Grondstoffenvisie 2021-2025 Gemeente Borger-Odoorn

Geldend van 09-12-2022 t/m heden

Intitulé

Grondstoffenvisie 2021-2025 Gemeente Borger-Odoorn

1. Inleiding

1.1 Introductie

De gemeente Borger-Odoorn heeft de afgelopen jaren al veel stappen gezet op weg naar een circulaire economie. Door het actief voeren van beleid zoals het invoeren van een tarief per lediging (naast een tarief per kilo) en het vervallen van het GFT-tarief zijn goede resultaten geboekt. Recent (1 januari 2021) is ook een nultarief voor GFT ingevoerd. Hiervan zijn geen resultaten beschikbaar.

Deze grondstoffenvisie kan dus voortborduren op succesvol beleid. De landelijke doelstellingen gaan immers uit van een verdere verlaging van de hoeveelheid restafval en een verdere verbetering van de afvalscheiding. Daarbij is ook steeds meer oog voor de kwaliteit van de ingezamelde grondstoffen.

In deze visie is ook oog voor het verminderen van afval. Afvalscheiding is slechts een onderdeel van de weg naar een circulaire economie. In het bewonersonderzoek en in de werksessie met de raad is ook aandacht geweest voor afvalpreventie. U treft de weerslag hiervan ook in deze grondstoffenvisie.

1.2 Leeswijzer

Dit rapport laat de inventarisatie en evaluatie van het tot nu toe gevoerde beleid en een doorkijk naar de toekomst zien. De gemeenteraad kan de uitkomsten van het bewonersonderzoek als advies meewegen bij de te maken keuzes van het grondstoffenbeleid. In de beschrijving van de toekomstvisie is rekening gehouden met de uitkomsten uit het bewonersonderzoek.

Voorafgaande aan de evaluatie worden de Europese en landelijke beleidskaders kort aangehaald. In het laatste hoofdstuk wordt inzicht verschaft in de concrete doelstellingen voor de komende jaren, als ook de maatregelen die hiermee gepaard gaan.

2. Beleidskaders

Het Europees beleid stelt de kaders waaraan het afvalbeleid in de landen van de Europese Unie moeten voldoen. Het Europees beleid streeft naar een circulaire economie. Europa beschikt in beperkte mate over grondstoffen en wil daarvoor niet afhankelijk zijn van anderen op lange termijn. Het Europees beleid wordt overgenomen in het landelijk afvalbeleid en door de gemeenten overgenomen in het eigen beleid voor afvalbeheer.

Het Rijk streeft ernaar om de hoeveelheid restafval sterk terug te dringen in de komende jaren. Vooralsnog staat het gemeenten vrij om dit op een eigen wijze en tempo te realiseren, binnen de geldende landelijke en Europese kaders, maar dat zal in de toekomst niet vrijblijvend blijven. Het Rijk kan besluiten bepaalde maatregelen/keuzes aan gemeenten op te leggen om sneller aan de doelstellingen te voldoen.

In dit hoofdstuk wordt een korte samenvatting van het geldende landelijk beleid gegeven, met de op dit moment relevante actuele onderwerpen.

2.1 Korte samenvatting van het Nederlands beleid

De Europese afvalwetgeving is geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving in de vorm van de Wet milieubeheer (Wm) en het Landelijk afvalbeheerplan (LAP3). De Wet milieubeheer verplicht de gemeenten zorg te dragen voor afvalinzameling en -verwijdering voor huishoudens. Deze zorgplicht kent zijn oorsprong in het beschermen van de volksgezondheid.

In het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) wordt vastgelegd hoe we in Nederland met huishoudelijk en bedrijfsafval omgaan. LAP3, het derde Landelijk Afvalbeheerplan, heeft een looptijd van 2017 tot en met 2029. Overheden zijn wettelijk verplicht om, bij al hun besluiten die het afvalbeheer raken, rekening te houden met het LAP. In LAP3 is de verwachting vastgelegd dat de hoeveelheid huishoudelijk restafval zal afnemen tot gemiddeld 30 kg/inwoner in 2025.

De Rijksoverheid heeft in het programma ‘Nederland Circulair in 2050’ uitgesproken dat in 2050 grondstoffen efficiënt worden ingezet en hergebruikt, zonder schadelijke emissies naar het milieu. LAP3 vervult een functie als instrument bij de transitie naar een circulaire economie.

2.2 VANG-huishoudelijk afval (Van Afval Naar Grondstof)

Om de doelen van het programma ‘Nederland Circulair in 2050’ te halen, moet het huishoudelijk afval beter worden gescheiden. De ambitie is om afval zoveel als mogelijk te voorkomen en dat wat toch wordt aangeleverd zo goed mogelijk te scheiden. De doelstelling was daarbij om maximaal 100 kg per inwoner restafval aan te bieden in 2020 en uiteindelijk nauwelijks tot geen restafval meer in 2050. In het uitvoeringsprogramma VANG huishoudelijk afval is verder uitgewerkt hoe deze doelstelling wordt bereikt. Dit programma bestaat uit een breed scala aan activiteiten waarop wordt ingezet. Zowel preventie, als afvalscheiding en recycling krijgen de aandacht.

2.3 Ambities Borger-Odoorn

In het coalitieakkoord 2018 – 2022 (Vertrouwd, Vernieuwend, Vooruit!) staat over afval en afvalscheiding het volgende opgenomen:

Afval scheiden en inrichting afvalbrengpunt.

Naast bewust omgaan met energie moeten we ook bewust omgaan met grondstoffen. Daarom wil de gemeente een bijdrage leveren aan een circulaire economie. Dit doen we onder andere door in te zetten op een nog betere scheiding van afval om zo te komen tot de reductie van het afval tot maximaal 100 kg restafval per inwoner per jaar in 2020. We gaan kijken hoe we het scheiden van afval voor hergebruik nog beter kunnen stimuleren en onderzoeken hoe we het afvalbrengpunt toekomstbestendig en klantvriendelijk ingericht kunnen krijgen, zowel voor de individuele gebruiker als de agrariërs.”

In juli 2020 is vanuit het college een memo verschenen ‘toekomstige ontwikkelingen afval’ en in september is hiernaast een memo verschenen ‘afval in Coronatijd’. Beide stukken geven een beschrijving van de huidige situatie en de ontwikkelingen in de afvalbranche.

2.4 Grondstoffenvisie in onzekere tijden

Het maken van nieuw beleid is geen exacte wetenschap. Dat geldt zeker ook voor deze grondstoffenvisie. Veel mogelijke interventies om te komen tot betere afvalscheiding zijn de afgelopen jaren al elders in Nederland geïmplementeerd. In het opstellen en doorrekenen van verschillende scenario’s kunnen we daarom een goede inschatting proberen te maken van de effecten die een bepaalde interventie heeft op de mate van afvalscheiding. Echter, uiteindelijk is natuurlijk het gedrag van de inwoners van doorslaggevend belang of de beoogde scenario’s ook werkelijkheid worden. De resultaten en de kosten zijn dus voor een groot gedeelte afhankelijk van het gedrag van de inwoners. Er zijn nog een aantal andere ontwikkelingen, die grote invloed (kunnen) hebben op de kosten, die op dit moment nog erg onzeker zijn. Daardoor is het lastig om een exacte voorspelling te doen en moeten we met een raming/bandbreedte werken.

Verbrandingsbelasting

Als eerste is er de verbrandingsbelasting. Sinds enige jaren heeft het Rijk een verbrandingsbelasting voor restafval ingesteld. Na een aantal jaren rond de € 13,- per ton, is de afgelopen jaren de belasting verhoogd naar ruim € 32,- per ton. Daarmee maakt de verbrandingsbelasting op dit moment gemiddeld in Nederland 1/3 uit van de verwerkingskosten van restafval. Voor de Rijksoverheid is de verbrandingsbelasting zowel een middel om financiële tekorten te drukken als ook een middel om het verwerken van restafval duurder te maken en zo de druk om beter afval te scheiden te verhogen. De toekomstige ontwikkeling voor het tarief van de verbrandingsbelasting is moeilijk te voorspellen. Maar gezien de doelstelling de hoeveelheid restafval verder te verminderen, is een stijging van de belasting niet onwaarschijnlijk.

Verwerkingskosten GFT

De afgelopen periode laat daarnaast ook een stijging van de verwerkingstarieven van Groente-, Fruit- en Tuinafval (GFT) zien. Recente aanbestedingen in Nederland laten zien dat een stijging van de kosten van € 30,- per ton voor de verwerking niet vreemd is. Ook het aantal inschrijvers op aanbestedingen is klein, waardoor er weinig prijsconcurrentie is.

Overige grondstoffen

De prijzen voor andere afval/grondstoffracties staan eveneens onder druk. Denk daarbij met name aan Oud Papier en Karton (OPK) en Textiel. Bij de inzameling van OPK is bovendien sprake van een sterke verschuiving van Oud Papier (door de digitalisering minder papier) naar Karton (door internet aankopen meer karton). Karton is minder goed herbruikbaar dan papier, dat uit zich in een lagere restwaarde. Ook de markt voor Textiel laat een sterke prijsdaling zien. Ondanks deze ontwikkeling blijft het gescheiden inzamelen en verwerken van deze fracties nog steeds veel voordeliger dan dat ze verbrand worden als restafval.

Effect corona-virus

De coronacrisis heeft de afgelopen maanden effect gehad op de afvalinzameling in Nederland. Vanaf maart 2020 is een flinke toename van huishoudelijk afval waar te nemen (landelijk tussen de 25 en 30%). Het thuiswerken is hiervan een belangrijke oorzaak. Bij de analyse van de bestaande situatie wordt uiteraard rekening gehouden met dit bijzondere effect. Belangrijk is om te vermelden dat net voor het begin van de coronacrisis de gemeente Borger-Odoorn naast een tarief per kilo ook een tarief per lediging heeft ingevoerd. De stijging van de hoeveelheid restafval die bij andere gemeenten zichtbaar is komt in Borger-Odoorn niet voor. Duidelijk is dat de genomen maatregel (ook afrekenen per lediging) een effect heeft op het verminderen van de hoeveelheid restafval. Door de coronacrisis is echter het precieze effect van de maatregel niet goed vast te stellen.

Scenario’s

In de beschreven scenario’s (hoofdstuk 7) hebben we gebruik gemaakt van alle bekende gegevens. Dit wil zeggen dat we bij het berekenen van de scenario’s zijn uitgegaan van de huidige verwerkingskosten en verbrandingsbelasting.

3. Beschrijving en evaluatie huidig beleid

De inrichting van het inzamelsysteem (service) heeft sterke invloed op de inzamelprestaties (milieurendement) en daarmee gepaard gaande kosten. In dit hoofdstuk wordt een samenvatting van de prestaties van de gemeente Borger-Odoorn gegeven aan de hand van de afvaldriehoek, zoals hieronder weergegeven, bestaande uit: service (dienstverlening), milieurendement en kosten. Het ingrijpen op een van deze onderdelen, middels beleid, heeft automatisch effect op de andere twee. Om deze reden moet ieder besluit binnen dit kader afgewogen worden.

afbeelding binnen de regeling

3.1 Service

3.1.1 Inzamelmiddelen en inzamelwijzen

De inzamelmiddelen die inwoners tot hun beschikking hebben en de wijze van inzameling, wordt in onderstaande figuur weergegeven. De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in het vergroten van de geboden service aan inwoners in het kader van het omgekeerd inzamelen.

afbeelding binnen de regeling

3.1.2 Communicatie over afval

De gemeente communiceert incidenteel over afval en grondstoffen richting haar inwoners. Hierbij wordt onder andere gebruik gemaakt van de gemeentelijke website, de app Afvalwijzer.nl. Daarnaast is regelmatig aandacht voor de verschillende aspecten van afval en afvalscheiding in ‘Week in Week Uit”, het huis-aan-huisblad in de gemeente.

3.2 Milieurendement

Om de milieuprestaties (ten aanzien van afvalscheiding) van gemeente Borger-Odoorn inzichtelijk te maken is gekeken naar de inzamelhoeveelheden van alle huishoudelijke afvalstromen en de samenstelling van het resterende restafval in 2019. Tezamen bepalen zij het scheidingsresultaat van de gemeente voor dat jaar. De resultaten van Borger-Odoorn worden naast die van vergelijkbare gemeenten (uit de benchmark peiljaar 2019) weergegeven om een compleet beeld te krijgen. Door afvalcijfers en benchmarkgegevens uit 2019 te gebruiken ontstaat een zuiverder vergelijking waarin bovendien geen Corona-effect op de afvalcijfers te zien is. Het betreft hier de score van gemeente Borger-Odoorn met betrekking tot de mate van afvalscheiding en de hoeveelheid restafval. Overige milieueffecten worden hierin niet meegewogen.

3.2.1 Inzamelresultaten

In de onderstaande tabel worden de inzamelresultaten van de gemeente vergeleken met de inzamelresultaten uit de benchmark van vergelijkbare gemeenten met dezelfde hoogbouwklasse (Klasse-D) die ook diftar op restafval hanteren. Hoogbouwklasse D betreft gemeenten met tussen de 0 en 19% hoogbouw. Borger-Odoorn heeft ca. 5% hoogbouw. Tevens wordt inzichtelijk gemaakt hoe de beste gemeenten binnen de benchmark scoren, de zogenaamde best-practice gemeenten. Dat laat zien hoe Borger-Odoorn presteert ten opzichte van vergelijkbare gemeenten én wat in het beste geval haalbaar is bij vergelijkbare gemeenten.

afbeelding binnen de regeling

Uit een vergelijking van de hoeveelheid restafval in de afgelopen jaren wordt duidelijk dat deze een gestage daling laat zien. Van 155 kilo (per inwoner per jaar) in 2014 naar 126 kilo (inw./jaar) in 2019. Weliswaar is ook de doelstelling van 100 Kg per inwoner per jaar in 2020 niet gehaald, er is wel duidelijk een beweging naar minder restafval. In de vergelijking met andere hoogbouwklasse D-gemeenten met diftar scoort Borger-Odoorn iets minder goed (resp. 110 tegen 126 kilo restafval). Er is dus ook nog ruimte voor verbetering. In de grafiek staat het gemiddelde van de Hoogbouwklasse D met diftar, dit betreft dus een gemiddelde van deze hoogbouwklasse met een vorm van diftar.

afbeelding binnen de regeling

Bij de ingezamelde grondstoffen valt onmiddellijk de hoeveelheid ingezameld GFT op. Dit is in Borger-Odoorn veel lager dan bij vergelijkbare gemeenten. 65 kilo GFT (inw./jaar) in Borger-Odoorn tegen 122 kilo bij de gemiddelde hoogbouwklasse D gemeenten. Daarbij is het belangrijk om te vermelden dat, al van oudsher, veel aan thuis composteren gedaan wordt in de gemeente. Veel huishoudens hebben hier rondom hun huis de ruimte voor. In het verleden zijn compostvaten ter beschikking gesteld. Het composteren werd door het tot 2021 gehanteerde kg-tarief voor GFT-afval extra gestimuleerd. Uit de sorteeranalyses blijkt dat er zelfs minder dan gemiddeld GFT in het restafval zit (gemiddeld in Nederland 30%). Het thuis composteren is een duurzame en goedkope manier van GFT-verwerking. Nu het kiltarief op GFT-afval is komen te vervallen, wordt een flinke stijging van het gescheiden GFT-aanbod verwacht.

Bij de overige grondstoffen valt op te merken dat Borger-Odoorn bij het oud papier en karton (OPK) wat hoger dan gemiddeld scoort. Bij glas en PMD scoort de gemeente iets lager dan het gemiddelde van hoogbouwklasse D met diftar gemeenten.

3.2.2 Mate van afvalscheiding

Om een accuraat beeld te kunnen schetsen van de potentie in het restafval in de gemeente is een sorteeranalyse richtinggevend. Bij een sorteeranalyse wordt gekeken naar de samenstelling van het restafval. Daarmee wordt inzicht verkregen welk deel van het restafval nog beter gescheiden zou kunnen worden.

afbeelding binnen de regeling

3.3 Kosten

De kosten voor het afvalbeheer worden jaarlijks begroot. De gerealiseerde kosten worden vastgelegd in een jaarrekening. De kosten voor het huishoudelijk afvalbeheer staan op zichzelf en worden aan huishoudens doorbelast middels de afvalstoffenheffing.

3.3.1 Afvalstoffenheffing

Inwoners van Borger-Odoorn betalen een vastrechttarief en een variabel tarief. Het vastrechttarief bedraagt in 2021: € 33,25 per kwartaal per huishouden (€ 133,- per jaar). Daarnaast betalen huishoudens een bedrag per lediging van de restafvalcontainer en per kilo aangeboden restafval. Sinds 1 januari 2021 is geen tarief meer voor het aanbieden van GFT.

afbeelding binnen de regeling

4. Participatietraject

In het kader van het komen tot een (geactualiseerde) passende grondstoffenvisie voor gemeente Borger-Odoorn is het essentieel om inwoners te raadplegen. Veranderingen in de afval en grondstoffen inzameling hebben vaak verregaande gevolgen en kunnen altijd rekenen op reacties van inwoners. Om te komen tot een gedegen grondstoffenvisie zijn inwoners middels een participatietraject in een vroeg stadium betrokken. Het betrof hier een adviserende rol in het uiteindelijke voorstel aan de gemeenteraad.

Het participatietraject is ingezet voorafgaand aan de vorming van de beleidskaders waarbinnen de inzameling van het huishoudelijk afval in de komende jaren plaats gaat vinden. Bewoners zijn hierbij gevraagd hun mening te geven over de beste wijze, methoden en keuzes die binnen het grondstoffenbeleid gemaakt dienen te worden. De vragen en stellingen die aan de bewoners voorgelegd zijn bevonden zich binnen de afvaldriehoek (bestaande uit: milieurendement, kosten en service) en pasten bij het streven naar een verlaging van het aanbod restafval en een verbetering van het scheidingspercentage.

De input, geleverd door bewoners, is bestudeerd en geanalyseerd en gebundeld in dit hoofdstuk. De resultaten en uitkomsten van het bewonersonderzoek hebben hiermee bijgedragen aan de totstandkoming van verschillende scenario’s voor toekomstig beleid, die in de volgende hoofdstukken verder uitgewerkt zijn.

4.1 Uitgangspunten

Huishoudelijk afval en de inzameling hiervan gaat alle inwoners van Borger-Odoorn aan. Het is echter onmogelijk om iedereen hierover persoonlijk te ondervragen. Het is echter van groot belang om rekening te houden met ieders voorkeuren en belangen op dit gebied. Om toch een goed beeld te krijgen van de doorsnee bevolking van Borger-Odoorn in eerste instantie gekozen om een enquête uit te zetten. Het uitzetten van een representatieve aselecte steekproef enquête geeft een betrouwbaar beeld van de situatie in de gemeente.

In de communicatie naar de inwoners (zowel deelnemers als niet-deelnemers aan de enquête) is het belangrijk om aan te geven dat het altijd de gemeenteraad is die het uiteindelijke besluit voor het nieuwe beleid neemt. Dit is vooraf helder in de enquête aangegeven. Zo worden teleurstellingen voorkomen en is de procedure transparant.

4.2 Enquêtes en resultaten

4.2.1 Opzet van de enquête

De enquête richtte zich op verschillende manieren/maatregelen die een verbetering van het afvalscheidingsgedrag en een vermindering van het restafval kunnen behalen. Verschillende inzamelvarianten zijn aan de inwoners voorgelegd, ook werd er getoetst hoe inwoners in zijn algemeenheid denken over afvalscheiding en aanverwante duurzaamheidsdoelen (afvaldriehoek). De drijfveer (milieurendement – kosten - service) met het grootste belang/effect op de inwoners van Borger-Odoorn is hiermee naar boven gekomen.

Verder is het belangrijk om rekening te houden met de wijze waarop de enquête uitgezet wordt. Relatief weinig jongeren reageren op een papieren enquête, en relatief weinig ouderen reageren doorgaans op een digitale enquête. Om onnodige papierverspilling te voorkomen is een brief naar alle aselect gekozen steekproefdeelnemers gestuurd met daarin de achtergrond en het doel van het onderzoek en een link naar de digitale enquête. Inwoners die de enquête liever op papier ontvangen konden dat volgend op deze brief aangeven, waarna de enquête alsnog aan hen verstuurd is. Ook werden de inwoners van de gemeente op de enquête geattendeerd via social media, de lokale kranten en de gemeentelijke website.

4.2.2 Steekproef en betrouwbaarheid

Om een betrouwbaar beeld vanuit de aselecte steekproef te kunnen genereren zijn 380 respondenten nodig. Ervaringen bij andere gemeenten, ten aanzien van uitgezette enquêtes rondom veranderd afvalbeleid laten een respons van circa 30% zien. Om dit te behalen zijn er 1.500 enquêtes uitgezet in de gemeente Borger-Odoorn.

In totaal zijn 424 enquêtes ingevuld. Dat betekent dat de uitkomst van het onderzoek representatief is voor alle huishoudens van de gemeente. De resultaten van het bewonersonderzoek worden in dit rapport bondig gerapporteerd.

4.3 Uitkomsten op hoofdlijnen

4.3.1 Algemene tevredenheid

Inwoners blijken tevreden over de algemene wijze van de afvalinzameling. Dat wil zeggen de afval inzamel wijze in 2020. Het gemiddelde cijfer dat wordt gegeven is een 7,4. Dat is een hoger gemiddelde dan uit het vorige bewonersonderzoek over de afvalinzameling in 2017. Toen werd gemiddeld nog een 6,8 gegeven.

De grote meerderheid is tevreden over de gekozen afval inzamelwijze, maar er is volgens inwoners ruimte voor verbetering bij een aantal stromen. 19% geeft aan niet tevreden te zijn over de inzameling van GFT-afval. Nu is in 2021 het GFT-tarief komen te vervallen. Dat neemt mogelijk (een deel van) de ontevredenheid weg. Ruimte voor verbetering is er ook bij de inzameling van het Klein Chemisch Afval (KCA), Elektrische apparaten, Plastic verpakkingsafval, Metalen en Drankenkartons (PMD) en het restafval. Voor deze stromen geeft meer dan 10% van de inwoners aan dat ze ontevreden is over de inzameling.

4.3.2 Informatie afvalinzameling

Als het gaat om praktische informatie over het aanbieden van het afval, geven de meeste inwoners aan (85%) gebruik te maken van de digitale afvalkalender. De digitale afvalkalender is te vinden via een link op de gemeentelijke website en via een app van Afvalwijzer. De meeste inwoners (67%) gebruiken de app van de Afvalwijzer, de rest zoekt de inzamelkalender op via de link op de gemeentelijke website. Een kleine 10% van de inwoners geeft aan de digitale afvalkalender niet te gebruiken omdat ze deze niet kende.

Een kleine meerderheid van de inwoners geeft aan graag op de hoogte te willen worden gehouden over de gemeentelijke resultaten wat betreft de afvalinzameling en over wat er achter de schermen gebeurt met afval. De volgende tabel geeft aan via welke mediakanalen de voorkeur wordt gegeven.

afbeelding binnen de regeling

4.4 GFT-afval

De meeste inwoners (41%) geven aan dat zij het GFT-afval beter van het restafval gescheiden houden als ze dit gratis kunnen aanbieden. Dat wil zeggen dat het Diftartarief op GFT-afval komt te vervallen. Bestuurlijk was al besloten om per 2021 het Diftartarief stop te zetten. Op deze wens is dus al ingespeeld. Het promoten van het zelf composteren van GFT-afval scoort relatief ook hoge ogen. Dit wordt ook vaak genoemd onder de optie “Anders”; het gratis verstrekken van compostbakken wordt als tip genoemd. Het vaker inzamelen van het GFT-afval wordt ook vaak genoemd.

4.5 PMD-afval

Veel inwoners geven aan dat ze geholpen zouden worden als duidelijker wordt gemaakt welk afval in de PMD-bak mag en als er een “overloop”-container voor PMD bij supermarkten komt. 10% van de inwoners geeft aan dat de inzameling van PMD frequenter mag. Een aantal inwoners is kritisch naar de verpakkingsindustrie. Producten zouden veel minder verpakt moeten worden. Dat zou veel afval voorkomen.

De ideeën, meningen en zorgen geuit door inwoners zijn zoveel mogelijk meegenomen in het uiteindelijke geformuleerde pakket aan maatregelen, zoals beschreven in het volgende hoofdstuk. De volledige rapportage over de enquête treft u als bijlage aan.

5. Werksessie met gemeenteraad

Op 11 februari 2021 is een werksessie met de gemeenteraad geweest. Voor deze avond waren alle raadsleden uitgenodigd. Doel van de avond was tweeledig. Enerzijds de gemeenteraad te informeren over de stand van zaken van het afvalbeleid in Nederland en in de Borger-Odoorn. Anderzijds om interactief met de raad te spreken over mogelijkheden om te komen tot betere afvalscheiding en het verminderen van afval.

Tijdens het interactieve gedeelte werden de raadsleden steeds in twee groepen gesplitst. Elke groep besprak steeds twee onderwerpen: hoe afval beter scheiden en hoe afval voorkomen.

Uitkomsten van de sessie hoe afval beter scheiden:

In beide groepen werd veel aandacht gevraagd voor goede en duidelijke communicatie.

  • Positieve PR campagne/veel voorlichting: wat gebeurd er met afval en mensen belonen

  • Communicatie en voorlichting: via diverse kanalen om alle doelgroepen te bereiken! In afvalapp ontbreken items (chipszak). Communicatiecampagne als 100-100-100.

  • Richt je ook op jonge kinderen, die voeden ouders op.

En er werden praktische oplossingen geboden:

  • PMD: dat deel wat niet meer in minicontainer kan in overloopcontainers bij winkelcentra.

Uitkomsten van de sessie hoe afval voorkomen:

In beide groepen werd gesproken over de beperkte invloed hierop door de gemeente.

  • Veel verpakkingen bij supermarkten/winkels. Verantwoordelijkheid niet zozeer bij winkeliers maar bij verpakkingsindustrie.

  • Bij bestellingen te vaak 1 bestelling verdeelt over 2 pakketten of te grote verpakkingen.

  • Gevoel dat “wij” weinig invloed hebben op voorkomen van afval.

Er werd aandacht gevraagd om de mogelijkheid tot zelf composteren verder uit te breiden

  • Campagne compostvaten uit 2004 weer herintroduceren en mensen “leren composteren”

Daarnaast werd aangegeven dat in Borger-Odoorn nog geen repaircafé is, wel een tweetal ruilgoederenbanken.

Een tweetal ideeën uit de raad mogen zeker niet onvermeld blijven. Het zijn ideeën die niet alleen effect hebben op de vermindering van afval maar ook nog eens bijdragen aan de versterking van de sociale structuur binnen de gemeente.

  • Door middel van een app delen van voedsel/maaltijden die over zijn in eigen huishouden. Voorkom op die manier voedselverspilling en heb contact met mensen uit de buurt.

  • De Borger-Odoornse Snackschaal. Ga naar de snackbar met een eigen schaal (of bakje) in plaats van alle plastic verpakkingen van de snackbar. Maak van het gebruik van deze snackschaal ook een leuke en aansprekende campagne.

6. Nascheiding als mogelijkheid

In Nederland wordt vaak gesproken over de mogelijkheid van nascheiding om te komen tot betere afvalscheiding.

Op voorhand: een aantal belangrijke punten:

  • Borger-Odoorn maakt al gebruik van aanvullende nascheiding. Dit wil zeggen dat het op het restafval nog een nascheidingsslag wordt gemaakt. Hiermee wordt nog ca. 1 a 2% aan grondstoffen uit het restafval gehaald.

  • Nascheiding is alleen mogelijk voor PMD.

  • Andere grondstoffen zoals GFT, Textiel, Glas en Oud papier en –karton kunnen niet nagescheiden worden. Gescheiden inzamelen aan de bron (bij huis) van deze stromen is zelfs verplicht.

  • Er is een beperkt aantal verwerkers van restafval dat nascheiding op PMD aanbiedt.

De inwoners van Borger-Odoorn hebben veel en goede ervaring met bronscheiding van PMD. De ingezamelde hoeveelheid is hoog en de kwaliteit is goed.

Belangrijk is ook om te vermelden dat bronscheiding bij PMD bijdraagt aan de bewustwording rond afval en de circulaire economie. Het heeft ook een positieve bijdrage aan het beter scheiden van andere afvalstromen zoals papier en GFT. Door nascheiding zou de hoeveelheid GFT en OPK in het restafval dus ook weer toenemen. Dit GFT en OPK kan niet nagescheiden worden en zal dus in de verbrandingsoven worden verwerkt.

Communicatief is een wisseling van bron- naar nascheiding moeilijk uit te leggen. Zeker als de resultaten van de bronscheiding zo goed zijn.

De branchevereniging NVRD (gemeenten en publieke afvalbedrijven) vat het standpunt vaak samen in de zin: “bronscheiding als het kan, nascheiding als het moet.”

In praktijk zou een overgang naar volledige nascheiding in de gemeente Borger-Odoorn overigens betekenen dat vrijwel alle huishoudens overgaan naar een 240 liter container en dat deze elke 2 weken aangeboden zal moeten worden. Het PMD maakt immers dan een groot deel van het volume van het restafval uit. Daardoor zullen inwoners dus meer PMD-rijk restafval moeten aanbieden.

7. Grondstoffenvisie 2021-2025

Zoals uit de evaluatie blijkt, gaat het in gemeente Borger-Odoorn de goede kant op met het verminderen van de hoeveelheid restafval. Uit de sorteeranalyse blijkt dat er wel nog steeds grondstoffen in het restafval zitten die gescheiden zouden kunnen worden. Niet alleen worden daarmee waardevolle grondstoffen niet teruggewonnen, maar tegelijkertijd zou de hoeveelheid restafval nog verder teruggedrongen kunnen worden. In een wereld met alsmaar schaarser wordende grondstoffen is het essentieel om zoveel mogelijk grondstoffen terug te winnen. Om de verschillende grondstoffen gescheiden in te zamelen zijn een aantal potentiële maatregelen te formuleren. Overkoepelend boven alle maatregelen zal in ieder geval een breed uitgezette communicatiecampagne noodzakelijk zijn. Communicatie is hierin altijd ondersteunend op de ingezette maatregelen.

Uit het participatietraject met inwoners is gebleken dat er een behoefte is aan een goede, constante en complete communicatie ten aanzien van afvalinzameling en grondstoffen. Het is voor inwoners lang niet altijd helder welk afval/grondstof tot welke fractie behoort en waar de inzamelpunten zich allemaal bevinden. Bovendien is het belangrijk om aan inwoners het belang van verbeterde afvalscheiding duidelijk te kunnen maken. Dit kan extra gestimuleerd worden middels een communicatiecampagne.

Scenario’s

In de beschreven scenario’s in dit hoofdstuk hebben we gebruik gemaakt van alle bekende gegevens. Dit wil zeggen dat we bij het berekenen van de scenario’s zijn uitgegaan van de huidige verwerkingskosten, inzamelkosten en verbrandingsbelasting.

Er zijn meer scenario’s bekeken dan hier zijn beschreven. Zo hebben we ook het scenario ‘tariefzak’ bekeken. Hiervoor bleek in de inwoners enquête geen draagvlak. We hebben dit scenario daarom niet nader uitgewerkt.

7.1 Doelstellingen Grondstoffenvisie 2021-2025

Doelstelling van het grondstoffenbeleid blijft om de VANG-doelstellingen te realiseren. Dit wil zeggen dat we in 2025 toewerken naar 30 kg restafval per persoon per jaar. Daarbij is het belangrijk om de goede kwaliteit van de gescheiden ingezamelde grondstoffen te bewaken.

7.2 Strategie op hoofdlijnen

Om te komen tot een verdere verlaging van het restafval en een nog betere afvalscheiding is het nodig twee wegen te bewandelen.

  • Verder verbeteren van de afvalscheiding

  • Voorkomen van afval

7.3 Verder verbeteren afvalscheiding

Om te komen tot een verdere verbetering van de afvalscheiding en het daardoor verminderen van de hoeveelheid restafval zijn een aantal scenario’s uitgewerkt. De scenario’s die betrekking hebben op het verbeteren van afvalscheiding hebben allen te maken met een verandering van het service-element bij de afvalinzameling. Bij elk van de onderstaande interventies wordt de service op restafval verlaagd. Of door het verlagen van de inzamelfrequentie of door het ‘op afstand’ zetten van ondergrondse restafvalcontainers. De service op de grondstoffenstromen blijft hetzelfde of wordt beter. Hierdoor worden inwoners gemotiveerd om hun afval nog beter te scheiden.

1. Verlagen van de inzamelfrequentie van restafval en PMD naar eens per 4 weken, verhogen frequentie GFT naar eens per 2 weken

Het verlagen van de inzamelfrequentie van restafval is een beproefde methode om afvalscheiding te verbeteren. De gemeente Borger-Odoorn past deze methode al toe door niet om de week maar ééns per drie weken restafval in te zamelen.

Service

Bij het verlagen van de inzamelfrequentie van restafval is het belangrijk dat er voldoende handelingsperspectief is om de hoeveelheid restafval te kunnen verlagen. Dit wil dus onder andere zeggen dat er voldoende mogelijkheid tot afvalscheiding moet zijn. GFT is een stroom die door velen als ‘vies’ wordt ervaren en waarbij stank (zeker in warmere periodes) een belangrijke rol speelt. Door het verdwijnen van het tarief voor GFT in 2021 is de verwachting dat er meer GFT gaat vrijkomen.

In 2020 werden de restafvalcontainers in de gemeente gemiddeld eens per zes weken geleegd. Dit wil dus niet zeggen dat alle huishoudens de container minder dan eens per drie weken hebben aangeboden. Het laat wel zien dat er gemiddeld ruimte is voor het verlagen van de frequentie.

Flankerend beleid

Door de verlaging van de inzamelfrequentie van restafval moet er een oplossing zijn voor huishoudens die meer restafval produceren dan gemiddeld. Dit kunnen gezinnen met kinderen in de luierleeftijd zijn. In Borger-Odoorn zijn al een 13-tal locaties waar luiers ingeleverd kunnen worden. Bij het verlagen van de inzamelfrequentie van restafval zal er nog wel extra aandacht voor het inleveren van luiers moeten zijn. Een andere groep waar aandacht voor nodig is betreft de groep met medisch afval. Vooral incontinentie- en stomamateriaal. Elders in het land zijn hiervoor regelingen zoals het gebruik van grotere of extra containers voor huishoudens. Daarbij kan dan een vrijstelling of financiële compensatie van toepassing zijn.

De totale servicebeleving voor inwoners zal ongeveer gelijk blijven. Dit omdat inwoners nu gemiddeld al niet elke restafvalronde hun container aanbieden. Het vaker inzamelen van GFT zal als een positieve service worden gezien. Voor PMD zal eenmaal in de vier weken als krap worden ervaren.

Kosten

Uit het scenario blijkt dat de kosten per huishouden gelijk zullen blijven of zeer licht zullen stijgen. Kostenverhogend is voornamelijk het vaker inzamelen van GFT. De inzamelronden voor PMD en restafval worden minder in aantal. Verwacht wordt dat het aantal ledigingen per jaar voor deze stromen niet veel verandert, waardoor het aanbodpercentage per ronde stijgt. Daarmee wordt de inzamelronde in duur langer waardoor naar verwachting het ledigingstarief, en daardoor de inzamelkosten, iets zal gaan toenemen. Kostenverlagend is het verminderen van de kosten van verwerking van restafval.

Milieu

Het effect van deze interventie zal een vermindering van ongeveer 5 kilo restafval per inwoner per jaar zijn. Dit effect is relatief beperkt omdat inwoners nu al hun restafval minder dan eens per drie weken aanbieden.

Samengevat

afbeelding binnen de regeling

2. Verlagen van de inzamelfrequentie van restafval naar eens per 6 weken, GFT en PMD blijven eenmaal per 3 weken

Het verlagen van de inzamelfrequentie van restafval naar eenmaal per zes weken is een drastische verlaging van de inzamelfrequentie.

Service

Bij een dergelijke drastische verlaging past ook dat er maatregelen zijn die extra mogelijkheden bieden. Immers, als bij een frequentie van eenmaal per zes weken een inzamelronde gemist wordt is de totale te overbruggen tijd voor een huishouden zeer groot. Daarom zijn in dit scenario ‘overloopcontainers’ meegenomen. Dit zijn ondergrondse containers waar alle inwoners gebruik van kunnen maken (met elektronische toegang). De overloopcontainers worden geplaatst op een aantal strategische punten, zoals bij supermarkten.

Bij het verlagen van de inzamelfrequentie van restafval is het belangrijk dat er voldoende handelingsperspectief is om de hoeveelheid restafval te kunnen verlagen. Dit wil dus onder andere zeggen dat er voldoende mogelijkheid tot afvalscheiding moet zijn.

In 2020 werden de restafvalcontainers in de gemeente gemiddeld eens per zes weken geleegd. Dit wil dus niet zeggen dat alle huishoudens de container minder dan eens per drie weken hebben aangeboden. Het laat wel zien dat er gemiddeld ruimte is voor het verlagen van de frequentie. Door het verlagen van de frequentie naar eenmaal per zes weken wordt er dus wel degelijk een extra inspanning van de bewoners gevraagd. Uit het bewonersonderzoek komt naar voren dat er draagvlak is voor deze inzamelfrequentie.

Flankerend beleid

Door de verlaging van de inzamelfrequentie van restafval moet er een oplossing zijn voor huishoudens die meer restafval produceren dan gemiddeld. Dit kunnen gezinnen zijn die veel luiers/incontinentiematerialen aanleveren. Deze groep kan in Borger-Odoorn bij een 13-tal locaties incontinentiemateriaal inleveren. Bij het verlagen van de inzamelfrequentie van restafval zal extra aandacht aan deze mogelijkheid gegeven moeten worden.

Voor inwoners met structureel veel medisch afval wordt op persoonlijk niveau naar een passende oplossing gezocht.

De totale servicebeleving voor inwoners zal verlagen, vooral door de stevige verlaging van de inzamelfrequentie van restafval. Dit omdat inwoners nu gemiddeld al niet elke restafvalronde hun container aanbieden.

Kosten

Uit het scenario blijkt dat de kosten per huishouden licht zullen stijgen. Kostenverhogend zijn de investeringen in de overloopcontainers (gerekend met ca. 30 stuks) en de daarbij behorende elektronische toegangssystemen en een hoger aanbiedpercentage per inzamelronde restafval en PMD-afval (door de serviceverlaging op restafval wordt PMD meer gescheiden aangeboden). Kostenverlagend is het verminderen van de kosten van verwerking van restafval.

Milieu

Het effect van deze interventie zal een vermindering van ongeveer 17 kilo restafval per inwoner per jaar zijn. Dit effect ook het effect op de afvalscheiding is met 3,4% aanzienlijk te noemen.

Samengevat

afbeelding binnen de regeling

3. Invoeren omgekeerd inzamelen (met handhaving minicontainers in het buitengebied)

Omgekeerd inzamelen is een in Nederland vaker gebruikte serviceprikkel. Kenmerk is dat de grondstoffen (GFT, PMD) aan huis ingezameld worden (net als nu) maar dat het restafval naar een (ondergrondse) container op enige afstand weggebracht moet worden. In dit scenario wordt het omgekeerd inzamelen alleen toegepast in de kernen. In het buitengebied blijft de restafvalinzameling met ‘minicontainers’. Daarbij verlagen we in het buitengebied de inzamelfrequentie van restafval wel naar eenmaal per vier weken.

Service

Voor de huishoudens in de kernen is 24 uur per dag 7 dagen per week een ondergrondse container beschikbaar voor het restafval. Wel is er een loopafstand naar deze ondergrondse container (doorgaans maximaal 250 meter).

Bij het verlagen van de inzamelfrequentie van restafval in het buitengebied is het belangrijk dat er voldoende handelingsperspectief is om de hoeveelheid restafval te kunnen verlagen. Dit wil dus onder andere zeggen dat her voldoende mogelijkheid tot afvalscheiding moet zijn.

Flankerend beleid

Voor de inwoners van de kernen is geen flankerend beleid noodzakelijk. Zij kunnen immers 24 uur per dag 7 dagen per week gebruik maken van een ondergrondse container voor hun restafval. Voor inwoners van het buitengebied kan net als bij de scenario’s met frequentieverlaging wel flankerend beleid noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld bij inwoners met medisch afval.

Kosten

De kosten zullen in dit scenario per huishouden flink toenemen. De investering in ondergrondse containers (met elektronisch toegangssysteem) is fors. Bovendien worden in dit scenario twee inzamelsystemen naast elkaar gebruikt. In het buitengebied de inzameling met minicontainers, in de kernen de inzameling met ondergrondse containers. Naar verwachting zal dit scenario een verhoging van de tussen de € 15 en € 20 per huishouden geven.

Milieu

Het effect van deze interventie zal een vermindering van ongeveer 10 kilo restafval per inwoner per jaar zijn. Dit effect ook het effect op de afvalscheiding is met 2% redelijk te noemen.

Optioneel

Aan dit scenario kan optioneel de service verhogende maatregel worden toegevoegd de inzamelfrequentie van GFT en PMD te verhogen naar 1x per twee weken (scenario 3b).

Samengevat

afbeelding binnen de regeling

4. Omgekeerd inzamelen in de gehele gemeente (de loopafstand doet niet ter zake)

In dit scenario wordt het omgekeerd inzamelen in de gehele gemeente toegepast. Daarbij wordt geen rekening gehouden met loopafstanden. Op logische centrale plekken worden ondergrondse containers geplaatst. Deze zijn niet alleen voor de bewoners van de kernen, maar ook voor de bewoners van het buitengebied. Dit kan betekenen dat bewoners van het buitengebied hun restafval met fiets of auto naar een ondergrondse container moeten brengen.

De grondstoffen (GFT en PMD) worden, net als nu, aan huis met minicontainers ingezameld. Ook net als nu is deze inzameling eenmaal per 3 weken.

Service

Voor de huishoudens is 24 uur per dag 7 dagen per week een ondergrondse container beschikbaar voor het restafval. Deze container kan wel op een aanzienlijke afstand van de woning zijn.

Flankerend beleid

Voor de inwoners die minder mobiel zijn (zeker in het buitengebied) kan flankerend beleid noodzakelijk zijn. De afstand naar de restafval container kan aanzienlijk zijn en voor inwoners die slecht ter been zijn (en geen vervoermiddel ter beschikking hebben) kan dit problematisch zijn. Voor deze huishoudens wordt samen met de afvalcoach gekeken naar een passende oplossing.

Kosten

De kosten zullen in dit scenario per huishouden licht toenemen. Er is een investering in ondergrondse containers (met elektronisch toegangssysteem) noodzakelijk. Omdat er geen rekening te houden hoeft te worden met loopafstanden, zijn de investeringen lager dan in scenario 3 (alleen omgekeerd inzamelen in de kernen). Bovendien is het niet noodzakelijk om twee logistieke systemen naast elkaar te laten functioneren. Naar verwachting zal dit scenario een verhoging van de tussen de € 0 en € 5 per huishouden geven.

Milieu

Het effect van deze interventie zal een vermindering van ongeveer 18 kilo restafval per inwoner per jaar zijn. Dit effect ook het effect op de afvalscheiding is met 3,5% aanzienlijk te noemen.

Optioneel

Aan dit scenario kan optioneel de service verhogende maatregel worden toegevoegd de inzamelfrequentie van GFT en PMD te verhogen naar 1x per twee weken (scenario 4b).

Samengevat

afbeelding binnen de regeling

Aanvullende maatregelen

Naast de bovengenoemde vier scenario’s is ook gekeken naar een aantal losse maatregelen die die afvalscheiding helpen verbeteren. Dit betreft:

  • 1.

    Bij gelaagde bouw inzameling van GFT mogelijk maken, inclusief het uitzetten van aanrechtbakjes

  • Bij locaties met gestapelde bouw, plaatsen we 240 liter GFTcontainers in een cocon. Deze kan gebruikt worden met elektronisch toegangssysteem. Aan de inwoners van gestapelde bouw verstrekken we aanrechtbakjes voor het verzamelen van GFT. Daarbij komt informatie over wat er wel en niet in de GFT-container mag. Inzameling van GFT bij de hoogbouw zorgt ervoor dat inwoners van gestapelde woningen ook beter hun afval kunnen scheiden. Door de zeer beperkte hoeveelheid gestapelde bouw in de gemeente is het totale effect op de afvalscheiding niet heel groot. Sinds 2020 is het wettelijk verplicht om bij alle huishoudens een vorm van GFT-inzameling aan te bieden.

  • 2.

    PMD-overloopcontainers plaatsen bij centrale locaties (supermarkten).

  • In Borger-Odoorn wordt door de inwoners al veel PMD gescheiden. PMD heeft vooral veel volume. Ook uit het bewonersonderzoek blijkt dat huishoudens soms teveel PMD hebben voor een inzameling eenmaal per drie weken. Een (ondergrondse) overloopcontainer kan hierbij helpen. Op dit moment staan er in de gemeente al een drietal van dergelijke overloopcontainers. In onderstaand overzicht wordt uitgegaan van een uitbreiding naar 10 overloopcontainers (extra plaatsen van 7 perscontainers). Zoals aangegeven heeft PMD vooral veel volume. Het effect op de afvalscheiding (kilo’s) is daarom beperkt.

  • 3.

    Een serviceverhoging op het aanbieden van grof afval in de vorm van een GRIP-wagen.

  • Een GRIPwagen is een mobiel GRondstoffen InleverPunt. De GRIP-wagen wordt op dit moment al ingezet in het ROVA-gebied. Bij de GRIP-wagen kan een beperkte hoeveelheid grover huishoudelijk (herbruikbaar) afval worden ingeleverd. Denk aan krat vol met piepschuim, harde kunststoffen, kleine elektrische apparaten en klein chemisch afval, boeken. De wagen biedt vooral een uitkomst voor uitgestrekte gemeenten (zoals Borger-Odoorn). Bewoners geven vaak aan dat de afstand tot het Afvalbrengpunt een obstakel is. Door regelmatig met de GRIP-wagen op verschillende plekken te staan kan deze afstand overbrugd worden. De medewerkers bij de GRIP-wagen kunnen bovendien een belangrijke rol in de communicatie spelen. Ze kunnen ter plekke vragen beantwoorden en voorlichting geven over afvalscheiding.

  • Een GRIP-wagen is wel relatief kostbaar. Het is daarom aan te bevelen de wagen samen met omliggende gemeenten aan te schaffen en te gebruiken. Dit kan bijvoorbeeld in Markerein (gezamenlijke Drentse gemeenten) verband.

afbeelding binnen de regeling

7.4 Voorkomen van afval

Naast het verbeteren van de afvalscheiding is juist het voorkomen van afval (preventie) een belangrijke bijdrage aan het komen tot een circulaire economie. Het is moeilijk om de resultaten van deze interventies concreet te maken.

Er kan gedacht worden aan een aantal algemene maatregelen, zoals het inrichten van een repaircafé. Communicatieve maatregelen over voedselverspilling en het bekijken welke samenwerking met de middenstand mogelijk is om te komen tot het verminderen van afval.

Daarnaast zijn er ook een aantal concretere maatregelen mogelijk om afval te voorkomen:

  • 1.

    Hernieuwde actie om thuis composteren te bevorderen

    In de gemeente Borger-Odoorn wordt al veel gebruik gemaakt van het thuis composteren. Dit heeft al een lange geschiedenis. Reeds in 2004 is in de gemeente een actie geweest om compostvaten aan inwoners te geven. Uit het bewonersonderzoek kwam naar voren dat het goed zou zijn hier opnieuw aandacht aan te geven.

  • 2.

    Invoeren van de ja/ja sticker.

    Als een gemeente de ja/ja sticker toepast mag er geen reclamedrukwerk en huis-aan-huisbladen in de brievenbus gedaan worden, tenzij men via een ja/ja sticker hiervoor toestemming geeft. Een toenemend aantal gemeenten in Nederland werkt met dit ‘opt-in’ systeem, waarbij huishoudens via de sticker toestemming geven om reclamedrukwerk of huis-aan-huisbladen te ontvangen. Gemiddeld krijgt een gezin die reclamedrukwerk wenst/ontvangt per jaar ongeveer 30 kilo reclamedrukwerk in de bus.

afbeelding binnen de regeling

Bijzondere ideeën

Zoals eerder aangegeven kwamen tijdens de werksessie met de raad een tweetal bijzondere ideeën naar voren. Het zijn ideeën die niet alleen effect hebben op de vermindering van afval maar ook nog eens bijdragen aan de versterking van de sociale structuur binnen de gemeente.

Omdat het zulke bijzondere ideeën zijn is het lastig ze in een scenario te vervatten. De effecten op kosten en milieu zijn moeilijk op voorhand te bepalen. Het zijn zeker wel ideeën die een nadere uitwerking verdienen.

  • Door middel van een app delen van voedsel/maaltijden die over zijn in eigen huishouden. Voorkom op die manier voedselverspilling en heb contact met mensen uit de buurt.

  • De Borger-Odoornse Snackschaal. Ga naar de snackbar met een eigen schaal (of bakje) in plaats van alle plastic verpakkingen van de snackbar. Maak van het gebruik van deze snackschaal ook een leuke en aansprekende campagne.

7.5 Communicatiecampagne

Het Drentse samenwerkingsverband Markerein heeft in juni 2020 een communicatiecampagne opgezet “Drenthe geeft het door”. Deze campagne kan verder worden verdiept en uitgebouwd.

De andere kant van de campagne is vooral gestoeld op het voorkomen van afval. De campagne moet dicht bij de inwoners staan, dus het direct betrekken van inwoners en bekende lokale partijen (denk aan Kringloopwinkels, kunstenaars die met afval werken, repaircafees, mensen die regelmatig zwerfafval rapen, etc.) is belangrijk. Er kunnen tips worden uitgewisseld, een (zwerf)afvalagenda kan worden gedeeld. De hulp van een afvalcoach kan worden ingeroepen door inwoners die vragen hebben, of worden gestuurd als een probleem wordt gemeld. Een dergelijke campagne vraagt wel veel aandacht en inzet van hen die deze opzetten, anders bloedt het dood. Via de Afvalwijzer, via sociale media, lokale krant zal met grote regelmaat naar deze campagne moeten worden verwezen.

Het effect van een afvalcampagne op het scheidingsgedrag van mensen is niet aan te geven. Echter, het goed en zeer regelmatig communiceren over afval wordt door inwoners wel gevraagd. Om hen zo ver te krijgen dat ze actiever gaan nadenken over het voorkomen van afval vraagt simpelweg veel input aan de communicatiezijde.

8. Realisatie van scenario’s

Niet alle genoemde scenario’s kunnen even snel gerealiseerd worden. De scenario’s waarbij uitsluitend sprake is van het veranderen van de frequentie van inzameling zijn relatief makkelijk te realiseren. Hiervoor is overleg met de inzamelaar noodzakelijk en een communicatiecampagne. Daarnaast zullen de website en de afvalwijzer aangepast moeten worden. De doorlooptijd kan hiervoor een drietal maanden zijn.

Indien naast verandering van frequentie ook (ondergrondse) overloopcontainers geplaatst moeten worden, is de doorlooptijd langer. Er zullen immers geschikte locaties gevonden moeten worden voor deze ondergrondse containers. Gebruikelijk is dat bij plaatsing van ondergrondse containers ook sprake is van inwonersparticipatie. Voor deze versie is een doorlooptijd van ongeveer 6 maanden realistisch.

Bij invoering van omgekeerd inzamelen in alleen de kernen of in de gehele gemeente is tijd nodig om een locatieplan te maken voor de ondergrondse containers. Daarnaast zal een inspraakronde noodzakelijk zijn om de locaties voor de ondergrondse containers vast te kunnen leggen. Bovendien zal een (Europese) aanbesteding nodig zijn voor de aanschaf van de inzamelmiddelen. Voor dit scenario is een doorlooptijd van circa een jaar realistisch.

9. Bijlage 1 samenvatting scenario’s

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Ondertekening