Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR685556
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR685556/1
Regeling vervalt per 31-12-2025
Subsidieregeling Verbinding en Antidiscriminatie Den Haag 2022 Toelichting
Geldend van 10-12-2022 t/m 30-12-2025
Intitulé
Subsidieregeling Verbinding en Antidiscriminatie Den Haag 2022 ToelichtingToelichting
De Subsidieregeling Verbinding en Antidiscriminatie Den Haag 2022 (hierna: Subsidieregeling) is een actualisatie van de Subsidieregeling ‘Verbinding en Antidiscriminatie Den Haag 2021 (RIS310337). Deze Subsidieregeling komt voort uit de beleidsnota Op weg naar een inclusieve samenleving, antidiscriminatiebeleid Den Haag 2021 (RIS307542) en de beleidsnota Bouwen aan een verbonden stad (RIS308172).
Besluitvorming
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;
gelet op:
- -
artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;
besluit:
- -
vast te stellen de Subsidieregeling Verbinding en Antidiscriminatie Den Haag 2022.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze Subsidieregeling wordt verstaan onder:
- ASV: |
Algemene subsidieverordening Den Haag 2020; |
- Awb: |
Algemeen wet bestuursrecht; |
- college: |
college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag; |
- Den Haag Meldt: |
een antidiscriminatievoorziening, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen; en de Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Den Haag; |
- discriminatie: |
discriminatie als bedoeld in artikel 1 van de Grondwet; |
- kernnormen en -waarden van de Nederlandse rechtstaat: |
waarden die voortvloeien uit de democratische rechtsstaat en de menselijke waardigheid beogen. Algemeen aanvaarbare waarden zijn in ieder geval vrijheid, gelijkwaardigheid, solidariteit, gedeelde verantwoordelijkheid en zelfbeschikking; |
- KIS: |
Kennisplatform Integratie & Samenleving, gevestigd te Utrecht; |
- KIS-rapport: |
rapport ‘Wat werkt bij het verminderen van discriminatie’, vastgesteld door KIS, gepubliceerd op: wat-werkt-bij-hetverminderen-van-discriminatie-def_0.pdf (kis.nl). |
Artikel 1:2 Toepassingsbereik
Deze Subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.
Artikel 1:3 Doel van de Subsidieregeling
- 1.
Het doel van de Subsidieregeling is:
a. het voorkomen en tegengaan van discriminatie;
b. het bestrijden van de gevolgen van discriminatie; en
c. het stimuleren van verbinding tussen inwoners van Den Haag met diverse sociaaleconomische, culturele of religieuze achtergronden.
- 2.
Het achterliggende maatschappelijke doel van de Subsidieregeling is het nastreven van een Haagse samenleving waarin de sociale cohesie sterk is, niemand wordt uitgesloten en iedereen zich thuis voelt, zich kan ontplooien met gelijke kansen en gelijk behandeld wordt.
Artikel 1:4 Activiteiten
- 1.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten, die:
a. discriminatie tegengaan (categorie A) zoals omschreven in het KIS-rapport;
b. de gevolgen van discriminatie bestrijden (categorie A) door het organiseren van weerbaarheidstrainingen die:
1° worden gegeven door trainers die aansluiting hebben bij de doelgroep;
2° ervaringen van de deelnemers centraal stellen; en
3° handelingsperspectieven bieden over hoe met discriminatie om te gaan, die vooraf zijn afgestemd met Den Haag Meldt;
c. ontmoetingen realiseren tussen inwoners met diverse sociaaleconomische, culturele of religieuze achtergronden (categorie B) waarbij dialoog, het samenwerken aan een gemeenschappelijk doel of het delen van ervaringsverhalen van mensen die discriminatie hebben ondervonden centraal staat en voldoet aan alle onderstaande 5 criteria:
1° deelnemers uit verschillende bevolkingsgroepen verbindt;
2° empathie creëert voor elkaar;
3° bestaande vooroordelen ter discussie stelt;
4° de angst vermindert waarbij het contact ertoe moet leiden dat men ervaart dat leden van de andere groep niet bedreigend zijn; en
5° met als basis de gezamenlijke kernnormen en -waarden van de Nederlandse rechtsstaat.
d. De activiteiten hebben tot doel om tenminste 25 personen te betrekken.
Artikel 1:5 Doelgroep
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk die de Nederlandse democratische rechtsstaat en de daaruit voortvloeiende kernnormen en -waarden onderschrijven.
Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
- 1.
De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4.
- 2.
Voor subsidie in aanmerking komt de BTW over de gesubsidieerde kosten voor zover die BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht.
- 3.
Niet voor subsidie in aanmerking komen:
a. de kosten voor vrijwilligersvergoedingen;
b. de kosten die gemaakt worden voor de waardering van vrijwilligers die meer bedragen dan € 15,- per vrijwilliger per jaar of € 5.000,- per aanvraag;
c. de indirecte kosten van het project van meer dan 20% van de kosten van de subsidiabele activiteiten;
d. de kosten van specifiek voor de gesubsidieerde activiteiten aangeschafte apparatuur;
e. de kosten voor de verzekering van vrijwilligers;
f. de kosten van Verklaringen Omtrent Gedrag (VOG) van vrijwilligers; en
g. de kosten voor activiteiten die eerder door het college op basis van deze Subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd.
Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie
- 1.
Subsidie wordt verstrekt per kalenderjaar en bedraagt maximaal € 40.000,- per aanvrager.
- 2.
Voor kosten die voor subsidie in aanmerking komen tot en met € 10.ooo,- bedraagt het subsidiepercentage 100%.
- 3.
Voor kosten die voor subsidie in aanmerking komen die meer bedragen dan € 10.000,- bedraagt het subsidiepercentage 75%.
Artikel 1:8 Subsidieplafond
- 1.
Het subsidieplafond bedraagt € 600.000,- per jaar.
- 2.
Het subsidieplafond wordt opgedeeld in twee deelplafonds:
a. Voor Categorie A bedraagt het deelplafond: € 250.000,-.
b. Voor Categorie B bedraagt het deelplafond: € 350.000,-.
- 3.
Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.
Artikel 1:9 Wijze van verdeling
- 1.
Het college verleent de subsidie in volgorde van ontvangst van de aanvraag bij het college, totdat het vastgestelde subsidieplafond van dat jaar is bereikt.
- 2.
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als tijdstip van ontvangst van de aanvraag het tijdstip waarop de aanvraag volledig is aangevuld.
Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen
Artikel 2:1 Aanvraag subsidie
- 1.
Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:
a. Een projectplan met daarin tenminste uitgewerkt:
1° het doel van de activiteiten;
2° de inhoud van de activiteit;
3° de beoogde resultaten van de activiteit;
4° welke werkzaamheden worden verricht ter realisatie van de activiteit;
5° een beschrijving van de doelgroep en de wervingsstrategie van deelnemers;
6° de planning van de werkzaamheden en de activiteit;
7° de mogelijke risico’s en beheersmaatregelen bij het opzetten en de uitvoering van de activiteit;
8° een beschrijving van de voorgestelde projectorganisatie die de activiteit realiseert;
9° de wijze waarop de activiteit wordt gemonitord en geëvalueerd.
b. Een overzicht waaruit blijkt dat de aanvrager beschikt over een relevant netwerk voor het uitvoeren van de activiteiten en waarin duidelijk de wijze van samenwerking wordt aangegeven.
- 2.
De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van door het college vastgestelde aanvraagformulier en begrotingsformat.
- 3.
Indien loonkosten in de begroting zijn opgenomen worden de salarisberekeningen van de in te zetten personen gespecificeerd.
Artikel 2:2 Aanvraagtermijn
Een aanvraag voor een subsidie kan jaarlijks worden ingediend vanaf 1 januari tot 1 augustus .
Artikel 2:3 Beslistermijn
Het college beslist binnen 12 weken na ontvangst van de aanvraag.
Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden
Artikel 3:1 Weigeringsgronden
- 1.
Onverminderd de artikelen 4.25, tweede lid, en 4.35 van de Awb en artikel 11, eerste, tweede en derde lid van de ASV weigert het college de aanvraag indien:
a. de activiteiten waarvoor subsidie wordt niet worden afgerond in het jaar waarin de subsidie is aangevraagd;
b. het college al eerder gelden heeft verstrekt voor vergelijkbare activiteiten, op basis van deze Subsidieregeling of anderszins, die niet voldoende effectief zijn gebleken;
c. de in de aanvraag genoemde activiteit, geheel of gedeeltelijk, naar het oordeel van het college wordt gebruikt om religieuze, nationalistische of politieke ideeën te uiten;
d. de aanvrager al subsidie ontvangt voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten;
e. activiteiten bedoeld in artikel 1:4 niet passen binnen de kernnormen en -waarden van de Nederlandse rechtsstaat;
f. de aanvraag wordt gedaan voor activiteiten die naar het oordeel van het college reeds in voldoende mate uitgevoerd worden door anderen of anderszins reeds gesubsidieerd zijn;
g. een aanvraag niet voldoet aan de in deze Subsidieregeling gestelde eisen.
Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling
Artikel 4:1 Verplichtingen
- 1.
Onverminderd Afdeling 4.2.4. van de Awb en artikel 12 tot en met 14 van de ASV geldt voor de subsidieontvanger de volgende verplichting:
a. De activiteiten moeten binnen 3 maanden na subsidieverlening gestart zijn.
- 2.
Onverminderd Afdeling 4.2.4. van de Awb en de artikelen 12 tot en met 14 van de ASV, kan het college de subsidieontvanger bij de subsidieverlening verplichten om:
a. de huisvesting waarin de activiteiten plaatsvinden, in medegebruik te geven of te verhuren aan andere subsidieontvangers van de gemeente teneinde meervoudig of gezamenlijk gebruik van het betreffende vastgoed te realiseren;
b. mee te werken aan:
1° informatieverzoeken van het college wat betreft de aanvraag, uitvoering en verantwoording van de activiteit;
2° het op de website plaatsen van voor openbaarmaking geschikte informatie van het door hem ingediende initiatief;
3° verdiepend onderzoek voor wat betreft de effectiviteit van de activiteiten.
Artikel 4:2 Bevoorschotting
Bevoorschotting bedraagt 90% van de verleende subsidie op het moment van verlening en 10% na vaststelling.
Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling
Artikel 5:1 Wijze van verantwoorden
Uiterlijk 12 weken nadat de activiteiten zijn verricht dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in zoals omschreven in artikel 17, vierde en vijfde lid van de ASV.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Artikel 6:1 Evaluatie
Het college evalueert deze subsidieregeling na een looptijd van twee jaar.
Artikel 6:2 Intrekking
De Subsidieregeling Verbinding en Antidiscriminatie Den Haag 2021, RIS307542, wordt ingetrokken.
Artikel 6:3 Overgangsbepaling
Besluiten die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze Subsidieregeling en waarvoor deze Subsidieregeling overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze Subsidieregeling.
Artikel 6:4 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt op 31 december 2025.
Artikel 6:5 Citeertitel
Deze Subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Verbinding en Antidiscriminatie Den Haag 2022.
Den Haag, 6 december 2022
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris,
Ilma Merx
de burgemeester,
Jan van Zanen
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl