Recreatief Medegebruik beleidsnotitie 2011

Geldend van 04-10-2011 t/m heden

Intitulé

Recreatief Medegebruik beleidsnotitie 2011

Het Dagelijks Bestuur van Wetterskip Fryslân

overwegende dat,

het gewenst is om beleidsregels vast te stellen waarin een afwegingskader is vastgelegd om te beoordelen of het waterschap in individuele gevallen mee wil werken aan een initiatief tot recreatief medegebruik. De hoofdlijn is dat Wetterskip Fryslân meewerkt aan de totstandkoming van recreatieve voorzieningen mits dit niet in strijd is met de kerntaken van het waterschap op het gebied van veiligheid, voldoende water en schoon water en het recreatief medegebruik niet leidt tot structurele extra kosten voor het waterschap.

Gelet op de Waterschapswet en het Reglement van Wetterskip Fryslân,

b e s l u i t:

vast te stellen de Beleidsnotitie recreatief medegebruik.

1 Inleiding

Wetterskip Fryslân staat midden in de samenleving. Het waterschap werkt aan de ruimtelijke kwaliteit door de inwoners van zijn beheergebied te beschermen tegen het water, de waterkwaliteit voor mens en natuur te verhogen en te zorgen voor voldoende water voor bedrijven en industrie. Allemaal met één doel: duurzaam kunnen wonen, werken en recreëren.

Het maatschappelijke en economische belang van recreatie en toerisme groeit nog steeds. De verwevenheid van recreatie met allerlei andere functies leidt ertoe dat het waterschap veelvuldig te maken heeft met eisen en wensen die het recreatief (mede)gebruik stelt aan de inrichting en het beheer van water en waterstaatkundige inrichtingen.

In het Bestuursprogramma 2009-2012, ‘Wetter jout de romte kwaliteit’ staat dat het waterschap bij de uitvoering van haar kerntaken rekening houdt met alle andere belangen in samenwerking met anderen, zoals overheden, maatschappelijke organisaties, burgers en bedrijven en dat het waterschap beleid wil ontwikkelen voor recreatief medegebruik. Deze notitie is daarvan een uitwerking. Uitgangspunt van het beleid is om mee te werken aan recreatief medegebruik voor zover dit past binnen de beleidsdoelstellingen.

1.1 Aanleiding

Bij de uitvoering van het waterschapswerk neemt recreatie al jaren een belangrijke plaats in, hoewel het niet tot de kerntaken van het waterschap kan worden gerekend. Wetterskip Fryslân beschouwt recreatie als een ‘aanverwant belang’. Het waterschap ziet kansen om met behulp van recreatieve voorzieningen het waterschapswerk beter zichtbaar te maken in de samenleving. Wetterskip Fryslân staat positief tegenover recreatief medegebruik van waterstaatswerken, eigendommen en voorzieningen en begrijpt de vraag naar aanvullende en nieuwe mogelijkheden. In de praktijk houdt dit in dat het waterschap waar mogelijk meewerkt aan de totstandkoming van recreatieve voorzieningen, maar ook het recreatief medegebruik bevordert en mogelijk maakt. Tot nu toe ontbrak hiervoor een onderbouwde beleidslijn.

De aanleiding voor het opstellen van beleid op hoofdlijnen voor recreatief medegebruik ligt zowel buiten als binnen de organisatie.

Buiten de organisatie

  • Beleid en bestuur: in april 2008 verscheen het rapport ‘Waterschappen aan de wandel’ in opdracht van het ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie en de Unie van Waterschappen. Dit rapport richt zich vooral op wandelmogelijkheden over terreinen die in beheer zijn van het waterschap. Hierin roepen beide instanties waterschappen op om het recreatief medegebruik in het eigen beleid en beheer te verankeren. Dit om te kunnen zorgen voor voldoende recreatiemogelijkheden op het platteland. Het rapport is een vergelijkende studie naar de maatregelen die door waterschappen in Nederland zijn getroffen voor recreatief medegebruik. Het rapport concludeert dat waterschappen actiever kunnen omgaan met recreatief medegebruik. Het beleid recreatief medegebruik komt aan deze maatschappelijke wens tegemoet.

  • Gebiedsontwikkeling: Wetterskip Fryslân participeert steeds vaker in integrale gebiedsprojecten waarin recreatie een rol speelt. Het beleid voor recreatief medegebruik stelt het waterschap in staat om met ‘partnerships’ een concrete bijdrage te leveren aan een positief maatschappelijk en economisch rendement.

  • Recreatief medegebruik biedt kansen. Bijvoorbeeld met betrekking tot educatie en het versterken van de relatie met burgers door informatie te geven over het werk van het waterschap. Recreatief medegebruik zorgt voor een breder gebruik van maatschappelijke voorzieningen, waartoe ook waterstaatswerken behoren. Het draagt bij aan het vergroten van de herkenbaarheid van ons werk en is onderdeel van het opbouwen van een goede reputatie.

  • Veranderende samenleving: de bevolking verandert van samenstelling. Mede door de vergrijzing ontstaat er meer tijd om te recreëren. De vraag naar recreatiemogelijkheden dichtbij huis neemt toe. Recreatie heeft zich ontwikkeld tot een basisbehoefte met een groot maatschappelijk en economisch belang. De behoeften van de recreant zijn divers geworden.

Binnen de organisatie

  • Het is gewenst dat bij plannen en projecten op eenduidige wijze wordt omgegaan met recreatief medegebruik.

  • Kennis delen: er is inmiddels een goede beleidspraktijk ontstaan voor recreatief medegebruik. Het is gewenst deze kennis en ervaring te delen en vast te leggen in beleid

1.2 Leeswijzer

Hoofdstuk 1 bevat een inleiding met een beschrijving van de relatie tussen recreatie en de kerntaken en -activiteiten van Wetterskip Fryslân. In hoofdstuk 2 zijn de beleidsdoelstellingen aangegeven en algemene richtlijnen die Wetterskip Fryslân in verschillende situaties toepast om de doelstellingen uit dit beleidsplan te bereiken. In hoofdstuk 3 komen de beleidsregels voor de recreatieve activiteiten aan de orde met een beknopte toelichting.

2 Beleidsdoelstellingen en algemene richtlijnen voor recreatief medegebruik

2.1 Beleidsdoelstellingen

Doelstellingen1 van het beleid voor recreatief medegebruik zijn:

  • het ontwikkelen en versterken van de toegankelijkheid voor waterstaatswerken2;

  • het leveren van een bijdrage aan eenvoudige of meer uitgebreide watergerelateerde voorzieningen zoals aanlegsteigers voor de recreatievaart, cultuurhistorische elementen, bijvoorbeeld schutsluisjes en fiets- of wandelpaden op kaden en dergelijke.

Uit de beleidspraktijk van de afgelopen jaren met betrekking tot het bevorderen van recreatief medegebruik is een grootste gemene deler naar voren gekomen die kan worden samengevat als ‘Ja, mits’.

De algemene richtlijn voor het behandelen van verzoeken voor recreatief medegebruik luidt dan ook dat Wetterskip Fryslân positief staat tegenover recreatief medegebruik van haar eigendommen en hieraan meewerkt mits:

  • de recreatieve ontwikkeling niet in strijd is met de kerntaken van Wetterskip Fryslân op het gebied van veilig, voldoende en schoon water;

  • het recreatief medegebruik op initiatief van derden niet leidt tot extra kosten voor het waterschap voor inrichting, beheer en onderhoud van het watersysteem en de waterstaatswerken. Het uitgangspunt is: de initiatiefnemer betaalt. Er worden bij aanleg afspraken gemaakt en vastgelegd over eventuele kosten voor renovatie in de toekomst. Wetterskip Fryslân kan zelf (mede)initiatiefnemer zijn. Voor die gevallen worden beperkte financiële middelen beschikbaar gesteld.

Wetterskip Fryslân toetst of aan deze voorwaarden wordt voldaan en adviseert over de inpassing van initiatieven met betrekking tot recreatief medegebruik.

2.2 Vormen van recreatief medegebruik

De recreatieve kwaliteit van het beheergebied van Wetterskip Fryslân is gerelateerd aan water, de aantrekkelijkheid van het landschap en de cultuurhistorie. Het waterschap heeft als waterbeheerder een belangrijke rol in het aantrekkelijk houden van de waterhuishoudkundige infrastructuur. Wetterskip Fryslân heeft daarbij de vrijheid om waterstaatswerken open te stellen voor publiek.

In de volgende gevallen kan sprake zijn van recreatief medegebruik:

  • Initiatieven vanuit de samenleving. Wetterskip Fryslân kan daaraan zijn medewerking verlenen (paragraaf 2.3).

  • Integrale projecten. Wetterskip Fryslân voert een project uit en doet dat integraal. Recreatieve belangen worden meegenomen ‘in het werk’ (paragraaf 2.4).

  • Eigen initiatieven met een kleinschalig karakter, zoals ommetjes. (paragraaf 2.5).

In de paragrafen 2.3 en 2.4 wordt ingegaan op de voorwaarden die worden gesteld aan de realisatie van recreatief medegebruik.

Noot 1 Deze beleidsdoelstellingen zijn ook in de prestatieovereenkomst opgenomen in het kader van het samenwerkingsprogramma Wetterskip Fryslân en Provinsje Fryslân (2009).

Noot 2 Waterstaatswerken zijn: waterkeringen en wateren met bijbehorende werken (Keur artikel 1).

2.3 Toetsing initiatieven uit de samenleving

Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

  • Een recht van opstal moet worden gevestigd voor de aanleg van voorzieningen op onze eigendommen.

  • Wetterskip Fryslân is verantwoordelijk voor het beheer van de waterstaatswerken. Het onderhoud kan aan derden, bijvoorbeeld pachters, worden uitbesteed of opgedragen. In dat geval moet het recreatief medegebruik ook geregeld zijn in het pachtcontract tussen de formele beheerder (Wetterskip Fryslân) en degene die het onderhoud (deels) uitvoert (de pachter).

  • De activiteit moet zodanig worden uitgevoerd dat hiervoor in voorkomende gevallen een vergunning kan worden verkregen.

  • Wetterskip Fryslân neemt geen taken op zich voor het beheer en onderhoud van recreatieve objecten.

  • Indien mogelijk past Wetterskip Fryslân de periode van het beheer en onderhoud aan op het recreatief medegebruik, rekening houdend met de werkkalender van de gedragscode voor de Flora- en Faunawet.

Zie bijlage 1 voor een overzicht van het eigendom en beheer van waterstaatswerken.

2.4 Integrale projecten van Wetterskip Fryslân

Wetterskip Fryslân kan de wensen soms meenemen in lopende projecten door ‘werk met werk’ te maken, met name bij de oever- en kadeprojecten. De projecten die Wetterskip Fryslân zelf als organisatie initieert en uitvoert, worden integraal uitgevoerd. Dit betekent dat wij in de planvormingsfase actief de samenwerking zoeken met andere belangengroepen en partijen om meerdere doelen in de uitvoering van het project tot stand te brengen, waaronder de mogelijkheden voor recreatief medegebruik. Door deze werkwijze is het vaak mogelijk om externe financiering en subsidies te verwerven.

De gezamenlijke doelen op het gebied van recreatie in het provinciaal Meerjaren Programma (pMJP) zijn uitgewerkt in specifieke afspraken voor de periode 2009-2013 in de vorm van een samenwerkingsprogramma Wetterskip Fryslân en Provinsje Fryslân (2009). Een samenvatting van deze afspraken die zijn gekoppeld aan de beleidsopgaven van het waterschap:

Wetterskip Fryslân levert bij oever- en kadeprojecten in de vorm van ‘werk met werk’ of, op ad hoc basis, een financiële bijdrage. Voor het verdelen van de kosten voor deze projecten wordt een kostenverdeelsleutel gehanteerd. Het betreft de resterende kosten voor een project, dus de kosten na aftrek van de bijdragen van derden. Bij de kostenverdeelsleutel wordt het volgende onderscheid gemaakt:

  • Simpele recreatieve voorzieningen, direct gekoppeld aan een water/oever/kade: pMJP 50%, waterschap 50% (waarbij het gaat om het resterende bedrag na aftrek van de bijdragen van derden). Denk hierbij aan een enkele vis- of tuigsteiger, een informatiepaneel of een picknickbank.

  • Meer uitgebreide recreatieve voorzieningen, gekoppeld aan een ater/oever/kade: pMJP 80%, waterschap 20% (waarbij het gaat om het resterende bedrag na aftrek van de bijdragen van derden). Voorbeelden zijn: meerdere aanlegsteigers, aanleg van een fiets- of wandelpad of een vogelkijkhut.

Afgewogen wordt of voorzieningen binnen de beleidsopgaven van Wetterskip Fryslân passen, zoals de waterkwaliteit. Het bevaarbaar maken van bestaande wateren heeft meerdere effecten waarop toetsing plaatsvindt vanuit de Kaderrichtlijn Water (KRW). Zie bijlage 2 voor de effecten waarop beoordeeld wordt.

Voorts mag de planvorming ten behoeve van de recreatie het behalen van de beleidsopgaven niet vertragen ten opzichte van de meerjarenplanning.

2.5 Eigen initiatieven met een kleinschalig karakter

Als er sprake is van het behalen van eigen doelen, bijvoorbeeld zoals deze in het Communicatie- en educatiebeleid zijn opgenomen, die samengaan met een behoefte uit de samenleving op het gebied van recreatief medegebruik kan Wetterskip Fryslân een actieve en initiërende rol op zich nemen. Hiervoor kan het zelf initiatieven nemen. Het zal dan gaan om kleinschalige projecten of voorzieningen, zoals het plaatsen van informatiepanelen en creëren van wandelroutes. Voor deze initiatieven zijn beperkte financiële middelen beschikbaar.

Grote investeringen zoals de uitwerking van het bezoekerscentrum Woudagemaal vallen hier niet onder.

3 Recreatieve activiteiten

De mogelijke recreatieve activiteiten binnen het beheergebied van Wetterskip Fryslân zijn hieronder weergegeven. Op alle hiergenoemde vormen van recreatieve activiteiten zijn de richtlijnen van hoofdstuk 2 van toepassing. Als deze activiteiten ook bij en op onze dijken en waterkeringen kunnen plaatsvinden, is hieraan afzonderlijk aandacht gegeven. De opstelling van het waterschap wordt bondig aan het begin van iedere paragraaf aangegeven. Voor die situatie waarin het waterschap eigenaar is, geldt de onderstaande beleidslijn. Voor veel waterstaatswerken en bijbehorende kern- en beschermingszones geldt dat deze niet in eigendom zijn van het waterschap. Indien het terrein eigendom is van derden, dan is altijd expliciet toestemming van de eigenaar nodig. De initiatiefnemer voor het recreatief medegebruik zorgt zelf voor deze toestemming.

3.1 Wandelen

Wetterskip Fryslân stelt alle onderhoudspaden, dijken en kades open voor wandelaars

Openstelling van paden kent wel enkele beperkingen. Er zijn gebieden die een grote ecologische waarde vertegenwoordigen. Ze fungeren bijvoorbeeld als rust- en stiltegebied, ecologische hoofdstructuur of er broeden weidevogels. In het openstellen van de onderhoudspaden, dijken en kades krijgen deze belangen nadrukkelijk een plaats. Dan kan het bijvoorbeeld gaan om openstelling alleen buiten het broedseizoen.

Het loslopen van honden is op en om waterkeringen niet toegestaan. Redenen hiervoor zijn het graven in de grond en het ontstaan van onrust onder schaapskuddes op de dijken en kaden.

Een voorbeeld van wandelen op kaden en onderhoudspaden is het initiatief ‘Rondje Gezond’. Samen met de gezondheidszorg kijkt Wetterskip Fryslân hoe onze eigendommen maatschappelijke meerwaarde kunnen krijgen. Patiënten hebben baat bij het onder medische begeleiding wandelen langs water over onze kaden en onderhoudspaden.

3.2. Fietsen

Fietsen langs wateren: Wetterskip Fryslân stelt de verharde onderhoudspaden langs watergangen open voor fietsers

Op de verharde onderhoudspaden langs de wateren mag gefietst worden. Verzoeken tot het verharden van onderhoudspaden benaderen we positief. De meeste onderhoudspaden zijn niet verhard en daarom niet geschikt als fietspad. Mountainbiken wordt niet toegestaan buiten de wegverharding vanwege de aantasting van de grasmat.

Fietsen over dijken en boezemkaden: Fietspaden op verharde wegen en paden over dijken en boezemkaden staat het waterschap toe

De aanleg van fietspaden op boezemkaden is toegestaan, mits een toekomstige reconstructie van de waterkering mogelijk blijft. Bij reconstructie zijn de kosten voor verwijderen en opnieuw aanleggen van fietspaden voor de eigenaar, zoals gemeente en provincie. Dit wordt bij de aanleg geregeld via contract of vergunning.

Vaak zijn de inspectie- of onderhoudswegen onder dijken (primaire waterkeringen) niet openbaar, maar in de praktijk wordt oogluikend toegestaan dat er gefietst wordt. Op die plekken staat het verbodsbord van Wetterskip Fryslân dat aangeeft dat het geen openbare weg is. Deze wegen zijn niet in fiets- en wandelknooppuntsystemen opgenomen. Soms heeft de VVV ze wel in lokale fietsroutes opgenomen.

3.3 Waterrecreatie

Iedereen mag varen op wateren waar dat is toegestaan

Wetterskip Fryslân is uitsluitend in het beheergebied in de provincie Groningen vaarwegbeheerder. In de provincie Fryslân zijn de gemeenten en de provincie Fryslân vaarwegbeheerder. Daarom is voor het gebruik van vaarwater vrijwel nooit toestemming nodig van het waterschap.

Varen in hoofdwatergangen (polderpeil)

  • Het is toegestaan om met niet-motorvaartuigen, zoals kano’s en roeiboten in watergangen en waterpartijen te varen. Onder dit gebruik wordt ook begrepen het spelevaren met opblaasbare bootjes e.d. in de bebouwde omgeving.

  • Kunstwerken, zoals stuwen en gemalen, kunnen gevaarlijk zijn voor de recreant. Daarom zijn er kunstwerken waar een zone van maximaal 1.000 meter omheen is gelegd waar niet mag worden gevaren. Dit is vastgelegd in de Keur (art. 14 lid 1 sub r).

Varen op de boezem

  • Alle typen recreatievaartuigen mogen op de daarvoor geschikte en toegestane wateren varen, die zijn aangewezen door de vaarwegbeheerder zoals provincie en gemeenten.

  • Om de waterkwaliteit en daarmee de kwaliteit van het watersportgebied te verhogen mogen waterrecreanten geen toiletwater lozen op het oppervlaktewater. Opgevangen toiletwater moet worden afgegeven aan één van de circa 150 inzamelstations voor vuil water of aan de chemisch-toiletdepots in de jachthavens. Een eco-toilet kan geleegd worden in de groen- of compostbak.

Iedereen mag recreëren op de hiervoor geschikte oevers

Het waterschap stelt zich positief op met betrekking tot het medegebruik van oevers ten behoeve van de watersport, indien de oever geen natuurfunctie heeft en er geen rietoevers en oeverplanten zijn. Vaartuigen dienen aan te leggen bij de daarvoor geschikte aanlegsteigers of -plaatsen.

Het waterschap heeft enkele startpunten voor wadlopen of surfen ingericht, al dan niet in combinatie met het recht om de dijk over te steken (medegebruik).

3.4 Schaatsen

Schaatsen op onze wateren is toegestaan ; Wetterskip Fryslân ondersteunt maximaal de ijsaangroei op de oppervlaktewateren en bevordert daarmee de ijsrecreatie

Zoals in het Draaiboek IJs is afgesproken gaan we, om de ijsaangroei op de oppervlaktewateren maximaal te ondersteunen, bij verwachte aanhoudende vorst eerst versneld afvoeren en eerder stoppen met afstromen. Daardoor blijft het water in polders en op de Friese boezem (watersysteem) langer in rust. Door te anticiperen op vorst brengen we het watersysteem zo snel mogelijk in een goede uitgangssituatie om de bemaling vanuit de polders zo vroeg mogelijk te kunnen onderbreken. Dit ter bevordering van een maximaal dikke ijsvloer in de polders en op de Friese boezem.

Elke dag eerder stoppen met de afstroming op de Friese boezem vergroot de kans op het kunnen organiseren van schaatstochten. Maatschappelijk ligt het grootste belang bij het zo snel mogelijk stoppen met de afvoer uit de Friese boezem. De meeste schaatstochten (met mogelijk ook de Elfstedentocht) worden georganiseerd op het Friese boezemwater. Wetterskip Fryslân draagt zichtbaar bij aan het maatschappelijke belang van de ijsrecreatie. We dragen dat ook gericht uit door middel van een proactieve berichtgeving, gericht op in- en externe doelgroepen.

Als uitzondering op de regel maken we voor deze vorm van recreatief medegebruik wel extra beheer- en onderhoudskosten.

3.5 Hengelsport

Wetterskip Fryslân verhuurt het visrecht aan beroeps- en sportvissers en stelt alle onderhoudspaden open voor leden van hengelsportverenigingen

Het waterschap heeft, voor het merendeel van de wateren die het in eigendom heeft, overeenkomsten gesloten met de Bond van Binnenvissers en de Sportvisserij. In deze overeenkomsten zijn bepalingen opgenomen in het belang van de waterhuishouding. Deze overeenkomsten regelen in de praktijk het medegebruik van het water. De huurovereenkomst is gekoppeld aan een ‘visplan’ waarin afspraken zijn gemaakt om problemen, bijvoorbeeld door overbevissing, te voorkomen.

3.6 Zwemmen

Zwemmen mag in de wateren van Wetterskip Fryslân

Het waterschap beperkt praktisch nergens de toegang tot het oppervlaktewater. Het water wordt door het publiek dan ook gebruikt om daarin te zwemmen. De daarmee gepaard gaande risico’s zijn voor de burger zelf. In de directe omgeving van een aantal waterwerken, zoals gemalen, spuisluizen en rioolwaterzuiveringen mag niet gezwommen worden, zoals in de Keur van het waterschap is aangegeven.

In het beheergebied liggen ruim 30 officiële zwemwateren. Hier waakt de overheid over de gezondheid van zwemmers. Naast de beheerder hebben gemeente, provincie, Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst en waterschap daarbij hun aandeel. Deze zwemwateren vallen niet onder ‘medegebruik’.

Wetterskip Fryslân werkt in principe niet mee aan initiatieven voor de aanleg van nieuwe stranden langs primaire waterkeringen

Op grotere schaal kan een project, zoals de aanleg van een strand ook leiden tot recreatief medegebruik. In Harlingen, Hindeloopen en Lemmer zijn voorbeelden van de aanleg van recreatiestranden voor de dijk. Om bij die stranden te kunnen komen, moeten recreanten de dijk oversteken. Wetterskip Fryslân is kritisch over de aanleg van nieuwe stranden. Door verstuiving van zand wordt de grasmat op de dijken aangetast. Om deze reden werken we in principe niet mee.

3.7 Kunst, monumenten en gedenkstenen

Het waterschap werkt in principe mee aan het plaatsen van kunst, monumenten en gedenkstenen, behalve op keringen

Wetterskip Fryslân wordt soms gevraagd mee te werken aan de plaatsing van monumenten, gedenkstenen of kunstwerken. Uit oogpunt van veiligheid zijn bouwwerken op waterkeringen (dijken en kaden) in principe niet toegestaan.

3.8 Evenementen

Ieder evenement op of nabij een waterstaatsobject wordt individueel beoordeeld

Geen twee evenementen zijn hetzelfde en telkens is een individuele beoordeling nodig om vast te stellen of een evenement kan plaatsvinden of niet. Waterstaatsobjecten zoals dijklichamen en duinen lenen zich vaak uitstekend voor zowel grote als kleinere evenementen. Enkele voorbeelden van evenementen met een vergunning van Wetterskip Fryslân zijn Oerol, Slachtemarathon en Skûtsjesilen.

Wetterskip Fryslân is altijd betrokken bij grotere waterevenementen in de provincie. De evenementenorganisatie of initiatiefnemer is verantwoordelijk voor de operationele gang van zaken voorafgaand aan, tijdens en na het evenement, inclusief het toezicht tijdens het evenement.

3.9 Ruitersport

Paardrijden is op aangelegde ruiterpaden en verharde wegen en paden toegestaan

Van betreding door paarden is bekend dat dit de erosiebestendigheid van de waterkering en daarmee het waterkerende vermogen van het

dijklichaam in gevaar kan brengen. Wij toetsen of het medegebruik past bij onze primaire taken, en ook of het past bij het medegebruik door wandelaars. Alleen daar waar geen taluds worden ingetrapt en de primaire functie dus niet in gevaar wordt gebracht, kunnen eventueel ruiterpaden worden aangelegd. Een uitzondering geldt voor de duinen waar meer mogelijkheden liggen voor ruiterpaden.

3.10 Gemalen, stuwen en sluizen

Wetterskip Fryslân wil kansen benutten om zich nabij gemalen, stuwen, sluizen en eventueel andere voor publiek aantrekkelijke waterstaatswerken te presenteren

Objecten zoals gemalen, stuwen en sluizen trekken publiek aan. Dat biedt Wetterskip Fryslân de kans om zich te presenteren aan de burgers. Het zal hierbij altijd locatiespecifiek zijn. Ook is niet ieder object goed bereikbaar voor publiek. Er zijn echter ook waterstaatswerken nabij fiets- en wandelknooppunten waar veel publiek komt en waar mogelijk behoefte bestaat aan een kleine voorziening, zoals een bankje. Wetterskip Fryslân kan zich daar met bijvoorbeeld een informatiebord presenteren.

Onder de dekking van de aansprakelijkheidsverzekering van het waterschap vallen mogelijke schadegevallen tengevolge van het openstellen van deze gebieden. Wanneer een bezoeker schade lijdt doordat hij bijvoorbeeld van een trap valt die door het waterschap is geplaatst, valt de mogelijke aansprakelijkheidsstelling onder de dekking van de aansprakelijkheidsverzekering. Uiteraard dient dan nog wel bekeken te worden of er ook daadwerkelijk aansprakelijkheid aan de zijde van het waterschap aanwezig is.

Ondertekening

Bijlage 1

Beheer- en eigendomssituatie waterstaatswerken Wetterskip Fryslân

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2

Toelichting relatie tussen ecologie, natuur en recreatie

Ecologische waterkwaliteit

Het waterschap werkt aan een goede ecologische kwaliteit van wateren. De begrippen ‘natuur’ en ‘ecologie’ worden vaak door elkaar gehaald en onjuist gebruikt.

Een toelichting: in de jaren zestig en zeventig werd bij het streven naar een goede waterkwaliteit vooral en alleen gekeken naar de concentraties van chemische stoffen en de aanpak van vervuilingsbronnen. Dat was terecht, want in die tijd was het water vaak ernstig vervuild en had de aanpak van vervuilingsbronnen de prioriteit.

Ook nu is de chemische kwaliteit nog actueel (vooral fosfaat en stikstof). De nadruk ligt tegenwoordig meer op het bereiken van een goede ecologische kwaliteit. Dat wil zeggen het streven naar ecologisch gezond water waarin de planten en dieren kunnen leven die daar oorspronkelijk thuishoren. Een goede ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater blijft de randvoorwaarde voor (het ontstaan van) hogere natuurwaarden.

Natuurwetgeving en Kaderrichtlijn Water (2000)

De natuurwetgeving is een wettelijk instrument gericht op bescherming van de leefomgeving van plant- en diersoorten, waaronder alle vogels. Speciale aandacht is er voor zwaarder beschermde, gevoelige en minder voorkomende plant- en diersoorten. De natuurwetgeving bestaat uit de Flora- en Faunawet, de Natuurbeschermingswet en de Vogel- en Habitatrichtlijn (Natura 2000-gebieden).

Met het instrument van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is sinds 2000 het onderwerp ‘ecologische kwaliteit’ nadrukkelijk in beeld gekomen. De richtlijn is ook expliciet in de Nederlandse wetgeving vertaald en vastgelegd via de Waterwet en het Besluit Kwaliteitseisen en Monitoring Wateren (BKMW). Nieuw is dat er een harde verplichting is verbonden aan de uitvoering van maatregelen.

In het Waterhuishoudingplan Fryslân 2010-2015 van de Provinsje Fryslân zijn de specifieke waterlichamen aangewezen waarin formeel een Goede Ecologische ‘Toestand’ (GET) of -‘Potentieel’ (GEP) bereikt moet worden. Ook voor de kleinere wateren kunnen op basis van de methodiek van de KRW concrete ecologische resultaatdoelstellingen afgeleid worden.

KRW-maatregelen en ingrepen die dit teniet doen

In de planvorming voor de Kaderrichtlijn Water (KRW) is veel ruimte gemaakt en veel geld uitgetrokken om het potentiële leefgebied voor planten en dieren in wateren te vergroten en beter geschikt te maken. Dit gebeurt vaak in de vorm van het inrichten van zogenaamde ‘natuurvriendelijke oevers’. Beter gezegd: luwe (geringe golfslag en vertroebeling), ondiepe waterzones langs oevers van wateren (of elders) van maximaal 0,5 tot 0,7 meter diep. Ofwel het vergroten van het ‘begroeibaar areaal’ voor waterplanten waarop en waartussen ook veel kleine waterdieren en vissen kunnen leven, schuilen en paaien. In dieper water kunnen de meeste waterplanten niet groeien/aanslaan vanwege onvoldoende licht op de bodem.

Daarnaast is variatie in waterpeil gewenst, zodat riet en andere boven het water uitstekende planten kunnen aanslaan en verder kunnen uitgroeien. Een constant peil leidt ook tot constante golfaanval op hetzelfde smalle oeverrandje, waardoor riet en andere planten daar niet aanslaan of uiteindelijk weer verdwijnen.

Alle ruimtelijke ingrepen in wateren waarbij bestaande ondiepe waterzones worden aangetast door verdieping tot meer dan 0,7 meter diep of door meer golfslag en vertroebeling, met name door meer scheepvaart, doen de hiervoor genoemde dure ingrepen dus weer teniet.

Effecten bevaarbaar maken wateren De belangrijkste effecten waarop het vaststellen van een nieuwe of aangepaste vaargeuldiepte ten behoeve van het (beter) bevaarbaar maken van wateren wordt beoordeeld zijn:

  • Het begroeibaar areaal (dat wil zeggen het potentieel geschikt leefgebied voor waterplanten en leef- en paaigebied voor veel kleine waterdieren en vissen) vermindert in die delen van het water die dieper worden gemaakt dan 0,7 meter. Uitgangspunt voor compensatie is het aanleggen van dezelfde oppervlakte aan ondiep-water-zones. Dit kan in of langs hetzelfde water of in of langs daarmee direct verbonden wateren in de directe omgeving binnen 1 kilometer. Dit kan door het minder diep maken van water of afgraven van (boezem)land tot maximaal 0,7 meter onder het gemiddelde waterpeil.

  • Toename van scheepverkeer of grotere schepen leiden tot meer golfslag en vertroebeling door opwerveling van slib. Uitgangspunt voor reduceren en voorkomen van de negatieve effecten is het aanbrengen van afdoende afscherming van het begroeibaar areaal. Dit kan door het aanbrengen van een paal-schotbeschoeiing, bij voorkeur zonder stortsteen. Of zodanig afgewisseld met stortsteen dat de ondiepwater-zones voldoende bereikbaar blijven voor vis en andere waterdieren. Als dat niet kan, dient het verloren gegane begroeibaar areaal (bestaande uit luw, ondiep water) gecompenseerd te worden, zodanig dat er geen vertroebeling optreedt. Dit kan elders in hetzelfde water of in daarmee verbonden wateren in de directe omgeving binnen 1 kilometer.

  • Voor directe lozingen vanaf schepen, diffuse vervuiling door aangroeiwerende verf en dergelijke, te hard varen, het invaren en afmeren in rietoevers en dergelijke gelden algemene regels en andere regelgeving, gekoppeld aan handhaving.

  • De belangrijkste effecten waarop het baggerprojecten t.b.v. bevaarbaar maken van wateren worden beoordeeld zijn de (grote) consequenties voor de ecologische kwaliteit, de stabiliteit van de oevers en waterkeringen. Per situatie moet een afweging gemaakt worden of een project of activiteit haalbaar en toegestaan is. Bij de beoordeling wordt nagegaan in hoeverre de beleidsdoelen overeenkomen met de afspraken in het samenwerkingsprogramma als onderdeel van het provinciaal Meerjaren Programma (pMJP). Voor recreatie geldt dan dat het ontwikkelen en versterken van de toegankelijkheid een gezamenlijk doel is.

In de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is een harde verplichting verbonden aan de uitvoering van maatregelen. Naast deze resultaatsverplichting geldt het principe van ‘geen achteruitgang’ (standstill). Bij nieuwe ontwikkelingen mag de ecologische toestand van de wateren niet achteruitgaan. Of moet deze achteruitgang via effect-reducerende of -voorkomende maatregelen en compensatie worden tenietgedaan.