), voor het uit te voeren werk, of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en als de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen. |
|
b. |
Bouwkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012,1567), voor het uit te voeren werk, of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en als het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen. |
|
c. |
Wabo: Wet Algemene Bepalingen Omgevingswet |
|
d. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|
e. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op een activiteit waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
|
Paragraaf 2.2 Principeverzoek/beoordeling conceptaanvraag
Artikel 2.2 Principeverzoek/beoordeling conceptaanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
Voor een principeverzoek in verband met het wel of niet medewerking verlenen aan een ruimtelijke ontwikkeling: |
€ 0,00 |
b. |
Tot het beoordelen van een conceptaanvraag (o.a. schetsplan) om een omgevingsvergunning |
€ 116,50 |
Paragraaf 2.3 Omgevingsvergunning
Artikel 2.3 Bouwactiviteiten |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
2. |
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
a. |
als de bouwkosten minder dan € 5.000,-- bedragen |
€ 199,95 |
b. |
als de bouwkosten € 5.000,-- tot € 20.000,-- bedragen: |
€ 199,95 |
|
vermeerderd met: van het bedrag waarmee die bouwkosten € 5.000,-- te boven gaan |
3,50% |
||
c. |
als de bouwkosten € 20.000,-- tot € 50.000,-- bedragen: |
€ 799,90 |
|
vermeerderd met: van het bedrag waarmee die bouwkosten € 20.000,-- te boven gaan |
3,25% |
||
d. |
als de bouwkosten € 50.000,-- tot € 100.000,-- bedragen: |
€ 1.914,10 |
|
vermeerderd met: van het bedrag waarmee die bouwkosten € 50.000,-- te boven gaan |
3,00% |
||
e. |
als de bouwkosten meer dan € 100.000,-- bedragen: |
€ 3.628,25 |
|
vermeerderd met: van het bedrag waarmee die bouwkosten € 100.000,-- te boven gaan |
2,75% |
||
3. |
Achteraf ingediende aanvraag: Onverminderd het bepaalde in artikel 2.3, lid 2, bedraagt het tarief, als de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit: |
25% |
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met dien verstande dat de verhoging niet meer bedraagt dan: |
€ 1.714,20 |
||
4. |
Beoordeling aanvullende gegevens: Onverminderd het bepaalde in artikel 2.3, lid 2, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen |
€ 116,50 |
Artikel 2.4 Aanlegactiviteiten |
|
|
1. |
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteit: |
1,75% |
van de aanlegkosten, met een minimum van: |
€ 199,95 |
|
en een maximum van: |
€ 22.854,90 |
Artikel 2.5 Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
|
||
|
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in artikel 2.3 en het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
|
1. |
Als artikel 2.12, eerste lid, onder a. onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) wordt het op grond van artikel 2.3, lid 2, verhoogd met: |
|
|
|
a. |
als de bouwkosten minder dan € 5.000,-- bedragen |
€ 203,75 |
|
b. |
als de bouwkosten € 5.000,-- of meer, maar minder dan € 20.000,-- bedragen |
€ 291,15 |
|
c. |
als de bouwkosten € 20.000,-- of meer, maar minder dan € 50.000,-- bedragen |
€ 465,80 |
|
d. |
als de bouwkosten € 50.000,-- of meer, maar minder dan € 100.000,-- bedragen |
€ 698,70 |
|
e. |
als de bouwkosten € 100.000,-- of meer bedragen |
€ 1.164,60 |
2. |
Als artikel 2.12, eerste lid, onder a. onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) wordt het op grond van artikel 2.3, lid 2, verhoogd met: |
|
|
|
a. |
als de bouwkosten minder dan € 5.000,-- bedragen |
€ 232,60 |
|
b. |
als de bouwkosten € 5.000,-- of meer, maar minder dan € 20.000,-- bedragen |
€ 407,60 |
|
c. |
als de bouwkosten € 20.000,-- of meer, maar minder dan € 50.000,-- bedragen |
€ 698,70 |
|
d. |
als de bouwkosten € 50.000,-- of meer, maar minder dan € 100.000,-- bedragen |
€ 931,70 |
|
e. |
als de bouwkosten € 100.000,-- of meer bedragen |
€ 1.397,45 |
3. |
Als artikel 2.12, eerste lid, onder a. onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) wordt het op grond van artikel 2.3, lid 2, verhoogd met: (voormalig projectbesluit) |
€ 7.734,75 |
4. |
Het in artikel 2.5, lid 3, genoemde bedrag wordt voorts verhoogd als ten aanzien van de aanvraag een onderbouwing moet worden opgesteld waarbij externe advieswerkzaamheden moeten worden verricht (adviezen over bijvoorbeeld flora en fauna wetgeving, watertoets, cultuurhistorie, archeologie) met een bedrag blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Dit bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeeld. |
|
5. |
Als artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) wordt het op grond van artikel 2.3, lid 2, verschuldigde bedrag verhoogd met: |
€ 465,80 |
6. |
Als artikel 2.12, eerste lid, onder b. van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) wordt het op grond van artikel 2.3, lid 2, verschuldigde bedrag verhoogd met: |
€ 407,60 |
7. |
Als de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) wordt het op grond van artikel 2.3, lid 2, verschuldigde bedrag verhoogd met: |
€ 407,60 |
8. |
Als de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) wordt het op grond van artikel 2.3, lid 2, verschuldigde bedrag verhoogd met: |
€ 407,60 |
9. |
Als artikel 2.12, eerste lid, onder d. van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) wordt het op grond van artikel 2.3, lid 2, verschuldigde bedrag verhoogd met: |
€ 407,60 |
Artikel 2.6 Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit |
|
|
|
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in artikel 2.3 en het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
1. |
Als artikel 2.12, eerste lid, onder a. onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) |
€ 291,05 |
2. |
Als artikel 2.12, eerste lid, onder a. onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) |
€ 465,80 |
3. |
Als artikel 2.12, eerste lid, onder a. onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) |
€ 7.734,75 |
4. |
Het in artikel 2.6, lid 3, genoemde bedrag wordt voorts verhoogd als ten aanzien van de aanvraag een onderbouwing moet worden opgesteld waarbij externe advieswerkzaamheden moeten worden verricht (adviezen over bijvoorbeeld flora en fauna wetgeving, watertoets, cultuurhistorie, archeologie) met een bedrag blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Dit bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeeld. |
|
5. |
Als artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) wordt het op grond van artikel 2.6, lid 1 tot en met 3, verschuldigde bedrag verhoogd met: |
€ 465,80 |
6. |
Als artikel 2.12, eerste lid, onder b. van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) wordt het op grond van artikel 2.6, lid 1 tot en met 3, verschuldigde bedrag verhoogd met: |
€ 407,60 |
7. |
Als de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) wordt het op grond van artikel 2.6, lid 1 tot en met 3, verschuldigde bedrag verhoogd met: |
€ 407,60 |
8. |
Als de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) wordt het op grond van artikel 2.6, lid 1 tot en met 3, verschuldigde bedrag verhoogd met: |
€ 407,60 |
9. |
Als artikel 2.12, eerste lid, onder d. van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) wordt het op grond van artikel 2.6, lid 1 tot en met 3, verschuldigde bedrag verhoogd met: |
€ 407,60 |
10. |
Achteraf ingediende aanvraag: Onverminderd het bepaalde in artikel 2.6, 1 tot en met lid 3, bedraagt het tarief, als de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit: |
25% |
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met dien verstande dat de verhoging niet meer bedraagt dan: |
€ 1.714,20 |
Artikel 2.7 In gebruik nemen of gebruiken van bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
|
||
|
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder 6, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in artikel 2.3 en het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteit voor: |
|
|
1. |
Inrichtingen, al dan niet gebouwd, met een bruto vloeroppervlakte: |
|
|
|
a. |
Tot 100 m2 |
€ 297,55 |
|
b. |
Van 100 m2 tot 500 m2 Vermeerderd met € 1,28 per m2 voorzover het bruto vloeroppervlakte de 100 m2 te boven gaat |
€ 297,55 |
|
c. |
Van 500 m2 tot 2.000 m2 Vermeerderd met € 0,76 per m2 voorzover het bruto vloeroppervlakte de 500 m2 te boven gaat |
€ 876,30 |
|
d. |
Van 2.000 m2 tot 5.000 m2 Vermeerderd met € 0,51 per m2 voorzover het bruto vloeroppervlakte de 2.000 m2 te boven gaat |
€ 2.183,65 |
|
e. |
Van 5.000 m2 tot 50.000 m2 Vermeerderd met € 0,05 per m2 voorzover het bruto vloeroppervlakte de 5.000 m2 te boven gaat |
€ 3.930,55 |
|
f. |
Boven 50.000 m2 |
€ 6.550,95 |
Artikel 2.8 Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
|
||
1. |
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks- provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Aa en Hunze aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van de gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
|
|
|
a. |
Voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument |
€ 199,95 |
|
b. |
Voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht |
€ 199,95 |
2. |
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Aa en Hunze aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van de gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
€ 199,95 |
Artikel 2.9 Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|
1. |
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 199,95 |
Artikel 2.10 Aanleggen of veranderen weg |
|
|
1. |
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo, in samenhang met een bepaling in een provinciale verordening of Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 0,00 |
Artikel 2.11 Uitweg/inrit |
|
|
1. |
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, in samenhang met een bepaling in een provinciale verordening of Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten |
€ 0,00 |
Artikel 2.12 Kappen |
|
|
1. |
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, in samenhang met een bepaling in een provinciale verordening of Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde |
€ 0,00 |
Artikel 2.13 Opslag van roerende zaken |
|
||
1. |
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
a. |
Als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken: |
€ 0,00 |
|
b. |
Als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
€ 0,00 |
Artikel 2.14 Natura 2000-activiteiten |
||
1. |
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 199,95 |
Artikel 2.15 Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) |
|
|
1. |
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora-en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten |
€ 199,95 |
Artikel 2.16 Andere activiteiten |
|
||
|
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van deze paragraaf bedoeld en die activiteit of handeling: |
|
|
1. |
Behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde |
€ 199,95 |
|
2. |
Behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
a. |
Als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. |
|
|
b. |
Als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Als een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.17 Omgevingsvergunning in twee fasen |
|
||
1. |
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaats vindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
|
|
a. |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze paragraaf voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft |
|
|
b. |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze paragraaf voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft |
|
Artikel 2.18 Beoordeling rapporten en adviezen |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een of meer rapporten en of adviezen worden beoordeeld: |
|
|
|
a. |
voor de beoordeling van een historisch bodemonderzoek |
€ 171,40 |
|
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch (bodem)rapport |
€ 342,80 |
|
c. |
voor de beoordeling van een verkennend bodemonderzoek |
€ 285,65 |
|
d. |
voor een nader onderzoek naar aanleiding van een verkennend bodemonderzoek |
€ 457,10 |
|
e. |
Voor de beoordeling van een rapport Archeologische waarden |
€ 342,80 |
|
f. |
Voor de beoordeling van een rapport Beschermwaardige houtopstand |
€ 171,40 |
|
g. |
Voor de beoordeling van een Erfinrichtingsplan |
€ 171,40 |
|
h. |
Voor de beoordeling van een Landschappelijk inpassingsplan |
€ 171,40 |
|
i. |
Voor de beoordeling van een Onderzoek aardkundige waarden |
€ 457,10 |
|
j. |
Voor de beoordeling van een Ecologisch onderzoek |
€ 171,40 |
|
k. |
Voor de beoordeling van een Flora en Fauna onderzoek |
€ 171,40 |
|
l. |
Voor de beoordeling van een Cultuurhistorische waarden |
€ 457,10 |
|
m. |
Voor de beoordeling van een Landschapswaarden |
€ 171,40 |
|
n. |
Voor de beoordeling van een Natuurlijke waarden |
€ 171,40 |
|
o. |
Voor de beoordeling van een Onderzoek geomorfologische waarden |
€ 457,10 |
|
p. |
Voor de beoordeling van een Advies waterbeheerder voor waterhuishoudkundige situatie |
€ 342,80 |
|
q. |
Voor de beoordeling van een Advies geluidrapport |
€ 342,80 |
|
r. |
Voor de beoordeling van een Milieukundig advies |
€ 342,80 |
|
s. |
Voor de beoordeling van een Bedrijfsrapport |
€ 342,80 |
|
t. |
Voor de beoordeling van een Verzoek mantelzorg |
€ 171,40 |
|
u. |
Voor de beoordeling van een Verkeerskundig onderzoek |
€ 171,40 |
|
v. |
Voor de beoordeling van een Stedenbouwkundig advies |
€ 457,10 |
|
w. |
Voor de beoordeling van een Advies van de leidingbeheer(s) nutsvoorzieningen (gas-, water- en hoogspanningsleidingen) |
€ 171,40 |
|
x. |
Voor de beoordeling van een advies of rapport Maatschappelijk en/of Economisch rapport (i.v.m. beoordelen invloed van werken i.r.t. andere voorkomende waarden) |
€ 171,40 |
|
y. |
Voor de beoordeling van een i.v.m. rapport/advies i.v.m. vrijwaringszone radiotelescopen (Astron) |
€ 171,40 |
Artikel 2.19 Advies |
|
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van deze paragraaf bedraagt het tarief, als een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in artikel 2.19, eerste lid, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken |
|
Artikel 2.20 Verklaring van geen bedenkingen |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|
|
|
a. |
Als de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven |
€ 349,35 |
|
b. |
Als een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld |
|
|
c. |
Als een begroting als bedoeld in artikel 2.20, lid 1, onder b, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken |
|
Paragraaf 2.4 Vermindering
Artikel 2.21 Vermindering |
|
||
1. |
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in hoofdstuk 2, paragraaf 2.3, artikel 2.19 en 2.20. De vermindering bedraagt: |
|
|
|
a. |
Bij 5 tot 10 activiteiten Van de voor die activiteiten verschuldigde leges |
2% |
|
b. |
Bij 10 tot 15 activiteiten Van de voor die activiteiten verschuldigde leges |
3% |
|
c. |
Bij 15 of meer activiteiten Van de voor die activiteiten verschuldigde leges |
5% |
Paragraaf 2.5 Teruggaaf
Artikel 2.22 Teruggaaf |
|
||
1. |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten: Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloop-activiteiten, als bedoeld in hoofdstuk 2, paragraaf 2.3, artikel 2.3, 2.4, 2.8 en 2.9, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
|
a. |
als de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van vier weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
75% |
|
b. |
als de aanvraag wordt ingetrokken na een termijn van vier weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
50% |
|
c. |
als de aanvraag om een vergunning niet-ontvankelijk wordt verklaard, dan wel buiten behandeling wordt gesteld van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
50% |
|
b. |
als de aanvraag om een vergunning wordt ingetrokken op verzoek van Bouw- en Woningtoezicht, in het belang van de procedure van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
100% |
2. |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten: Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloop-activiteiten, als bedoeld in hoofdstuk 2, paragraaf 2.3, artikel 2.3, 2.4, 2.8 en 2.9, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 26 weken na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. |
|
|
|
a. |
De teruggaaf bedraagt van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
50% |
|
b. |
De teruggaaf bedraagt Van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges als deze wordt ingetrokken als gevolg van bijzondere omstandigheden in de privésfeer |
100% |
3. |
Teruggaaf als gevolg van weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten: Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloop-activiteiten, als bedoeld in hoofdstuk 2, paragraaf 2.3, artikel 2.3, 2.4, 2.8 en 2.9, weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. |
|
|
|
a. |
De teruggaaf bedraagt van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
50% |
|
b. |
Onder een weigering wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.23 Minimum bedrag voor teruggaaf |
|
|
1. |
Een bedrag van minder dan wordt niet teruggegeven |
€ 150,00 |
Artikel 2.24 Geen teruggaaf leges advies of verklaring van geen bedenkingen |
|
|
1. |
Van de leges verschuldigd op grond van hoofdstuk 2, paragraaf 2.3, artikel 2.18, 2.19 en 2.20 wordt geen teruggaaf verleend |
|
Paragraaf 2.6 Intrekking omgevingsvergunning
Artikel 2.25 Intrekking omgevingsvergunning |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij hoofdstuk 2, paragraaf 2.5, artikel 2.22, lid 2 van toepassing is |
€ 0,00 |
Paragraaf 2.7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Artikel 2.26 Wijziging omgevingsvergunning |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ 199,95 |
Paragraaf 2.8 Bestemmingswijziging zonder activiteiten
Artikel 2.27 Bestemmingswijziging zonder activiteiten |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening |
€ 7.734,75 |
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en of b, van de Wet ruimtelijke ordening |
€ 3.021,60 |
3. |
Genoemde bedragen worden voorts verhoogd als ten aanzien van de aanvraag een onderbouwing moet worden opgesteld waarbij externe advieswerkzaamheden moeten worden verricht (adviezen over bijvoorbeeld flora en fauna wetgeving, watertoets, cultuurhistorie, archeologie), met een bedrag blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Dit bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeeld. |
|
Paragraaf 2.9 Wijziging tenaamstelling
Artikel 2.28 Wijziging tenaamstelling |
|
|
1. |
Het tarief voor het overschrijven van de vergunning op een andere naam, zonder dat de vergunning wordt gewijzigd bedraagt: |
€ 199,95 |
Paragraaf 2.10 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Artikel 2.29 Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
|
1. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in dit hoofdstuk, niet benoemde vergunning, ontheffing, of andere beschikking: |
€ 199,95 |
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTRICHTLIJNEN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Artikel 3.1 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 281,15 |
b. |
een aanvraag om wijziging van een op grond van artikel 3 van de Alcoholwet verleende vergunning: |
€ 69,85 |
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Artikel 3.2 Seksbedrijven |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning voor een seksbedrijf: |
€ 564,25 |
Paragraaf 3.3 Overige openbare inrichtingen
Artikel 3.3 Exploitatie openbare inrichting (niet zijnde horeca- of slijtersbedrijf of seksbedrijf) |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
a. |
Een exploitatievergunning: |
€ 281,15 |
b. |
Een exploitatievergunning terwijl er ook een horecavergunning verleend of in behandeling is: |
€ 135,05 |
Paragraaf 3.4 Ventvergunning
Artikel 3.4 Ventvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
a. |
een aanvraag om een niet-commerciële ventvergunning: |
€ 0,00 |
b. |
een aanvraag om commerciële ventvergunning: |
€ 112,40 |
Paragraaf 3.5 Muziekvergunning
Artikel 3.5 Muziekvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het maken van muziek op straat of het doen van vertoningen op de openbare weg |
€ 0,00 |
Paragraaf 3.6 Evenementenvergunning
Artikel 3.6 Evenementenvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een evenementenvergunning |
€ 0,00 |
Paragraaf 3.7 Marktstandplaatsen
Artikel 3.7 Marktstandplaatsvergunning |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een weekmarktvergunning op grond van de Marktverordening Aa en Hunze 2018 |
€ 224,10 |
|
2. |
Het tarief bedraag voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een standplaatsvergunning, niet vallende onder de Marktverordening Aa en Hunze 2018: |
|
|
|
a. |
Voor een niet-commerciële standplaatsvergunning |
€ 0,00 |
|
b. |
Voor een commerciële standplaatsvergunning |
€ 224,10 |
Paragraaf 3.8 Winkeltijdenwet
Artikel 3.8 Ontheffing winkeltijden |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
a. |
Een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet: |
€ 0,00 |
b. |
Wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing: |
€ 0,00 |
Paragraaf 3.9 Niet benoemd besluit op aanvraag
Artikel 3.9 Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 135,05 |
Behorende bij raadsbesluit van 1 december 2022,
De griffier,
Mr. E.P. van Corbach.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl