Regeling vervalt per 01-01-2025

Subsidieregeling onafhankelijk advies boeren Aldeboarn – De Deelen

Geldend van 15-12-2022 t/m 31-12-2024

Intitulé

Subsidieregeling onafhankelijk advies boeren Aldeboarn – De Deelen

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

Gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

Overwegende dat het wenselijk is om de agrarische bedrijfsontwikkeling binnen het gebied Aldeboarn-De Deelen, met het oog op de daar veranderende omstandigheden zoals vernatting van het land, te ondersteunen door het onderzoek naar innovaties, nieuwe technieken en financieringsconstructies te stimuleren om zo door te kunnen groeien naar een toekomstbestendige natuurinclusieve landbouwsector;

Besluiten vast te stellen de:

Subsidieregeling onafhankelijk advies boeren Aldeboarn – De Deelen.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • advies: schriftelijke of elektronische door de externe deskundige vastgelegde verslaglegging die aan de subsidieaanvrager verstrekt wordt.

  • agrarische onderneming: onderneming die bedrijfsmatig agrarische activiteiten verricht en als zodanig is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder een van de SBI-codes 011 tot en met 015, ongeacht de rechtsvorm die zij voert.

  • ASV: Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013.

  • Awb: Algemene wet bestuursrecht.

  • externe deskundige: iemand die op grond van opleiding of ervaring gekwalificeerd is om een advies te geven in het kader van deze regeling. De externe deskundige is onafhankelijk en ingeschreven in het handelsregister.

  • gebied Aldeboarn-De Deelen: gebied Aldeboarn-De Deelen in Fryslân zoals dat is aangewezen in het Veenweideprogramma 2021-2030 door Provinciale Staten van de provincie Fryslân bij besluit van 30 maart 2021 en dat voor deze regeling nader is afgekaderd in de kaart in bijlage I;

  • i.o. status: in oprichting status. Deze status kunnen sommige rechtsvormen hebben bij de Kamer van Koophandel. De vermelding van i.o. wordt in dat geval ook achter de handelsnaam vermeld, die door de desbetreffende rechtsvorm wordt gevoerd.

  • Landbouwvrijstellingsverordening (LVV): Verordening (EU) Nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 (PbEU, L 193);

  • natuurinclusieve landbouw: vorm van duurzame landbouw en onderdeel van een veerkrachtig eco- en voedselsysteem dat optimaal gebruik maakt van de natuurlijke omgeving en integreert die in de bedrijfsvoering. Daarnaast draagt natuurinclusieve landbouw actief bij aan de kwaliteit van diezelfde natuurlijke omgeving. Natuurinclusieve landbouw produceert voedsel binnen de grenzen van natuur, milieu en leefomgeving, met een positief effect op de biodiversiteit;

  • offerte: aan de rechtsvorm van de aanvrager geadresseerd aanbod van een externe deskundige voor de uitvoering van, of deelname aan, een activiteit als bepaald in artikel 1.4, dan wel een prijsopgave op de website van een externe deskundige voor deelname aan een hiervoor aangegeven activiteit.

  • rechtsvorm: juridische vorm waarin een onderneming is gegoten.

  • Regiodeal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland: overeenkomst onder voornoemde naam gesloten tussen het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen, zoals gepubliceerd in de Staatscourant op 5 maart 2021;

Artikel 1.2 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een agrarische onderneming die aantoonbaar agrarische werkzaamheden verricht of gevestigd is in het gebied Aldeboarn-De Deelen.

Artikel 1.3 Subsidiabele activiteiten

Een subsidie kan worden verstrekt voor het laten opstellen van een advies van een externe deskundige dat ziet op één van de volgende onderwerpen:

  • a.

    wat natuurinclusieve landbouw betekent voor de bedrijfsvoering van de aanvrager;

  • b.

    hoe de aanvrager natuurinclusieve landbouw kan inpassen in zijn bedrijfsvoering;

  • c.

    de transitie naar natuurinclusieve landbouw en hoe daar mee om te gaan.

Artikel 1.4 Aanvraagperiode

  • 1. Een aanvraag voor een subsidie voor een activiteit als omschreven in deze regeling kan worden ingediend van 1 januari 2023 tot en met 1 juli 2024.

  • 2. Een aanvraag wordt geacht tijdig te zijn ingediend, indien deze is ontvangen binnen de daaraan in het vorige lid genoemde indieningstijdvak.

Artikel 1.5 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend met behulp van een door Gedeputeerde Staten beschikbaar gesteld aanvraagformulier en gaat vergezeld van de in lid 3 genoemde verplichte bijlagen.

  • 2. Een aanvraag kan digitaal worden ingediend, waarbij geldt dat dit uitsluitend mogelijk is door het aanvraagformulier en de verplichte bijlage per e-mail te versturen aan provincie@fryslan.frl.

  • 3. De verplichte bijlagen zijn in ieder geval:

    • a.

      een gespecificeerde offerte van de externe deskundige voor het uit te brengen advies; en

    • b.

      een machtiging, in het geval dat de aanvrager een medewerker of gemachtigde is.

  • 4. Indien de aanvrager niet gevestigd is in het gebied Aldeboarn-De Deelen, maar wel agrarische werkzaamheden in dit gebied uitvoert, kan aanvullende informatie worden opgevraagd, zoals:

    • een bewijs van eigendom van land in het gebied Aldeboarn-De Deelen; of

    • een pachtovereenkomst met een eigenaar van land in het gebied Aldeboarn-De Deelen; en

    • een bewijs van eigendom van de eigenaar van het betreffende land.

Artikel 1.6 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor subsidies op grond van deze regeling bedraagt € 180.000,-.

Artikel 1.7 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt € 1.500,- per aanvraag.

  • 2. De totale subsidie op grond van deze regeling bedraagt per agrarische onderneming maximaal € 3.000,-.

Artikel 1.8 Verdeelsystematiek

  • 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de aanvragen.

  • 2. Indien een aanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de aanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3. Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Hoofdstuk 2 Staatssteun

Artikel 2.1 Staatssteunkader

Subsidies in het kader van deze regeling worden verleend met toepassing van de LVV.

Artikel 2.2 Stimulerend effect

  • 1. Subsidies op grond van deze regeling hebben stimulerend effect.

  • 2. Subsidie wordt namelijk geacht een stimulerend effect te hebben als de begunstigde ervan, voordat de werkzaamheden in het kader van het project of de activiteit zijn gestart, bij de provincie een schriftelijke subsidieaanvraag heeft ingediend. De subsidieaanvraag bevat ten minste de volgende gegevens:

    • a.

      de naam en de grootte van de onderneming;

    • b.

      een beschrijving van het project of de activiteit, met inbegrip van de start- en einddatum;

    • c.

      de plaats van het project of de activiteit;

    • d.

      een lijst van de in aanmerking komende kosten;

    • e.

      de beoogde soort overheidsfinanciering (in dit geval een subsidie) en de hoogte van het bedrag dat nodig is voor het project of de activiteit.

Artikel 2.3 Subsidie voor advies

De in het kader van deze verordening verstrekte subsidie voor het advies van een externe deskundige houdt verband met ten minste één Unieprioriteit voor plattelandsontwikkeling overeenkomstig artikel 5 van de Verordening (EU) nr. 1305/2013 en heeft betrekking op ten minste één van de volgende elementen:

  • a.

    verplichtingen ten gevolge van de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen of normen inzake een goede landbouw- en milieuconditie als bedoeld in titel VI, hoofdstuk I, van Verordening (EU) nr. 1306/2013;

  • b.

    in voorkomend geval, de klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken als bedoeld in titel III, hoofdstuk 3, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 en de instandhouding van het landbouwareaal als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder (c), van die verordening;

  • c.

    maatregelen die gericht zijn op modernisering, verbetering van het concurrentievermogen, sectorintegratie, innovatie, marktoriëntatie en bevordering van ondernemerschap;

  • d.

    door de lidstaten vastgestelde voorschriften voor de tenuitvoerlegging van artikel 11, lid 3, van Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad;

  • e.

    door de lidstaten vastgestelde voorschriften voor de tenuitvoerlegging van artikel 55 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name de naleving van de algemene beginselen van geïntegreerde gewasbescherming als bedoeld in artikel 14 van Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad (2);

  • f.

    indien van toepassing, arbeidsveiligheidsnormen of veiligheidsnormen in verband met het landbouwbedrijf;

  • g.

    specifiek advies voor landbouwers die zich voor het eerst vestigen, met inbegrip van advies inzake economische en ecologische duurzaamheid;

of,

het advies heeft betrekking op andere dan de hiervoor genoemde thema's die verband houden met mitigatie van en adaptatie aan de klimaatverandering, biodiversiteit en waterbescherming als vastgesteld in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1307/2013, of met de economische en de ecologische prestatie van het landbouwbedrijf, met inbegrip van de mededingingsaspecten. Hiertoe behoort onder meer advies voor de ontwikkeling van korte voorzieningsketens, biologische landbouw en de gezondheidsaspecten van de veehouderij.

Hoofdstuk 3 Subsidievoorwaarden

Artikel 3.1 Toetsingscriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen voor een activiteit als bepaald in artikel 1.3, wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    de rechtsvorm van de aanvrager staat op het moment van ontvangst van de aanvraag bij de Kamer van Koophandel ingeschreven, zonder een i.o. status;

  • b.

    de rechtsvorm van de aanvrager is een agrarische onderneming zoals aangegeven in artikel 1.1;

  • c.

    het advies is afkomstig van een externe deskundige zoals omschreven in artikel 1.1;

  • d.

    uit de offerte blijkt dat de externe deskundige minimaal 10 uur besteedt aan het opstellen van het advies en maximaal een uurtarief van € 150,- (exclusief BTW) rekent.

Artikel 3.2 Weigeringsgronden

In aanvulling op hetgeen is bepaald in artikel 2.7 van de ASV 2013, wordt een subsidie geweigerd indien:

  • a.

    de aanvrager geen kleine of middelgrote onderneming is zoals bedoeld in de LVV en Verordening (EU) nr. 1305/2013;

  • b.

    voor de activiteit waarvoor een subsidie wordt aangevraagd, op het moment van ontvangst van de aanvraag, reeds een subsidie is verstrekt in welke vorm dan ook door de provincie Fryslân of een andere organisatie;

  • c.

    aan de agrarische onderneming van de aanvrager reeds tweemaal subsidie is verstrekt op grond van deze regeling;

  • d.

    aan de aanvrager reeds eerder een subsidie is verstrekt voor een advies met dat adviesonderwerp;

  • e.

    de dagtekening van de offerte van de externe deskundige gelegen is voor 1 januari 2023.

Artikel 3.3 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 2.13 en 2.14 van de ASV 2013, is de subsidieontvanger verplicht om:

    • a.

      de gesubsidieerde activiteit conform de aanvraag en de subsidievaststellingsbeschikking uit te voeren;

    • b.

      voor zover de gesubsidieerde activiteit nog niet is gerealiseerd uiterlijk binnen 6 maanden na de verzenddatum van de subsidievaststellingsbeschikking de gesubsidieerde activiteit te hebben gerealiseerd;

    • c.

      desgevraagd, na het verstrijken van de einddatum van de gesubsidieerde activiteit of na het realiseren van de gesubsidieerde activiteit, aan te tonen dat de activiteit conform de aanvraag heeft plaatsgevonden en dat aan de subsidievaststelling verbonden verplichtingen is voldaan.

  • 2. Op verzoek van de subsidieontvanger kan eenmalig worden besloten de in het eerste lid genoemde periode onder onderdeel b te verlengen met maximaal een 6 maanden.

Artikel 3.4 Vaststelling

Een subsidie die verleend wordt in het kader van deze regeling, wordt direct vastgesteld zonder dat aan de beschikking tot subsidievaststelling een beschikking tot subsidieverlening vooraf gaat.

Artikel 3.5 Uitbetaling van de subsidie

De subsidie wordt rechtstreeks uitbetaald aan de in de aanvraag opgenomen externe deskundige.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 4.1 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 4.2 Horizonbepaling

Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op subsidies die voor deze datum zijn verleend.

Artikel 4.3 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling onafhankelijk advies boeren Aldeboarn – De Deelen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 6 december 2022.

Voorzitter drs. A.A.M. Brok

Secretaris A. Schepers, MSc

Bijlage I – Kaart van het gebied Aldeboarn-De Deelen

afbeelding binnen de regeling

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1.1, externe deskundige

De externe deskundige die wordt ingeschakeld om een gesubsidieerd advies op te stellen dient op grond van opleiding en ervaring gekwalificeerd te zijn. Voor deze beoordeling kan worden gekeken naar de ondernemingsactiviteiten van de onderneming in kwestie en/of de aantoonbare kennis en ervaring van de persoon, die namens de onderneming, het plan opstelt, de scholing of de strategische ontwikkelingsopleiding verzorgt.

De externe deskundige moet ingeschreven zijn bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, of vergelijkbare handelsregisters in andere staten. Particulieren kunnen daarmee niet optreden als externe deskundige. Een kennisinstelling kan wel optreden als externe deskundige.

Een externe deskundige dient tevens onafhankelijk te zijn. Dit houdt in dat de externe deskundige onafhankelijk de gegeven opdracht uitvoert, de scholing kan geven of de strategische ontwikkelingsopleiding kan aanbieden, waarbij er geen sprake is van enige vorm van belangenverstrengeling. Ook de schijn van belangenverstrengeling moet worden vermeden. In dit kader wordt onder andere in de volgende situaties geoordeeld dat er geen sprake is van onafhankelijkheid:

  • de externe deskundige heeft een (financieel) belang in de rechtsvorm van de aanvrager;

  • de aanvrager heeft een (financieel) belang in de onderneming van de externe deskundige;

  • een bestuurder of directeur van de rechtsvorm van de aanvrager is ook bestuurder of directeur van de onderneming van de externe deskundige;

  • de aanvrager heeft/runt met de deskundige samen een andere onderneming, zijn vennoten in die onderneming, zijn collega’s in een andere onderneming, zijn getrouwd/levenspartners en/of zijn tegelijkertijd in een andere setting gelijkwaardige zakenpartners;

  • in het geval er sprake is van familierelaties in de eerste en tweede graad (ouder/kind broer/zuster) tussen de aanvrager en de externe partij.

Deze opsomming is niet limitatief.

Artikel 1.1, gebied Aldeboarn -De Deelen

Het gebied Aldeboarn-De Deelen is in kaartvorm weergegeven in Bijlage I. Het gebied omvat de landerijen die vallen binnen de met rode kleur weergegeven grenzen.

Artikel 1.2

Slechts agrarische ondernemingen die aantoonbaar agrarische werkzaamheden verrichten in, of gevestigd zijn in het gebied Aldeboarn-De Deelen komen voor subsidie op grond van deze regeling in aanmerking. Agrarische ondernemingen tonen -op verzoek- door het verstrekken van eigendomsinformatie en/of pachtovereenkomsten aan dat zij gevestigd zijn, dan wel (beheer)werkzaamheden verrichten, in het aangewezen gebied. Is dit niet het geval dan komt de agrarische onderneming niet in aanmerking voor subsidie.

Artikel 1.3

In dit artikel staan de te onderscheiden adviezen, subsidiabele activiteiten, genoemd en uit het artikel vloeit voort dat een aanvraag slechts voor één van de adviesvormen gedaan kan worden. Subsidie op grond van deze regeling kan in het algemeen gezien worden verstrekt voor advisering over natuurinclusieve landbouw en de transitie daarnaartoe. In artikel 1.1, aanhef en onder i, is bepaald dat natuurinclusieve landbouw is een vorm van duurzame landbouw en onderdeel van een veerkrachtig eco- en voedselsysteem dat optimaal gebruik maakt van de natuurlijke omgeving en die integreert in de bedrijfsvoering. Daarnaast draagt natuurinclusieve landbouw actief bij aan de kwaliteit van diezelfde natuurlijke omgeving. Natuurinclusieve landbouw produceert voedsel binnen de grenzen van natuur, milieu en leefomgeving, met een positief effect op de biodiversiteit. De subsidieverstrekking op basis van deze regeling past hierdoor binnen het staatssteunkader. De adviezen van de externe deskundige houden verband met ten minste één Unieprioriteit voor plattelandsontwikkeling, zoals weergegeven in artikel 2.3 van deze regeling en artikel 5 van de LVV.

Artikel 1.5, tweede lid

Bij wijze van uitzondering is voor indiening van de aanvraag op grond van deze regeling de elektronische weg van aanvragen per e-mail opengesteld (waartoe artikel 2:15, eerste lid, Awb de mogelijkheden biedt). Ter bevordering van het interne proces bij de provincie en ter bevordering van een snelle beslissing op de aanvraag is als voorwaarde opgenomen dat een aanvraag slechts elektronisch ingediend wordt als het per e-mail is verzonden aan provincie@fryslan.frl (waarvoor artikel 2:15, eerste lid, Awb ook de mogelijkheid geeft). Hier wordt nadrukkelijk opgemerkt dat de aanvraag wanneer deze is verzonden aan een ander (provinciaal) e-mailadres niet als ingediend wordt beschouwd.

Artikel 1.7

Per aanvraag kan voor één activiteit als bepaald in artikel 1.3, subsidie worden aangevraagd voor een bedrag van € 1.500,-.

Per agrarische onderneming kan maximaal twee keer subsidie worden verstrekt, voor een bedrag van in totaal € 3.000,-, op grond van deze regeling voor een activiteit als bepaald in artikel 1.3.

Artikel 1.8

De verdeelsystematiek vindt plaats op basis van het principe ‘’wie het eerst komt, wie het eerst maalt’’. Op de datum waarop de aanvraag volledig is (compleet is bevonden), wordt er voor deze aanvraag een voorlopig beslag gelegd op het in een openstellingsbesluit bekendgemaakt subsidieplafond. Na ontvangst van deze volledige aanvraag wordt de aanvraag inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de regeling en zal worden beoordeeld of de aanvraag voor een subsidie in aanmerking komt.

Voor zover het subsidieplafond door een aanvraag wordt overschreden, wordt deze aanvraag geweigerd. Ook al voldoet de aanvraag aan de vereisten om voor een subsidie in aanmerking te komen.

Artikel 3.1

Om voor een subsidie in aanmerking te komen voor één van de subsidiabele activiteiten als bepaald in artikel 1.3 van de regeling, gelden een aantal toetsingscriteria. Indien niet voldaan wordt aan één of meer van deze criteria komt de aanvraag niet in aanmerking voor een subsidie.

Artikel 3.2, aanhef en onder a

Subsidie op basis van deze regeling wordt verstrekt onder de LVV. Om te waarborgen dat de subsidie op grond van deze regeling verstrekt kan worden onder het staatssteunkader van de LVV is deze weigeringsgrond opgenomen. Uit artikel 1 van de LVV volgt namelijk dat deze -voor zover hier relevant- slechts van toepassing is op steun ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen (zogeheten kmo’s) die actief zijn in de landbouwsector. Voor het begrip kmo’s wordt in de LVV aangesloten bij Verordening (EU) nr. 1305/2013. Daarin is bepaald dat in een kleine onderneming minder dan 50 personen werken en de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal de 10 miljoen euro niet overschrijdt. In een middelgrote onderneming werken minder dan 250 personen en overschrijdt de jaaromzet de € 50 miljoen en/of het jaarlijkse balanstotaal de € 43 miljoen niet.

Artikel 3.2, aanhef en onder b

Uit deze onderdelen volgt dat cumulatie/stapeling met andere subsidieregelingen van Gedeputeerde Staten of derden, ten behoeve van de financiering van de activiteit, niet mogelijk is.

Artikel 3.2, aanhef en onder c

Deze weigeringsgrond bewerkstelligt dat een aanvrager voor elke activiteit die deze regeling subsidiabel stelt, dus per onderwerp van advies, slechts eenmaal subsidie kan krijgen.

Artikel 3.2, aanhef en onder d

Met deze weigeringsgrond is het aantal subsidies dat op grond van deze regeling kan worden verleend aan een afzonderlijke rechtsvorm gemaximeerd op twee. Indien er al twee subsidies voor een subsidiabele activiteit zijn verleend aan een aanvrager, dan wordt een nieuwe aanvraag geweigerd.

Artikel 3.2, aanhef en onder e

Deze regeling beoogt, zoals het staatsteunkader ook voorschrijft, stimulerende werking te hebben. In de regeling is daarom bepaald dat de dagtekening van de offerte van de externe deskundige niet gelegen mag zijn voor 1 januari 2023. Is dit niet het geval dan is het gevolg dat de gehele aanvraag wordt geweigerd. Het stimulerend effect van de regeling is op deze manier geborgd.

Artikel 3.4 en 3.5

Aan de aanvrager wordt een voucherbeschikking verstrekt (directe vaststelling zonder voorafgaande verlening). De subsidie wordt vervolgens rechtstreeks uitbetaald aan de externe deskundige die is vermeld in de aanvraag en die de offerte voor het advies heeft uitgebracht. Door het op deze manier vormgeven van de betaling wordt aan de voorwaarden van het staatssteunkader voldaan.